Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aan De Slag; Voedingsspannings- En Motorkabels Aansluiten; Voedingsspanningskabels; Motorkabels - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.

Aan de slag

Dit hoofdstuk is een stapsgewijze handleiding die u laat zien
hoe u de motoras het snelst aan het draaien krijgt. Wij zullen
u twee voorbeelden laten zien: externe bediening en
handbediening.
We gaan ervan uit dat de FO is gemonteerd op een wand of
in een kast volgens de beschrijving in het hoofdstuk 2. page
7.
Eerst krijgt u algemene informatie over het aansluiten van
netspannings-, motor- en besturingskabels. In de volgende
sectie wordt het gebruik van de functietoetsen op het
bedienpaneel beschreven. De daaropvolgende voorbeelden
m.b.t. externe bediening en handmatige bediening
beschrijven het programmeren/instellen van de
motorgegevens en het laten werken van de FO en de motor.
5.1
Voedingsspannings- en
motorkabels aansluiten
Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels
volgens de lokale voorschriften. De kabel moet de
belastingsstroom van de FO kunnen overbrengen.

5.1.1 Voedingsspanningskabels

1. Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Fig. 31.
De Frequentieregelaar is standaard voorzien van een
ingebouwd EMC netfilter volgens Categorie C3 en
voldoet voor de 2de omgeving.

5.1.2 Motorkabels

2. Sluit de motorkabels aan volgens Fig. 31. Om te voldoen
aan de EMC-richtlijn moet u gebruik maken van
afgeschermde kabels en moet de motorkabelafscherming
aan beide uiteinden worden aangesloten: op de
behuizing van de motor en de behuizing van de FO.
DC
L1
L2 L3 PE
Fig. 31 Aansluiting van voedingsspannings- en motorkabels
Tabel 15 Netspannings- en motoraansluiting
L1,L2,L3
Netvoeding, 3-fase
PE
Veiligheidsaarde
Motoraarde
Motoruitgang, 3-fase
U, V, W
Emotron AB 01-3694-03r3
DC
R
U
V
-
+
WAARSCHUWING: Om veilig te kunnen
werken, moet de netspanningsaarde worden
verbonden met de PE en de aarde van de
motor met
5.2

Stuurkabels aansluiten

Hier bepaalt u de minimale bedrading voor het starten. In
dit voorbeeld is sprake van rotatie rechtsom door motor/FO.
Om te voldoen aan de EMC-norm dient u gebruik te maken
van gevlochten, afgeschermde besturingskabels met flexibele
draad tot maximaal 1.5 mm
maximaal 2.5 mm
3. Sluit een referentiewaarde aan tussen klemmen 7 (massa)
en 2 (AnIn 1) als in Fig. 32.
4. Sluit een externe startknop aan tussen klem 11 (+24
VDC) en 8 (DigIn1, RUNR) als inFig. 32.
Referentie
4-20 mA
Start (RunR)
W
Fig. 32 Bedrading
.
2
of massieve draad tot
2
.
12
1
13
2
14
3
15
4
16
5
17
6
18
7
19
8
20
9
21
10
22
11
41
31
42
32
43
33
51
52
Aan de slag
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave