Download Print deze pagina

Advertenties

DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Nikon D700

  • Pagina 1 DIGITALE CAMERA Gebruikshandleiding...
  • Pagina 2 Waar kunt u het vinden Vind wat u zoekt in: ➜ De vraag- en antwoordindex p. iv–ix Weet u wat u wilt, maar weet u de naam van de functie niet? Zoek het op in de vraag- en antwoordindex. ➜ De inhoud p.
  • Pagina 3 Inhoud van de verpakking Controleer of alle hier vermelde onderdelen bij de camera zijn geleverd. Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht. • D700 digitale • Bodydop • BM-9 beschermkap camera (p. 3) (p. 36, 388) voor lcd-monitor (p. 21) • EN-EL3e oplaadbare •...
  • Pagina 4 Corporation. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. PictBridge is een handelsmerk. Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
  • Pagina 5 Inleiding Tutorial Opties voor beeldopname Scherpstelling Ontspanstand ISO-gevoeligheid Belichting Witbalans Beeldoptimalisatie Flitsen Overige opnameopties Meer informatie over weergave Verbindingen Menugids Technische opmerkingen...
  • Pagina 6 vraag- en antwoordindex Vind wat u zoekt met deze vraag- en antwoordindex. Nieuwe functies Vraag Kernbegrip Zie pagina Hoe maak ik foto's in FX-formaat? Beeldgebied Hoe maak ik NEF (RAW)-foto’s van hoge 14-bits NEF (RAW) kwaliteit? Kan ik de monitor als zoeker gebruiken? Livebeeld Kan ik zelf bepalen hoe foto’s worden Beeldinstellingen...
  • Pagina 7 Kan ik de menu’s in een andere taal Taal (Language) weergeven? Kan ik de menu-instellingen opslaan om ze Instellingen opslaan/ op een andere D700-camera te gebruiken? laden Menu’s en aanduidingen Vraag Kernbegrip Zie pagina Hoe krijg ik meer informatie over een...
  • Pagina 8 Vraag Kernbegrip Zie pagina Wat betekenen deze aanduidingen? Zoeker, lcd-venster, opname- 8, 10, 12 Welke informatie wordt weergegeven in informatieweergave de opname-informatieweergave? Foutmeldingen en Wat betekent deze waarschuwing? waarschuwingsaandui- dingen Hoeveel lading heeft de batterij nog? Batterijniveau Hoe krijg ik meer informatie over de Batterij-informatie batterij? Hoe voorkom ik dat de...
  • Pagina 9 Vraag Kernbegrip Zie pagina Belichtingstand f Hoe kan ik bewegende onderwerpen scherp of met beweging vastleggen? (sluitertijdvoorkeuze) Hoe krijg ik achtergronddetails onscherp Belichtingstand g of hoe houd ik zowel voor- als achtergrond (diafragmavoorkeuze) scherp? Belichtingstand h Kan ik zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig instellen? (handmatig) Kan ik foto’s lichter of donkerder maken?
  • Pagina 10 Foto's bekijken Vraag Kernbegrip Zie pagina Kan ik mijn foto’s op de camera bekijken? Weergave op de camera Kan ik meer informatie over foto’s Foto-info weergeven? Foto-informatie, hoge Waarom knipperen delen van mijn foto? 222, 264 lichten Afzonderlijke foto’s Hoe kom ik van een ongewenste foto af? wissen Kan ik een aantal foto’s tegelijk wissen? Wissen...
  • Pagina 11 Vraag Kernbegrip Zie pagina Kan ik met de camera JPEG-kopieën maken Kleurbalans van NEF (RAW)-foto's? Kan ik twee foto's over elkaar plaatsen om er Beeld-op-beeld één beeld van te maken? Foto’s bekijken of afdrukken op andere apparaten Vraag Kernbegrip Zie pagina Kan ik mijn foto’s op een televisie Weergave op televisie bekijken?
  • Pagina 12 Inhoud vraag- en antwoordindex................ iv Voor uw veiligheid..................xviii Kennisgevingen ..................xxi Inleiding Overzicht ......................2 Kennismaking met de camera..............3 Camerabody ....................3 Het Lcd-venster ..................8 De zoekerweergave ................10 De opname-informatieweergave ............12 De instelschijven ..................16 Snelhandleiding..................22 Tutorial Cameramenu’s ....................26 Cameramenu’s gebruiken ..............28 Help......................31 Eerste stappen.....................32...
