Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Emotron FDU 2.0
Frequentieregelaar
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Geldig van Software versie 4.42

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Emotron FDU 2.0

  • Pagina 1 Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar Gebruiksaanwijzing Nederlands Geldig van Software versie 4.42...
  • Pagina 3 Emotron FDU 2.0 GEBRUIKSAANWIJZING Geldig vanaf Softwareversie 4.42 Documentnummer: 01-5325-03 Uitgave: r5 Datum van uitgifte: 04-11-2019 © Copyright CG Drives & Automation Sweden AB 2005 - 2019. CG Drives & Automation Sweden AB behoudt zich het recht voor om, zonder kennisgeving vooraf, specificaties en illustraties in de tekst te wijzigen.
  • Pagina 5: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Onjuiste aansluiting Gefeliciteerd met uw product van CG Drives & Automation! De frequentieregelaar is niet beveiligd tegen onjuiste Voordat u de eenheid voor het eerst installeert, in bedrijf aansluiting van de netspanning en met name tegen stelt of inschakelt, is het zeer belangrijk dat u eerst deze aansluiting op de netspanning naar de aansluiting op de handleiding zorgvuldig hebt gelezen.
  • Pagina 6 Compatibiliteit aardlekschakelaar IT-netvoeding (RCD) De frequentieregelaars kunnen worden aangepast voor een IT-netvoeding (niet-geaarde nulleider). Neem voor meer De frequentieregelaar veroorzaakt een DC-stroom in de informatie contact op met uw leverancier. veiligheidsgeleider. Als er gebruik wordt gemaakt van een aardlekschakelaar (RCD) als beveiliging bij direct of indirect Alarmen contact, is alleen een RCD van type B toegestaan aan de voedingszijde van dit product.
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    Inhoud Aansluitvoorbeeld ........... 52 Aansluiten van de stuursignalen......53 4.5.1 Kabels ..............53 4.5.2 Typen stuursignalen..........55 Veiligheidsinstructies........1 4.5.3 Afscherming............. 55 Inhoud.............. 3 4.5.4 Aansluiting aan één of twee uiteinden? ....55 4.5.5 Stroomsignalen ((0)4-20 mA)......... 56 Inleiding............7 4.5.6 Getwiste kabels............
  • Pagina 8 EMC en normen ........... 79 11.4.7 Automatische reset van trips/Tripcondities [250] .. 124 11.4.8 Seriële Comm [260]..........130 EMC-normen............79 11.5 Proces- en toepassingsparameters [300]... 135 Stopcategorieën en noodstop ........ 79 11.5.1 Referentiewaarde instellen/bekijken [310]..135 Seriële communicatie ......... 81 11.5.2 Proc inst [320]............
  • Pagina 9 Opties ............233 13.1 Bedieningspaneel ..........233 13.2 Sets voor extern bedieningspaneel (vierregelig)..233 13.2.1 Set bedieningspaneel, inclusief blind paneel ..233 13.2.2 Set bedieningspaneel, inclusief bedieningspaneel..........233 13.3 Opties voor extern bedieningspaneel (tweeregelig) ............234 13.4 Handbedieningspaneel 2.0 ........234 13.5 Wartelsets..............
  • Pagina 10 CG Drives & Automation 01-5325-03r5...
  • Pagina 11: Inleiding

    Inleiding Gebruik van deze gebruiksaanwijzing Binnen deze gebruiksaanwijzing wordt de afkorting De Emotron FDU wordt met name gebruikt voor de "frequentieregelaar" gebruikt om de complete regeling en bescherming van pomp- en frequentieregelaar als zodanig aan te duiden. ventilatortoepassingen die hoge eisen stellen op het gebied van flowregeling, uptime en lage onderhoudskosten.
  • Pagina 12: Handleidingen Voor Optionele Apparatuur

    De onderstaande tabel bevat een overzicht van de documentnummer beschikbare opties en de naam van de handleiding of het gegevensblad/de instructie plus het documentnummer. Emotron VFX/FDU 2.0 Verderop in deze hoofdhandleiding verwijzen wij regelmatig Optie AFE- Actieve front- AFE- Actieve front-end end, handleiding / 01- naar deze instructies.
  • Pagina 13: Garantie

    Garantie De garantie is van toepassing als de apparatuur wordt geïnstalleerd, bediend en onderhouden volgens de instructies in deze handleiding. Duur van de garantie volgens contract. Storingen die ontstaan door verkeerde installatie of bediening, vallen niet onder de garantie. CG Drives & Automation, 01-5325-03r5 Inleiding...
  • Pagina 14: Typecodenummer

    Typecodenummer In Afb. 1 staat een voorbeeld van de typecodenummering die op alle frequentieregelaars wordt gebruikt Met dit codenummer kan het precieze type frequentieregelaar worden bepaald. Deze identificatie is nodig voor type- afhankelijk informatie bij montage en installatie. Het codenummer staat op het productlabel op de eenheid. FDU 48 -017 -20 C E –...
  • Pagina 15: Normen

    Bij gebruik van het optionele "Uitgebreide EMC"-filter opnemen met uw leverancier of kijken op voldoet de frequentieregelaar aan de eisen voor categorie C2. www.emotron.com/www.cgglobal.com. 1.5.1 Productnorm voor EMC Productnorm EN(IEC)61800-3, tweede editie uit 2004 WAARSCHUWING!
  • Pagina 16: Ontmanteling En Verschrotting

    Tabel 2 Normen Markt Standaard Beschrijving EMC-richtlijn 2014/30/EU Europese Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU AEEA-richtlijn 2012/19/EU Veiligheid van machines – Elektrische uitrusting van machines EN 60204-1 Deel 1: Algemene vereisten. Elektrisch aangedreven systemen met regelbaar toerental Deel 3: EMC-eisen en specifieke testmethodes. EN(IEC) 61800-3:2004 EMC-richtlijn: Verklaring van overeenstemming CE-markering...
  • Pagina 17: Woordenlijst

    Woordenlijst 1.7.2 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende definities voor stroom, koppel en frequentie gebruikt: 1.7.1 Afkortingen en symbolen Tabel 4 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende afkortingen gebruikt: Naam Beschrijving Aantal Tabel 3 Afkortingen Nominale ingangsstroom van frequentieregelaar Afkorting/ Beschrijving...
  • Pagina 18 Inleiding CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 19: Monteren

    Toegestane belasting 45° 4.800 N (1.080 lbf) 60° 6.400 N (1.439 lbf) 90° 13.600N (3.057 lbf) Neem contact op met Emotron voor hijsinstructies voor andere kastmaten. Afb. 2 Heffen frequentieregelaarmodel -090 tot en met -365. CG Drives & Automation, 01-5325-03r5 Monteren...
  • Pagina 20: Stand-Alone Apparaten

    Stand-alone apparaten 2.2.1 Koeling Afb. 4 toont de minimale vrije ruimte die rond de De frequentieregelaar moet in verticale positie worden frequentieregelaar voor de modellen 002 t/m 3K0 vereist is gemonteerd tegen een vlak oppervlak. Gebruik de sjabloon om een adequate koeling te kunnen garanderen. De (in het bestandsarchief op onze startpagina) om de plaats ventilatoren blazen de lucht van onder naar boven en van de bevestigingsgaten af te tekenen.
  • Pagina 21: Montageschema's

    ø 7 mm (x4) (0,27 in) 12,5 kg (26,5 lb) Afb. 5 Emotron FDU Model 48/52-003 tot en met 018 (Bouwvorm B). Afb. 7 Emotron FDU Model 48/52-003 t/m 018 (Bouw- vorm B) voorbeeld met optionele CRIO-interface en D-sub-connectors. Tabel 6 Afmetingen aangesloten op Afb.
  • Pagina 22 Wartels M32 (026-031) L1 L2 L3 DC- DC+ R U V W M40 (037-046) Afb. 11 Onderaanzicht Emotron FDU Model 48-025 t/m 48- Afb. 9 Kabelinterface voor netspanning, motor en communi- 045 (Bouwvorm C2), Model 69-002 t/m 69-025 catie, Emotron FDU Model 48/52-026 t/m 046 (Bouwvorm C2(69)), met kabelinterface voor nets- (Bouwvorm C).
  • Pagina 23 Emotron FDU Model 69-002 t/m 025 (Bouwvorm C69). ø 7 mm (x4) (0,27 in) 17 kg (37,4 lb) Afb. 12 Emotron FDU Model 69-002 t/m 025 (Bouwvorm C69). Tabel 8 Afmetingen aangesloten op Afb. 12. Afmetingen in mm (in) Emotron Bouw-...
  • Pagina 24 (0,27 in) 32 kg 30 kg (71 lb) (66 lb) Afb. 14 Emotron FDU Model 48/52-061 t/m 074 (Bouw- Afb. 16 Emotron FDU Model 48-072 t/m vorm D), Model 69-033 t/m 69-058, (Bouwvorm 48-105 (Bouwvorm D2), Model 69-033 to 69-058 D69).
  • Pagina 25 (0,35 in) 56/60 kg (124/132 lb) 74 kg 163 lb) Afb. 18 Emotron FDU Model 48-090 t/m 175 (Bouwvorm Afb. 20 Emotron FDU Model 48-210 t/m 295 (Bouwvorm F), Emotron FDU Model 69-82 t/m 200 (Bouwvorm F69). Wartels M20 Wartels M20 Flexibele kabeldoorvoer Ø17-42 /M50...
  • Pagina 26 48-171 (Bouwvorm E2). Afb. 24 Emotron /FDU Model 48-205 t/m 48-293 (Bouwvorm F2) en 48-365-20 (Bouwvorm FA2). Afb. 23 Onderaanzicht Emotron /FDU Model 48-142 t/m 48-293 (Bouwvorm E2 en F2), met kabelinterface voor netspanning, motor, DC+/DC-, remweerstand en regeling. (principetekening).
  • Pagina 27 16 mm (x3) (0,63 in) ø 9 mm (x6) (0,35 in) 95 kg (209 lb) Afb. 25 Emotron FDU Model 48-365-54 (Bouwvorm FA). Afb. 27 Zijaanzicht Emotron FDU Model 48-365-54 (Bouwvorm FA). Wartels M20 Flexibele kabeldoorvoer (x5) Ø23-55 /M63 (0,91 - 2,1 in) Afb.
  • Pagina 28: Montage In Kast

    PEBB later wilt kunnen verwijderen, adviseren we om 1,30 wordt geleverd door de koelventilatoren. meter (39,4 inch) vrij te houden voor de kast, zie Afb. 28. Emotron FDU Stroomsnelheid Bouw- Model...
  • Pagina 29: Montageschema's, Kasten

    (23,6 in) Emotron FDU48: Model 1K15 t/m 1K25 (Bouwvorm Emotron FDU48: Model 860 t/m 1K0 (Bouwvorm Emotron FDU69: Model 905 t/m 995 (Bouwvorm J) Emotron FDU69: Model 650 t/m 800 (Frame size KA69) J69) CG Drives & Automation, 01-5325-03r5 Monteren...
  • Pagina 30 (3,9 in) (23,6 in) (3,9 in) (23,6 in) Emotron FDU48: Model 1K75 (Bouwvorm L) Emotron FDU48: Model 1K35 t/m 1K5 (Bouwvorm K) Emotron FDU69: Model 1K4 (Bouwvorm L69) Emotron FDU69: Model 1K2 (Bouwvorm K69) 150 mm 150 mm (5,9 in)
  • Pagina 31: Installatie

    Installatie 3.1.1 Afdekkap verwijderen/openen Bouwvormen B - FA (IP54) Open/verwijder de afdekkap voor toegang tot de De beschrijving van de installatie in dit hoofdstuk voldoet kabelaansluitingen en aansluitklemmen. Draai bij aan de EMC-normen en de machinerichtlijn. bouwvorm B en C de vier schroeven los en verwijder de Selecteer kabeltype en -afscherming conform de EMC- afdekkap.
  • Pagina 32: De Onderste Afdekkap Verwijderen/Openen Bij Bouwvorm E2, F2 En Fa2 (Ip20/21)

    3.1.2 De onderste afdekkap Kabelaansluitingen voor verwijderen/openen bij kleine en middelgrote bouwvorm E2, F2 en FA2 bouwvormen (IP20/21) IP54 - FDU48/52-003 t/m 074 (Bouwvorm B, C en D) IP54-FDU69-002 t/m 058 (Bouwvorm C69 en D69) IP20/21 - FDU48-025 t/m 365 (Bouwvorm C2, D2, E2, F2 en FA2) IP20/21 - FDU69-002 t/m 058 (Bouwvorm C2(69) en D2(69))
  • Pagina 33 Trekontlasting en EMC-klem voor remweerstandkabels (optie) EMC-wartel, Aansluiting van afscherming motorkabels Afb. 31 Netvoedings- en motoraansluitingen, model 003-018, bouwvorm B. Trekontlasting en EMC-klem voor aansluiting van afscherming kabels Afb. 34 Netvoedings- en motoraansluitingen, model 48-025 t/ n 48-058, bouwvorm C2 en model 69-002 t/m 69- 025, bouwvorm C2(69).
  • Pagina 34 Trekontlastings- en EMC-klem voor remweerstands- kabels (optie) Trekontlasting en EMC-klem voor aansluiting van afscherming kabels Trekontlasting en EMC-klem voor aansluiting van afscherming kabels Afb. 36 Netvoedings- en motoraansluitingen, model 48-072 t/ Afb. 38 Netvoedings- en motoraansluitingen model 48-142 t/ 48-105, bouwvorm D2 en model 69-033 t/m 69- m 48-293 (Bouwvorm E2 en F2) met de optionele 058, bouwvorm D2(69).
  • Pagina 35: Aanbevelingen Voor Het Kiezen Van Motorkabels

    3.2.2 Motorkabels Voor naleving van de EMC-emissienormen is de Tabel 13 Netvoedings- en motoraansluitingen frequentieregelaar voorzien van een RFI-netvoedingsfilter. De motorkabels moeten ook zijn afgeschermd en L1,L2,L3 Netvoeding, 3-fase Veiligheidsaarde (beveiligde aarde) aangesloten aan beide zijden. Op deze wijze wordt een zogenaamde "Kooi van Faraday"...
  • Pagina 36: Schakelaars Tussen De Motor En De Frequentieregelaar

    Sluit de motorkabels aan volgens U - U, V - V en W - W, zie Let met name op de volgende punten: Afb. 31, t/m Afb. 39. • Indien er lak moet worden verwijderd, moeten er maat- regelen worden genomen om latere corrosie te voorko- OPMERKING: De klemmen DC-, DC+ en R zijn men.
  • Pagina 37: Lange Motorkabels

