ONDERHOUDSSCHEMA
MINIMAAL ONDERHOUD- (ALS U MINDER RIJDT DAN 7.500 kmPER JAAR)
Controleer de parkeerrem en stel bij.
Controleer of de handgrepen van de passagier goed vast zitten.
Smeer de scharnieren van de voetsteunen.
Controleer of er carrosseriepanelen los zitten.
Controleer de werking van de vergrendelingen, scharnieren en slotcilinders van de opbergvakken
en/of smeer deze.
Controleer de werking van het rempedaal en het vloerplaatmechanisme (modellen met een
vloerplaat).
(1)
Vervang iedere 2 jaar.
Controleer de spleet iedere keer wanneer het wiel wordt losgemaakt.
Controleer het motoroliepeil.
Controleer met behulp van de utiliteiten- en diagnostische software van BRP (B.U.D.S.) de foutcodes
en installeer de benodigde updates.
Vervang de motorolie en het oliefilter.
Vervang het oliefilter van de hydraulische bedieningsmodule (HCM) (alleen bij het
SE5-model).
Controleer vloeistofniveau van de koppeling (alleen SM5-model).
Controleer het koelvloeistofpeil.
Controleer de werking van de gashendel.
Controleer verlichtingssysteem (remlicht, knipperlichten, richtingaanwijzers, standlichten,
nummerplaatverlichting).
Controleer de achteruitrijlichten (Alleen het Australisch model).
Controleer de werking van de bedieningslichten.
Controleer de staat en spanning van de aandrijfriem. Stel bij indien nodig.
Controleer het aandraaimoment van de wielmoeren voor.
Controleer het aandraaimoment van de wielasmoer achter.
Controleer het stuur op abnormale speling.
Controleer de staat van de koppelstangen.
116
ELKE 500 km
OM DE 7.500 km