  • Pagina 13 Opties voor beeldopname Beeldgebied....................58 Beeldkwaliteit....................64 Beeldgrootte....................69 Scherpstelling Scherpstelstand..................72 AF-veldstand....................74 Selectie van scherpstelpunt..............76 Scherpstelvergrendeling................. 78 Handmatige scherpstelling..............81 Ontspanstand Een ontspanstand kiezen................ 84 Continustand....................86 Beelden kadreren op de monitor (Livebeeld) ......... 89 Zelfontspannerstand ................102 De stand Spiegel omhoog..............104 ISO-gevoeligheid De ISO-gevoeligheid handmatig kiezen..........106...
  • Pagina 14 Lange tijdopnamen................124 Belichtingsvergrendeling (AE)............126 Belichtingscorrectie................128 Bracketing ....................130 Witbalans Witbalansopties ..................140 Fijnafstelling witbalans ................. 143 Een kleurtemperatuur kiezen ............. 147 Handmatige preset................. 148 Beeldoptimalisatie Beeldinstelling..................160 Eigen beeldinstellingen maken............. 168 Actieve D-Lighting.................. 179 Kleurruimte....................181 Flitsen De ingebouwde flitser................
  • Pagina 15 Meer informatie over weergave Schermvullende weergave..............218 Foto-informatie ..................220 Meerdere foto’s weergeven: miniatuurweergave .......232 Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave ........234 Foto’s tegen verwijderen beveiligen ..........235 Afzonderlijke foto’s wissen..............236 Verbindingen Verbinden met een computer.............238 Directe USB-verbinding ..............240 Draadloze en Ethernet-netwerken ..........242 Foto’s afdrukken..................243 Directe USB-verbinding ..............
  • Pagina 16 Naamgeving bestanden............274 Beeldkwaliteit................274 Beeldgrootte................274 Beeldgebied................274 JPEG-compressie..............275 NEF (RAW)-opname..............275 Witbalans ..................275 Beeldinstelling kiezen ............275 Beeldinstellingen beheren ........... 275 Kleurruimte ................275 Actieve D-Lighting..............276 Vignetteringscorrectie ............276 Ruisonderdr lange sluitertijd ..........277 Hoge ISO ruisonderdrukking ..........278 ISO-gevoeligheid instellen ...........
  • Pagina 17 b6: Fijnafst. voor opt. belichting .........294 c: Timers/AE-vergrendeling............296 c1: AE-vergr. ontspanknop............296 c2: Lichtmeter automatisch uit..........296 c3: Vertraging zelfontspanner ..........297 c4: Monitor uit ................297 d: Opnemen/Weergeven ............298 d1: Signaal...................298 d2: Rasterweergave in zoeker..........298 d3: Schermtips................298 d4: Opnamesnelheid in CL-stand ........299 d5: Max. aant. continuopnamen.........299 d6: Opeenvolgende nummering........300 d7: Weergave opname-info..........301 d8: LCD-verlichting ..............302...
  • Pagina 18 B Het setup-menu: basisinstellingen van de camera....331 Formatteer geheugenkaart..........332 LCD-helderheid................. 332 Beeldsensor reinigen.............. 332 Spiegel omhoog (CCD reinigen)......... 332 Videostand ................. 333 HDMI..................... 333 Wereldtijd ................... 334 Taal ....................334 Beeldcommentaar ..............335 Automatische beeldrotatie ..........336 Stof referentiefoto ..............337 Batterij-informatie ..............
  • Pagina 19 Technische opmerkingen Compatibele objectieven ..............370 Optionele flitsers..................377 Overige accessoires.................385 Behandeling van uw camera ...............391 Opslag ..................... 391 Reinigen....................391 Het laagdoorlaatfilter ................ 392 “Nu reinigen”................392 “Reinigen bij aan-/uitzetten”..........393 Handmatig reinigen ..............395 Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen ....398 Problemen oplossen................402 Foutmeldingen ..................409 Bijlage......................417 Specificaties ....................428...
  • Pagina 20 Voor uw veiligheid Als u schade aan uw Nikon-product of letsel voor uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
  • Pagina 21 • Volledig ontladen batterijen kunnen Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van ontvlambaar gas gaan lekken. Als u schade aan het Gebruik elektronische apparatuur product wilt voorkomen, dient u niet in de nabijheid van een ontladen batterij te ontvlambaar gas, omdat dit kan verwijderen.
  • Pagina 22 Nikon voor het beoogde doel of een elektrische schok. verkoopt. Zo weet u zeker dat u de • Verwijder stof op of bij metalen...
  • Pagina 23 Nikon. zeerste op prijs als u eventuele fouten of • Nikon behoudt zich het recht voor de onvolkomenheden onder de aandacht specificaties van de hardware en de wilt brengen van de Nikon-...
