Rotor blokk [422]
Als de functie rotor blokkeren is ingeschakeld, zal de FO de
motor en de toepassing beschermen bij vastlopen tijdens het
opvoeren van het motortoerental vanuit stilstand. Deze
beveiliging zal de motor laten uitlopen tot stilstand en een
fout aangeven als de koppellimiet bij zeer laag toerental
gedurende meer dan 5 seconden actief is geweest.
422 Rotor blokk
A
Stp
Standaard:
Uit
Uit
0
Geen detectie
De FO zal trippen als er een geblokkeerde
Aan
1
rotor wordt gedetecteerd. Tripmelding
"Rotor vast".
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43362
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Motor los [423]
Met de functie motor los ingeschakeld is de FO in staat om
een fout te detecteren in het motorcircuit: motor,
motorkabel, thermisch relais of uitgangsfilter. Motor los
veroorzaakt een trip en de motor zal uitlopen tot stilstand als
gedurende een periode van 5 s een ontbrekende motorfase
wordt gedetecteerd.
423 Motor los
A
Stp
Standaard:
Uit
Deze functie is uitgeschakeld en dient
alleen te worden gebruikt als er geen motor
Uit
0
of een bijzonder kleine motor is
aangesloten.
De FO zal trippen als de motor wordt
Trip
1
losgekoppeld. Tripmelding "Motor los".
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43363
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Emotron AB 01-3694-03r3
Uit
170/11
UInt
UInt
Uit
170/12
UInt
UInt
Voltlimiet [424]
Wordt gebruikt om de overspanningsregelfunctie uit te
schakelen als uitsluitend remmen via remchopper en
weerstand nodig is. De overspanningsregelfunctie regelt het
remkoppel zodat het spanningsniveau van de tussenkring
naar een hoog, maar veilig maximaal niveau wordt geregeld.
Bij defecten aan de remchopper of de remweerstand zal de
FO trippen wegens "Overspanning" om te voorkomen dat
de lading valt, bijv. bij kraantoepassingen.
424 Volt Limiet
A
Stp
Standaard:
Aan
Aan
0
Overspanningsregeling geactiveerd
Uit
1
Overspanningsregeling uit
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43364
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
11.6 I/O's en virtuele verbindin-
gen [500]
Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen
en -uitgangen van de FO.
11.6.1 Analoge ingangen [510]
Submenu met alle instellingen voor de analoge ingangen.
AnIn1-functie [511]
Stelt de functie in voor Analoge ingang 1. Schaal en bereik
worden bepaald door AnIn1 Geavanceerde instellingen
[513].
Aan
170/13
UInt
UInt
Functiebeschrijving
113