Pagina 1
Gebruiksaanwijzing SILENO/SILENO+ R100Li/LiC, R130Li/LiC, R160Li/LiC...
Pagina 2
BELANGRIJKE INFORMATIE! Denk erom dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongelukken of beschadigingen van andere mensen of hun eigendommen. Bewaar de gebruikshandleiding op een veilige plaats, zodat u de handleiding later kunt raadplegen! Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen, of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij ze begeleiding bij of aanwijzingen voor het gebruik van het apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
INHOUDSOPGAVE 1 Introductie en veiligheid 9 Problemen oplossen 1.1 Inleiding 9.1 Foutmeldingen 1.2 Symbolen op het product 9.2 Infomeldingen 1.3 Symbolen in de gebruikershandleiding 9.3 Indicatielampje in het laadstation 1.4 Veiligheidsinstructies 9.4 Symptomen 9.5 Breuken in de lusdraad opsporen 2 Presentatie 2.1 Wat is wat? 10 Technische gegevens 2.2 Inhoud pakket...
Pagina 4
De productregistratiecode staat op een apart document in de productverpakking. Als de robotmaaier wordt gestolen, is het belangrijk om GARDENA hiervan op de hoogte te stellen. Neem in dat geval contact op met GARDENA Central Service en geef het serienummer en de productregistratiecode door, zodat het product als gestolen kan worden geregistreerd in een internationale database.
De volgende instructies dekken R130LiC 1300 m , smart system alle GARDENA Sileno en Sileno+-producten. In de Sileno- serie vindt u R100Li en R100LiC. In de Sileno+-serie R160Li 1600 m vindt u R130Li, R130LiC, R160Li en R160LiC. De C in de R160LiC...
INTRODUCTIE EN VEILIGHEID BELANGRIJKE INFORMATIE Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en andere personen die ondanks hun fysieke, senso- rische of geestelijke handicap of gebrek aan ervaring en kennis onder toezicht of instructie van een verantwoordelijke per- soon in staat zijn veilig gebruik te maken van het apparaat en op de hoogte zijn van alle gevaren.
Pagina 7
INTRODUCTIE EN VEILIGHEID • Plaats uw handen of voeten niet in de buurt van of onder de kap wanneer de robotmaaier in gebruik is. Ga niet op de robotmaaier zitten. 3012-665 • Vergrendelingsfunctie 3018-244 • Dit product voldoet aan de geldende EG-richtlijnen. •...
INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.3 Symbolen in de gebruikershandleiding De volgende symbolen worden in de gebruikershandleiding gebruikt. Bestudeer ze zorgvuldig. • Stel de hoofdschakelaar in op 0 alvorens inspecties en/ of onderhoud uit te voeren. 3018-213 • Draag altijd handschoenen wanneer u aan het chassis van de robotmaaier werkt.
Pagina 9
Gebruik in dat geval de timerfunctie (zie 6.3 Timer op pagina 44) zodat de maaier en sproeier nooit tegelijkertijd werken. • GARDENA kan niet garanderen dat de robotmaaier volledig compatibel is met andere typen draadloze systemen, zoals afstandsbedieningen, radiozenders, ringleidingen, ondergrondse elektrische afrasteringen voor dieren en dergelijke.
Pagina 10
INTRODUCTIE EN VEILIGHEID Verplaatsen De originele verpakking moet worden gebruikt als de robotmaaier over lange afstanden wordt vervoerd. Voor het veilig verplaatsen uit of binnen het werkgebied: 1. Druk op de STOP-knop om de robotmaaier te stoppen. Als beveiliging is ingesteld op gemiddeld of hoog niveau (zie 6.4 Veiligheid op pagina 49), moet de pincode worden ingevoerd.
Pagina 11
INTRODUCTIE EN VEILIGHEID Onderhoud WAARSCHUWING Wanneer de robotmaaier op zijn kop is gedraaid, moet de hoofdschakelaar altijd in stand 0 staan. De hoofdschakelaar moet in stand 0 staan tijdens alle werkzaamheden aan het chassis van de maaier, zoals het reinigen 3018-213 of vervangen van de messen.
