Alarmgrenzen instellen
Zie pagina 147 als u standaardalarmgrenzen
wilt instellen die direct bij het opstarten van het
apparaat van kracht worden.
1 Met de toets »
« (Alarms) kunt u
alarmgrenzen instellen voor de huidige
procedure.
2 Op het scherm wordt het venster met
alarmgrenzen weergegeven.
De onderste drukgrens P
voor het bewaken van de druk om apnoes
(disconnectie) en constante druk te detecteren (op
het scherm weergegeven als een gestippelde lijn).
Wanneer de drukcurve de drempelwaarde zowel
van bovenaf als van onderaf niet doorkruist, wordt
een alarm afgegeven.
Selecteer de waarde van de alarmgrens die
moet worden gewijzigd.
Bevestig de waarde van de alarmgrens en
selecteer een nieuwe waarde.
Bevestig de nieuwe waarde van de alarmgrens.
De nieuwe grenswaarde van het alarm wordt
opgeslagen en de cursor gaat naar de retourpijl.
In de onderstaande tabel worden het instelbereik
en de fabrieksinstellingen voor alle alarmen van de
Fabius MRI weergegeven.
Alarmpa-
Instelbereik
rameter
O
19 tot 100
2
%
18 tot 99
MV
0,1 tot 20,0
L/min
0,0 tot 19,9
Druk
10 tot 70
cmH
O
5 tot 30
2
(hPa)
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
laag wordt gebruikt
AW
Fabrieksin-
stelling
100
20
12,0
3,0
40
8
Bewaking
1
2
127