Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Runtijden 1-6 [39H] Tot En Met [39M]; Reset Runtijden 1-6 [39H1] Tot En Met [39M1]; Lastmonitor En Procesbeveiliging [400]; Lastmonitor [410] - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorbeeld
Max Toeren = 1500 rpm
Min Toeren = 200 rpm
TransS Start = 60%
Als er minder extra pompen nodig zijn, wordt het toerental
omhoog geregeld naar min toeren + (60% x (1500 rpm -
200 rpm)) = 200 rpm + 780 rpm = 980 rpm. Als dit
toerental is bereikt, zal de extra pomp met het grootste
aantal uren runtijd worden uitgeschakeld.
Toerental
Feitelijke uitschakeling van pomp
Max
Overgang
(transfer)
Actueel
Min
Uitschakelprocedure start
Fig. 94 Stop met transfertoerental

Runtijden 1-6 [39H] tot en met [39M]

39H Run Tijd 1
A
A
Stp
Eenheid:
h:m (uren:minuten)
Instelbereik: 0h:0m–65535h:59m.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./
DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat

Reset runtijden 1-6 [39H1] tot en met [39M1]

39H1 RstRunTijd1
A
Stp
Standaard:
Nee
Nee
0
Ja
1
Emotron AB 01-3694-03r3
Masterpomp
Extra pomp
Flow/Druk
h:mm
31051 uur, 31052 minuten,
31054 uur, 31055 minuten,
31057 uur, 31058 minuten,
31060 uur, 31061 minuten,
31063 uur, 31064 minuten,
31066 uur, 31067 minuten
121/195, 121/198, 121/201,
121/204, 121/207, 121/210
UInt
UInt
Nee
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Pompstatus [39N]
39N Pomp 123456
A
Stp
OCD
Indicatie
Regeling, masterpomp, alleen als wisselende
C
master wordt gebruikt
D
Directe regeling
O
Pomp is uit
E
Pompfout
11.5 Lastmonitor en procesbev-
eiliging [400]

11.5.1 Lastmonitor [410]

De monitorfuncties bieden de mogelijkheid om de FO ook
als lastmonitor te gebruiken. Lastmonitoren worden
gebruikt om machines en processen tegen mechanische over-
en onderbelasting te beveiligingen, bijvoorbeeld het
vastlopen van een transportband of wormtransporteur,
riembreuk in een ventilator, drooglopen van een pomp. Zie
uitleg in sectie 7.5, pagina 38
Kies alarm [411]
Kiest de alarmtypes die actief zijn.
411 Kies Alarm
A
Stp
Standaard:
Uit
Uit
0
Er zijn geen alarmfuncties actief.
Min Alarm actief. De alarmuitgang fungeert
Min
1
als onderbelastingsalarm.
Max Alarm is actief. De alarmuitgangen
Max
2
fungeren als overbelastingsalarm.
Zowel Max Alarm als Min Alarm zijn actief.
Max+Min
3
De alarmuitgangen fungeren als
overbelastings- en onderbelastingsalarms.
38–43, pomp 1 -6
0/37–0/42
UInt
UInt
Beschrijving
Uit
Functiebeschrijving
107

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave