2 Presentatie
Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u zich bewust moet
zijn bij het plannen van de installatie.
Een installatie met een robotmaaier bevat vier
hoofdonderdelen:
•
De R160, een robotmaaier die het gazon maait door
in principe te bewegen in een willekeurig patroon. De
maaier wordt gevoed door een onderhoudsvrije accu.
•
Een laadstation waarnaar de robotmaaier automatisch
terugkeert wanneer de accu bijna leeg is.
Het laadstation heeft drie functies:
•
Controlesignalen door de begrenzingsdraad
verzenden.
•
Controlesignalen door de begeleidingsdraad
verzenden zodat de robotmaaier het laadstation
kan vinden.
•
De accu van de robotmaaier opladen.
•
Een transformator, die is aangesloten tussen het
laadstation en een stopcontact van 230 V. De
transformator is met behulp van een 20 m lange
laagspanningskabel aangesloten op het laadstation.
De laagspanningskabel mag niet worden ingekort
of verlengd.
•
Een lusdraad, die in een lus rond het werkgebied van
de robotmaaier wordt gelegd. De begrenzingsdraad
wordt langs de randen van het gazon en rondom
voorwerpen en planten gelegd en vormt een grens waar
de robotmaaier niet mag komen. De draad dient tevens
als begeleidingsdraad.
De bijgeleverde lusdraad is 250 m lang. Als dat niet
voldoende is, kunt u extra draad kopen en die met behulp
van een originele koppeling aan de bestaande draad
vastmaken.
De maximaal toegestane lengte voor de lusdraad is
500 m.
PRESENTATIE
3018-101
3018-114
3012-NNN
3012-221
Nederlands - 11