[711] ProcesWaarde
[387]
[310] Proces Ref
[712] Toerental
[386]
Stop/Slaap
[341] Min Toeren
Fig. 86 Stop/slaapstand PID bij omgekeerde PID
PID Test stabiele toestand [388]
Bij toepassingen waarbij de feedback onafhankelijk kan
worden van het motortoerental, kan deze functie PID Test
stabiele toestand worden gebruikt om de PID-bediening op
te heffen en de FO geforceerd in de slaapstand te zetten,
d.w.z. dat de FO automatisch het uitgangstoerental verlaagt
terwijl tegelijkertijd de proceswaarde wordt gewaarborgd.
Voorbeeld: drukgeregelde pompsystemen met lage of
helemaal geen flow waarbij de procesdruk onafhankelijk is
geworden van het pomptoerental, bijv. door langzaam
gesloten kleppen. Door over te schakelen naar de slaapstand
wordt verwarming van de pomp en motor voorkomen en
wordt er geen energie verspild.
PID Test stabiele toestand vertraging.
388 PID StabVert
A
Stp
Default:
Off
Range:
Off, 0.01–3600 s
Communication information
Modbus Instance no/DeviceNet no:
Profibus slot/index
Fieldbus format
Modbus format
PID Stabiele band [389]
Met PID Stabiele band wordt een marge/band gedefinieerd
rond de referentie die "werking in stabiele toestand"
aangeeft. Tijdens de test stabiele toestand wordt de PID-
bediening opgeheven en zal de FO het toerental laten
afnemen zolang de PID-fout binnen de stabiele band ligt.
Als de PID-fout buiten de stabiele band komt, is de test
mislukt en wordt de normale PID-bediening hervat, zie
voorbeeld.
100
Functiebeschrijving
Activeer/Wake up
Off
43373
170/22
Long, 1=0.01 s
EInt
389 PID StabBand
A
Stp
Default:
0
Range:
0–10000 in process unit
Communication information
Modbus Instance no/DeviceNet no:
Profibus slot/index
Fieldbus format
Modbus format
Voorbeeld: De PID Test stabiele toestand begint als de
proceswaarde [711] binnen de marge ligt en de
wachtvertraging voor de test stabiele toestand is verstreken.
De PID-uitgang zal het toerental laten afnemen met een
stapwaarde die overeenkomt met de marge, zolang de
Proceswaarde [711] binnen de stabiele band blijft. Als Min
Toeren [341] wordt bereikt, is de test stabiele toestand
geslaagd en wordt de opdracht stop/slaapstand gegeven als
de PID-slaapfunctie [386] en [387] is geactiveerd. Als de
Proceswaarde [711] buiten de ingestelde stabiele band komt,
is de test mislukt en wordt de normale PID-bediening
hervat, zie Fig. 87.
0
43374
170/23
Long, 1=0.01 s
EInt
Emotron AB 01-3694-03r3