PRESENTATIE 2 Presentatie Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u zich bewust moet zijn bij het plannen van de installatie. Het systeem van een robotmaaier bestaat uit vier hoofdonderdelen: • Een robotmaaier die het gazon maait door in principe te bewegen in een willekeurig patroon. De robotmaaier wordt gevoed door een onderhoudsvrije accu.
Pagina 15
Wij adviseren u de robotmaaier voornamelijk bij droog weer in te schakelen om de best mogelijke resultaten te behalen. Robotmaaiers van GARDENA kunnen ook in de regen maaien, maar nat gras blijft aan de robotmaaier plakken, waardoor er een groter risico bestaat van glijden 3020-272 op steile hellingen.
PRESENTATIE De STOP-knop op de bovenkant van de robotmaaier wordt voornamelijk gebruikt om de robotmaaier te stoppen als deze is ingeschakeld. Wanneer u op de STOP-knop drukt, wordt de afdekking voor het bedieningspaneel geopend. De STOP-knop blijft ingedrukt totdat de afdekking weer wordt gesloten.
Geef op de schets aan hoe de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad moeten lopen. Zie 7 Voorbeelden van tuinen op pagina 60 voor installatievoorbeelden. Kijk ook op www.gardena.com voor meer beschrijvingen en tips over het installeren. Volg onderstaande stappen om de installatie uit te voeren: 3.1 Voorbereidingen 3.2 Het laadstation installeren...
INSTALLATIE 4. Controleer of alle onderdelen voor de installatie zijn meegeleverd. De cijfers tussen haakjes verwijzen naar het onderdeel op de afbeelding. Zie 2.1 Wat is wat? op pagina 13. • Robotmaaier • Laadstation (10) • Lusdraad voor begrenzingslus en begrenzingsdraad (22) • Voeding (21) • Laagspanningskabel (30) •...
Pagina 19
INSTALLATIE Het laadstation moet zodanig worden geplaatst dat er veel vrije ruimte vóór het laadstation is (minstens 3 meter). Het laadstation moet ook centraal in het werkgebied worden geplaatst, zodat de robotmaaier het laadstation makkelijker kan vinden en snel alle gebieden in het werkgebied kan bereiken.
INSTALLATIE Voeding aansluiten Houd bij het bepalen van de locatie voor de voeding rekening met de volgende punten: • Dicht bij het laadstation • Bescherming tegen regen • Bescherming tegen direct zonlicht Wanneer de voeding op een stopcontact buiten wordt 3012-1352 aangesloten, moet dit stopcontact zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
INSTALLATIE Monteer de voeding nooit op een hoogte waarbij het risico bestaat dat hij onder water komt te staan (minimaal 30 cm vanaf de grond). Het is niet toegestaan om de voeding op de grond te plaatsen. Sluit de voeding nooit aan op een stopcontact als de stekker of het snoer beschadigd is.
INSTALLATIE 3.3 De accu laden Zodra het laadstation is aangesloten, kunt u de robotmaaier opladen. Zet de hoofdschakelaar in stand 1. Plaats de robotmaaier in het laadstation om de accu op te laden terwijl de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad worden gelegd. Als de accu leeg is, duurt het ongeveer 80 tot 100 minuten om hem volledig te laden.
INSTALLATIE 3.4 Installatie van de begrenzingsdraad Zorg voor correcte installatie van de begrenzingsdraad volgens de instructie De begrenzingsdraad kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd: • De draad in de grond vastzetten met krammen. U kunt de begrenzingsdraad het beste met krammen vastzetten als u de plaatsing tijdens de eerste paar weken van het gebruik wilt kunnen bijstellen.
INSTALLATIE Grenzen van het werkgebied Als het werkgebied wordt begrensd door bijvoorbeeld een muur of hek (5 cm of hoger) moet de begrenzingsdraad op 35 cm vanaf het obstakel worden gelegd. Dat voorkomt dat de robotmaaier op een obstakel botst en beperkt slijtage aan de kap.
