Op basis van een ingestelde frequentie (Freq) en
een ingestelde verhouding tussen inspiratietijd en
:T
expiratietijd (T
), wordt een volume toegepast.
I
E
Dit volume hangt af van de ingestelde
inspiratiedruk (P
) en de patiëntcompliantie. De
INSP
Insp Flow toets dient voor het instellen van de
helling van de drukcurve. Bovendien kan een
positieve eind-expiratoire druk (PEEP) worden
ingesteld.
De onderste drukgrens P
voor het bewaken van de druk om apnoes
(afkoppelen van de verbinding) en constante druk
te detecteren. Wanneer de drukcurve de
drempelwaarde zowel van bovenaf als van onderaf
niet doorkruist, wordt een alarm afgegeven.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
laag wordt gebruikt
AW
P
AW
P
INSP
T
T
I
E
1
Flow
Freq
Bediening
P
laag
AW
PEEP
Tijd
Tijd
101