VERKEERSSTRATEGIEËN
Bochten
Omdat de Spyder roadster smaller
is dan een auto, kunt u in bochten
binnen een rijvak van de ene kant
naar de andere kant rijden om uw
baan zo recht mogelijk te houden.
Maar de Spyder roadster is breder
dan een motorfiets, zodat u zijde-
lings
minder
hebt. Het is belangrijk om ervoor
te zorgen dat uw voorbanden niet
buiten het rijvak gaan.
Bij gewone bochten is de opeenvol-
ging van buitenkant, binnenkant en
buitenkant het best.
TRAJECT VOOR GEWONE BOCHTEN
1. Buiten
2. Binnen (op het hoogtepunt)
Heuvels
Kies een geschikte versnelling voor
hellingen. Om bergop te rijden
helpt een lagere versnelling om
voldoende vermogen te behouden.
Bergaf kunt u in een lagere versnel-
ling op de motor remmen en zo uw
snelheid regelen.
Model SM5
Om op een helling te starten, houd
u het voertuig met de rem op zijn
plaats tot u de koppelingshendel in
de frictiezone schuift. Laat de rem
dan rustig los terwijl u de koppe-
lingshendel loslaat en gas geeft.
88
bewegingsruimte
Model SE5
Model SE5 kan bij stilstand in
eender welke versnelling gaan rol-
len. De centrifugale koppeling van
model SE5 is steeds ontkoppeld
als het voertuig stilstaat zodat de
transmissie het voertuig niet op zijn
plaats zal houden. Houd het rempe-
daal ingedrukt als u op een helling
stilstaat. Om op een helling te
starten, houdt u het rempedaal in-
gedrukt terwijl u gas geeft. Laat het
rempedaal los naarmate u de kop-
peling voelt ingrijpen (op ongeveer
1.800 TPM).
's Nachts rijden
Gebruik uw lichten en richtingaan-
wijzers om door andere automobi-
listen gezien te worden, maar denk
ook aan uw eigen gezichtsvermo-
gen 's nachts. Gebruik de grootlich-
ten waar nodig. Vermijd dat uw
remafstand voorbij het bereik van
uw koplampen loopt (als u te snel
rijdt in verhouding tot de remaf-
stand). U kunt ook gebruikmaken
van de koplampen van andere
voertuigen om de weg voor u te
zien.
Gebruik 's nachts geen getinte of
gekleurde vizieren of lenzen, en let
er vooral op dat er op uw vizier
geen krassen of vlekken zitten.
In groep rijden
Rijd uitsluitend op een rij. Deel
nooit rijvakken met anderen, zelfs
niet met een bromfiets.
Houd als u samen met motorfiet-
sers rijdt altijd voldoende afstand
van de motorfiets voor u, zelfs als
die aan de andere kant van het rij-
vak rijdt. Probeer in bochten niet
hetzelfde traject te volgen als mo-
torfietsen. Motorfietsen kunnen in
bochten dichter bij de rand van het
rijvak rijden. Als u precies dezelfde
weg volgt, kan uw voorwiel uit het
rijvak raken. Motorfietsen kunnen
in staat zijn om bochten sneller te