Stap 4: Scherpstelling
1
Druk de ontspanknop half in.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
Het actieve scherpstelpunt wordt weergegeven.
Als het onderwerp slecht belicht is, klapt de flitser
mogelijk op en gaat de AF-hulpverlichting mogelijk
branden.
2
Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Zodra de scherpstelbewerking is voltooid,
s
verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de
zoeker.
Scherpstel-
aanduiding
I
2
4
2
4
2 4
(knippert)
Zolang als de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de scherpstelling
vergrendeld en wordt het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het
buffergeheugen ("t"; 0 84) in de zoekerweergave getoond.
Stap 5: Fotograferen
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en de foto vast te leggen. Het
toegangslampje van de geheugenkaart naast het deksel
van de geheugenkaartsleuf brandt terwijl de foto wordt
vastgelegd op de geheugenkaart. Werp de
geheugenkaart niet uit of verwijder of ontkoppel niet de
voedingsbron voordat het toegangslampje uit is en de
opname is voltooid.
38
Beschrijving
Onderwerp is scherp.
Het scherpstelpunt bevindt zich tussen
camera en onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het
onderwerp.
Camera kan niet scherpstellen met autofocus.
Zie pagina 98.
Scherpstelpunt
Scherpstelaan-
Buffercapaciteit
duiding
Toegangslampje
geheugenkaart