Als de motor uitgeschakeld is, kan de
achterruimte worden verwarmd door
de extra verwarming via de roosters
aan de onderkant.
Door het programmeren van de waar‐
den met behulp van het regelpaneel,
kan de gebruiker de instellingen van
tijd, dag en temperatuur aanpassen.
De verwarming werkt niet meer als er
te weinig brandstof in de tank zit.
Tijdens de werking wordt vermogen
van de voertuigaccu gebruikt. In
geval van korte ritten dient u de accu
regelmatig te controleren en indien
nodig op te laden.
Let op
Als de verwarming achterin werkt
terwijl de motor draait, wordt een
Autostop geblokkeerd.
Voor een goede prestatie mogen de
luchtroosters onderaan in de passa‐
giersruimte achteraan niet verstopt
zijn.
9 Waarschuwing
Werk niet met het systeem
wanneer u bijtankt, wanneer er
stof of brandbare dampen aanwe‐
zig zijn of in gesloten ruimten (v.b.
garage).
Timer
Klimaatregeling
1 Meter
: Toont de vooraf
ingestelde week‐
dag of vooraf inge‐
stelde dag, de
huidige of vooraf
ingestelde tijd,
temperatuur, Z en
Y
2 Temperatuur : Hiermee selecteert
u de temperatuur
3 l
: Hiermee zet u de
waarden hoger
4 k
: Hiermee zet u de
waarden lager
5 Y
: Hiermee selecteert
u de verwarmings‐
stand
6 P
: Hiermee selecteert
u de vooraf inge‐
stelde standen
7 Þ
: Hiermee selecteert
u de ingestelde tijd
en weekdag
Bediening
Verwarming Y
Druk op Y, de vooraf bepaalde
verwarmingsduur, bijv. 30 verschijnt.
123