  • Pagina 24 Mededeling voor Europese klanten WAARSCHUWING GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES. Dit pictogram geeft aan dat Dit symbool op de batterij dit product via gescheiden duidt aan dat de batterij inzameling moet worden afzonderlijk moet afgevoerd.
  • Pagina 25 Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
  • Pagina 26 Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het product.
  • Pagina 27 Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u op de hoogte moet zijn voordat u de camera gebruikt, waaronder de namen van de cameraonderdelen. Overzicht ..................p. 2 Kennismaking met de camera ..........p. 3 Camerabody....................p. 3 Het lcd-venster ..................... p. 8 De zoekerweergave..................
  • Pagina 28 Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de van toepassing zijnde veiligheids- en functioneringsvoorschriften. H ET GEBRUIK...
  • Pagina 29 Kennismaking met de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest. Camerabody 1 Keuzeknop ontspanstand ...85 8 BS-1 afdekkapje...
  • Pagina 30 Camerabody (vervolg) 1 Ingebouwde flitser...... 185 8 Aansluitingendeksel..240, 255 2 Flitserknop ........185 9 HDMI mini-pinaansluiting ..257 3 M knop (flitsstand) ....... 185 10 Videoaansluiting ......255 Y knop (flitscorrectie)....190 11 USB-aansluiting ....240, 245 4 Afdekkapje 12 Gelijkstroomaansluiting voor flitsaansluiting ......
  • Pagina 31 1 AF-hulpverlichting ...... 290 6 Ontgrendeling deksel Zelfontspannerlampje ....103 batterijvak .........34 7 Deksel over aansluiting voor Lampje rode-ogenreductie ..188 2 Secundaire instelschijf....16 optioneel MB-D10 battery 3 Scherptedieptevoorbeeld- pack ..........385 8 CPU-contact knop ........115, 324 4 Fn-knop....131, 135, 193, 320 9 Bevestigingsmarkering....36 5 Deksel van batterijvak ....34 10 Objectiefvatting ......82...
  • Pagina 32 Camerabody (vervolg) 1 Zoeker..........45 8 L knop (beveiliging) ....235 2 Zoekeroculair ........45 ? knop (help) ........31 9 W knop 3 Hendel van oculairsluiter.....45 (miniaturen/uitzoomen) ... 232 4 O knop (wissen)..... 56, 236 10 X knop Q knop (formatteren) ....43 (inzoomen op weergave)..
  • Pagina 33 1 Dioptrie-instelling ......45 8 Vergrendeling 2 Selectieknop voor scherpstelselectieknop....76 9 Deksel kaartsleuf......41 lichtmeting ........113 3 A knop (AE/AF- vergrendeling) 10 Selectieknop voor ..........78, 79, 325 AF-veldstand ........74 4 B-knop (AF-ON)....73, 96 11 Toegangslampje 5 Hoofdinstelschijf......16 geheugenkaart......42, 54 12 R (informatieweergave/ 6 Multi-selector........28 weergave voor snelinstellingen)- 7 Centrale knop van...
  • Pagina 34 Het lcd-venster 1 Sluitertijd .......118, 121 4 Belichtingsstand ......114 5 Beeldgrootte ........70 Belichtingscorrectiewaarde..128 6 Beeldkwaliteit ........65 Flitscorrectiewaarde ....190 7 Aanduiding witbalans ISO-gevoeligheid......106 fijnafstemming ......146 Witbalans fijnafstemming ..146 8 Witbalans ........140 Kleurtemperatuur ...... 147 9 Aantal resterende opnamen..47 Witbalansvoorinstelling nummer ..........
  • Pagina 35 13 Diafragma (f-waarde) ..119, 121 19 Aanduiding “Klok niet ingesteld “ ......40, 410 Diafragma (aantal stops) ...120, 373, 20 MB-D10 batterijaanduiding ..304 Stapgrootte belichtings- en 21 Batterijaanduiding ......46 flitsbracketing....... 132 22 Intervalaanduiding ..... 206 Stapgrootte 23 Elektronische analoge witbalansbracketing....
  • Pagina 36 De zoekerweergave 18 19...
  • Pagina 37 1 Raster (wordt weergegeven als 16 Aantal resterende Aan is geselecteerd voor opnamen ...........47 persoonlijke instelling d2;wordt Aantal resterende opnamen tot niet weergegeven wanneer DX- buffergeheugen vol is ....53, 87 formaat (24 × 16) is geselecteerd Witbalans voor Beeldgebied), p. 58 ..298 opnameaanduiding....
