Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Plaatsing Van Motorkabels; Lange Motorkabels; Het Gebruik Van Schakelaars In Motorkabels; Aanbevelingen Voor Het Kiezen Van Voedingsspanningskabels - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Plaatsing van motorkabels

Houd de motorkabels zo ver mogelijk uit de buurt van
andere kabels, met name stuursignalen. De minimale
afstand tussen motorkabels en besturingskabels is 30 cm.
Laat de motorkabels niet parallel lopen aan andere kabels.
De stuurstroomkabels moeten andere kabels kruisen onder
een hoek van 90°.

Lange motorkabels

Als de verbinding naar de motor langer is dan 100 m (40 m
voor modellen 003-013), is het mogelijk dat de capacitieve
stroompieken bij overstroom een trip veroorzaken. Het
gebruik van uitgangsspoelen kan dit voorkomen. Neem
contact op met uw leverancier voor de juiste spoelen.

Het gebruik van schakelaars in motorkabels

Het verdient geen aanbeveling schakelaars in de
motoraansluitingen te gebruiken. Wanneer dit echter
onvermijdelijk is (bijv. bij noodschakelaars of
werkschakelaars), dient u de schakelaar alleen te gebruiken
als de stroom nul is. Als dit niet gedaan wordt, kan de FO
trippen als gevolg van stroompieken.
3.2.2 Voedingsspanningskabels
Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels
volgens de lokale voorschriften. De kabel moet de
belastingsstroom van de FO kunnen overbrengen.
Aanbevelingen voor het kiezen van
voedingsspanningskabels
• Om aan EMC te voldoen, moeten afgeschermde
voedingsspanningskabels worden gebruikt.
• Gebruik hittebestendige kabels, +60°C of hoger.
• Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig
de lokale voorschriften en de nominale uitgangsstroom
van de motor. Zie Tabel 43, pagina 167.
• De litze-draadverbinding is alleen nodig als de
bevestigingsplaat is voorzien van een laklaag. Alle FO's
hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom
geschikt voor montage op een ongelakte
bevestigingsplaat.
Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Fig. 23. De
Frequentieregelaar is standaard voorzien van een ingebouwd
EMC netfilter volgens Categorie C3 en voldoet voor de 2de
omgeving.
Emotron AB 01-3694-03r3
DC
L1
L2 L3 PE
Fig. 23 Netspannings- en motoraansluitingen
Tabel 6
Netspannings- en motoraansluiting
L1,L2,L3
Netvoeding, 3-fase
PE
Veiligheidsaarde (beveiligde aarde)
Motoraarde
Motoruitgang, 3-fase
U, V, W
Remweerstand, tussenkring-
(DC-),DC+,R
aansluitingen (optioneel)
LET OP: De aansluitklemmen voor remweerstanden en
tussenkringaansluitingen worden alleen gemonteerd als
de remchopper-optie is ingebouwd.
WAARSCHUWING: De remweerstand moet
zijn aangesloten tussen aansluitklemmen
DC+ en R.
WAARSCHUWING: Om veilig te kunnen
werken, moet de aarde van de netvoeding
worden verbonden met PE en de aarde van
de motor met
OPTIE
DC
R
U
V
-
+
.
Installatie
W
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave