In dit menu stelt u de algemene rotatie van de motor in.
219 Rotatie
A
Stp
Standaard:
R + L
Draairichting is beperkt tot rotatie naar
R
1
rechts. De ingang en toets RunL zijn
gedeactiveerd.
Draairichting is beperkt tot rotatie naar
L
2
links. De ingang en toets RunR zijn
gedeactiveerd.
R+L
3
Beide draairichtingen toegestaan.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
11.3.2 Extern signaal Niveau/Flank
[21A]
In dit menu kiest u de regelwijze voor de ingangen voor
RunR, RunL, Stop en Reset die worden aangestuurd via de
digitale ingangen van de klemmenstrook. De ingangen zijn
standaard ingesteld op niveausturing en zullen actief blijven
zolang de ingang hoog wordt gemaakt en gehouden. Als
flanksturing is gekozen, wordt de ingang geactiveerd als de
ingang overgaat van laag naar hoog.
21A Niveau/Flank
A
Stp
Standaard:
Niveau
De ingangen worden geactiveerd of
gedeactiveerd door een continu hoog of
Niveau
0
laag signaal. Wordt meestal toegepast
als er bijvoorbeeld een PLC wordt
gebruikt om de FO aan te sturen.
De ingangen worden geactiveerd door
een overgang; voor Run en Reset van
Flank
1
"laag" naar "hoog" en voor Stop van
"hoog" naar "laag".
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Emotron AB 01-3694-03r3
R+L
43019
168/178
UInt
UInt
Niveau
43020
168/179
UInt
UInt
VOORZICHTIG: Niveaugestuurde ingangen zijn
!
NIET conform de Machinerichtlijn als de
ingangen rechtstreeks worden gebruikt om de
machine te starten en te stoppen.
LET OP: Flankgestuurde ingangen zijn conform de
Machinerichtlijn (zie het hoofdstuk EMC- en
machinerichtlijn) als de ingangen rechtstreeks worden
gebruikt om de machine te starten en te stoppen.
11.3.3 Motor Data [220]
In dit menu voert u de motorgegevens in om de FO af te
stemmen op de aangesloten motor. Dit zorgt voor een
verbetering van de regelnauwkeurigheid en verschillende
uitlezingen en analoge uitgangssignalen.
Motor M1 zijn standaard gekozen en ingevoerde
motorgegevens gelden voor motor M1. Als u meer dan één
motor hebt, dient u de juiste motor te kiezen in menu [212]
voordat u motorgegevens invoert.
LET OP: De parameters voor motorgegevens kunnen niet
worden gewijzigd in de Run-modus.
LET OP: De standaardinstellingen zijn voor een
standaard 4-polige motor op basis van het nominale
vermogen van de FO.
LET OP: Parameterset kan tijdens een run niet worden
gewijzigd als de sets zijn ingesteld voor verschillende
motoren.
LET OP: Motor Data in de verschillende sets M1-M4 kan
worden teruggezet naar standaardinstelling in menu
[243], Fabriek>Set.
WAARSCHUWING: Voer de juiste
motorgegevens in om gevaarlijke situaties te
voorkomen en de juiste regeling te
waarborgen.
Motorspanning [221]
Hier wordt de nominale motorspanning ingesteld.
221 Motor Spann
A
Stp M1:
400 V voor FDU40 en 48
Standaard:
500 V voor FDU50
690 V voor FDU69
Instelbereik:
100-700 V
Resolutie
1 V
400V
Functiebeschrijving
65