    Afb. 43 toont een voorbeeld zonder gebruik van een metalen Lange motorkabels montageplaat (bijvoorbeeld als IP54-FO's worden gebruikt). Als de aansluiting naar de motor langer is dan 100 m (330 Het is belangrijk om de "stroomkring" gesloten te houden ft) (voor vermogens lager dan 7,5 kW (10,2 pk)), neem door gebruik te maken van een metalen behuizing en contact op met CG Drives &...
  • Pagina 38: Aansluiting Van Motor- En Netvoedingskabels Voor Grotere Bouwvormen

    FDU 69-082 t/m 200 (Bouwvorm F69) IP20 - FDU 48-300 en hoger (Bouwvorm G en hoger) en FDU 69-250 en hoger (Bouwvorm H69 en hoger). Emotron FDU48-090 t/m 48-295 Emotron FDU69-082 t/m 69-200 Het aansluiten van stugge motor- en netvoedingskabels op de frequentieregelaar kan worden vereenvoudigd door de kabelinterfaceplaat te verwijderen.
  • Pagina 39 5. Sluit de kabelschoenen aan op de betreffende aansl- uitklembouten voor de netvoeding en motor. 6. Bevestig de klemmen op de juiste plaats en haal de kabel in de klem aan met goed elektrisch contact met de kabelafscherming. 7. Plaats de kabelinterfaceplaat terug en zet deze vast met de bevestigingsbouten.
  • Pagina 40: Emotron Fdu48-090 - Extra Ferrietkern Monteren

    Emotron FDU48-090 - extra ferrietkern Frequentieregelaar model 48-300 en monteren 69-250 en hoger Monteer de ferrietkern en de isolatieplaat (meegeleverd) op de drie motorfases U, V en W. De beschermende aarding (PE) en afscherming van de kabel moeten buiten de kern worden gemonteerd, zie Afb. 49.
  • Pagina 41: Aansluiting Van De Netvoeding- En Motorkabels Op Ip 20-Modules

    PEBB 2 op IP 20-modules (Master) De Emotron IP 20-modules zijn compleet geleverd met af fabriek gemonteerde kabels voor netspanning en motor. De lengte van de kabels is ongeveer 1100 mm (43 inch). De kabels zijn gemarkeerd met L1, L2, L3 voor netvoedingsaansluiting en U, V, W voor motoraansluiting.
  • Pagina 42: Kabelspecificaties

    Kabelspecificaties 3.4.1 Striplengtes Afb. 53 toont de aanbevolen striplengtes voor motor- en Tabel 14 Kabelspecificaties netvoedingskabels. Kabel Kabelspecificatie Netvoedin Stroomkabel, geschikt voor vaste installatie voor de gebruikte spanning. Symmetrische, drieaderige kabel met concentrische beschermingsdraad (PE) of een vieraderige Motor kabel met compacte laagimpedante concentrische afscherming voor de gebruikte spanning.
  • Pagina 43 Afb. 54 geeft de afstand van de kabelklem tot de verbindingsbouten aan voor de beslissing voor het afstrippen van stukken voor de kabels. Aanbevolen lengte afscherming voor motor- en remkabels is ongeveer 35 mm (1,4 in). Afb. 54 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten, bouwvorm FA2. Tabel 16 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten voor netvoedings-, motor-, rem- en aardkabels voor bouwvorm FA2.
  • Pagina 44: Zekeringen

    Afb. 55 geeft de afstand van de kabelklem tot de verbindingsbouten aan voor de beslissing voor het afstrippen van stukken voor de kabels. De aanbevolen afschermingslengte voor motor- en remkabels is ongeveer 35 mm (1,4 inch). Afb. 55 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten, bouwvorm FA. Tabel 17 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten voor netvoedings-, motor-, rem- en aardkabels voor Bouwvorm FA.
  • Pagina 45: Gegevens Kabelaansluiting Voor Netvoedings-, Motor- En Pe-Kabels Overeenkomstig Iec-Waarden

    IEC-waarden OPMERKING: De afmetingen van de vermogensklemmen die worden gebruikt in kastfrequentieregelaarmodellen 300 t/m 3K0 kunnen verschillen, afhankelijk van de klantspecificatie. Tabel 18 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig IEC-waarden. Kabeldwarsdoorsnede connectors Net en motor...
  • Pagina 46 Tabel 18 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig IEC-waarden. Kabeldwarsdoorsnede connectors Net en motor Bouw- Model FDU Kabeltype vorm Kabel- Aandraai- Kabel- Aandraai- Kabeldoorsnede Aandraaimoment doorsnede moment doorsnede moment 48-205-20 31 (voor 31 (voor 25-34 mm...
  • Pagina 47 Tabel 19 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU69, overeenkomstig IEC-waarden. Kabeldwarsdoorsnede connectors Net en motor Bouw- Kabel Model FDU vorm type Aandraai- Aandraai- Aandraai- Kabeldoorsnede Kabeldoorsnede Kabeldoorsnede moment moment moment 69-002- ***** 69-003-XX 69-004-XX 69-006-XX C69/ 2,5 - 16 flexibel...
  • Pagina 48 Tabel 19 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU69, overeenkomstig IEC-waarden. 69-250 69-300 (2x) 25 - 240 (2x) 25 - 240 69-375 69-400 69-430 69-500 (3x) 25 - 240 (3x) 25 - 240 69-595 69-650 31 (voor 31 (voor...
  • Pagina 49: Gegevens Kabelaansluiting Voor Netvoedings-, Motor- En Pe-Kabels Overeenkomstig Nema-Waarden

    NEMA-waarden Overzicht van bereik kabeldoorsnede van connectors met minimaal vereiste AWG-kabeldoorsnede die past op de aansluitklemmen overeenkomstig de UL-vereisten. Tabel 20 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig NEMA-waarden. Kabeldwarsdoorsnede connectors Net en motor Model...
  • Pagina 50 Tabel 20 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig NEMA-waarden. Kabeldwarsdoorsnede connectors Net en motor Model Bouw- Kabel vorm type Aandraai- Aandraaimo Kabelbereik Aandraaimoment Kabelbereik Kabelbereik moment ment Lb-In Lb-In Lb-In 48-205-20 275 (voor AWG 4 - 2)
  • Pagina 51: Thermische Beveiliging Op De Motor

    Thermische beveiliging op de motor Standaardmotoren zijn normaal uitgerust met een interne ventilator. De koelingscapaciteit van deze ingebouwde ventilator is afhankelijk van de frequentie van de motor. Bij een lage frequentie zal de koelingscapaciteit voor nominale belastingen onvoldoende zijn. Neem contact op met de leverancier van de motor voor de koelingseigenschappen van de motor bij lage frequentie.
  • Pagina 52 Installatie CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 53: Besturingsaansluitingen

    Besturingsaansluitingen Controlprint WAARSCHUWING! Schakel voordat u de stuursignalen aansluit Afb. 56 toont de indeling van de controlprint waarop zich of de stand van schakelaars verandert altijd de onderdelen bevinden die voor de gebruiker het meest van de netspanning uit en wacht minimaal 7 belang zijn.
  • Pagina 54: Klemaansluitingen

    Klemaansluitingen Tabel 21 Stuursignalen De klemmenstrook voor het aansluiten van de stuursignalen Aansluitklem Naam Functie (standaard) is bereikbaar na het openen van het frontpaneel. Relaisuitgangen In de tabel vindt u de standaardfuncties van de signalen. De N/C 1 Relais 1-uitgang in- en uitgangen zijn programmeerbaar voor andere functies, Trip, geactiveerd als de frequen- COM 1...
  • Pagina 55: Configuratie Ingangen Met De Schakelaars

    Configuratie ingangen met de schakelaars Schakelaars S1 t/m S4 worden gebruikt voor het instellen van de ingangsconfiguratie voor de 4 analoge ingangen AnIn1, AnIn2, AnIn3 en AnIn4 volgens tabel 22. Zie Afb. 56 voor de locatie van de schakelaars. Tabel 22 Schakelaarinstellingen Ingang Signaalsoort Schakelaar...
  • Pagina 56: Aansluitvoorbeeld

    Aansluitvoorbeeld Afb. 57 geeft een totaaloverzicht van een voorbeeld van de aansluiting van de frequentieregelaar. EMC- filter Motor Alternatief voor potentiometerregeling** Optioneel*** Motor PTC Optioneel +10 VDC 0 - 10 V AnIn 1: referentie 4 - 20 mA AnIn 2 AnIn 3 AnIn 4 Common...
  • Pagina 57: Aansluiten Van De Stuursignalen

    Aansluiten van de stuursignalen 4.5.1 Kabels De standaard stuursignaalaansluitingen zijn geschikt voor Aansluitklem 78 & 79 flexibele draad tot 1,5 mm en voor massieve draad tot 2,5 zie Tabel 23 OPMERKING: De afscherming van stuursignaalkabels moet voldoen aan de niveaus voor immuniteit, zoals aangegeven in de EMC-richtlijn (beperking van geluidsniveau).
  • Pagina 58 Aansluitklem 78 & 79 zie Tabel 23 Aansluitklem A- & B+ zie tabel 19 Afschermings- klemmen voor signaalkabels Afschermingsklemmen voor signaalkabels Stuursignalen Stuursignalen Afb. 61 De stuursignalen aansluiten, /FDU model 061 t/m 074, bouwvorm D en model 69-033 t/m 69-058 bouwvorm D(69).
  • Pagina 59: Typen Stuursignalen

    Voorbeeld: De relaisuitgang van een FO die een hulprelais aanstuurt, kan op het moment van schakelen een bron van interferentie OPMERKING: De afscherming van stuursignaalkabels is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de niveaus voor (emissie) vormen voor een meetsignaal van bijvoorbeeld een immuniteit, zoals aangegeven in de EMC-richtlijn druksensor.
  • Pagina 60: Stroomsignalen ((0)4-20 Ma)

    Aansluiten van opties Controlprint De optiekaarten worden verbonden met behulp van de Druksensor optionele connectoren X4 of X5 op de controlprint, zie Afb. (voorbeeld) 56, pagina 49, en gemonteerd boven de controlprint. De ingangen en uitgangen van de optiekaarten worden op dezelfde manier aangesloten als andere stuursignalen.
  • Pagina 61: Aan De Slag

    Aan de slag 5.1.2 Motorkabels Dit hoofdstuk is een stapsgewijze handleiding die u laat zien hoe u de motoras het snelst aan het draaien krijgt. Wij zullen Sluit de motorkabels aan volgens Afb. 66. Om te voldoen u twee voorbeelden laten zien: externe bediening en lokale aan de EMC-richtlijn moet u gebruik maken van bediening.
  • Pagina 62: De Functietoetsen Gebruiken

    De functietoetsen Externe bediening gebruiken In dit voorbeeld gebruiken we externe signalen om de FO/ motor te bedienen. We maken gebruik van een standaard 4-polige motor voor 400 V, een externe startknop en een referentiewaarde. 5.3.1 Stuurkabels aansluiten Hier bepaalt u de minimale bedrading voor het starten. In dit voorbeeld is sprake van rotatie rechtsom door motor/FO.
  • Pagina 63: De Motorgegevens Instellen

    Lokale bediening 5.3.3 De motorgegevens instellen Nu dient u de juiste motorgegevens voor de aangesloten Handmatige bediening via het bedienpaneel kan worden motor in te voeren. De motorgegevens worden gebruikt bij gebruikt om een testrun uit te voeren. de berekening van volledige operationele gegevens in de FO. Wij zullen hier een 400 V motor en het bedienpaneel U kunt instellingen wijzigen met de toetsen van het gebruiken.
  • Pagina 64: Een Referentiewaarde Invoeren

    5.4.4 Een referentiewaarde invoeren Nu gaan we een referentiewaarde invoeren. 14. Druk op totdat het menu [300], Proces, wordt NEXT weergegeven. 15. Druk op om menu [310], Ref inst/kyk, weer te geven. 16. Gebruik de toetsen om bijvoorbeeld 300 rpm in te voeren.
  • Pagina 65: Toepassingen

    Toepassingen Dit hoofdstuk bevat tabellen die een overzicht geven van de vele verschillende toepassingen/bedrijfssituaties waarvoor frequentieregelaars van Emotron geschikt zijn. Verderop vindt u toepassingsvoorbeelden van de meest voorkomende toepassingen en oplossingen. Toepassingsoverzicht 6.1.1 Pompen Doel Oplossing Emotron FDU Menu De pompcurvebeveiliging registreert afwijkingen.
  • Pagina 66: Compressoren

    6.1.3 Compressoren Doel Oplossing Emotron FDU Menu Een overbelastingssituatie wordt snel De compressor wordt beschadigd wanneer geregistreerd en de veiligheidsstop kan worden 411–41A koelmedium in de compressorschroef komt. geactiveerd om storingen te voorkomen. De druk is hoger dan vereist, veroorzaakt lekkage,...
  • Pagina 67: Hoofdfuncties

    Hoofdfuncties Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de belangrijkste hoofdfuncties van de frequentieregelaar. Parameterset A Run/Stop Set B Parametersets Set C Koppels Alleen geldig als de optie HCP - Draagbaar bedieningspa- Set D neel wordt gebruikt. Regelingen Parametersets worden gebruikt als er voor een toepassing Limieten/Bev.
  • Pagina 68: Multi-Frequentiekeuze

    7.1.2 Eén motor en twee Voorbeelden Er kan gebruik worden gemaakt van verschillende parame- parametersets tersets om de instelling van een frequentieregelaar makkelijk Deze toepassing is handig als u bijvoorbeeld een machine te veranderen en zo snel in te spelen op verschillende toepas- hebt die met twee verschillende toerentallen draait voor ver- singsbehoeften.
  • Pagina 69: Referentieprioriteit

    7.1.6 Preset-referenties Voorbeeld De motor wordt beschermd door een interne beveiliging De frequentieregelaar kan vaste toerentallen kiezen via de tegen thermische overbelasting. Als deze beveiliging wordt regeling van digitale ingangen. Dit kan worden gebruikt geactiveerd, moet de frequentieregelaar wachten totdat de voor situaties waarbij het vereiste motortoerental moet wor- motor voldoende is afgekoeld voordat het normale bedrijf den aangepast aan vaste waarden op basis van bepaalde pro-...
  • Pagina 70: Externe Bedieningsfuncties

    Externe Enable- en Stop-functies bedieningsfuncties Beide functies kunnen afzonderlijk of gelijktijdig worden gebruikt. Welke functie moet worden gebruikt, hangt af van Bediening van de Run/Stop/Enable/Reset-functies de toepassing en de regelmodus van de ingangen (Niveau/ Flank [21A]). Standaard zijn alle run/stop/reset-gerelateerde commando's geprogrammeerd voor afstandsbediening via de ingangen op de klemmenstrook (klemmen 1-22) op de controlprint.
  • Pagina 71: Reset- En Autoreset-Bediening

