Stap 3: De foto kadreren
1
Maak de camera gereed.
Wanneer u foto's in de zoeker kadreert, houdt u de
handgreep in uw rechterhand en ondersteunt u de
camerabody of het objectief met uw linkerhand.
Houd ter ondersteuning uw ellebogen lichtjes
tegen uw lichaam gedrukt en plaats één voet een
halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel
te houden. Houd bij het kadreren van foto's in de
portretstand (staand) de camera vast zoals
aangeduid onderaan de drie afbeeldingen die
rechts worden weergegeven.
In de j-stand is de sluitertijd traag wanneer er
weinig licht is; gebruik van een statief wordt
aanbevolen.
2
Kadreer de foto.
Kadreer een foto in de zoeker met het
hoofdonderwerp tussen de AF-veldhaakjes.
A
Een zoomobjectief gebruiken
Gebruik de zoomring om in te zoomen op het onderwerp
zodat deze een groter gebied van het beeld vult, of zoom uit
om het zichtbare gebied in de definitieve foto te vergroten
(selecteer langere brandpuntsafstanden op de schaal van de
brandpuntsafstand van het objectief om in te zoomen, kortere
brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
Scherpstelhaakjes
AF-veld
Inzoomen
Zoomring
Uitzoomen
s
37