Werkingsconcept
6
5
4
3
Draaiknop
1 De draaiknop is de belangrijkste regelknop, die
wordt gebruikt om alle bewakings- en systeem-
instellingen te selecteren en te bevestigen.
– Verdraai de draaiknop om een waarde of para-
meter te veranderen of te selecteren (met de
klok mee draaien verhoogt een waarde; tegen de
klok in draaien verlaagt een waarde). Deze func-
tie wordt in de voorbeelden en instructies in deze
gebruiksaanwijzing aangeduid als "selecteren".
– Druk op de draaiknop om een waarde in te stel-
len of om een selectie te bevestigen. Als de
selectie niet wordt bevestigd, zal de waarde of
parameter niet veranderen. Deze functie wordt in
de voorbeelden en instructies in deze gebruiks-
aanwijzing aangeduid als "bevestigen".
Vaste functietoetsen
De vaste functietoetsen aan weerszijden van het
scherm bieden toegang tot belangrijke apparaat-
en bewakingsfuncties. Bij de meeste vaste
functietoetsen is een bevestiging in de vorm van
een druk op de draaiknop nodig.
2 Met de toets »ManSpont« selecteert u de
hand/spontane beademingsmodus.
3 Met de toets »SIMV/PS« selecteert u de
beademingsmodus SIMV/PS (optioneel).
4 Met de toets »Pressure Support« selecteert u
de beademingsmodus Drukondersteuning
(optioneel).
40
2
5 Met de toets »Pressure Control« selecteert u
de beademingsmodus Drukregeling.
6 Met de toets »Volume Control« selecteert u de
beademingsmodus Volumeregeling.
7 Als u op de toets »
verschijnt het venster met alarmgrenzen.
8 De toets »
« (Setup) heeft twee verschil-
lende functies, afhankelijk van de modus:
– Als u erop drukt in de Standby-modus, wordt het
scherm met Standby-instellingen weergegeven,
waarin u standaardwaarden kunt definiëren en
systeeminstellingen kunt configureren (zie
pagina 138).
– Als u erop drukt tijdens een beademingsmodus,
kunt u bewakingsinstellingen bekijken en wijzigen
9 Als u op de toets »
verschijnt het hoofdscherm, ongeacht in welk
ander scherm u zich op dat moment bevindt
10 De toets »
« (Silence) schakelt alle actieve
alarmtonen gedurende twee minuten uit.
11 De toets »
« (Standby) brengt het apparaat
in de Standby-modus. De bewakingsfuncties en
alarmfuncties worden uitgeschakeld en de
ventilator stopt. De bewaking van de
versgasflow wordt voortgezet.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
7
10
8
9
1
11
« (Alarms) drukt,
« (Home) drukt,