    Reset- en Autoreset-bediening De Enable-ingang moet continu actief zijn om elk start- rechts- of start-links-commando te kunnen accepteren. Als Als de frequentieregelaar zich in de stopmodus bevindt als beide RunR- en RunL-ingangen actief zijn, stopt de fre- gevolg van een triptoestand, kan de frequentieregelaar op quentieregelaar in overeenstemming met de gekozen stop- afstand worden gereset door een puls (omschakeling van modus.
  • Pagina 72: Uitvoeren Van Een Motor Id-Run

    Het geheugen van het bedienpaneel gebruiken INGANGEN ENABLE Gegevens kunnen van de frequentieregelaar naar het geheu- gen in het bedienpaneel worden gekopieerd en andersom. STOP Voor het kopiëren van alle gegevens (inclusief parameterset A-D en motorgegevens) van de frequentieregelaar naar het bedienpaneel kiest u Kopie>BP[234], Kopie.
  • Pagina 73: Lastmonitor En Procesbeveiliging [400]

    Lastmonitor en procesbeveiliging [400] 7.5.1 Belastingsmonitor [410] De monitorfuncties bieden de mogelijkheid om de frequen- tieregelaar ook als lastmonitor te gebruiken. Lastmonitoren worden gebruikt om machines en processen tegen mechani- sche overbelasting en onderbelasting te beveiligingen, zoals het vastlopen van een transportband, wormtransporteur, riembreuk in een ventilator of het drooglopen van een pomp.
  • Pagina 74 Afb. 76 Hoofdfuncties CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 75: Pompfunctie

    Pompfunctie Alle extra pompen kunnen worden geactiveerd via een fre- Δ quentieregelaar, softstarter, Y of D.O.L.-schakelaars. 7.6.1 Inleiding Met de standaard frequentieregelaar kunnen maximaal 4 pompen worden geregeld. R:SlavePump1 MASTER Als er I/O-print opties geïnstalleerd zijn, kunnen maximaal R:SlavePump2 PRESSURE 7 pompen worden geregeld.
  • Pagina 76: Vaste Master

    7.6.2 Vaste MASTER Dit is de standaardinstelling van de pompregeling. De FDU regelt de Master-pomp, die altijd draait. De relaisuitgangen starten en stoppen de andere pompen, P1 tot en met P6, afhankelijk van de flow/druk. In deze configuratie kunnen maximaal 7 pompen worden geregeld, zie Afb. 80. Om de levensduur van de extra pompen gelijk te houden, kunnen de pompen worden gekozen op basis van de runtijd historie van iedere pomp.
  • Pagina 77: Storingsveilige Werking (Fail-Safe)

    Zie menu: [529] t/m [52H] Digitale ingang [554] naar [55C] relais R:SlavePump3 MASTER R:SlavePump2 R:SlavePump1 other other drive DI:Pump1Feedb feedback other drive DI:Pump2Feedb inputs drive DI:Pump3Feedb (NG_50-PC-6_1) Afb. 82 Feedback 'Status'-ingang 7.6.5 Storingsveilige werking worden gerealiseerd door één van de NC-contacten van de pompregelrelais te gebruiken.
  • Pagina 78: Pid-Regeling

    7.6.6 PID-regeling Bij gebruik van de pompregeling is het activeren van de PID-regelingsfunctie verplicht. De analoge ingangen AnIn1 tot en met AnIn4 kunnen worden ingesteld als functies voor PID-instelwaarden en/of feedback-waarden. Zie menu: [381] tot en met [385] [553] tot en met [55C] [411] tot en met [41C] R:SlavePump6 R:SlavePump5...
  • Pagina 79: Bedrading Wisselende Master

    7.6.7 Bedrading Wisselende MASTER Afb. 85 en Afb. 86 laten de relaisfuncties PompMaster1-6 en VOORZICHTIG! PompSlave1-6 zien. De master- en extra schakelaars zijn De bedrading voor de wisselende MASTER- onderling verbonden om dubbele voeding van de pomp en regeling heeft extra aandacht nodig en moet schade aan de regelaar te voorkomen.
  • Pagina 80: Checklijst En Tips

    7.6.8 Checklijst en tips 1. Hoofdfuncties Kies eerst welke van de twee hoofdfuncties u wilt gebruiken: - "Wisselende MASTER"-functie In dit geval kan de "masterpomp" wisselen, hoewel de bedrading voor deze functie wat ingewikkelder is dan de functie "Vaste MASTER" die hieronder wordt beschreven. Hiervoor is de I/O-printoptie nodig. - "Vaste MASTER"-functie: Eén pomp is altijd de master, alleen de extra pompen wisselen.
  • Pagina 81: Functievoorbeelden Van Start/Stop-Overgangen

    7.6.9 Functievoorbeelden van start/ D.O.L. (Direct On Line). Natuurlijk kan ook andere start/ stop-apparatuur, zoals een softstarter, worden aangestuurd stop-overgangen door de relaisuitgang. Een extra pomp starten Deze afbeelding laat een mogelijke sequentie zien met alle betrokken niveaus en functies wanneer een extra pomp wordt gestart met behulp van de pompregelrelais.
  • Pagina 82 Een extra pomp stopzetten Deze afbeelding laat een mogelijke sequentie zien met alle betrokken niveaus en functies wanneer een extra pomp wordt gestopt met behulp van de pompregelrelais. Het stop- pen van de tweede pomp wordt geregeld door een van de relaisuitgangen.
  • Pagina 83: Emc En Normen

    EMC en normen EMC-normen Stopcategorieën en noodstop De frequentieregelaar voldoet aan de volgende normen: EN(IEC)61800-3:2004 Regelbare elektrische De volgende informatie is belangrijk als er noodcircuits aandrijfsystemen, deel 3, EMC-productnormen: nodig zijn of gebruikt worden in de installatie waar een frequentieregelaar gebruikt wordt. EN 60204-1 definieert 3 Standaard: categorie C3, voor systemen met nominale stopcategorieën: voedingsspanning van <...
  • Pagina 84 EMC en normen CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 85: Seriële Communicatie

    Modbus RTU De RS232-verbinding achter het bedienpaneel is niet galvanisch geïsoleerd. Gebruik de geïsoleerde RS232/485-optieprint voor seriële De optionele RS232/485-kaart van Emotron is galvanisch geïsoleerd. communicatie. Deze poort is galvanisch geïsoleerd. Wij wijzen u erop dat de RS232-verbinding van het...
  • Pagina 86: Parametersets

    Parametersets Start- en stop commando’s Communicatiegegevens voor de verschillende parametersets. Start- en stopcommando’s via seriële communicatie instellen. De verschillende parametersets in de frequentieregelaar hebben de volgende DeviceNet-instance-nummers, Modbus/DeviceNet Profibus-positie/indexnummers, Profinet IO-index en Functie Instance nummer EtherCAT-indexnummers: 42901 Reset Modbus/ Index EtherCAT Run, actief samen met RunR of DeviceNet Profibus...
  • Pagina 87: Beschrijving Van De Eint-Formaten

    (F). Als een 15-bits unsigned integer- FB Signal 2 in te stellen op 42905 en menu [2663] FB formaat (F= 0) of als een Emotron floating point-formaat Signal 3 op 42906. (F=1). De belangrijkste bit (B15) duidt het gebruikte formaat aan.
  • Pagina 88: Voorbeeld, Floating-Point-Formaat

    0 0000 1 0001 2 0010 6 0110 7 0111 De waarde die wordt weergegeven door het Emotron- floating-point-formaat is m·10e. Gebruik de bovenstaande formule om een waarde om te zetten van Emotron-floating-point-formaat naar een floating-point-waarde. Zie voor het omzetten van een floating-point-waarde naar het Emotron-floating-point-formaat het C-codevoorbeeld hieronder.
  • Pagina 89 Programmeervoorbeeld: typedef struct int m:11; // mantissa, -1024..1023 int e: 4; // exponent -8..7 unsigned int f: 1; // format, 1->special emoint format eint16; //--------------------------------------------------------------------------- unsigned short int float_to_eint16(float value) eint16 etmp; int dec=0; while (floor(value) != value && dec<16) dec++;...
  • Pagina 90 Seriële communicatie CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 91: Bediening Via Het Bedieningspaneel

    Afb. 90 Bedieningspaneel met vierregelig display, leds en toet- Er zijn twee verschillende bedieningspanelen verkrijgbaar sen. voor de IP54- en IP20/IP21-uitvoeringen van de Emotron- frequentieregelaars. Een met een vierregelig lcd-display en een met een tweeregelig lcd-display. Ze worden beschreven 10.2.1 Het display in hoofdstukken “10.2 Bedieningspaneel met vierregelig...
  • Pagina 92 Code Beschrijving Bit* motor is gestopt Run Motor draait Acc Acceleratie Dec Deceleratie getript SST Safe Stop, knippert indien geactiveerd Draait op spanningsbegrenzing Draait op snelheidslimiet Draait op stroomlimiet Draait op koppellimiet Draait op temperatuurlimiet Actieve I t-bescherming Draait op laagspanning Sby Draait op stand-byvoeding LCN Draait met laag koelvloeistofniveau Slaapstand...
  • Pagina 93: Uitgebreide Signaalbewaking

    Menu [100] Startvenster Dit menu wordt bij iedere inschakeling weergegeven. Tijdens bedrijf wordt het menu [100] automatisch weergegeven als het toetsenbord gedurende 5 minuten niet wordt gebruikt. Menu “[100] Startvenster” geeft de instellingen weer die zijn gemaakt in menu “[110], 1e Regel”, “[120], 2e regel” en “[130], 3e regel”.
  • Pagina 94: Foutlog

    10.2.3 Foutlog Weekdag [933] Omdat de realtimeklok beschikbaar is, verschijnt op regel 2 Weergave van actuele weekdag, alleen-lezen. het trip-/waarschuwingsbericht en op regel 3 de datum en 1240 rpm het tijdstip waarop de trip-toestand zich voordeed. Weekdag 1240 rpm Maandag Ext trip Toets/Toets 2017-01-25...
  • Pagina 95: De Toggle En Lokaal/Ext Toets

    10.2.7 De Toggle en Lokaal/Ext OPMERKING: Het is niet mogelijk om de Run/Stop- commando’s tegelijkertijd vanaf het toetsenbord en toets. extern vanaf de klemmenstrook (klemmen 1-22) te Deze toets heeft twee functies: Toggle en activeren. Behalve voor de JOG-functie die een schakelen tussen Lokaal/Ext.-functie.
  • Pagina 96: Functie Lokaal/Ext

    Externe modus Als de frequentieregelaar in de stand EXTERN staat, wordt de frequentieregelaar bestuurd volgens gekozen methodes in de menu’s Ref Signaal [214], Run/Stp Sgnl [215] en Reset Submenu's Sgnl [216]. Voor het bewaken van de actuele lokale of externe status van de frequentieregelaar-regeling, is er een “Lokaal/Ext.”-signaal beschikbaar op de digitale uitgangen of relais.
  • Pagina 97: Bedieningspaneel Met Tweeregelig Display

    10.3 Bedieningspaneel met Code Beschrijving Bit* Draait op snelheidslimiet tweeregelig display Draait op stroomlimiet Draait op koppellimiet Draait op temperatuurlimiet Actieve I t-bescherming LCD-display Draait op laagspanning Sby Draait op stand-byvoeding Leds LCN Draait met laag koelvloeistofniveau Slaapstand Bedieningstoetsen SPS Spinstart actief *) De in gebied D van het bedieningspaneel weergegeven Toets Toggle status kan worden afgelezen via veldbus- of seriële...
  • Pagina 98: Indicaties Op Het Display

    10.3.2 Indicaties op het display 10.3.4 Bedieningstoetsen Het display kan +++ of - - - aangeven als een parameter De bedieningstoetsen worden gebruikt om rechtstreeks de buiten het bereik ligt. In de frequentieregelaar zitten commando’s Run, Stop of Reset te geven. Standaard zijn parameters die afhankelijk zijn van andere parameters.
  • Pagina 99: De Toggle En Lokaal/Ext Toets

    10.3.5 De Toggle en Lokaal/Ext toets Deze toets heeft twee functies: Toggle en Submenu's schakelen tussen Lokaal/Ext.-functie. Eén seconde ingedrukt houden voor toggle- NEXT functie Druk op de toggle-toets en houd deze langer dan vijf seconden ingedrukt om te schakelen tussen Lokale en Externe functie, afhankelijk van de instellingen in [2171] en [2172].
  • Pagina 100: Externe Modus

    Externe modus 10.4 De menustructuur Als de frequentieregelaar in de stand EXTERN staat, wordt De menustructuur bestaat uit 4 niveaus: de frequentieregelaar bestuurd volgens gekozen methodes in de menu’s Ref Signaal [214], Run/Stp Sgnl [215] en Reset Hoofdmenu Sgnl [216]. Het eerste teken in het menunummer.
  • Pagina 101: Het Hoofdmenu

    10.4.1 Het hoofdmenu 10.6 Waarden in een menu Deze sectie geeft u een korte beschrijving van de functies in bewerken het hoofdmenu. De meeste waarden op de tweede rij van een menu kunnen Startvenster op twee verschillende manieren worden gewijzigd. Wordt weergegeven bij inschakelen.
  • Pagina 102: Programmeervoorbeeld

    10.8 Programmeervoorbeeld Dit voorbeeld laat zien hoe u een wijziging van de Acc Tijd 0 rpm Menu 100 verschijnt van 2,0 s naar 4,0 s programmeert. 0,0A na inschakelen. De knipperende cursor geeft aan dat er een wijziging heeft plaatsgevonden, maar dat deze nog niet is opgeslagen. Als op Druk op de toets dat moment de stroom uitvalt, zal de wijziging niet “Volgende”...
  • Pagina 103: Functiebeschrijving

    IP54 en IP20/21 voor Startvenster [100] de Emotron-frequentieregelaars. Dit menu wordt bij iedere inschakeling weergegeven. Er zijn twee modellen bedieningspanelen verkrijgbaar met Tijdens bedrijf wordt het menu [100] automatisch verschillende lcd-displays en indeling.
  • Pagina 104: Vierregelig Lcd-Display

    11.2 Vierregelig lcd-display Zie hoofdstuk “10.2 Bedieningspaneel met vierregelig display” pagina 87 voor nadere informatie 1240rpm Koppel 0% 0,0 Nm Stroom 123,3A Toets/Toets Menu [100] Startvenster Dit menu wordt bij iedere inschakeling weergegeven. Tijdens bedrijf wordt het menu [100] automatisch weergegeven als het toetsenbord gedurende 5 minuten niet wordt gebruikt.
  • Pagina 105: Menu's

    11.3 Menu's Resolutie van instellingen De resolutie voor alle in dit hoofdstuk beschreven In de volgende hoofdstukken staat een beschrijving van de bereikinstellingen is 3 significante cijfers. Uitzonderingen menu's en parameters in de software. Iedere functie wordt hierop zijn snelheidswaarden met 4 significante cijfers. In kort beschreven en u krijgt informatie over Tabel 33 staan de resoluties voor 3 significante cijfers.
  • Pagina 106: Regel [120]

    Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43001 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43004 Profibus-positie/index 168/160 Profibus-positie/index 168/163 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4bb9 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4bbc Profinet IO-index 19385 Profinet IO-index 19388 Veldbusformaat UInt Veldbusformaat Modbusformaat UInt Modbusformaat 11.3.2 2e Regel [120] 11.3.5 5e regel [150] Stelt de inhoud in van de tweede regel in het menu "[100] Stelt de inhoud in van de vijfde regel in het menu "[100] Startvenster"...
  • Pagina 107: Hoofdinst [200]

    Communicatie-informatie 11.4 HOOFDINST [200] Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43007 Het menu HOOFDINST bevat de belangrijkste Profibus-positie/index 168/166 instellingen voor de inbedrijfstelling van de Index EtherCAT en CANopen (hex) 4bbf frequentieregelaar en het configureren ervan voor de Profinet IO-index 19391 toepassing. Het bevat verschillende submenu's voor de Veldbusformaat besturing van de eenheid, motorgegevens en -bescherming, Modbusformaat...
  • Pagina 108: Aandrijfmode

    Kies Motor [212] AandrijfMode [213] Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor in uw Dit menu wordt gebruikt om de regelmodus voor de motor toepassing gebruikt. Kies de motor die u wilt definiëren. Er in te stellen. Instellingen voor de referentiesignalen en kunnen in de frequentieregelaar maximaal vier verschillende uitlezingen vinden plaats in het menu "Proces Bron, [321]".
  • Pagina 109 Ref Signaal [214] Run/Stp Sgnl [215] De frequentieregelaar heeft een referentiesignaal nodig om Deze functie wordt gebruikt om de bron voor run- en het toerental van de motor te regelen. Dit referentiesignaal stopcommando's te kiezen. Dit wordt beschreven op kan worden geregeld door een externe bron vanuit de pagina 148.
  • Pagina 110: Werking Van Toets Lokaal/Ext

    Reset Sgnl [216] Werking van toets Lokaal/Ext. [217] Als de frequentieregelaar wordt stopgezet vanwege een De Toggle-toets op het toetsenbord, zie deel 10.2.7, pagina storing, is een resetcommando vereist om de 91, heeft twee functies en wordt in dit menu geactiveerd. frequentieregelaar opnieuw te kunnen starten.
  • Pagina 111 Code blokk? [218] Om te voorkomen dat het toetsenbord gebruikt wordt of om de instelling van de frequentieregelaar en/of procesregeling te wijzigen, kan het toetsenbord worden geblokkeerd met een wachtwoord. Dit menu, "Code blokk [218]", wordt gebruikt om het toetsenbord te blokkeren en Rechts te deblokkeren.
  • Pagina 112: Extern Signaal Niveau/Flank [21A]

    11.4.2 Extern signaal Niveau/Flank 11.4.3 Netspanning [21B] [21A] WAARSCHUWING! In dit menu kiest u de regelwijze voor de ingangen voor Dit menu moet worden ingesteld op basis RunR, RunL en Reset die worden bestuurd via de digitale van het productlabel van de ingangen van de klemmenstrook.
  • Pagina 113: Type Voeding [21C]

    Type voeding [21C] 11.4.4 Motor Data [220] Stel het type voedingsspanning in. In dit menu voert u de motorgegevens in om de frequentieregelaar af te stemmen op de aangesloten motor. Dit is essentieel voor de regelnauwkeurigheid en voor Type voeding verschillende waarden en analoge uitgangssignalen.
  • Pagina 114 Motor Freq [222] Motor Stroom [224] Hier wordt de nominale motorfrequentie ingesteld. Hier wordt de nominale motorstroom ingesteld. Bij parallelle motoren stelt u de waarde in als de som van de stroomsterkten van de motoren. Motor Freq Standaard: 50 Hz Motor Stroom Bereik: 20,0 - 300,0 Hz...
  • Pagina 115 Motor Polen [226] Communicatie-informatie Als het nominale toerental van de motor ≤ 500 rpm is, Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43048 verschijnt automatisch het menu voor het invoeren van het Profibus-positie/index 168/207 aantal polen, [226]. In dit menu kan het werkelijke aantal Index EtherCAT en CANopen (hex) 4be8 polen worden ingesteld voor een nauwkeuriger regeling van Profinet IO-index...
  • Pagina 116 OPMERKING: Bij schakelfrequenties >3 kHz kan reductie noodzakelijk zijn. Motor ID-Run OPMERKING: Als de temperatuur van het Standaard: Uit, zie opmerking koellichaam te hoog wordt, wordt de Niet actief schakelfrequentie verlaagd om uitschakeling (trip) te voorkomen. Dit gebeurt automatisch in de Parameters worden gemeten met frequentieregelaar.
  • Pagina 117 Enc rpm [22D] PWM Mode [22E2] Alleen zichtbaar als de Encoder-optieprint is geïnstalleerd. 22E2 PWM Mode Deze parameter laat het gemeten motortoerental zien. Om te controleren of de encoder juist is geïnstalleerd, stelt u Encoder [22B] in op Uit, laat u de frequentieregelaar op een Standaard: Standaard willekeurig toerental draaien en vergelijkt u deze met de...
  • Pagina 118: Fout- En Toerentalbewaking Encoder [22G]

    Communicatie-informatie toerentalafwijkingsband [22G2] gedurende de ingestelde vertragingstijd [22G1]. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43040 Profibus-positie/index 168/199 Opmerking: Afwijkingsfout encodertoerental Index EtherCAT en CANopen (hex) 4be0 hergebruikt foutmelding "Afwijking 2" met ID = 2. Profinet IO-index 19424 Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Vertragingstijd encoderfout [22G1] Definieer de vertragingstijd voor encoderfout en toerentalafwijking.
  • Pagina 119 Teller max. encoderfout [22G3] Motor type [22I] Dit is een gemeten signaal dat de maximale tijd aangeeft dat Selecteer in dit menu het type motor. Emotron- de toerentalafwijking groter is geweest dan het niveau van de frequentieregelaars kunnen asynchrone motoren, PMSM- toegestane toerentalafwijkingsband, ingesteld in [22G2].
  • Pagina 120 Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43391 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43394 Profibus-positie/index 170/40 Profibus-positie/index 170/43 Index EtherCAT en CANopen(hex) 4d3f Index EtherCAT en CANopen (hex) 4d42 Profinet IO-index 19775 Profinet IO-index 19778 Veldbusformaat Lang, 1=0,1 V Veldbusformaat Lang, 1=0,001 Modbusformaat EInt Modbusformaat EInt Ω Rs ( /ph) [22J2] Stel de weerstand per fase in.
  • Pagina 121: Mot Beveilig [230]

    11.4.5 Mot Beveilig [230] Motor I t I [232] Deze functie beschermt de motor tegen overbelasting op Stelt de stroombegrenzing in voor de I2t-beveiliging van de basis van de norm IEC 60947-4-2. motor als percentage van I Mot I Motor I t Type [231] De motorbeveiligingsfunctie maakt het mogelijk om de Standaard:...
  • Pagina 122 100000 10000 1000 1000 s (120%) 480 s (120%) 240 s (120%) 120 s (120%) 60 s (120%) Werkelijke uitgangsstroom / I t-stroom i / I2t-current Afb. 107 I t-functie Afb. 107 toont hoe de functie het kwadraat van de Voorbeeld motorstroom integreert afhankelijk van "Mot I t I [232]"...
  • Pagina 123: Therm Beveil

    Therm Beveil [234] Motor Klasse [235] In dit menu worden actieve sensoren voor PTC- Alleen zichtbaar als de PTC/PT100-optieprint is motorbeveiliging geselecteerd en wordt de PT100- geïnstalleerd. Hier wordt de klasse van de gebruikte motor motorbeveiliging geactiveerd/gedeactiveerd. Selecteer actieve ingesteld. De tripniveaus voor de PT100-sensor worden PT100-sensoren in menu [236].
  • Pagina 124 44081/44082. Raadpleeg de aparte handleiding voor de PTC/PT100-optieprint voor de elektrische specificaties; dezelfde gegevens zijn van toepassing (te vinden op www.emotron.com/www.cgglobal.com). Dit menu is alleen zichtbaar als er een PTC (of weerstand <2 kOhm) is aangesloten op klemmen X1: 78–79. Zie Hoofdstuk 4.5 pagina 53 en Hoofdstuk 4.5.1 pagina 53.
  • Pagina 125: Verwerking Van Parametersets [240]

    11.4.6 Verwerking van Communicatie-informatie parametersets [240] Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43022 Profibus-positie/index 168/181 Er zijn vier verschillende parametersets beschikbaar in de Index EtherCAT en CANopen (hex) 4bce frequentieregelaar. Deze parametersets kunnen worden Profinet IO-index 19406 gebruikt om de frequentieregelaar te configureren voor Veldbusformaat UInt verschillende processen of toepassingen, zoals verschillende Modbusformaat...
  • Pagina 126 Communicatie-informatie OPMERKING: De tripgeheugenurenteller en andere ALLEEN WEERGEVEN-menu's worden niet als Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43021 instellingen beschouwd en zullen niet worden Profibus-positie/index 168/180 beïnvloed. Index EtherCAT en CANopen (hex) 4bcd Profinet IO-index 19405 Veldbusformaat UInt OPMERKING: Als "Fabrieksinst" wordt gekozen, Modbusformaat UInt wordt de melding "Wijzigen?"...
  • Pagina 127 Laden uit BP [245] Communicatie-informatie Deze functie kan alle vier parametersets vanaf het Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43025 bedieningspaneel naar de frequentieregelaar laden. Profibus-positie/index 168/184 Parametersets uit de bron-frequentieregelaar worden Index EtherCAT en CANopen (hex) 4bd1 gekopieerd naar alle parametersets in de doel- Profinet IO-index 19409 frequentieregelaar, d.w.z.
  • Pagina 128: Automatische Reset Van Trips/Tripcondities [250]

    11.4.7 Automatische reset van trips/Tripcondities [250] Aantal Trips Deze functie zorgt ervoor dat af en toe voorkomende trips die geen gevolgen hebben voor het proces automatisch Standaard: 0 (geen Autoreset) worden gereset. Alleen als een storing blijft terugkomen, Bereik: 0-10 pogingen zich herhaalt op vaste tijden en daarom niet door de frequentieregelaar kan worden opgelost, geeft de Communicatie-informatie...
  • Pagina 129 Communicatie-informatie Motor los [256] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43075 Profibus-positie/index 168/234 vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c03 functie actief is. Profinet IO-index 19459 Veldbusformaat Long, 1=1 s Motor los Modbusformaat EInt...
  • Pagina 130 Communicatie-informatie Motor I t TT [25B] Kies de gewenste reactie op een Motor I t-trip. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43087 Profibus-positie/index 168/246 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c0f Motor I t TT Profinet IO-index 19471 Standaard: Trip Veldbusformaat Long, 1=1 s Modbusformaat EInt Trip De motor loopt vrij Deceleratie...
  • Pagina 131 PTC [25E] Ext Trip TT [25H] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Kies de gewenste reactie op een alarmtrip. vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is. Ext Trip TT Standaard: Trip Selectie: Zelfde als menu [25B] Standaard: Communicatie-informatie...
  • Pagina 132 Min Alarm [25K] Max Alarm TT [25N] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Kies de gewenste reactie op een trip vanwege max. alarm. vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is. Max Alarm TT Standaard: Trip Min Alarm...
  • Pagina 133 Over Toeren [25Q] LC niveau [25T] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Vertragingstijd gaat in wanneer de storing verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is.
  • Pagina 134: Seriële Comm [260]

    Encoder [25W] 11.4.8 Seriële Comm [260] Vertragingstijd encoder, begint te tellen als de storing Deze functie is bedoeld voor het definiëren van de verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het communicatieparameters voor seriële communicatie. Er zijn alarm gereset als de functie actief is. twee soorten opties beschikbaar voor seriële communicatie: RS232/485 (Modbus/RTU) en veldbusmodules (CANopen, Encoder...
  • Pagina 135 Baudrate [2621] Veldbus [263] Stel de baudrate voor de communicatie in. Druk op Enter om de parameters voor veldbuscommunicatie in te stellen. OPMERKING: Deze baudrate wordt alleen gebruikt voor de geïsoleerde RS232/485-optie. Veldbus 2621 Baudrate Adres [2631] Voer het adres in van de eenheid/node van de Standaard: 9600: frequentieregelaar.
  • Pagina 136: Addprvalues

    Read/Write [2633] CANBaudrate [2635] Stel de baud rate in voor CANopen-veldbus. Kies read/write om de regelaar via een veldbusnetwerk te regelen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor de Veldbus-optie. OPMERKING: Wordt alleen voor CANopen-module gebruikt 2633 Read/Write 2635 CANBaudrate Standaard: Standaard: 10 kbps...
  • Pagina 137 Comm Fout [264] CommFt Tijd [2642] Bepaalt de vertragingstijd voor de trip/waarschuwing. Hoofdmenu voor instellingen communicatiefouten/- waarschuwingen. Raadpleeg voor nadere details de 2642 CommFt Tijd handleiding voor de Veldbus-optie. CommFt Mode [2641] Standaard: 0,5 s Selecteert maatregel bij detectie van een communicatiefout. Bereik: 0,1-15 s 2641...
  • Pagina 138 MAC Address [2652] DHCP [2655] 2652 MAC Address 2655 DHCP Een uniek nummer voor de Ethernet- Standaard: Standaard: module. Selectie: On/Off Communicatie-informatie Communicatie-informatie 42705, 42706, 42707, Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 42719 42708, 42709, 42710 Profibus-positie/index 167/133 167/119, 167/120, Index EtherCAT en CANopen (hex) 4a9f Profibus-positie/index 167/121, 167/122,...
  • Pagina 139: Proces- En Toepassingsparameters [300]

    11.5 Proces- en Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 42991 toepassingsparameters Profibus-positie/index 168/150 [300] Index EtherCAT en CANopen (hex) 4baf Profinet IO-index 19375 Deze parameters worden voornamelijk aangepast om Lang, 1=1 rpm, optimale proces- of machineprestaties te verkrijgen. 1%,1 °C of 0,001 indien De uitlezing, referenties en actuele waardes zijn afhankelijk Veldbusformaat ProcesWaarde/ van de gekozen procesbron, [321}:...
  • Pagina 140: Proc Inst [320]