  • Pagina 38 De opname-informatieweergave Wanneer u op de knop R drukt, wordt op de monitor opname-informatie weergegeven, zoals sluitertijd, diafragma, aantal resterende opnamen, buffercapaciteit en AF-veldstand. Druk nogmaals op de knop R om de geselecteerde instellingen te wijzigen (p. 15). R knop De opname-informatie verdwijnt van de monitor wanneer u een derde keer op de knop R drukt of de ontspanknop half indrukt.
  • Pagina 39 5 6 7 1 Belichtingsstand ......114 10 Camerabatterijaanduiding..46 2 Aanduiding flexibel 11 Weergave MB-D10 programma........117 batterijen ........304 MB-D10 batterijaanduiding ..303 3 Pictogram 12 “K” (verschijnt als er genoeg sluitertijdvergrendeling .... 326 geheugen vrij is voor meer dan 4 Sluitertijd .......118, 121 1000 opnamen) ......47 Belichtingscorrectiewaarde..
  • Pagina 40 De opname-informatieweergave (vervolg) 22 23 24 25 2627 21 Aanduiding 32 Aanduiding actieve ISO-gevoeligheid......106 D-Lighting........180 33 Aanduiding kleurruimte.... 181 Auto-ISO gevoeligheidsaanduiding ..108 34 Toewijzing voorbeeldknop 22 Aanduiding scherptediepte ......324 belichtingscorrectie....128 35 Toewijzing Fn-knop ..... 320 23 Aanduiding flitscorrectie ..
  • Pagina 41 ❚❚ De weergave voor snelinstellingen Als u instellingen voor de onderstaande items wilt wijzigen, drukt u op de knop R in de opname-informatieweergave. Markeer items met de multi-selector en druk op J om naar het menu voor het gemarkeerde item te gaan. R knop 1 Actieve D-Lighting......
  • Pagina 42 De instelschijven De hoofdinstelschijf en de secundaire instelschijf kunnen afzonderlijk of in combinatie met andere knoppen worden gebruikt om diverse instellingen aan te passen. Fn-knop De belichting met een bepaalde M knop waarde Flitsstand/ variëren Flitscorrectie Secundaire instelschijf QUAL-knop E knop Beeldkwaliteit/- grootte Belichtingscor-...
  • Pagina 43 ❚❚ Beeldkwaliteit en formaat Houd de knop QUAL ingedrukt en draai aan de instelschijven. Beeldkwaliteit instellen (p. 65) QUAL-knop Hoofdinstelschijf Lcd-venster beeldgrootte kiezen (p. 70) Secundaire Lcd-venster QUAL-knop instelschijf ❚❚ ISO-gevoeligheid Houd de knop ISO ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf. ISO- gevoeligheid instellen (p.106)
  • Pagina 44 ❚❚ Belichting Houd de knop I ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om de belichtingsstand te kiezen. belichtingsstand selecteren (p. 114) I-knop Hoofdinstelschijf Lcd-venster Gebruik de instelschijven om de belichting aan te passen. Een combinatie van diafragma en sluitertijd kiezen (belichtings- stand P;...
  • Pagina 45 Belichtings- correctie instellen (p. 128) E knop Hoofdinstelschijf Lcd-venster Bracketing activeren of annuleren/ aantal opnamen in bracketingserie Fn-knop Hoofdinstelschijf Lcd-venster kiezen (p. 131, 134) Stapgrootte voor belichtings- bracketing kiezen (p. 132) Secundaire instelschijf Lcd-venster Fn-knop De Fn-knop Afhankelijk van de optie die is geselecteerd voor persoonlijke instelling f5 (FUNC.-knop toewijzen, p.320) kunnen de Fn-knop en de instelschijven worden gebruikt om bracketinginstellingen aan te passen (standaardoptie), het beeldgebied te selecteren, sluitertijd en diafragma te vergrendelen,...
  • Pagina 46 ❚❚ Witbalans Houd de knop WB ingedrukt en draai aan de instelschijven. Een witbalans- instelling kiezen (p. 141) WB-knop Hoofdinstelschijf Lcd-venster Witbalans fijnafstellen (p. 146), kleurtempe- ratuur instellen (p. 147) of een Secundaire instelschijf Lcd-venster WB-knop witbalans- voorinstelling kiezen (p. 157) ❚❚...
  • Pagina 47 De AN-D700 camerariem bevestigen Bevestig de camerariem stevig aan de twee oogjes op de camerabody, zoals hieronder wordt aangegeven. BM-9 beschermkap voor monitor Er wordt een doorzichtig plastic kapje bij de camera geleverd dat de monitor schoon houdt en beschermt wanneer de camera niet wordt gebruikt.
