Zet de AAN/UIT-schakelaar in de stand "uit"
(
) en
zet vervolgens de AAN/UIT-schakelaar in de
stand "aan" (
). De ventilator werkt nu als
zijnde in de modus ManSpont.
Zet het APL-ventiel in de stand MAN.
Pas de APL-drukgrens aan op de gewenste
inspiratoire plateaudruk.
Druk op de O
-flushknop op de Fabius MRI om
2
de beademingsgaszak voldoende te vullen,
voor zover dit nodig is.
Druk de beademingsgaszak met de hand in om
de patiënt te beademen.
OPMERKING
Wanneer u de netspanning hebt uitgeschakeld en
weer hebt aangeschakeld, voert de Fabius MRI de
diagnostische tests uit. Handmatige beademing is
tijdens deze diagnostische tests gewoon mogelijk.
Wanneer de diagnostische tests resulteren in de
conclusie FUNCTIONEEL, schakelt de
Fabius MRI automatisch over op de modus
ManSpont wanneer er een versgasflow wordt
gemeten. Bewaking van de ademhaling met de
Fabius MRI is mogelijk. Wanneer de
diagnostische tests resulteren in de conclusie
NIET-FUNCTIONEEL, is handmatige beademing
nog steeds mogelijk. Bewaking van de ademhaling
met Fabius MRI is echter niet mogelijk.
OPMERKING
Wanneer de ventilator is uitgeschakeld, kan het
voorkomen dat de ventilatorzuiger niet in de juiste
stand is vergrendeld (zoals in de modus
ManSpont). Daardoor kan de ademwegdruk de
zuiger terugduwen naar de aanslag, waardoor het
volume in het beademingscircuit toeneemt.
Wellicht moet u nogmaals de O
indrukken om de beademingsgaszak opnieuw te
vullen.
Neem contact op met DrägerService of de
lokale bevoegde servicedienst voordat u de
ventilator in gebruik neemt.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
-flushknop
2
Alarmbericht – Oorzaak – Oplossing
169