Zoekmethode 2: Begeleidingsdraad volgen
De robotmaaier rijdt in een onregelmatig patroon totdat hij bij
de begeleidingsdraad komt. Vervolgens volgt de robotmaaier
de begeleidingsdraad naar het laadstation.
De begeleidingsdraad is een extra kabel die vanaf het
laadstation bijvoorbeeld richting een afgelegen deel van het
werkgebied of door een smalle doorgang wordt gelegd, om
vervolgens te worden aangesloten op de begeleidingsdraad.
Zie 3.6 De begeleidingsdraad installeren op pagina 33.
Deze zoekmethode maakt het voor de robotmaaier
makkelijker om het laadstation te vinden in een gebied met
veel of grote eilanden, smalle doorgangen of steile hellingen.
Het voordeel van deze zoekmethode is de kortere zoektijd.
Zoekmethode 3: Begrenzingsdraad volgen
De robotmaaier rijdt in een onregelmatig patroon totdat
hij bij de begrenzingslus komt. Vervolgens volgt hij de
begrenzingslus naar het laadstation. De robotmaaier gaat
willekeurig rechtsom of linksom.
Deze zoekmethode is geschikt voor een installatie met een
open tuin met brede doorgangen (breder dan circa 3 meter)
en geen of slechts enkele kleine eilanden.
Het voordeel van deze zoekmethode is dat er geen
begeleidingsdraad hoeft te worden geïnstalleerd.
Het nadeel is dat er langs de begrenzingslus enkele sporen
in het gazon kunnen worden gevormd. Bovendien zal de
zoektijd langer zijn als de installatie smalle doorgangen of
talrijke eilanden bevat.
In de regel wordt deze zoekmethode enkel gebruikt als de
robotmaaier het laadstation met behulp van zoekmethode 1
of 2 niet binnen de verwachte tijd kan vinden.
Nederlands - 16
PRESENTATIE
3012-677
3012-484