  • Pagina 48 Snelhandleiding Volg deze stappen om meteen aan de slag te gaan met uw camera. Laad de batterij op (p. 32). Plaats de batterij (p.34). Bevestig een objectief (p.36). Bevestigings- markering Plaats een geheugenkaart (p. 41). Voorkant Zet de camera aan (p. 46). Zie pagina 38 voor informatie over het kiezen van een taal en het instellen van de datum en tijd.
  • Pagina 49 Controleer de camera-instellingen (p. 46, 49). Belichtingsstand Batterijniveau Beeldgrootte Aantal resterende opnamen Beeldkwaliteit Witbalans ISO-gevoeligheid Lcd-venster Zoekerweergave Kies enkelvoudige autofocus (p. 51, 72). Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar S (enkelvoudige autofocus). Stel scherp en druk af (p. 53, 54). Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de ontspanknop vervolgens...
  • Pagina 51 Tutorial In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de cameramenu’s gebruikt, hoe u de camera gereedmaakt voor gebruik en hoe u uw eerste foto's maakt en weergeeft. Cameramenu’s................p. 26 Cameramenu’s gebruiken ..............p. 28 Help ........................ p. 31 Eerste stappen ................p. 32 De batterij opladen...................
  • Pagina 52 Cameramenu’s De meeste opname-, weergave- en G-knop instelopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. Als u de menu's wilt weergeven, drukt u op de knop G. Tabs Kies uit het weergavemenu, het Schuif geeft positie in huidig menu opnamemenu, het menu aan.
  • Pagina 53 ❚❚ Menu's De volgende menu's zijn beschikbaar. Menu Beschrijving Weergave-instellingen aanpassen en foto's beheren D Weergave (p. 260). C Opname Opname-instellingen aanpassen (p. 268). A Persoonlijke Camera-instellingen aanpassen (p. 280). instelling Geheugenkaarten formatteren en basisinstellingen B Setup voor de camera selecteren (p. 331). Geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s N Retoucheer maken (p.
  • Pagina 54 Cameramenu’s gebruiken ❚❚ Menubediening Met de multi-selector en de knop J kunt u door de menu's navigeren. Multi-selector Gemarkeerde item Cursor omhoog selecteren Gemarkeerde item Annuleren en selecteren of terugkeren naar submenu vorige menu weergeven J knop Gemarkeerde item Cursor omlaag selecteren ❚❚...
  • Pagina 55 Selecteer een menu. Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren. Plaats de cursor in het geselecteerde menu. Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te plaatsen. Markeer een menu-item. Druk op 1 of 3 om een menu- item te markeren.
  • Pagina 56 Selecteer het gemarkeerde item. Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op de knop G als u wilt afsluiten zonder een optie te selecteren. J knop Let op het volgende: • Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar. •...
  • Pagina 57 Help Als het pictogram Q linksonder op de monitor wordt weergegeven, kunt u hulpinformatie weergeven door op de knop L (Q) te drukken. Zolang u de knop ingedrukt houdt, wordt een beschrijving van de geselecteerde optie of het geselecteerde menu weergegeven.
  • Pagina 58 Eerste stappen De batterij opladen De camera wordt gevoed door een EN-EL3e oplaadbare Li-ionbatterij (meegeleverd). De EN-EL3e is bij levering niet volledig opgeladen. Voor een maximale opnameduur dient u de batterij vóór gebruik op te laden in de meegeleverde MH-18a snellader. Het duurt circa twee uur en een kwartier om een lege batterij volledig op te laden.
  • Pagina 59 Plaats de batterij. Plaats de batterij in de lader. Het oplaadlampje (CHARGE) knippert terwijl de batterij wordt opgeladen. Verwijder de batterij wanneer deze is opgeladen. Het laden is voltooid als het oplaadlampje (CHARGE) stopt met knipperen. Verwijder de batterij en trek de stekker van de lader uit het stopcontact.
  • Pagina 60 De batterij plaatsen Zet de camera uit. Hoofdschakelaar Zet de camera altijd uit voordat u de batterij plaatst of verwijdert. Open het deksel van het batterijvak. Open het deksel van het batterijvak aan de onderzijde van de camera. Plaats de batterij. Plaats de batterij, zoals rechts wordt aangegeven.
  • Pagina 61 De batterij en de lader Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina's xviii–xx en 398–401 van deze handleiding en volg ze op. Om kortsluiting te voorkomen, plaatst u het afdekkapje terug als de batterij niet wordt gebruikt. Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen onder 0 °C of boven 40 °C.