    11.5.2 Proc inst [320] OPMERKING: Als Toerental of Frequentie is gekozen Met deze functies kan de frequentieregelaar worden in menu "[321] Proc Bron", zijn de menu's [322]- [328] verborgen. geconfigureerd voor de toepassing. De menu's [110], [120], [310], [362]-[368] en [711] gebruiken de in [321] en [322] voor de toepassing gekozen proceseenheid, bv.
  • Pagina 141 Eigen def. [323] Nr. voor Nr. voor Character seriële Character seriële Dit menu wordt alleen weergegeven als Eigen def. is gekozen comm. comm. in menu [322]. Deze functie stelt de gebruiker in staat om een eenheid met zes symbolen te definiëren. Gebruik de á...
  • Pagina 142 Proces Min [324] Ratio [326] Met deze functie wordt de minimaal toegestane Dit menu is niet zichtbaar als toerental, frequentie of koppel proceswaarde ingesteld. is gekozen. Met de functie wordt de verhouding ingesteld tussen de actuele proceswaarde en het motortoerental, om te zorgen voor een nauwkeurige proceswaarde als er geen Proces Min feedbacksignaal wordt gebruikt.
  • Pagina 143: F(Waarde), Proces Min

    F(Waarde), Proces Min [327] Communicatie-informatie Deze functie wordt gebruikt voor schaling als er geen sensor Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43314 wordt gebruikt. De functie biedt u de mogelijkheid om de Profibus-positie/index 169/218 procesnauwkeurigheid te verbeteren door de proceswaarden Index EtherCAT en CANopen (hex) 4cf2 te schalen.
  • Pagina 144: Start/Stop-Instellingen [330]

    11.5.3 Start/stop-instellingen [330] Submenu met alle functies voor acceleratie, deceleratie, starten, stoppen enz. Nom. Toerental Acc Tijd [331] De acceleratietijd wordt gedefinieerd als de tijd die de motor nodig heeft om van 0 rpm naar het nominale motortoerental te accelereren. Acc Tijd [331] Dec Tijd [332] OPMERKING: Als de acceleratietijd te kort is, wordt...
  • Pagina 145 Acceleratietijd motorpotentiometer Acceleratietijd tot minimaal [333] toerental [335] Het is mogelijk om het toerental van de frequentieregelaar te Als in een toepassing het minimale toerental, [341]>0 rpm, regelen met behulp van de motorpotentiometerfunctie. wordt gebruikt, hanteert de frequentieregelaar afzonderlijke Deze functie regelt het toerental met afzonderlijke hoog- en hellingstijden onder dit niveau.
  • Pagina 146 Voorbeeld: Acceleratiehellingstype [337] Motortoerental [225] 3000 rpm Hiermee wordt het type ingesteld van alle Minimumtoerental [341] 600 rpm acceleratiehellingen in een parameterset. Zie Afb. 113. Op Maximumtoerental [343] 3000 rpm basis van de acceleratie- en deceleratievereisten voor de Acceleratietijd [331] 10 seconden toepassing kan de vorm van beide hellingen worden Deceleratietijd [332]...
  • Pagina 147 Deceleratiehellingtype [338] Invangen [33A] Hier wordt het hellingtype ingesteld van alle Bij invangen vindt een geleidelijke start plaats van een reeds deceleratieparameters in een parameterset Afb. 114. roterende motor door de motor bij het actuele toerental in te vangen en naar het gewenste toerental te regelen. Als bij een toepassing, zoals bijvoorbeeld een afzuigventilator, de Dec Helling motoras al roteert door externe omstandigheden, is een...
  • Pagina 148: Mechanische Remregeling

    Stop Mode [33B] 11.5.4 Mechanische remregeling Als de frequentieregelaar wordt gestopt, kunnen De vier remgerelateerde menu's [33C] tot en met [33F] verschillende methoden worden gekozen om tot stilstand te kunnen worden gebruikt voor de regeling van mechanische komen. Dit om het stoppen te optimaliseren en onnodige remmen.
  • Pagina 149 Communicatie-informatie De juiste tijdsinstelling is afhankelijk van de maximale belasting en de eigenschappen van de mechanische rem. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43112 Tijdens de remlostijd kan extra houdkoppel worden Profibus-positie/index 169/16 toegepast door het instellen van een remlostoerental- Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c28 referentie met de functie remlostoerental [33D].
  • Pagina 150 Remlostoerental [33D] Communicatie-informatie Het remlostoerental werkt alleen met de remfunctie: rem los Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43115 [33C]. Het remlostoerental is de initiële toerentalreferentie Profibus-positie/index 169/19 tijdens de remlostijd. Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c2b Profinet IO-index 19499 Rem los rpm Veldbusformaat Lang, 1=0,01 s Modbusformaat EInt Standaard:...
  • Pagina 151 Rem Los NM [33I] Let op! Bij instelling op 0% wordt de functie Met de remlostijd [33C] wordt de tijd ingesteld voor de gedeactiveerd. vertraging die de VSD moet aanhouden voordat deze de referentiewaarde op gaat voeren naar het gekozen Let op! Rem Los koppel[33I] heeft prioriteit ten eindtoerental, zodat de rem volledig geopend kan worden.
  • Pagina 152: Stoppen/Slaapstand Onder Minimaal Toerental

    Start Vector [33K] 11.5.5 Toerental [340] Menu met alle parameters voor instellingen m.b.t. Selecteer de spanningsvector die bij het starten wordt toerentallen, zoals minimale/maximale toerentallen, jog- gebruikt. De startvector is meestal in de richting van de U- toerentallen, skiptoerentallen. fase. U kunt ook sequentieel verschillende startvectoren bij elke start kiezen.
  • Pagina 153 Maximaal toerental [343] Toerental Stelt het maximale toerental in. Het maximale toerental fungeert als een absoluut maximum. Deze parameter wordt gebruikt om schade door hoge toerentallen te voorkomen. [342] Het synchroon toerental (Sync. Toeren) wordt bepaald door de parameter Motor RPM [225]. Toerent Max toeren [341]...
  • Pagina 154 Communicatie-informatie Skiptoerental 2 laag [346] Dezelfde functie als menu [344] voor het 2e skipbereik. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43124 Profibus-positie/index 169/28 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c34 Skiptoer 2 Lo Profinet IO-index 19508 Standaard: 0 rpm Veldbusformaat Int, 1=1 rpm Modbusformaat Int, 1=1 rpm Bereik: 0-4 x sync-toerental motor Communicatie-informatie...
  • Pagina 155: Koppels [350]

    Jogtoerental [348] 11.5.6 Koppels [350] De functie jog-toerental wordt geactiveerd via één van de Menu met alle parameters voor koppelinstellingen. digitale ingangen. De digitale ingang moet op de functie Jog [520] worden ingesteld. Het commando/de functie Jog zal Maximaal koppel [351] automatisch een run-commando genereren zolang het Stelt het maximumkoppel voor de motor in (volgens de commando/de functie Jog actief is.
  • Pagina 156: Fluxoptimalisatie

    IxR Comp OPMERKING: De motor kan bij lagere toerentallen oververhit raken. Het is daarom van belang dat de Standaard: Motor I t I [232] goed wordt ingesteld. Functie uitgeschakeld Fluxoptimalisatie [354] Automatisch Automatische compensatie Asynchrone motoren Door gebruiker gedefinieerde waarde Eigen def.
  • Pagina 157: Maximaal Vermogen

    Maximaal vermogen [355] 11.5.7 Preset-referenties [360] Stelt het maximale vermogen in. Kan gebruikt worden om Motorpotentiometer [361] het motorvermogen te beperken bij veldverzwakking. Deze Stelt de eigenschappen van de motorpotentiometerfunctie functie werkt als een bovengrens voor het vermogen en in. Zie de parameter "DigIn1 [521]" voor de keuze van de beperkt de parameter Max.
  • Pagina 158: Referentiemodus Toetsen

    Preset Ref 1 OPMERKING: Als alleen Preset Ctrl3 actief is, kan Preset Ref 4 worden gekozen. Als Preset Ctrl2 en Standaard: Toerental, 0 rpm Preset Ctrl3 actief zijn, kunnen Preset Ref 2, Preset Ref 4 en Preset Ref 6 worden gekozen. Afhankelijk Proces Bron [321] en Proc Eenheid [322] van:...
  • Pagina 159: Pid-Procesregeling [380]

    11.5.8 PID-procesregeling [380] De PID-regelaar wordt gebruikt om een extern proces te Proces Ref sturen via een feedbacksignaal. De referentiewaarde kan Proces frequentie- worden ingesteld via de analoge ingang AnIn1, op het regelaar bedienpaneel [310] met behulp van een vooraf ingestelde Proces- referentie of via seriële communicatie.
  • Pagina 160: Pid-Slaapstand Onder Minimaal Toerental

    (flow- of drukregeling) [321] = F (AnIn) [322] = bar OPMERKING: Als de regelaar in de slaapstand staat, [310] = 20 bar wordt dit aangegeven met "slp" in de linker [342] = 2 s (inactief omdat [386] geactiveerd is en met een benedenhoek van het display.
  • Pagina 161 Test stabiele toestand PID [388] Stabiele band PID [389] Bij toepassingen waarbij de feedback onafhankelijk kan Met PID Stabiele band wordt een marge/band gedefinieerd worden van het motortoerental, kan deze functie PID Test rond de referentie die "werking in stabiele toestand" stabiele toestand worden gebruikt om de PID-bediening op aangeeft.
  • Pagina 162 [711] Proceswaarde [389] [310] Proces Ref [389] time [388] [387] Test stabiele Test stabiele toestand starten toestand stoppen [712] Toerental Normaal PID Normaal PID Test stabiele toestand Stoppen/slaap [341] Min Toeren [386] PID<Min RPM Afb. 126 Test stabiele toestand Functiebeschrijving CG Drives &...
  • Pagina 163: Pompregeling [390]

    11.5.9 Pompregeling [390] OPMERKING: Gebruikte relais moeten worden De functies voor pompregeling bevinden zich in menu gedefinieerd als Slave-pomp of Master-pomp. Gebruikte digitale ingangen moeten worden [390]. De functie wordt gebruikt om een aantal gedefinieerd als pompfeedback. aandrijvingen aan te sturen (pompen, ventilatoren enz.), waarvan er altijd één door de frequentieregelaar wordt Communicatie-informatie aangedreven.
  • Pagina 164: Keuzeconditie

    Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43163 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43164 Profibus-positie/index 169/67 Profibus-positie/index 169/68 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c5b Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c5c Profinet IO-index 19547 Profinet IO-index 19548 Veldbusformaat UInt, 1=1 Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Modbusformaat UInt OPMERKING: Dit menu wordt NIET weergegeven als OPMERKING: Als de statusfeedbackingangen (DigIn er slechts een aandrijving is gekozen.
  • Pagina 165 Aandrijvingen bij keuze [396] Voorbeeld: Max Toeren = 1500 rpm Als een master-aandrijving wordt veranderd op basis van de timerfunctie (Keuzeconditie=Timer/Beide [394]), is het Min Toeren = 300 rpm mogelijk om extra pompen tijdens de verandering te laten Boven Band = 10% doorlopen.
  • Pagina 166 Bovenbandlimiet [39B] Als het toerental van de pomp de bovenbandlimiet bereikt, Toerental wordt de volgende pomp onmiddellijk gestart zonder vertraging. Bij gebruik van een startvertraging wordt deze vertraging genegeerd. Het bereik ligt tussen 0%, overeenkomend met maximaal toerental, en het ingestelde "bovenste"...
  • Pagina 167: Start Met Transfertoerental [39E]

    Communicatie-informatie Start met transfertoerental [39E] De start met transfertoerental wordt gebruikt om het Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43172 doorschieten van flow/druk bij het toevoegen van nog een Profibus-positie/index 169/76 pomp tot een minimum te beperken. Als er een extra pomp Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c64 moet worden ingeschakeld, zal de masterpomp vertragen tot Profinet IO-index...
  • Pagina 168: Stop Met Transfertoerental [39G]

    Voorbeeld Tijdens de insteltijd geldt het volgende: Max Toeren = 1500 rpm • De PID-regelaar is uit. Min Toeren = 200 rpm • Het toerental wordt op een vast niveau gehouden na het TransS Start = 60% stopzetten van een pomp. Als er een extra pomp nodig is, wordt het toerental omlaag geregeld naar min toeren + (60% x (1500 rpm - 200 rpm)) = Instel Stop...
  • Pagina 169 Voorbeeld Reset runtijden 1-6 [39H1] tot en met [39M1] Max Toeren = 1500 rpm Min Toeren = 200 rpm 39H1 Rst Run Tm1 TransS Start = 60% Standaard: Als er minder extra pompen nodig zijn, wordt het toerental omhoog geregeld naar min toeren + (60% x (1500 rpm - 200 rpm)) = 200 rpm + 780 rpm = 980 rpm.
  • Pagina 170 Aantal back-up [39P] Stelt het aantal pompen in dat wordt gebruikt voor back-up/ reserve, dat onder normale omstandigheden niet kan worden gekozen. Deze functie kan gebruikt worden om de redundantie in het pompsysteem te verhogen, door pompen op reserve te hebben die geactiveerd kunnen worden op het moment dat andere pompen een fout aangeven of stilstaan wegens onderhoud.
  • Pagina 171: Lastmonitor En Procesbeveiliging [400]

    11.6 Lastmonitor en Hellingalarm [413] Deze functie bepaalt dat de (voor)alarmsignalen niet zijn procesbeveiliging [400] toegestaan tijdens acceleratie/deceleratie van de motor. Dit om valse alarmen te voorkomen. 11.6.1 Belastingsmonitor [410] HellingAlarm De monitorfuncties bieden de mogelijkheid om de frequentieregelaar ook als lastmonitor te gebruiken. Standaard: Lastmonitoren worden gebruikt om machines en processen (Voor)alarmen worden geblokkeerd tijdens...
  • Pagina 172 Lasttype [415] Last Type In dit menu kiest u het monitortype op basis van de Standaard: Basis lastkarakteristiek van uw toepassing. Door het gewenste monitortype te kiezen, kan de overbelastings- of Gebruikt binnen het gehele toerentalbereik een vast maximaal en minimaal lastniveau. onderbelastingsalarmfunctie worden geoptimaliseerd aan de Basis Kan worden gebruikt in situaties waarbij...
  • Pagina 173 Max Alarm-vertraging [4162] Max Vooralarm-vertraging [4172] Er wordt een alarm geactiveerd als het belastingsniveau Als het laadniveau zonder onderbreking het alarmniveau langer dan de in "Max Alarm vertragingstijd" ingestelde tijd langer dan ingesteld bij "Max Vooralarm vertragingstijd" hoger blijft dan het alarmniveau. overschrijdt, wordt er een waarschuwing geactiveerd.
  • Pagina 174 Min Vooralarm-responsvertraging [4182] Min Alarm-responsvertraging [4192] Als het laadniveau zonder onderbreking het alarmniveau Er wordt een alarm geactiveerd als het belastingsniveau langer dan ingesteld bij "Min Vooralarm vertragingstijd" langer dan de in "Min Alarm vertragingstijd" ingestelde tijd lager is, wordt er een waarschuwing geactiveerd. lager blijft dan het alarmniveau.
  • Pagina 175 De ingestelde standaardniveaus voor de (voor)alarmen zijn: Communicatie-informatie 43336%, 43337 rpm, Max Alarm menu [4161] + [41B] 43338%, 43339 rpm, Overbelasti 43340%, 43341 rpm, Max Vooralarm menu [4171] + [41B] 43342%, 43343 rpm, Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43344%, 43345 rpm, Min Vooralrm menu [41B] - [4181] Onderbelas 43346%, 43347 rpm, ting...
  • Pagina 176: Procesbeveiliging [420]