INSTALLATIE Grenzen binnen het werkgebied Gebruik de begrenzingsdraad om gebieden binnen het werkgebied te isoleren door eilanden te creëren rond obstakels die niet tegen botsingen kunnen, zoals bloemperken, struiken en fonteinen. Leg de draad tot en rond het gebied dat moet worden geïsoleerd en keer dan terug langs dezelfde route.
Pagina 26
INSTALLATIE Doorgangen tijdens het maaien Vermijd lange en smalle doorgangen en zones smaller dan 1,5 tot 2 meter. Er bestaat een kans dan de robotmaaier tijdens het maaien langere tijd blijft hangen in een dergelijke doorgang of zone. Het gazon zal er dan geplet uitzien.
Pagina 27
INSTALLATIE De begrenzingsdraad leggen Als u van plan bent de begrenzingsdraad met krammen vast te zetten: • Maai het gras op de plek waar u de draad gaat leggen heel kort met een gewone gazonmaaier of trimmer. U kunt de draad dan dicht bij de grond leggen, waardoor de kans kleiner wordt dat de robotmaaier de draad doorsnijdt of de isolatie van de draad beschadigt.
Pagina 28
INSTALLATIE De begrenzingsdraad richting het laadstation leggen Op het traject naar het laadstation kan de begrenzingsdraad volledig buiten het laadstation worden gelegd (zie optie 1 op de afbeelding). Als het noodzakelijk is om het laadstation gedeeltelijk buiten het werkgebied te plaatsen, is het ook mogelijk om de draad onder de laadplaat van het laadstation te leggen (zie optie 2 op de afbeelding).
INSTALLATIE 3.5 De begrenzingsdraad aansluiten Om de begrenzingsdraad aan te sluiten op het laadstation: BELANGRIJKE INFORMATIE De begrenzingsdraad mag zichzelf niet kruisen wanneer deze wordt aangesloten op het laadstation. Sluit het rechteruitein- de van de draad aan op de pen rechts op het laadstation en het linkeruiteinde op de pen links.
INSTALLATIE 3.6 De begeleidingsdraad installeren De begeleidingsdraad is een kabel die vanaf het laadstation bijvoorbeeld richting een afgelegen deel van het werkgebied of door een smalle doorgang wordt gelegd, om vervolgens te worden aangesloten op de begeleidingsdraad. Voor de begrenzingslus en de begeleidingsdraad wordt dezelfde kabelhaspel gebruikt.
INSTALLATIE De begeleidingsdraad leggen en aansluiten 1. Het is belangrijk om na te denken over de lengte van de begeleidingslus voordat u begint met het leggen en aansluiten van de begeleidingsdraad. Dit geldt met name bij grote of complexe installaties. Als de begeleidingslus langer dan 400 meter is, kan het voor de robotmaaier lastig zijn om de begeleidingsdraad te volgen.
Pagina 32
INSTALLATIE Wanneer de begeleidingsdraad op een steile helling wordt geïnstalleerd, is het beter om deze onder een hoek op de helling te leggen. Dat maakt het voor de robotmaaier eenvoudiger om de begeleidingsdraad op de helling te volgen. 3018-061 Leg de draad niet in scherpe bochten. Hierdoor kan het voor de robotmaaier lastig worden om de begeleidingsdraad te volgen.
INSTALLATIE 3.7 De installatie controleren Controleer het lussignaal door te kijken naar het indicatielampje in het laadstation. • Constant groen licht = goede signalen. • Knipperend groen licht = het lussysteem is uitgeschakeld en de robotmaaier bevindt zich in de ECO-modus.
INSTALLATIE 3.8 Ingebruikname en kalibratie Voordat de robotmaaier in gebruik wordt genomen, moet er via het menu van de robotmaaier een opstartprocedure worden uitgevoerd. Er wordt ook een automatische kalibratie van het begeleidingssignaal uitgevoerd. 1. Open de klep van het bedieningspaneel door op de STOP-knop te drukken.