  • Pagina 62 Een objectief bevestigen Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het objectief verwijdert. Verwijder de achterste objectiefdop en de bodydop. Nadat u hebt gecontroleerd of de camera uitstaat, verwijdert u de achterste objectiefdop van het objectief en verwijdert u de bodydop van de camera.
  • Pagina 63 Verwijder de objectiefdop. ❚❚ Het objectief verwijderen Zet de camera uit voordat u een objectief verwijdert of verwisselt. Als u het objectief wilt verwijderen, houdt u de ontgrendeling ingedrukt terwijl u het objectief rechtsom draait. Plaats na het verwijderen van het objectief de objectiefdoppen en de bodydop terug op respectievelijk het objectief en de camera.
  • Pagina 64 Basisinstellingen De eerste keer dat de menu’s worden weergegeven, wordt automatisch de taaloptie in het setup-menu gemarkeerd. Kies een taal en stel de datum en tijd in. Als u de datum en tijd niet instelt, knippert B op de monitor en worden onjuiste datum en tijd bij de foto's opgenomen.
  • Pagina 65 Selecteer Wereldtijd. Selecteer Wereldtijd en druk op Stel de tijdzone in. Er verschijnt een selectievenster voor de tijdzone. Druk op 4 of 2 om de lokale tijdzone te markeren (het veld UTC geeft het verschil in uren aan tussen de geselecteerde tijdzone en de Coordinated Universal Time of UTC) en druk op J.
  • Pagina 66 Stel de datumnotatie in. Druk op 1 of 3 om de volgorde te kiezen waarin het jaar, de maand en de dag worden weergegeven en druk op J. Keer terug naar de opnamestand. Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
  • Pagina 67 Een geheugenkaart plaatsen De camera bewaart foto's op type I CompactFlash-geheugenkaarten (apart verkrijgbaar, p. 390). Type II CompactFlash-kaarten en microdrives kunnen niet worden gebruikt. In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u een geheugenkaart plaatst en formatteert. Zet de camera uit. Hoofdschakelaar Zet de camera altijd uit voordat u een geheugenkaart plaatst of...
  • Pagina 68 Sluit het deksel van de kaartsleuf. Sluit (q) het deksel van de kaartsleuf en vergrendel het (w). ❚❚ Geheugenkaarten verwijderen Zet de camera uit. Controleer of het toegangslampje uit is en zet de camera uit. Toegangslampje Verwijder de geheugenkaart. Open het deksel van de kaartsleuf en druk op de uitwerpknop (q) om de kaart gedeeltelijk uit te werpen (w).
  • Pagina 69 Geheugenkaarten formatteren Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voordat ze voor het eerst worden gebruikt. Formatteer de kaart, zoals hieronder wordt beschreven. Geheugenkaarten formatteren Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens erop voorgoed gewist. Kopieer foto's en andere gegevens die u wilt bewaren daarom naar een computer alvorens verder te gaan (p.
  • Pagina 70 Geheugenkaarten • Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom voorzichtig te werk wanneer u een geheugenkaart uit de camera verwijdert. • Geheugenkaarten die zijn geformatteerd in een computer of een ander apparaat, moeten opnieuw in de camera worden geformatteerd voordat ze kunnen worden gebruikt voor opname of weergave.
  • Pagina 71 Zoekerbeeld aanpassen De camera is uitgerust met een dioptrie-instelling, waarmee de camera aan het gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast. Voordat u gaat fotograferen, controleert u of de weergave van het zoekerbeeld scherp is. Trek de dioptrie-instelling omhoog. Verwijder de objectiefdop, zet de camera aan en trek de dioptrie-instelling uit (q).
  • Pagina 72 Basisstappen voor foto’s maken en weergeven De camera aanzetten Voordat u foto’s maakt, zet u de camera aan en controleert u het batterijniveau en het aantal resterende opnamen, zoals hieronder wordt beschreven. Zet de camera aan. Hoofdschakelaar Zet de camera aan. Het lcd- venster wordt ingeschakeld en het beeld in de zoeker licht op.
  • Pagina 73 Controleer het aantal resterende opnamen. De opnameteller in het lcd-venster en in de zoeker geeft het aantal foto's aan dat bij de huidige instellingen kan worden gemaakt. Als dit aantal nul is, knippert A in de opnameteller en knippert n of j in de sluitertijdweergave.
