MULTIFUNCTIONEEL INSTRUMENTENBORD
Door de MODE-knop (Modus) in te
drukken doorloopt u de categorie-
pictogrammen bovenaan links op
het scherm in deze volgorde:
Standaardrijscherm, audio, ritmeter
en voorkeuren. Telkens u op de
knop drukt gaat u naar het volgen-
de beschikbare pictogram. Als een
pictogram is geselecteerd, ver-
schijnt het daaraan gekoppelde
scherm.
OPMERKING: Het audiopictogram
wordt overgeslagen als het voer-
tuig niet is uitgerust met deze
functie. Het scherm Voorkeuren
wordt overgeslagen als het voer-
tuig sneller gaat dan 5 km/h, behal-
ve in de trailermodus op model
SE5.
1. Categoriepictogrammen
2. Standaard rijpictogram geselecteerd
Vanaf het laatste pictogram springt
u terug naar het eerste pictogram
door de MODE-knop (Modus) in te
drukken.
Op bepaalde schermen zijn vertica-
le en horizontale pijlen te zien. Dit
geeft aan dat u de instelling tussen
de horizontale pijlen met de
LINKS/RECHTS-knop kunt verande-
ren en de instelling tussen de verti-
cale pijlen met de OMHOOG/OM-
LAAG-knop kunt veranderen.
Een dubbele pijl geeft, naargelang
het weergegeven scherm, het vol-
gende aan:
30
-
Houd de OMLAAG-knop inge-
drukt als de volumebalk wordt
weergegeven om het geluid te
dempen. Bij gedempt geluid
wordt het volume hersteld door
de OMHOOG-knop in te druk-
ken.
-
Met de betreffende pijlknop
doorloopt u de waarden naar
onder of naar boven.
-
Met de betreffende pijlknop
doorloopt u de lijst zodat ook de
resterende punten zichtbaar
worden.
TYPISCH
1. Met de OMHOOG/OMLAAG-knop se-
lecteert u de verticale pijlen.
2. Met de LINKS/RECHTS-knop selecteert
u de horizontale pijlen.
Door een item te selecteren stelt
u de huidige waarde voor dit item
in.
Na een bevestiging van het veilig-
heidsbericht bij het opstarten van
het instrumentenbord, of na een
paar seconden in een ander scherm
te blijven zonder op een RECC-
knop te drukken, keert de display
automatisch terug naar het stan-
daard rijscherm.