Pagina 35
INSTALLATIE 4. Controleer of de robotmaaier de begeleidingsdraad helemaal volgt tot aan het laadstation en in het laadstation dokt. De test is alleen gelukt als de robotmaaier de begeleidingsdraad over het gehele traject naar het laadstation kan volgen en meteen bij de eerste poging dokt.
GEBRUIK 4 Gebruik 4.1 Een lege accu laden Wanneer de GARDENA-robotmaaier nieuw is of langere tijd is opgeslagen, zal de accu leeg zijn en moet deze voor gebruik worden geladen. 1. Zet de hoofdschakelaar in stand 1. 3018-217 2. Plaats de robotmaaier in het laadstation. Open...
GEBRUIK 4.2 De timer gebruiken Voor het beste maairesultaat mag u het gazon niet te vaak laten maaien. Gebruik de timerfunctie (zie 6.3 Timer op pagina 46) om een platgetrapt gazon te voorkomen en de maximale levensduur van de robotmaaier te waarborgen. Ga bij het instellen van de timer ervan uit dat de robotmaaier ongeveer het aantal vierkante meters per uur en dag maait zoals vermeld hieronder: Werkcapaciteit...
R130LiC R160LiC Standby-tijd, uren 24 uur per dag Voorbeeld 1 De tijden in dit voorbeeld gelden voor de GARDENA R130Li en R130LiC, maar voor de andere modellen geldt Stand-by hetzelfde principe. Werkuren 1: 00:00 - 19:00. Werkdagen: Alle dagen. In de fabrieksinstelling begint de robotmaaier om 00:00 uur met maaien.
GEBRUIK 4.4 Starten 1. Druk op de STOP-knop om de klep van het bedieningspaneel te openen. 2. Zet de hoofdschakelaar in stand 1. 3. Voer de PIN-code in. 4. Druk op de START-knop. 5. Selecteer de gewenste bedieningsmodus. Zie 5.1 Bedieningsselectie Start op pagina 42. 6.
GEBRUIK 4.7 De maaihoogte aanpassen De maaihoogte kan worden ignesteld van MIN (2 cm) tot MAX (6 cm). In de eerste week na een nieuwe installatie moet de maaihoogte worden ingesteld op MAX om schade aan de lusdraad te voorkomen. Hierna kan de maaihoogte elke week een stap worden verlaagd totdat de gewenste maaihoogte is bereikt.
Als de maaier niet mag maaien als gevolg van SensorControl, wordt symbool (B) weergegeven (niet van toepassing voor GARDENA R100Li en R100LiC). Als de modus Negeer timer wordt gekozen, verschijnt symbool (C).
BEDIENINGSPANEEL Het toetsenbord bestaat uit zes groepen knoppen: • De START-knop wordt gebruikt om de robotmaaier te activeren. Dit is gewoonlijk de laatste knop die wordt ingedrukt voordat de klep van het display wordt gesloten. De Terug en OK-knoppen worden gebruikt voor •...
BEDIENINGSPANEEL 5.2 Bedieningsselectie Parkeren Wanneer de PARK-knop is ingedrukt, kunnen de volgende bedieningsmodi worden geselecteerd. Parkeer tot nader order De robotmaaier blijft in het laadstation totdat een andere bedieningsmodus wordt geselecteerd via de START-knop. Start op volgende timer De robotmaaier blijft in het laadstation tot de volgende timerinstelling de maaier toestaat om te maaien.
MENUFUNCTIES 6 Menufuncties 6.1 Hoofdmenu Het hoofdmenu bestaat uit de volgende drie opties: • Timer • SensorControl (alleen voor GARDENA R130Li, R130LiC, R160Li en R160LiC) • Smart system (alleen voor GARDENA R100LiC, R130LiC en R160LiC) 3018-303 • Veiligheid • Installatie • Instellingen Elke optie heeft een aantal submenu's. Alle functies voor de instellingen van de robotmaaier zijn via deze submenu's toegankelijk.
Smart System Alleen voor GARDENA R100LiC, R130LiC en R160LiC. Het GARDENA smart system maakt draadloze interactie mogelijk tussen de maaier en andere apparaten in het GARDENA smart system, zoals Water Controls en sensoren. Vanuit dit menu kunt u de robotmaaier opnemen of uitsluiten en de status van de draadloze verbinding met het smart system controleren.
MENUFUNCTIES 6.3 Timer Voor het beste maairesultaat mag u het gazon niet te Timer vaak laten maaien. Daarom is het belangrijk om de rijtijd via de timerfunctie te beperken als het werkgebied kleiner is dan de werkcapaciteit van de robotmaaier. Wanneer Overzicht/maandag wordt toegestaan dat de robotmaaier te vaak maait, lijkt het gazon afgevlakt en wordt de robotmaaier blootgesteld...
Pagina 47
MENUFUNCTIES GARDENA R100Li, R100LiC Werkgebied Werkdagen per week Werkuren per dag Suggestie van tijdsinterval 6 uur 07:00 - 13:00 250 m 4,5 uur 07:00 - 11:30 12 uur 07:00 - 19:00 500 m 8,5 uur 07:00 - 15:30 17 uur...
Pagina 48
MENUFUNCTIES Dag wijzigen Selecteer voor het wijzigen van de timerinstellingen eerst de te wijzigen dag op het scherm Overzicht met behulp van de pijl links en de pijl rechts gevolgd door OK. Maximaal twee tijdsintervallen per dag kunnen worden ingevoerd. Zorg ervoor dat het selectievakje naast Periode 1 is afgevinkt om een interval voor Periode 1 in te voeren.
MENUFUNCTIES 6.4 Veiligheid Via deze selectie kunnen instellingen met betrekking tot de beveiliging en de verbinding tussen de maaier en het laadstation worden aangepast. Veiligheid Veiligheidsniveau U kunt kiezen uit drie veiligheidsniveaus. Gebruik de Uitgebreid Veiligheidsniveau pijltoetsen omlaag en omhoog om een veiligheidsniveau te selecteren.
Pincode veranderd weergegeven. Maak een notitie van de nieuwe pincode op de aangegeven regel in Aantekeningen op pag. 4. 6.5 SensorControl Alleen van toepassing voor GARDENA R130Li, R130LiC, R160Li en R160LiC. SensorControl Via deze functie kan de robotmaaier zijn maaitijden automatisch aanpassen aan de snelheid waarmee het gras groeit.
Alleen van toepassing voor GARDENA R100LiC, R130LiC Smart System en R160LiC Het GARDENA smart system maakt draadloze interactie mogelijk tussen de smart robotmaaier en andere apparaten in het GARDENA smart system, zoals Water Apparaat Status uitsluiten Controls en sensoren. In het menu Opties kunt u: •...
17. Het is belangrijk om de installatie zorgvuldig te plannen. Menuselectie Apparaat integreren Om de smart robotmaaier in de GARDENA smart system app te integreren, selecteert u de optie Integratiemodus integreren in de menuselectie van de smart robotmaaier...
MENUFUNCTIES 6.7 Installatie Via dit menu kan de robotmaaier naar afgelegen delen van een werkgebied worden geleid. Voor vele werkgebieden is er geen noodzaak tot wijziging van de fabrieksinstellingen, maar soms afhankelijk van de gazoncomplexiteit kan het maairesultaat worden verbeterd door handmatige instellingen te maken. Gazondekking Installatie Uitgebreid...
Pagina 54
MENUFUNCTIES Gebied X > Hoe ver? Voer de afstand in meters in langs de stroomdraad vanaf het laadstation naar het gebied waar de robotmaaier Gebied 2 begint te maaien. Gebruik de cijfertoetsen om de afstand in meter te specificeren. Gebied 3 Tip! Bepaal via de functie Test hoe groot de afstand tot het gebied is.