  • Pagina 74 Lcd-verlichting Als u de hoofdschakelaar naar D draait, Hoofdschakelaar worden de belichtingsmeters en het LCD- venster van de achtergrondverlichting (LCD-verlichting) ingeschakeld, zodat het venster in het donker kan worden afgelezen. Wanneer u de hoofdschakelaar loslaat, blijft de verlichting nog zes seconden (bij standaardinstelling) ingeschakeld terwijl de belichtingsmeters van de camera actief zijn of tot de sluiter wordt ontspannen of de...
  • Pagina 75 Camera-instellingen aanpassen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto's maakt met de standaardinstellingen. Controleer de camera-instellingen. Belichtingsstand Beeldformaat Beeldkwaliteit: ISO-gevoeligheid Witbalans Lcd-venster Zoekerweergave De standaardinstellingen worden hieronder vermeld. Optie Standaard Beschrijving Pagina JPEG-afbeeldingen opnemen met een Beeldkwali- NORM compressieverhouding van circa 1 : 8 (Vaste grootte geselecteerd voor JPEG-compressie).
  • Pagina 76 Selecteer de belichtingsstand e. I-knop Druk op de I-knop en draai aan de hoofdinstelschijf om de belichtingsstand e te selecteren. De camera past de sluitertijd en het diafragma automatisch aan voor een optimale belichting in de meeste situaties. Hoofdinstelschijf Kies de enkelvoudige Ontgrendeling keuzeknop ontspanstand ontspanstand.
  • Pagina 77 Kies enkelvoudige Scherpstelstand selectieknop autofocus. Draai aan de selectieknop voor scherpstelstand totdat deze op zijn plaats klikt en naar S (enkelvoudige autofocus) wijst. Bij deze instelling stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
  • Pagina 78 De camera gereedmaken Wanneer u foto’s in de zoeker kadreert, houdt u de handgreep in uw rechterhand en ondersteunt u de camerabody of het objectief met uw linkerhand. Houd ter ondersteuning uw ellebogen lichtjes tegen uw lichaam gedrukt en plaats één voet een halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel te houden.
  • Pagina 79 Scherpstellen en afdrukken Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen (p. 54). Bij de standaardinstellingen stelt de camera scherp op het onderwerp in het middelste scherpstelpunt. Scherpste- Bufferca- Kadreer in de zoeker een laanduiding paciteit foto met het hoofdonderwerp in het middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in.
  • Pagina 80 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. Druk de ontspanknop rustig helemaal in om de foto te maken. Het toegangslampje Toegangslampje naast het deksel van de kaartsleuf brandt terwijl de foto op de geheugenkaart wordt opgeslagen. Het toegangslampje van de geheugenkaart Zolang het toegangslampje van de geheugenkaart brandt, mag u de geheugenkaart niet verwijderen, de camera niet uitzetten en de stroombron niet verwijderen of loskoppelen.
  • Pagina 81 U kunt andere foto’s weergeven door op 4 of 2 te drukken. Druk op 1 of 3 om extra informatie over de geselecteerde foto weer te geven (p. 220). 1 / 10 N I KON D700 1 250 35mm AUTO 0, 0 100ND700 DSC_0001.
  • Pagina 82 Ongewenste foto’s wissen Als u de foto wilt wissen die op de monitor wordt weergegeven, drukt u op de knop O. Houd er rekening mee dat eenmaal gewiste foto’s niet meer kunnen worden hersteld. Geef de foto weer. Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals wordt beschreven in “Foto’s bekijken”...
  • Pagina 83 Opties voor beeldopname In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het beeldgebied, de beeldkwaliteit en de beeldgrootte kiest. Beeldgebied ................p. 58 Beeldkwaliteit ................p. 64 Beeldgrootte ................p. 69...
  • Pagina 84 Beeldgebied Dankzij de FX-formaat (36,0 × 23,9 mm) beeldsensor van de camera kunt u beelden opslaan met een beeldgebied (beeldhoek) dat equivalent is met dat van een analoge kleinbeeldcamera. Selecteer het beeldgebied met de optie Beeldgebied in het opnamemenu. Bij de standaardinstelling Automatische DX- uitsnede snijdt de camera foto’s automatisch bij tot de DX-beeldhoek als een DX-formaat objectief is bevestigd.
  • Pagina 85 ❚❚ Beeldgebied kiezen Kies het beeldgebied dat u wilt gebruiken wanneer Uit is geselecteerd voor Automatische DX-uitsnede (p. 61). Optie Beschrijving Beelden worden opgeslagen in FX-formaat, waarbij het volledige gebied van de beeldsensor (36,0 × 23,9 mm) FX-formaat wordt gebruikt. Dit levert een (36x24) beeldhoek op die equivalent is met die van een Nikkor-...
