Bewaking
1 De bovengrens van het minuutvolume geeft
aan boven welk volume de alarmfunctie wordt
geactiveerd (L/min).
2 De ondergrens van het minuutvolume geeft aan
onder welk volume de alarmfunctie wordt
geactiveerd (L/min).
Alarmen voor bewaking van ademvolume
Als de ventilator aan staat en de volumealarmen
zijn aangeschakeld, worden apnoe-alarmsignalen
gegenereerd wanneer er door de ademvolume-
bewaking gedurende een bepaalde periode geen
geldige ademhaling wordt gemeten (zie »APNOE
FLOW« op pagina 170).
Wanneer de ventilator is uitgeschakeld en het
systeem in de modus ManSpont staat, worden
deze alarmfuncties na respectievelijk 30 seconden
(Let op) en 60 seconden (Waarschuwing)
geactiveerd.
De volumealarmen van de Fabius MRI worden
automatisch aangeschakeld als de ventilator van
Standby overgaat naar een beademingsmodus.
Alarmgrenzen voor minuutvolume instellen
Voor het wijzigen van de boven- of ondergrens
volgt u de procedure onder "Alarmgrenzen
instellen" op pagina 127.
Volumealarmering uitschakelen
Met de toets »
« (Setup) kan tijdens bedrijf de
visuele en akoestische volumealarmering worden
aan- of uitgeschakeld. Zie "Volume alarmen
Aan/Uit" op pagina 160.
134
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
1
2