Opname (alle standen)
Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen.
Ontspanknop uitgeschakeld:
• De geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet ingebracht (0 29, 31).
• Vergrendel ontspanknop is geselecteerd voor Persoonlijke instelling f7 (Ontspannen bij geen
kaart; 0 246) en er is geen geheugenkaart geplaatst (0 32).
• De ingebouwde flitser is aan het opladen (0 39).
• Camera is niet scherpgesteld (0 38).
• CPU-objectief met diafragmaring bevestigd maar het diafragma is niet vergrendeld op de
hoogste f-waarde. Als B wordt weergegeven in het bedieningspaneel, selecteer
Diafragmaring voor persoonlijke instelling f5 (Functie instelschijven inst.) > Instellen
diafragma om de diafragmaring te gebruiken voor het aanpassen van het diafragma (0 245).
• Een objectief zonder CPU is bevestigd, maar de camera staat niet in stand A of M (0 288).
Camera reageert traag op de ontspanknop: Selecteer Uit voor persoonlijke instelling d10
(Belichtingsvertragingsstand; 0 231).
Er is geen foto genomen terwijl de ontspanknop op afstand werd ingedrukt:
• Plaats de batterij in de afstandsbediening terug (0 298).
• Kies de ontspanstand van de afstandsbediening (0 85).
• De flitser is aan het opladen (0 87).
• De tijd geselecteerd voor persoonlijke instelling c5 (Afstandsbediening, 0 228) is verlopen:
druk de ontspanknop van de camera half in.
• Helder licht zorgt voor storing met de afstandsbediening.
Foto's zijn niet scherp:
• Draai de selectieknop voor de focusstand naar AF (0 97).
• Camera kan niet scherp stellen met autofocus: gebruik handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling (0 102, 103).
Scherpstelling vergrendelt niet wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: Gebruik de A AE-L/AF-L-knop om
de scherpstelling te vergrendelen wanneer AF-C is geselecteerd als focusstand of bij het fotograferen
van bewegende onderwerpen in AF-A stand.
Kan geen scherpstelpunt selecteren:
• Ontgrendel de vergrendeling van de scherpstelselectieknop (0 101).
• Automatisch veld-AF of gezichtprioriteit-AF voor AF-veldstand: kies een andere stand.
• Camera is in weergavestand (0 177) of de menu's zijn in gebruik (0 207).
• Druk de ontspanknop half in om de monitor uit te schakelen of de stand-by-timer te starten
(0 39).
Kan de AF-veldstand niet selecteren: Handmatige scherpstelling geselecteerd (0 55, 103).
Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt in de continu opnamestand slechts één foto gemaakt: Continue
opname is niet beschikbaar als de ingebouwde flitser afgaat (0 145).
Beeldformaat kan niet worden gewijzigd: Beeldkwaliteit ingesteld op NEF (RAW) (0 93).
Camera fotografeert traag: Schakel ruisonderdrukking lange tijdopnamen uit (0 218).
n
317