SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
1. Steek de sleutel in de contact-
schakelaar.
2. Draai het stuur helemaal naar
rechts of naar links.
3. Draai de sleutel een kwartdraai
linksom naar de stuurslotstand
en verwijder de sleutel.
STAND VAN DE SLEUTEL OM HET
STUUR TE VERGRENDELEN
1. De sleutel een kwartslag draaien
2) Motorstartknop
De motorstartknop bevindt zich bij
de rechterhandgreep. Als u deze
ingedrukt houdt, start de motor.
3) Motorstopschakelaar
De motorstopschakelaar bevindt
zich bij de rechterhandgreep. Deze
heeft twee standen en moet in de
rijstand staan voordat u de motor
kunt starten. Met deze schakelaar
kunt u de motor op elk moment
uitschakelen zonder dat u de han-
den van het stuur moet nemen.
4) Knipperlichtschake-
laar
De knipperlichtschakelaar bevindt
zich bij de rechterhandgreep. De
knop neerduwen om de knipperlich-
ten in te schakelen.
20
5) Cruisecontrolschake-
laar (modellen ST-S en
ST LTD)
De cruisecontrolschakelaar bevindt
zich bij de rechterhandgreep.
1. Cruisecontrolschakelaar
Het is een multifunctionele schake-
laar. Hiermee kunt u de cruisecon-
trol activeren, instellen en stopzet-
ten.
WAARSCHUWING
Gebruik van de cruisecontrol is
niet aan te raden als u een aan-
hangwagen trekt.
Als de cruisecontrol is ingesteld
laat deze u toe een constante
snelheid aan te houden. Het toeren-
tal wordt waar nodig verhoogd of
verlaagd.
OPMERKING: De torsie van het
voertuig kan wat variëren naarge-
lang de wegomstandigheden, zoals
wind of bergop of bergaf rijden.
De cruisecontrol is bedoeld om te
rijden over lange afstanden op
snelwegen zonder veel verkeer.
Rijd nooit met het voertuig met in-
geschakelde
stadsverkeer, op bochtige wegen,
in slecht weer of in alle andere
omstandigheden waarin u de gas
moet regelen.
cruisecontrol
in