Pagina 55
MENUFUNCTIES Gebied X > Meer > Test Het testen van geselecteerde instellingen kan worden beschouwd als een normaal onderdeel van de installatie. Als de functie Test wordt geactiveerd, rijdt de robotmaaier zo ver mogelijk weg van de lus als is toegestaan op basis van de geselecteerde doorrijbreedte.
Pagina 56
MENUFUNCTIES Uitgebreid Onder het kopje Uitgebreid vindt u nog meer instellingen die bepalen hoe de robotmaaier zich gedraagt. De instellingen in dit menu zijn enkel nodig als aanvullende besturing van de maaier absoluut noodzakelijk is, bv. bij zeer complexe tuinen. De fabrieksinstellingen zijn zo geselecteerd dat ze zouden moeten werken voor de meeste werkgebieden.
Pagina 57
MENUFUNCTIES Uitrijhoeken Gewoonlijk verlaat de robotmaaier het laadstation in een richting vanuit een uitrijsector van 90°-270°. Door de uitrijhoeken te wijzigen, wordt het voor de robotmaaier makkelijker om het grootste werkgebied te bereiken wanneer het laadstation in een doorgang is geplaatst. Uitrijhoeken >...
MENUFUNCTIES Rijd over draad De voorzijde van de robotmaaier rijdt altijd een bepaalde afstand voorbij de begrenzingsdraad voordat de maaier keert. Deze afstand is standaard ingesteld op 32 cm, maar kan zo nodig worden gewijzigd. U kunt een waarde van 25 tot 50 selecteren. Houd er rekening mee dat de gegeven afstand slechts 3018-318 een geschatte waarde is en dat deze uitsluitend dient...
MENUFUNCTIES Algemeen Stel de taal en tijd af of zet de gebruikersinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen. Tijd & datum Via deze functie kunt u de huidige tijd en de gewenste tijdnotatie instellen op de robotmaaier. Tijd Voer de juiste tijd in en druk op OK om af te sluiten. Tijdnotatie Verplaats de cursor naar de gewenste tijdnotatie: 12u/24u Afsluiten door te drukken op OK.
Voor meer informatie over de verschillende instellingen, zie 6 Menufuncties op pagina 44 Op www.gardena.com vindt u nog meer hulp bij de installatie. BELANGRIJKE INFORMATIE De standaardinstelling voor de robotmaai- er is zodanig gekozen dat deze geschikt is voor zo veel mogelijk verschillende tuinen.
Pagina 61
VOORBEELDEN VAN TUINEN Suggesties en instellingen voor installatie Gebied 150 m . Open en vlak gebied. Timer R100Li, R100LiC 08:00-14:00 Maandag, woensdag, vrijdag R130Li, R130LiC, R160Li, R160LiC 08:00-13:00 Maandag, woensdag, vrijdag Gazondekking Fabrieksinstelling 3023-022 Opmerkingen De timer moet worden gebruikt om te voorkomen dat het gras er platgetrapt uitziet, omdat het gebied kleiner is dan de maximale...
Pagina 62
VOORBEELDEN VAN TUINEN Gebied 800 m . L-vormige tuin met laadstation geïnstalleerd in het smalle gebied. Bevat enkele eilanden. R100Li, R100LiC Timer 07:00-24:00 Maandag t/m zaterdag R130Li, R130LiC, R160Li, R160LiC 08:00-22:00 Maandag t/m zaterdag Gebied 1: Gazondekking Hoe? Volg 3023-024 Hoe ver? x m Hoe vaak? 60% Opmerkingen Het Aandeel (Hoe vaak?) voor...
Pagina 63
VOORBEELDEN VAN TUINEN Gebied 800 m . Asymmetrisch werkgebied met een smalle doorgang en enkele eilanden. Timer R100Li, R100LiC 07:00-24:00 Maandag tot zaterdag R130Li, R130LiC, R160Li, R160LiC 08:00-22:00 Maandag t/m zaterdag 3023-026 Gazondekking Fabrieksinstelling Opmerkingen De begeleidingsdraad moet langs de smalle doorgang worden gelegd om ervoor te zorgen dat de robotmaaier het laadstation zonder problemen...