    Minimale absolute marge [41D] 11.6.2 Procesbeveiliging [420] Dit menu wordt weergegeven bij gebruik van “Lastcurve R” Submenu met instellingen voor de beveiligingsfuncties voor Stel de absolute minimale marge van de lastcurve in % van de frequentieregelaar en de motor. het nominale motorkoppel in. Netonderbreking [421] MinAbsMarg Als er dip in de netvoeding optreedt en de...
  • Pagina 177 Rotor blokk [422] Voltlimiet [424] Als de functie rotor blokkeren is ingeschakeld, zal de Wordt gebruikt om de overspanningsregelfunctie uit te frequentieregelaar de motor en de toepassing beschermen bij schakelen als uitsluitend remmen via remchopper en vastlopen tijdens het opvoeren van het motortoerental weerstand nodig is.
  • Pagina 178: I/O's En Virtuele Verbindingen [500]

    11.7 I/O’s en virtuele [511] AnIn1 Funct = Proces Ref. [512] AnIn1 Setup = 4-20 mA verbindingen [500] [5134] AnIn1 FcMin = Min (0 rpm) [5136] AnIn1 Fc Max = Max (1500 rpm) Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen [5138] AnIn1 Oper = Add+ en -uitgangen van de frequentieregelaar.
  • Pagina 179 Berekening: De spanningsingang heeft een vaste AnIn1 = (8-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 1200 rpm drempel van (Live Zero) van 2 V en regelt 2–10V AnIn2 = (4-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 600 rpm het volledige bereik voor het De actuele procesreferentie wordt dan: ingangssignaal.
  • Pagina 180 Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43204 Profibus-positie/index 169/108 100 % Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c84 Profinet IO-index 19588 2-10 V Lang, 1=0,01 mA, 4-20 mA Veldbusformaat 0,01 V Modbusformaat EInt Speciale functie: Omgekeerd referentie- 10 V signaal Als de AnIn-minimumwaarde hoger is dan de AnIn- Afb.
  • Pagina 181 AnIn1 Functie Min [5134] AnIn1 Functie Max [5136] Met Functie Max AnIn1 wordt de fysieke maximumwaarde Met AnIn1 Functie Min wordt de schaal van de fysieke aangepast aan de gekozen proceswaarde. De standaardschaal minimumwaarde aangepast aan de gekozen proceswaarde. is afhankelijk van de gekozen functie van AnIn1 [511]. Zie De standaardschaal is afhankelijk van de gekozen functie van Tabel 36.
  • Pagina 182 AnIn1 Operation [5138] AnIn1 actief [513A] Parameter om de analoge ingangsselectie via digitale ingang te activeren (DigIn is ingesteld op AnIn Select). 5138 AnIn1 Oper Standaard: Add+ 513A AnIn1Aktief Analoog signaal wordt opgeteld bij Add+ Standaard: gekozen functie in menu AnIn1 is altijd actief Analoog signaal wordt afgetrokken van Sub-...
  • Pagina 183 Communicatie-informatie AnIn3 Setup [518] Zelfde functies als AnIn1 Setup [512]. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43212 Profibus-positie/index 169/116 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c8c AnIn3 Setup Profinet IO-index 19596 Standaard: 4-20 mA Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Afhankelijk van Instelling van schakelaar S3 (controlprint) Selectie: Gelijk aan menu AnIn2 Geavanceerd [516] Zelfde functies en submenu’s als bij AnIn1 Geavanceerd...
  • Pagina 184: Digitale Ingangen [520]

    Communicatie-informatie 11.7.2 Digitale ingangen [520] Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43231 Profibus-positie/index 169/135 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4c9f OPMERKING: Extra ingangen worden beschikbaar Profinet IO-index 19615 als de I/O-optieprints worden aangesloten. Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Digitale ingang 1 [521] Om de functies van de digitale ingang te kiezen.
  • Pagina 185 Verhoogt de interne referentiewaarde op Liquid cooling laag niveau signaal. basis van de ingestelde Acc MotPot-tijd LC niveau OPMERKING: Het Liquid Cooling Niveau MotPot [333]. Heeft dezelfde functies als een is laag actief. Hoog "echte" motorpotentiometer, zie Tabel Rembevestigingsingang voor 122.
  • Pagina 186: Digitale Ingang 2 [522] Tot En Met Digitale Ingang

    Digitale ingang 2 [522] tot en met 11.7.3 Analoge uitgangen [530] digitale ingang 8 [528] Submenu met alle instellingen voor de analoge uitgangen. Er kan worden gekozen uit toepassings- en Zelfde functie als DigIn 1 [521]. Standaardfunctie voor frequentieregelaar-waarden om de actuele status te DigIn 8 is Reset.
  • Pagina 187 Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43251 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43252 Profibus-positie/index 169/155 Profibus-positie/index 169/156 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4cb3 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4cb4 Profinet IO-index 19635 Profinet IO-index 19636 Veldbusformaat UInt Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Modbusformaat UInt AnOut 1 Setup [532] Vooraf ingestelde schaal en offset van de Ref.
  • Pagina 188 AnOut1 Max [5332] AnOut1 Functie Min [5334] Deze parameter wordt automatisch weergegeven als Eigen Met AnOut1 Functie Min wordt de schaal van de fysieke mA of Eigen V is gekozen in menu AnOut1 Setup [532]. minimumwaarde aangepast aan de gekozen proceswaarde. Dit menu wordt op basis van de gekozen instelling De standaardschaal is afhankelijk van de gekozen functie van automatisch...
  • Pagina 189: Anout2-Functie

    Voorbeeld AnOut1-functie Waarde Max [5337] Stel de AnOut-functie voor Motorfrequentie in op 0 Hz, stel Met AnOut1 Functie WaMax definieert u een eigen waarde de AnOut-functie Min [5334] in op 'Eigen Definitie' en voor het signaal. Alleen zichtbaar als eigen definitie is AnOut1 VaMin[5335] = 0,0.
  • Pagina 190: Digitale Uitgangen [540]

    AnOut2 Geavanceerd [536] 11.7.4 Digitale uitgangen [540] Zelfde functies en submenu’s als bij AnOut1 Geavanceerd Submenu met alle instellingen voor de digitale uitgangen. [533]. Digitale uitgang 1 [541] AnOut2 Advan Stelt de functie van digitale uitgang 1 in. Communicatie-informatie OPMERKING: De hier beschreven definities gelden 43263-43267, voor de actieve uitgangsconditie.
  • Pagina 191 Het niveau voor Min Alarm of Max PumpMaster Alarm Activeer pomp master 4 Alarm is bereikt. Het niveau voor Min Vooralarm of PumpMaster Vooralarm Activeer pomp master 5 Max Vooralarm is bereikt. Max Alarm Het niveau voor Max Alarm is bereikt. PumpMaster Activeer pomp master 6 Het niveau voor Max Vooralarm is...
  • Pagina 192 Digitale uitgang 2 [542] Rem Fout Getript op remfout (niet vrijgegeven) Waarschuwing en voortdurende werking (koppel vasthouden) omdat OPMERKING: De hier beschreven definities gelden Rem Niet In rem niet werd ingeschakeld tijdens voor de actieve uitgangsconditie. stoppen. Fout opgetreden in ingebouwde Stelt de functie van digitale uitgang 2 in.
  • Pagina 193: Relais [550]

    11.7.5 Relais [550] Relais 3 [553] Submenu met alle instellingen voor de relaisuitgangen. De Stelt de functie voor relaisuitgang 3 in. relaismoduskeuze maakt het mogelijk om een "storingsbestendige" ("fail safe")relaiswerking te realiseren Relais 3 door het normaal gesloten contact te laten fungeren als het Standaard: normaal open contact.
  • Pagina 194: Virtuele Verbindingen [560]

    Relais 1 Mode [55D1] 11.7.6 Virtuele verbindingen [560] Functies voor het inschakelen van acht interne verbindingen 55D1 Relais1Mode van comparator-, timer- en digitale signalen zonder fysieke digitale in-/uitgangen bezet te houden. Virtuele Standaard: Sluiter verbindingen worden gebruikt om een digitale Het normaal open contact van het relais uitgangsfunctie draadloos op een digitale ingangsfunctie aan Sluiter...
  • Pagina 195: Virtuele Verbindingen 2-8 [563] Tot En Met [56G]

    Virtuele verbinding 1 Bron [562] 11.8 Logische functies en Met deze functie wordt de bron bepaald van de virtuele timers [600] verbinding. Zie DigOut1 voor beschrijvingen van de Met de comparators, logische functies en timers kunnen verschillende keuzemogelijkheden. voorwaardelijke signalen worden geprogrammeerd voor regelings- of signaleringsfuncties.
  • Pagina 196 CA1 setup [611] Het uitgangssignaal kan worden geprogrammeerd als een virtuele aansluiting en naar de digitale of relaisuitgangen. Analoge comparator 1, parametergroep. 6111 CA1 Waarde Analoge comparator 1, Waarde Standaard: Toerental [6111] ProcesWaard Instellen met Procesinstellingen [321] Keuze van de analoge waarde voor analoge Comparator 1 en [322] (CA1).
  • Pagina 197 Voorbeeld Referentiesignaal AnIn1 Automatisch RUN/STOP-signaal aanmaken via het analoge Max Toeren referentiesignaal. Het analoge stroomreferentiesignaal, 4-20 20 mA mA, is aangesloten op analoge ingang 1. "AnIn1 Setup", menu [512] = 4-20 mA en de drempel is 4 mA. Volledige schaal (100%) ingangssignaal op AnIn 1 = 20 mA. Als het referentiesignaal op AnIn1 toeneemt tot 80% van de drempel (4 mA x 0,8 = 3,2 mA), wordt de frequentieregelaar in de RUN-modus gezet.
  • Pagina 198: Min./Max. Instelbereik Voor Menu

    Analoge comparator 1, Voorbeeld Dit voorbeeld beschrijft, zowel voor hysterese als de Niveau Hoog [6112] windowcomparator, het normale gebruik van de constante Stelt de analoge comparator in op hoog niveau, met bereik NivoHI en NivoLO. volgens de geselecteerde waarde in menu [6111]. Menu Functie Instelling...
  • Pagina 199 Tabel 39 Opmerkingen bij Afb. 147 voor selectie Hysterese. Tabel 40 Opmerkingen bij Afb. 147 voor selectie Window. Beschrijving Beschrijving Hysterese Window Het referentiesignaal passeert de Niveau Het referentiesignaal passeert de waarde LO-waarde van onderen (positieve flank). voor Niveau HI van boven (signaal binnen De comparator CA1 verandert niet, dus de grenswaarden window), de uitgang van uitgang blijft laag.
  • Pagina 200: Analoge Comparator 1, Polariteit

    Analoge comparator 1, Analoge comparator 1, Polariteit Niveau laag [6113] [6115] Stelt het lage niveau voor de analoge comparator in, met Kiest hoe de gekozen waarde in [6111] dient te worden eenheid en bereik volgens de in het menu gekozen waarde behandeld vóór de analoge comparator, d.w.z.
  • Pagina 201: Ca2-Instelling

    Analoge comparator 2, Type [6114] = Window Niveau hoog [6122] [6115] Unipolar Functie is identiek aan analoge comparator 1, niveau hoog [6112] HI > 0 Analoge waar [6112]. [6113] LO > 0 [6111] 6122 CA2 NivoHi [6115] Bipolar Analoge waard [6112] HI >...
  • Pagina 202 Analoge comparator 2, Type [6124] Communicatie-informatie Functie is identiek aan analoge comparator 1, Type [6114]. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43471 Profibus-positie/index 170/120 6124 CA2 Type Index EtherCAT en CANopen (hex) 4d8f Standaard: Hysterese Profinet IO-index 19855 Veldbusformaat UInt Hysterese Hysterese-comparator Modbusformaat UInt Window Window- comparator Analoge comparator 3, Niveau Hi Communicatie-informatie...
  • Pagina 203 Analoge comparator, 3 Type [6134] CA4-instelling [614] Functie is identiek aan analoge comparator 1, niveau Type Analoge comparators 4, parametergroep. [6114]. Analoge comparator 4, Waarde 6134 CA3 Type [6141] Standaard: Hysterese Functie is identiek aan analoge comparator 1, waarde [6111]. Hysterese Hysterese-comparator Window...
  • Pagina 204 Communicatie-informatie Digitale comparatorinstelling [615] Digitale comparators, parametergroep. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43476 Profibus-positie/index 170/125 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4d94 Digitale comparator 1 [6151] Profinet IO-index 19860 Keuze van het ingangssignaal voor digitale comparator 1 Lang, 1=1 W, 0,1 A, 0,1 V, (CD1). °...
  • Pagina 205: Logische Uitgang Y [620]

    Digitale comparator 3 [6153] 11.8.2 Logische uitgang Y [620] Functie is identiek aan digitale comparator 1 [6151]. Met behulp van een expressie-editor kunnen de comparatorsignalen op logische wijze worden samengevoegd tot de Logic Y-functie. 6153 CD 3 De expressie-editor beschikt over de volgende functies: Standaard: Trip •...
  • Pagina 206 Venster [620] bevat nu de expressie voor Logic Y: Communicatie-informatie CA1&!A2&CD1 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43411 Profibus-positie/index 170/60 die moet worden gelezen als: Index EtherCAT en CANopen (hex) 4d53 (CA1&!A2)&CD1 Profinet IO-index 19795 Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt OPMERKING: Stel menu [624] in op “ ”...
  • Pagina 207: Logische Uitgang Z [630]

    Y Operator 2 [624] 11.8.3 Logische uitgang Z [630] Kiest de tweede operator voor de Logic Y-functie. 630 LOGIC Z Y Operator 2 CA1&!A2&CD1 Standaard: & · Indien (stip) is gekozen, is de Logic De expressie moet worden geprogrammeerd met behulp van Y-expressie klaar (als er slechts twee de menu's [631] tot en met [635].
  • Pagina 208: Timer1 [640]

