A
Het buffergeheugen
De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke
opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto's op de
geheugenkaart worden opgeslagen. Er kunnen maximaal 100
foto's na elkaar worden gemaakt. Merk echter op dat de
beeldsnelheid afneemt zodra de buffer vol is (t00). Terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt, geeft de opnameteller in de
zoeker en het bedieningspaneel het geschatte aantal beelden
aan dat bij de huidige instellingen kan worden opgeslagen in de
buffer. In de illustratie rechts ziet u de weergave wanneer de buffer nog voldoende ruimte heeft
voor circa 28 foto's.
Terwijl de foto's op de geheugenkaart worden vastgelegd, brandt het toegangslampje naast de
geheugenkaartsleuf. Afhankelijk van de opnameomstandigheden en prestaties van de
geheugenkaart, kan het enkele seconden tot enkele minuten duren om een foto op te slaan. U
mag de geheugenkaart niet verwijderen en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen voordat
het toegangslampje uit is. Als u de camera uitzet terwijl de buffer nog gegevens bevat, wordt de
camera pas uitgeschakeld nadat alle foto's in de buffer zijn opgeslagen. Als de batterij leeg raakt
terwijl de buffer nog foto's bevat, wordt de ontspanknop geblokkeerd en worden de foto's
overgezet naar de geheugenkaart.
A
Livebeeld
Als een continu ontspanstand wordt gebruikt tijdens livebeeldfotografie (0 49) of in
filmlivebeeld (0 57), worden foto's weergegeven in plaats van het beeld dat zichtbaar is door het
objectief terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
k
A
Zie ook
Zie persoonlijke instelling d6 (Max. aant. continu-opnamen, 0 230) voor informatie over het
kiezen van het maximaal aantal foto's dat in serieopname kan worden gemaakt. Zie pagina 335
voor informatie over het aantal foto's dat in serieopname kan worden gemaakt.
84