Pagina 64
VOORBEELDEN VAN TUINEN Gebied 500 m + 100 m in een bijgebied. Timer R100Li, R100LiC 08:00-20:30 Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag, zaterdag R130Li, R130LiC, R160Li, R160LiC 08:00-18:30 Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag, zaterdag Gazondekking Fabrieksinstelling 3023-001 Opmerkingen Het bijgebied wordt op woensdag en zondag gemaaid met behulp van de modus Bijgebied.
ONDERHOUD 8 Onderhoud Voor een betere betrouwbaarheid en langere levensduur: controleer en reinig de robotmaaier regelmatig en vervang versleten onderdelen, indien nodig. Zie 8.3 Reinigen op pagina 66 voor meer informatie over reinigen. Na de ingebruikname van de robotmaaier moet u de maaischijf en de messen eens per week inspecteren. Als de mate van slijtage in deze periode laag is, kan het controle-interval worden vergroot.
ONDERHOUD BELANGRIJKE INFORMATIE De accu moet volledig worden geladen vóór winteropslag. Als de accu niet vol- ledig is opgeladen, kan hij beschadigd raken en in sommige gevallen onbruikbaar worden. Controleer de conditie van slijtagegevoelige onderdelen zoals messen en lagers in de voorwielen. Corrigeer indien nodig om ervoor te zorgen dat de robotmaaier zich bij de start van het volgende seizoen in een goede conditie bevindt.
Pagina 67
ONDERHOUD BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik nooit een hogedrukreiniger en zelfs geen stromend water om de robot- maaier schoon te maken. Gebruik nooit 3012-271 oplosmiddelen om schoon te maken. Chassis en maaischijf 1. Zet de hoofdschakelaar in stand 0. 2. Draag beschermende handschoenen. 3.
ONDERHOUD 8.4 Transport en verplaatsing Zet de machine vast tijdens transport. Het is belangrijk dat de robotmaaier niet kan bewegen tijdens vervoer, bijvoorbeeld van het ene gazon naar het andere. De verpakte lithium-ion-accu's zijn onderworpen aan de wettelijke vereisten voor gevaarlijke goederen. Voor commercieel transport door derden of expediteurs moeten de bijzondere voorschriften voor de verpakking en etiketten worden opgevolgd.
3018-231 Eigenaars van GARDENA-robotmaaiers kunnen de reguliere software-updates downloaden van de GARDENA-website en ze installeren op hun robotmaaiers. Geregistreerde gebruikers worden hiervan per e-mail op de hoogte gesteld. Om nieuwe software te kunnen downloaden, moet de robotmaaier met de meegeleverde USB-kabel worden aangesloten op een computer.
ONDERHOUD 8.8 Accu De accu is onderhoudsvrij, maar heeft een beperkte levensduur van 2 tot 4 jaar. De levensduur van de accu hangt af van de lengte van het seizoen en het aantal uren per dag dat de robotmaaier wordt gebruikt. Een lang seizoen of veel bedrijfsuren per dag betekenen dat de accu vaker moet worden vervangen.
9.1 Foutmeldingen Hieronder vindt u een aantal meldingen die op het display van de robotmaaier kunnen worden weergegeven. Neem contact op met GARDENA Central Service als dezelfde melding vaak verschijnt. Zie MEMO op pagina 4. Melding Oorzaak Actie Wielmotor...
Pagina 72
Veiligheid op pagina 49. buurt. Er is een verkeerde PIN-code Voer de juiste PIN-code in. Neem contact ingevoerd. Na vijf mislukte pogingen op met GARDENA Central Service als u Verkeerde PIN-code wordt het toetsenbord gedurende vijf de pincode niet meer weet. Zie MEMO op minuten vergrendeld.
Pagina 73
PROBLEMEN OPLOSSEN De robotmaaier helt te ver over of is Op zijn kop Zet de robotmaaier met de juist zijde omhoog. omgevallen. Plaats de robotmaaier in het laadstation. Dit De robotmaaier staat in de Moet handmatig laden gedrag is normaal en er hoeft geen actie te worden bedieningsmodus Bijgebied.