    Z Comp 2 [633] 11.8.4 Timer1 [640] Kiest de tweede comparator voor de Logic Z-functie. De timerfuncties kunnen worden gebruikt als vertragingstimer of als interval met afzonderlijke Aan- en Uit-tijden (schakelmodus). In de vertragingsmodus wordt Z Comp 2 het uitgangssignaal T1Q hoog als de ingestelde Standaard: vertragingstijd is verstreken.
  • Pagina 209: Timer1-Vertraging

    Communicatie-informatie Timer 1 T1 [644] Als de timermodus is ingesteld op Schakelen en Timer 1 is Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43431 Profibus-positie/index 170/80 ingeschakeld, blijft deze timer automatisch schakelen op Index EtherCAT en CANopen (hex) 4d67 basis van de onafhankelijk programmeerbare aan- en uit- Profinet IO-index 19815 tijden.
  • Pagina 210: Timer2 [650]

    Timer1 Waard [649] 11.8.5 Timer2 [650] Timer1 Waard laat de actuele waarde van de timer zien. Zie de beschrijvingen voor Timer1. Timer1 Waarde Timer 2 Trig [651] Standaard: 0:00:00, uur:min:sec Timer2 Trig Bereik: 0:00:00–9:59:59 Standaard: Communicatie-informatie Zelfde selecties als voor Digitale uitgang 1, Selectie: 42921 uur menu [541].
  • Pagina 211: Tellers [660]

    Timer 2 T1 [654] 11.8.6 Tellers [660] Teller functie voor het tellen van pulsen en een signalering Timer 2 T1 op digitale uitgang als de teller specifieke hoge en lage limietwaardes heeft bereikt. Standaard: 0:00:00, uur:min:sec De teller wordt verhoogd op de positieve flanken van het trigger signaal, de teller wordt gewist zolang het resetsignaal Bereik: 0:00:00–9:59:59...
  • Pagina 212 Teller 1 Reset [6612] Communicatie-informatie Selectie van het digitale signaal dat wordt gebruikt als Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43574 resetsignaal voor teller 1. Teller 1 waarde wordt gewist naar 0 Profibus-positie/index 170/223 en vastgehouden op 0 zolang de reset-ingang actief is (hoog). Index EtherCAT en CANopen (hex) 4df6 Profinet IO-index 19958...
  • Pagina 213 Teller 2 [662] Teller 2 lage waarde [6624] Functie is identiek aan Teller 1 lage waarde [6614]. Zie de beschrijving voor teller 1 [661]. Teller 2 trigger [6621] 6624 C2 Wa Lo Functie is identiek aan Teller 1 trigger [6611]. Standaard: 6621 C2 Trig...
  • Pagina 214: Kloklogica [670]

    11.8.7 Kloklogica [670] Datum aan, klok 1 [6713] Groep 670 is alleen beschikbaar wanneer de Datum waarop het uitgangssignaal (CLK1) van de klok is frequentieregelaar is uitgerust met een vierregelig geactiveerd. bedieningspaneel (incl. RTC). Er zijn twee klokfuncties, Klok 1 en Klok 2. Elke klok heeft 6713 Klok1DatumA aparte instellingen voor Time on, Time Off, Date on, Date...
  • Pagina 215: Bedrijf/Status Weergeven [700]

    Communicatie-informatie 11.9 Bedrijf/status weergeven Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43612 [700] Profibus-positie/index Menu met parameters voor het weergeven van alle werkelijke Index EtherCAT en CANopen (hex) bedrijfsgegevens, zoals toerental, koppel en vermogen. Profinet IO-index Veldbusformaat Modbusformaat 11.9.1 Bedrijf [710] OPMERKING: Zorg dat de juiste tijd- en ProcesWaarde [711] datuminstellingen worden ingesteld voor de real-time klok, menugroep [740] “Klok”.
  • Pagina 216: Frequentie

    Koppel [713] Communicatie-informatie Geeft het actuele askoppel weer. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31006 Profibus-positie/index 121/150 Index EtherCAT en CANopen (hex) 23ee Koppel Profinet IO-index 1006 Eenheid: %, Nm Veldbusformaat Lang, 1=1W Modbusformaat EInt Resolutie: 1%, 0,1 Nm Stroom [716] Communicatie-informatie Geeft de actuele uitgangsstroom weer. 31003 Nm Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31004 %...
  • Pagina 217 Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31009 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31012, 31013, 31014 Profibus-positie/index 121/153 121/156 Profibus-positie/index 121/157 Index EtherCAT en CANopen (hex) 23f1 121/158 Profinet IO-index 1009 Index EtherCAT en CANopen (hex) 23f4, 23f5, 23f6 Veldbusformaat Lang, 1=0,1 Hz Profinet IO-index 1012, 1013, 1014 Modbusformaat EInt Veldbusformaat...
  • Pagina 218: Status [720]

    11.9.2 Status [720] Omschrijving van communicatieformaat Gebruikte integerwaarden en bits Frequentieregelaar Status [721] Vertegenwoordiging integerwaarde Geeft de algehele status van de frequentieregelaar aan. Actieve Parameterset, waarbij 1 - 0 0=A, 1=B, 2=C, 3=D Frequentie- regelaar Status Bron van regelwaarde referentie, waarbij 4 - 2 0=Rem, 1=Toets, 2=Com, 3=Optie Bron van opdracht voor Run/Stop/Reset, waarbij...
  • Pagina 219: Status Digitale Ingang

    Waarschuwing [722] Communicatie Waarschuwing Geeft de actuele of de laatste waarschuwingstoestand weer. integerwaarde Een waarschuwing treedt op als de frequentieregelaar een Niet in gebruik trip-conditie benadert, maar nog steeds in bedrijf is. Tijdens Kraan comm een waarschuwingstoestand zal de rode trip-led gaan knipperen zolang de waarschuwing actief is.
  • Pagina 220: Digoutstatus

    Status digitale uitgang [724] De eerste regel geeft de analoge ingangen aan. Geeft de status aan van de digitale uitgangen en relais aan. AnIn 1 Zie Afb. 156. AnIn 2 RE geeft de status aan van de relais in positie: Van boven naar beneden gelezen vanaf de eerste naar de tweede regel wordt de status van de bijbehorende ingang in 1 Relais1...
  • Pagina 221: Vio Status [72C]

    De eerste regel geeft de analoge uitgangen aan. MSB GebiedD [72B2] Statusbits 16 en hoger. 1 AnOut 1 zie Hoofdstuk 10.2.1 pagina 87 2 AnOut 2 Communicatie-informatie Van boven naar beneden gelezen vanaf de eerste naar de tweede regel wordt de status van de bijbehorende uitgang in Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30182 % getoond:...
  • Pagina 222: Opgeslagen Waarden [730]

    11.9.3 Opgeslagen waarden [730] Communicatie-informatie De weergegeven waarden zijn de feitelijke waarden die in de 31031:31032:31033 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: (uur:min:sec) loop van de tijd zijn opgebouwd. Waarden worden 121/175:121/176: 121/ opgeslagen bij uitschakeling en bij inschakeling weer Profibus-positie/index bijgewerkt. 2407 : 2408 : Index EtherCAT en CANopen (hex) 2409 Run Tijd [731]...
  • Pagina 223: Tripgeheugen Bekijken [800]

    11.10 Tripgeheugen bekijken Tripmelding [811]-[81Q] De informatie van de statusmenu's wordt gekopieerd naar [800] het tripmeldingslog als er een trip plaatsvindt. Hoofdmenu met parameters voor het bekijken van alle opgeslagen tripgegevens. In totaal slaat de frequentieregelaar Gekopieerd de laatste 9 trips op in het tripgeheugen. Het tripgeheugen Tripmenu Beschrijving wordt geactualiseerd op basis van het FIFO-principe (First...
  • Pagina 224: Tripmeldingen [82P] - [89P]

    Voorbeeld: 11.10.3 Tripmeldingen [82P] - [89P] Afb. 160 toont het derde tripgeheugenmenu [830]: Trip Zelfde informatie als voor menu [810]. overtemperatuur vond plaats na 1396 uur en 13 minuten Communicatie-informatie Run-tijd Tripgeheugenli 830 Overtemp 31151-31185 31201-31235 1396h:13m 31251-31285 Modbus-instancenr./ 31301-31335 DeviceNet-nr.: 31351-31385 Afb.
  • Pagina 225: Tripgeheugen Resetten [8A0]

    11.10.4 Tripgeheugen resetten 11.11 System Data [900] [8A0] Hoofdmenu voor het bekijken van alle systeemgegevens voor de frequentieregelaar. Hiermee wordt de inhoud van de 9 tripgeheugens gereset. Reset Trip L 11.11.1 VSD Data [920] Standaard: Type frequentieregelaar [921] Toont het type van de frequentieregelaar op basis van het typenummer.
  • Pagina 226 Communicatie-informatie Unit Naam [923] Mogelijkheid om een naam voor de eenheid voor service of 31038 softwareversie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31039 optieversie klantenidentificatie in te voeren. Met deze functie kan de Profibus-positie/index 121/182-183 gebruiker een naam met maximaal 12 tekens op te geven. Index EtherCAT en CANopen (hex) 240e, 240f Gebruik de toetsen Prev en Next om de cursor naar de...
  • Pagina 227: Bluetooth (Optie) Id-Nummer Toestel

    11.12 Bluetooth (optie) ID- 11.12.1 Realtimeklok Dit vierregelig bedieningspaneel (PPU) heeft een nummer toestel ingebouwde realtimeklok. Dit betekent dat de actuele U hebt een vierregelige PPU-eenheid met datum en tijd worden weergegeven bij bv. een trip-toestand. bluetoothcommunicatie (optie, zie hoofdstuk Opties) nodig Er is een ingebouwde condensator zodat de klok ook bij een stroomonderbreking blijft werken.
  • Pagina 228 Communicatie-informatie 42604, 42605, Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 42606 (J,M,D) 167/18,167/19, Profibus-positie/index 167/20 Index EtherCAT en CANopen (hex) 4a2c, 4a2d, 4a2e 18988, 18989, Profinet IO-index 18990 Veldbusformaat Lang, 1=1 J/M/D Modbusformaat EInt Weekdag [933] Weergave van actuele weekdag, alleen-lezen. Weekdag Standaard: Maandag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag...
  • Pagina 229: Opsporen Van Fouten, Diagnose En Onderhoud

    12. Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud 12.1 Trips, waarschuwingen en "Waarschuwing" • De regelaar benadert een triplimiet. limieten • Waarschuwingsrelais of -uitgang is actief (indien geko- Om de frequentieregelaar te beveiligen, worden de zen). belangrijkste bedrijfsvariabelen continu bewaakt door het •...
  • Pagina 230: Triptoestanden, Oorzaken En Oplossingen

    12.2 Triptoestanden, oorzaken Tabel 43 Lijst met trips en waarschuwingen en oplossingen Trip/ Trip Waarsch.- Waarschuwing Keuzes (Normaal/ indicatoren De tabel verderop in deze paragraaf is bedoeld als berichten Zacht) (gebied D) basishulpmiddel bij het zoeken naar de oorzaak van een Normaal/ Motor I Trip/Uit/Limiet...
  • Pagina 231: Technisch Gekwalificeerd Personeel

    12.2.1 Technisch gekwalificeerd personeel Installatie, inbedrijfstelling, demontage, metingen enz. van of aan de frequentieregelaar mogen alleen worden uitgevoerd door technisch gekwalificeerd personeel. 12.2.2 Frequentieregelaar openen WAARSCHUWING! Schakel altijd de netspanning uit als het nodig is de frequentieregelaar te openen en wacht minstens 7 minuten om de condensatoren de tijd te geven zich te ontladen.
  • Pagina 232 Tabel 44 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Bouwvorm Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Controleer op mechanische overbelasting van de t-waarde is overschreden. motor of de aandrijfmechanismen (lagers, tand- Motor I Overbelasting van de motor volgens de wielkasten, kettingen, riemen enz.) “I t”...
  • Pagina 233 Tabel 44 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Bouwvorm Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Mist Encoder optie, encoderkabel of Controleer encoder optie print. encoderpulsen. Controleer encoderkabel en -signalen. Afwijking in motortoerental tussen Controleer werking van motor. referentie en gemeten waargenomen Controleer instellingen voor afwijking toerental Encoder toerental.
  • Pagina 234 Tabel 44 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Bouwvorm Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Desat Check on bad motor cable connections 002 - 105 Check on bad earth cable connections Desat U+ * Failure in output stage, Check on water and moisture in the Desat U- * - desaturation of IGBTs motor housing and cable connections...
  • Pagina 235: Onderhoud

    12.3 Onderhoud De frequentieregelaar is zo ontworpen dat er minimale service en onderhoud nodig is. Er zijn echter een aantal punten die wel regelmatig moeten worden gecontroleerd om de levensduur van het product te optimaliseren. • Houd de frequentieregelaar schoon en de koeling effici- ënt (schone luchtinlaten, profiel koellichaam, onderde- len, componenten enz.) •...
  • Pagina 236 Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 237: Opties

    13. Opties 13.2 Sets voor extern De standaard beschikbare opties worden hier kort beschreven. Sommige opties hebben een eigen bedieningspaneel gebruiksaanwijzing of installatiehandleiding. Neem voor (vierregelig) meer informatie contact op met uw leverancier. Zie ook "Technische catalogus frequentieregelaars" voor meer details. 13.2.1 Set bedieningspaneel, 13.1 Bedieningspaneel...
  • Pagina 238: Opties Voor Extern Bedieningspaneel (Tweeregelig)

    13.4 Handbedieningspaneel 2.0 Bestelnummer Beschrijving Handbedieningspaneel 2.0 compleet voor 01-5039-00 FDU/VFX2.0 of CDU/CDX 2.0 Tweeregelige PPU Handbedieningspaneel 2.0 compleet voor 01-5039-30 FDU/VFX2.0 of CDU/CDX 2.0 Vierregelige PPU Afb. 165 Set bedieningspaneel, inclusief bedieningspaneel. Externe IP54-bedieningspaneel geschikt voor montage op een paneeldeur. Deze optie moet worden gebruikt in combinatie met een frequentieregelaarmodule met een leeg bedieningspaneel.
  • Pagina 239: Wartelsets

    13.5 Wartelsets 13.7 Remchopper Wartelsets zijn verkrijgbaar voor de bouwvormen B, C en D. Alle frequentieregelaars met kabelinlaat aan de korte kant kunnen worden uitgerust met een optionele ingebouwde Optionele wartelsets zijn verkrijgbaar voor de IP54- remchopper. De remweerstand moet buiten de bouwvormen B, C, D, C69 en D69.
  • Pagina 240 Tabel 46 Remweerstand FDU48 V-typen Rmin [ohm] bij Rmin [ohm] bij Tabel 47 Remweerstand FDU52 V-typen Type voeding 380-415 voeding 440-480 Rmin [ohm] bij Rmin [ohm] bij Type voeding 440-480 voeding 500-525 FDU48- FDU52- -004 -006 -004 -008 -006 -010 -008 -013 -010...
  • Pagina 241: I/O-Print

