Werkmethode
De robotmaaier maait het gazon automatisch. Hierbij
wisselen maaien en laden elkaar continu af.
Wanneer de batterijspanning te laag wordt, gaat de maaier
op zoek naar het laadstation. De robotmaaier maait niet
wanneer hij het laadstation zoekt.
Als de robotmaaier op zoek gaat naar het laadstation, zoekt
hij eerst ongericht naar de begeleidingsdraad. Vervolgens
volgt hij de begeleidingsdraad naar het laadstation, keert hij
vlak voor het station en rijdt hij er achteruit in.
Als de batterij volledig geladen is, rijdt de maaier weg bij
het laadstation en begint hij te maaien in een willekeurige
richting van 90° tot 270° van de uitrijsector.
Voor een gelijkmatig maairesultaat, zelfs op lastig te bereiken
plekken in de tuin, kan de maaier de begeleidingsdraad
vanaf het laadstation volgen naar de locatie waar de
begeleidingsdraad is verbonden met de begrenzingslus,
om daar met maaien te beginnen.
Als de robotmaaier tegen een obstakel rijdt, keert hij terug en
kiest hij een nieuwe richting.
Twee sensoren, op de voor- en achterkant van de robot-
maaier, detecteren wanneer de robotmaaier de begrenzings-
draad nadert. De robotmaaier rijdt tot 28 centimeter over de
begrenzingsdraad voordat hij omkeert.
De STOP-knop boven op de robotmaaier wordt vooral
gebruikt om een rijdende maaier te stoppen. Als er op de
STOP-knop wordt gedrukt, gaat er een klep open en ziet
u het bedieningspaneel. De STOP-knop blijft ingedrukt
totdat de klep weer wordt gesloten. De klep fungeert als
een startonderbreker.
Nederlands - 14
PRESENTATIE
3012-1026
3018-124
3018-103
3018-104