Alarmbericht – Oorzaak – Oplossing
Alarmbericht – Oorzaak – Oplossing
Op basis van de mate van urgentie worden de
alarmberichten van de Fabius MRI ingedeeld in
drie categorieën. Uitroeptekens geven de prioriteit
aan. De alarmberichten worden weergegeven
tegen een gekleurde achtergrond als de
kleurenschermoptie is vrijgeschakeld:
!!!
Waarschuwing
(rood)
!!
Let op (geel)
!
Opmerking (wit)
Interne prioriteitswaarden, zie pagina 125, voor de
classificatie binnen een alarmcategorie worden
onderaan tussen haakjes weergegeven,
bijvoorbeeld (23 / 31).
Prioriteit Alarmbericht
!!!
DRUK IN DE
(31)
ADEMWEGEN HOOG
!! / !!!
APNOE-FLOW
(23/31)
!! / !!!
APNOE-DRUK
(23/31)
1) APNOE-FLOW-alarmprioriteiten zijn gebaseerd op de alarmduur en de beademingsmodus:
In Volume Control, Pressure Control, SIMV/PS met freq ≥6, of Pressure Support met Apnoebeademing UIT:
Let op = V
<20 mL gedurende >15 seconden
T
Waarschuwing = V
<20 mL gedurende >30 seconden
T
In ManSpont, SIMV/PS met Freq <6, of Pressure Support met Apnoebeademing AAN:
Let op = V
<20 mL gedurende >30 seconden
T
Waarschuwing = V
<20 mL gedurende >60 seconden
T
2) De alarmprioriteiten voor de APNOE-DRUK zijn gebaseerd op de alarmduur en de beademingsmodus:
In Volume Control, Pressure Control, SIMV/PS met Freq ≥6, of Pressure Support met Apnoebeademing UIT:
Let op = P
overschrijdt de vastgestelde ondergrens voor de druk niet gedurende >15 seconden
AW
Waarschuwing = P
overschrijdt de vastgestelde ondergrens voor de druk niet gedurende >30 seconden
AW
In ManSpont, SIMV/PS met Freq <6, of Pressure Support met Apnoebeademing AAN:
Let op = P
overschrijdt de vastgestelde ondergrens voor de druk niet gedurende >30 seconden
AW
Waarschuwing = P
overschrijdt de vastgestelde ondergrens voor de druk niet gedurende >60 seconden
AW
170
hoge prioriteit
gemiddelde prioriteit
lage prioriteit
Mogelijke oorzaak
De bovenste alarmgrens voor
de druk in de ademwegen is
overschreden, de beademings-
slang is geknikt.
Alarmgrens is te laag ingesteld.
1)
De beademing is gestopt.
Er is een lek of het
beademingscircuit is
losgekoppeld.
2)
De beademing is gestopt.
Er is een lek of het
beademingscircuit is
losgekoppeld.
Oplossing
Controleer het slangensysteem
op het anesthesieapparaat.
Controleer het beademingscircuit
of de waarde van de alarmgrens.
Controleer de ventilator.
Controleer het beademingscircuit.
Controleer de ventilator.
Controleer het beademingscircuit.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n