    Voor de Emotron FDU wordt deze functie alleen gebruikt voor het uitlezen van het toerental of voor de spinstartfunctie. Geen toerentalregeling. CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 242: Standby-Voedingsoptie

    13.12 Standby-voedingsoptie Bestelnummer Beschrijving Sluit de voedings- Set stand-byvoeding voor namontage. print aan op de 01-3954-00 Niet voor bouwvormen D, D2, FA, FA2, C69, twee blauwe aansluitklemmen D69, C2(69) en D2(69). gemarkeerd met A- en B+ De stand-byvoedingsoptie biedt de mogelijkheid om het 0 V naar A- communicatiesysteem in bedrijf te houden zonder dat de 3- 24 V naar B+...
  • Pagina 243: Safestop-Optie

    13.13 SafeStop-optie voedingsspanning naar de drivercircuits is uitgeschakeld. Zie Tabel 49 voor de contactaansluitingen. Voor een SafeStop-configuratie met Safe Torque Off (STO) Voor het bewaken van de "Enable"-functie kan de keuze conform EN-IEC 62061:2005 SIL 3 & EN-ISO 13849- "RUN" op een digitale uitgang worden gebruikt. Raadpleeg 1:2006 dienen de volgende drie acties te worden uitgevoerd: “11.7.4 Digitale uitgangen [540]”...
  • Pagina 244: Specificatie

    Tabel 49 Specificatie van Safe Stop-optieprint Naam Functie Specificatie Inhibit + Drivercircuits van DC 24 V stroomgeleiders (20–30 V) Inhibit - blokkeren. contactrelai Feedback, bevestiging 48 V s K2 van geactiveerde 30 V /2 A blokkering (inhibit). P contact- relais K2 Voedingsaarde.
  • Pagina 245: Emc-Filter Van Klasse C1/C2

    (PEBB's) (frametype G - K69) worden geleverd met een koppelunit om de PEBB's aan elkaar te koppelen. Deze Emotron frequentieregelaars van CG Drives & Automation eenheden zijn voorzien van rubberen slangen met lekvrije zijn ook verkrijgbaar als aandrijvingen met lage harmonische snelkoppelingen.
  • Pagina 246 Opties CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 247: Technische Gegevens

    14.1 Elektrische specificaties per model Opmerking: Gebruik motor met nominale stroom voor afmeting frequentieregelaar. Emotron FDU 2.0 - IP20/21 -uitvoering Tabel 50 Typisch motorvermogen bij netspanning van 230 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max.
  • Pagina 248 Tabel 52 Typisch motorvermogen op netspanning van 575 en 690 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar 500 - 690 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min per 10 min) (150%, 1 min per 10 min) uitgangss Model FDU Bouwvorm Vermogen Vermogen Nominale...
  • Pagina 249 Emotron FDU 2.0 - IP54-uitvoering (Model 48-300 en hoger ook verkrijgbaar als IP20) Tabel 53 Typisch motorvermogen bij netspanning van 230 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min per 10 min)
  • Pagina 250 Tabel 54 Typisch motorvermogen bij netspanning van 400 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min per 10 min) (150%, 1 min per 10 min) Bouwvorm uitgangsstr Model FDU (Aantal Vermogen Nominale Vermogen bij Nominale...
  • Pagina 251 Tabel 55 Typisch motorvermogen bij netspanning van 460 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min per 10 min) (150%, 1 min per 10 min) Bouwvorm uitgangss Model FDU (Aantal Vermogen Nominale Vermogen Nominale...
  • Pagina 252 Emotron FDU 2.0 - IP54-uitvoering (Model 69-250 en hoger ook verkrijgbaar als IP20) Tabel 56 Typisch motorvermogen bij netspanning van 525 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar, voor FDU52: 440 - 525 V en voor FDU69: 500 - 690 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max.
  • Pagina 253 Tabel 57 Typisch motorvermogen op netspanning van 575 en 690 V. Bereik hoofdspanning frequentieregelaar 500 - 690 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf (120 %, 1 min per 10 min) (150%, 1 min per 10 min) Max. Bouwvorm uitgang Nominal Model FDU (Aantal Vermoge Vermoge...
  • Pagina 254: Algemene Elektrische Specificaties

    14.2 Algemene elektrische specificaties Tabel 58 Algemene elektrische specificaties Algemeen Netspanning: FDU48 230-480 V +10%/-15% (-10% bij 230 V) FDU52 440-525 V +10%/-15% FDU69 500-690 V +10%/-15% Netfrequentie: 45-65 Hz Onbalans netspanning: max. ± 3,0 % van nominale ingangsspanning fase-fase. Arbeidsfactor ingang: 0,95 Uitgangsspanning:...
  • Pagina 255: Werking Bij Hogere Temperaturen

    14.3 Werking bij hogere temperaturen De meeste frequentieregelaars van Emotron zijn bedoeld om te werken tot een omgevingstemperatuur van maximaal 40 °C (104 °F). Bouwvormen C69/D69/C2(69)/D2(69) zijn geclassificeerd op 45 °C (113 °F). Maar de frequentieregelaar kan ook bij hogere temperaturen worden gebruikt mits het nominale uitgangsvermogen is verlaagd.
  • Pagina 256: Afmetingen En Gewichten

    14.5 Afmetingen en gewichten De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afmetingen en gewichten. De modellen 002 t/m 295 en 365 zijn verkrijgbaar in IP54-uitvoering als wandgemonteerde modules. De modellen 300 t/m 3K0 bestaan uit 2, 3, 4 ..15 parallelle 'power electronic building blocks' (PEBB), verkrijgbaar in IP20-uitvoering als wandgemonteerde modules en in IP54-uitvoering als gemonteerde...
  • Pagina 257 Tabel 61 Mechanische specificaties, FDU69 voor IP20-module en IP54 IP20-module IP54 Gewicht Gewicht IP54 Modellen Bouwvorm Afm. H x B x D Afm. H x B x D IP20 kg (lb) mm (in) mm (in) kg (lb) 440/512* x 178 x 314 002 tot 025 –...
  • Pagina 258: Afmetingen En Gewicht Voor Modellen Emotron Fdu48 - Ip20/21-Uitvoering

    Afmetingen en gewicht voor modellen Emotron FDU48 - IP20/21-uitvoering De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afmetingen en gewicht van de Emotron FDU IP20/21-uitvoering. Deze frequentieregelaars zijn verkrijgbaar als wandgemonteerde modules: De versie IP20 is geoptimaliseerd voor montage in een kast.
  • Pagina 259: Omgevingscondities

    14.6 Omgevingscondities Tabel 64 Bedrijf Parameter Normaal bedrijf ° ° ° ° Nominale omgevingstemperatuur C-40 C (32 F - 104 F) Zie hoofdstuk hoofdstuk 14.3 pagina 251 voor andere condities ° ° ° ° C-45 C (32 F - 113 F) voor bouwvormen C69/D69/C2(69)/D2(69) Atmosferische druk 86–106 kPa (12,5 - 15,4 PSI)
  • Pagina 260: Zekeringen En Wartels

    14.7 Zekeringen en wartels 14.7.1 Volgens IEC-waarden Gebruik netzekeringen van het type gL/gG conform IEC OPMERKING: De afmetingen van de zekering en de 269 of onderbrekers met vergelijkbare eigenschappen. kabeldoorsnede zijn afhankelijk van de toepassing en Controleer eerst de apparatuur voordat u de wartels moeten worden bepaald in overeenstemming met de installeert.
  • Pagina 261 Tabel 66 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels voor de modellen FDU48 en FDU52 Maximale Wartels (klembereik) * Nominale waarde Model FDU ingangsstroom zekering net/motor ##-210-54 (Ø23 - 55 mm (0,9 - 2,16 in)) (Ø17- 42 mm (0,67 - 1,65 in)) flexibele kabeldoorvoer of M63- flexibele kabeldoorvoer of M50- ##-228-54 opening.
  • Pagina 262 Tabel 67 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels voor de 690 V-modellen Maximale Wartels (klembereik) * Nominale waarde Model FDU ingangsstroom zekering net/motor 69-002-54 M32 (8 - 17 / 9 - 17 mm) M25 (9 - 17 mm) 8 - 12 mm (0,32 - 0,47 inch) 69-002-20 12 - 16 mm (0,47 - 0,63 inch) 69-003-54...
  • Pagina 263 Tabel 67 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels voor de 690 V-modellen Maximale Wartels (klembereik) * Nominale waarde Model FDU ingangsstroom zekering net/motor 69-250-IP 69-300-IP 69-375-IP 69-400-IP 69-430-IP 69-500-IP 69-595-IP 69-650-IP 69-720-IP 69-800-IP 69-905-IP 69-995-IP 1000 69-1K2-IP 1037 1250 69-1K4-IP 1213 1500 69-1K6-IP 1382 1600...
  • Pagina 264: Zekeringen Volgens Nema-Normering

    14.7.2 Zekeringen volgens NEMA- Tabel 68 Type en zekering normering Netzekeringen Ingangs Model stroom Ferraz- Klasse J TD [Arms] Shawmut type Tabel 68 Type en zekering 48-1K0 1000 A4BQ1000 Netzekeringen Ingangs 48-1K15 1000 A4BQ1000 Model stroom 48-1K2 1037 1200 A4BQ1200 Ferraz- Klasse J TD [Arms]...
  • Pagina 265: Stuursignalen

    14.8 Stuursignalen Tabel 69 Aansluitkle Naam Functie (standaard) Signaal Type m X1 +10 V +10 VDC voedingsspanning +10 VDC, max 10 mA uitgang 0 -10 VDC of 0/4–20 mA AnIn1 Proces Ref bipolar: -10 - +10 VDC of -20 - +20 analoge ingang 0 -10 VDC of 0/4–20 mA AnIn2...
  • Pagina 266 Technische gegevens CG Drives & Automation 01-5325-03r5...
  • Pagina 267: Menulijst

    15. Menulijst Op onze internet site in het Bestandsarchief staat de lijst “Com- Fabrieksinstelli Klant Pagina municatie informatie” en een lijst om parametersets instellin- gen vast te leggen . 22J2 Rs (Ω/ph) [Motor] 22J3 Lsd (mH/ph) [Motor] Fabrieksinstelli 22J4 Lsq (mH/ph) [Motor] Klant Pagina...
  • Pagina 268 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Pagina Klant Pagina 2631 Adres 33F Rem vasthoud 0,00 s 2632 PrData Mode Basis 33G Vectorremmen 2633 Read/Write 33H Rem Fout 1,00 s 2634 AddPrValue 33I Rem Los NM 2635 CANBaudrate 33K Start Vector 264 Comm Fout 340 Toerental 2641 CommFt Mode Uit 341 Min Toeren...
  • Pagina 269 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Pagina Klant Pagina 39H1 Rst Run Tm1 10,00 V/20,00 5133 AnIn1 Bipol 39I Run Tijd 2 00:00:00 5134 AnIn1 FcMin 39I1 RstRunTijd2 5135 AnIn1 WaMin 39J Run Tijd 3 00:00:00 5136 AnIn1 FcMax 39J1 RstRunTijd3 5137 AnIn1 WaMax 0 39K Run Tijd 4 00:00:00 5138 AnIn1 Oper...
  • Pagina 270 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Pagina Klant Pagina 52A B1 DigIn 2 560 Virtueel I/O 52B B1 DigIn 3 561 VIO 1 Doel 52C B2 DigIn 1 562 VIO 1 Bron 52D B2 DigIn 2 563 VIO 2 Doel 52E B2 DigIn 3 564 VIO 2 Bron 52F B3 DigIn 1 565 VIO 3 Doel...
  • Pagina 271 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Pagina Klant Pagina 634 Z Operator 2 & 724 DigOutStatus 635 Z Comp 3 725 AnIn 1 2 640 Timer1 726 AnIn 3 4 641 Timer1 Trig 727 AnOut 1 2 642 Timer1 Mode 728 IO Status B1 643 Timer1 Vert 0:00:00 729 IO Status B2...
  • Pagina 272 Fabrieksinstelli Klant Pagina 922 Software 9221 Build Info 9222 Build ID 923 Unit Naam 924 Bluetooth-ID 930 Klok 931 Tijd 932 Datum 933 Weekdag 268 Menulijst CG Drives & Automation, 01-5325-03r5...
  • Pagina 273: Inhoud

    Inhoud Bovenbandlimiet ......162 Bovenste afdekking ......241 Geheugen ........68 Geheugen bedieningspaneel Symbols Alle instellingen naar Cascade-regeling ......71 bedieningspaneel kopiëren ..122 +10 VDC Voedingsspanning ..261 CE-markering ........12 Frequentie ......174 +24 VDC voedingsspanning ..261 Checklijst .........76 Geluidskenmerken ......112 Code Deblok .........107 Getwiste kabels ........
  • Pagina 274 (213) ........104 (25Q) ........129 (369) ........154 (214) ........105 (25R) ........129 (380) ........155 (25S) ........129 (215) ........105 (381) ........155 (216) ........106 (25T) ........129 (383) ........155 (217) ........106 (25U) ........129 (384) ........155 (218) ......107, 109 (260) ........130 (385) ........
  • Pagina 275 (522) ........182 (720) ........214 Onderbelasting ........ 69 (529-52H) ......182 (721) ........214 Onderbelastingsalarm ....167 (722) ........215 Onderbreken ......133, 134 (531) ........182 (532) ........183 (723) ........215 Onderhoud ........231 (533) ........183 (724) ........216 Ontmanteling en verschrotting ..12 (534) ........185 (725) ........216 Opties ........
  • Pagina 276 Remlostoerental ......146 Toets Toggle .......91, 95 Remvasthoudtijd ....146 Toetsenreferentie ......154 Transferfrequentie ......163 Vectorremmen ......146 Remfuncties Trip ...........90, 94 Frequentie ......174 Tripmeldingslog ......219 Remlostoerental ......146 Tripoorzaken en oplossingen ..226 Remweerstanden ......235 Trips, waarschuwingen en limieten ..225 Reset-commando ......180 Typecodenummer ......10 Resetsignaal ........106 Resolutie ........101 Restspanning tussenkring ....2 Uitgangsspanning ......212...
  • Pagina 278 Telefoon: +31 (0)497 389 222 drives.service@cgglobal.com info.se@cgglobal.com info.de@cgglobal.com Fax: +31 (0)497 386 275 info.nl@cgglobal.com CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.emotron.com/www.cgglobal.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfx 2.0

Inhoudsopgave