3.
Steek de uiteinden van de draad in de aansluitklem:
• Open de aansluitklem.
• Plaats de draad in de uitsparing in de aansluitklem.
4.
Druk de aansluitklemmen samen met een tang.
Druk totdat u een klik hoort.
5.
Knip overtollige begrenzingsdraad weg. Knip op 1 tot
2 cm boven de aansluitklemmen af.
6.
Druk de aansluitklemmen op de metalen pennen,
gemarkeerd met A, op het laadstation.
Controleer zorgvuldig of de aansluitklem goed is
bevestigd.
BELANGRIjKE INfORMATIE
De rechteraansluitklem moet zijn aangeslo-
ten op de metalen pen rechts op het laad-
station en het linkerdraaduiteinde moet zijn
aangesloten op de linkeraansluitklem.
7.
Plaats de klep terug op het laadstation. Zorg dat de
drie begeleidingen op het laadstation door de juiste
openingen in de klep zijn gestoken.
Nederlands - 32
INSTALLATIE
3012-284
3012-264
3012-265
3012-869
3012-270