Hieronder vindt u een aantal infomeldingen die op het display van de robotmaaier kunnen worden weergegeven. We raden u aan om contact op te nemen met GARDENA Central Service als dezelfde melding vaak verschijnt. Controleer of de installatie is uitgevoerd volgens de instructies in de gebruikershandleiding. Neem contact op met GARDENA Central Service.
Als uw robotmaaier niet naar verwachting werkt, volg dan de onderstaande foutopsporingsgids. Kijk op www.gardena.com voor een FAQ (veelgestelde vragen) voor meer gedetailleerde antwoorden op een aantal standaardvragen. Neem contact op met GARDENA Central Service als u de oorzaak van de fout nog steeds niet kunt vinden. Zie MEMO op pagina 4...
Pagina 76
Maaischijf geblokkeerd door gras of Verwijder en reinig de maaischijf. Zie 8.3 De robotmaaier maait ander vreemd voorwerp. Reinigen op pagina 66. minder lang dan gewoonlijk tussen De accu is versleten. twee laadbeurten in Neem contact op met GARDENA Central Zowel de maaitijd als Service. Zie MEMO op pagina 4 de laadtijd is korter De accu is versleten. dan normaal Dutch - 76...
PROBLEMEN OPLOSSEN 9.5 Breuken in de lusdraad opsporen Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan onbedoelde fysieke beschadigingen aan de draad, bijvoorbeeld bij het gebruik van een schop bij het tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad ook beschadigd raken door scherpe stenen die in de grond bewegen.
Pagina 78
PROBLEMEN OPLOSSEN b) Zet AL en G1 terug in hun oorspronkelijke posities. Verwissel vervolgens AR en G1. Als het indicatielampje constant groen brandt, bevindt de breuk zich ergens in de begrenzingsdraad tussen AR en het punt waar de begeleidingsdraad is aangesloten op de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de afbeelding).
Pagina 79
PROBLEMEN OPLOSSEN Verplaats de aansluiting voor de nieuwe draad in dat geval dichter bij het losgekoppelde uiteinde (grofweg in het midden van het verdachte draaddeel) en controleer opnieuw of het indicatielampje groen is. 3023-029 Ga zo verder totdat er nog een heel kort stuk draad over is, wat het verschil betekent tussen een knipperend blauw licht en een constant groen licht.
TECHNISCHE GEGEVENS 10 Technische gegevens GARDENA Gegevens R100Li, R100LiC R130Li, R130LiC R160Li, R160LiC Afmetingen Lengte 63 cm 63 cm 63 cm Breedte 51 cm 51 cm 51 cm Hoogte 25 cm 25 cm 25 cm Gewicht 9,8 kg 9,8 kg...
De messen worden beschouwd als verbruiksartikelen en vallen niet onder de garantie. Als uw GARDENA robotmaaier een defect vertoont, neem dan contact op met GARDENA Central Service (zie MEMO op pagina 4) voor verdere instructies. Zorg dat u het betalingsbewijs en het serienummer van de robotmaaier bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met GARDENA Central Service.
INFORMATIE OVER HET MILIEU 12 Informatie over het milieu De symbolen op de robotmaaier van GARDENA of de bijbehorende verpakking geven aan dat het product niet mag worden verwerkt als huishoudelijk afval. In plaats daarvan moet de robotmaaier worden achtergelaten bij een geschikt recyclingcentrum om de elektronsche componenten en accu's te recyclen.
13 EG-conformiteitsverklaring EU-verklaring van overeenstemming (alleen van toepassing op Europese versies) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, tel.: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de robotmaaiers GARDENA R100Li, GARDENA R100LiC, GARDENA R130Li, GARDENA R130LiC, GARDENA R160Li en GARDENA R160LiC met serienummers van jaartal 2016 week 40 en later (het jaartal en de week staan duidelijk vermeld op het...