  • Pagina 86 DX-objectieven DX-objectieven zijn bedoeld voor gebruik met DX-formaat camera’s en hebben een kleinere beeldhoek dan objectieven voor kleinbeeldcamera’s. Als Automatische DX-uitsnede is uitgeschakeld en FX-formaat (36 × 24) is geselecteerd voor Beeldgebied wanneer een DX-objectief is bevestigd, zijn de randen van het beeld mogelijk verduisterd. Dit is niet altijd zichtbaar in de zoeker maar wanneer de beelden worden weergegeven, is de resolutie mogelijk lager of zijn de randen van het beeld donker.
  • Pagina 87 Het beeldgebied kan worden ingesteld met de optie Beeldgebied in het opnamemenu of (wanneer beeldgebied is toegewezen aan de Fn- knop) door de Fn-knop ingedrukt te houden en te draaien aan de hoofdinstelschijf. ❚❚ Het menu Beeldgebied Selecteer Beeldgebied. Markeer Beeldgebied in het opnamemenu (p.268) en druk op Kies een optie.
  • Pagina 88 ❚❚ De knop Fn Wijs beeldgebied toe aan de Fn-knop. Selecteer Kies beeldgebied voor persoonlijke instelling f5, FUNC.-knop toewijzen > FUNC.-knop + schijven (p. 323). Kies het beeldgebied. Druk op de Fn-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste uitsnede wordt weergegeven in de zoeker (p.
  • Pagina 89 Automatische DX-uitsnede De Fn-knop kan niet worden gebruikt om het beeldgebied te selecteren als een DX-objectief is bevestigd en Automatische DX-uitsnede is ingeschakeld. De knoppen Fn, AE-L/AF-L en scherptedieptevoorbeeld De beeldgebiedinstellingen kunnen worden gewijzigd met de Fn-knop (standaardinstelling, zie persoonlijke instelling f5, FUNC.-knop toewijzen, p.
  • Pagina 90 Beschrijving type RAW-gegevens van de beeldsensor worden rechtstreeks op de geheugenkaart opgeslagen in de NEF-indeling (Nikon Electronic Format). Gebruik deze optie voor beelden die naar een computer worden overgezet om te worden NEF (RAW) afgedrukt of verwerkt. Nadat NEF (RAW)-...
  • Pagina 91 U stelt de beeldkwaliteit in door de knop QUAL ingedrukt te houden en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste instelling wordt weergegeven in het lcd-venster. QUAL-knop Hoofdinstelschijf Lcd-venster Het menu Beeldkwaliteit U kunt de beeldkwaliteit ook aanpassen via de optie Beeldkwaliteit in het opnamemenu (p.
  • Pagina 92 NEF (RAW)-opname Met de optie NEF (RAW)-opname in het opnamemenu bepaalt u de compressie (p. 67) en de bitdiepte (p. 68) voor NEF (RAW)-afbeeldingen. JPEG-compressie JPEG-afbeeldingen kunnen worden gecomprimeerd tot een min of meer vaste bestandsgrootte of tot een bestandsgrootte met een optimale beeldkwaliteit. Via de optie JPEG-compressie in het opnamemenu kan het type compressie worden ingesteld (p.
  • Pagina 93 ❚❚ Het menu JPEG-compressie Het item JPEG-compressie in het opnamemenu biedt de volgende opties voor JPEG-afbeeldingen. Optie Beschrijving Beelden worden gecomprimeerd tot ongeveer Vaste grootte dezelfde bestandsgrootte. De kwaliteit hangt af (standaard) van het onderwerp van de foto. Optimale Optimale beeldkwaliteit. De bestandsgrootte kwaliteit hangt af van het onderwerp van de foto.
  • Pagina 94 ❚❚ Het menu NEF (RAW)-opname: NEF (RAW)-bitdiepte Het item NEF (RAW)-opname > NEF (RAW)-bitdiepte in het opnamemenu biedt de volgende opties voor de bitdiepte van NEF (RAW)-afbeeldingen. Optie Beschrijving 12-bits NEF (RAW)-afbeeldingen worden opgeslagen met een bitdiepte van 12 bits. (standaard) NEF (RAW)-afbeeldingen worden opgeslagen met een bitdiepte van 14 bits, waardoor de bestanden groter zijn...
  • Pagina 95 Beeldgrootte De beeldgrootte wordt gemeten in pixels. Kies L (Groot) (standaardoptie), M (Medium) of S (Klein). (De beeldgrootte hangt af van de optie geselecteerd voor Beeldgebied, p. 58.) Grootte Beeldgebied Optie Afdrukformaat (cm) (pixels) 4.256 × 2.832 54,1 × 36,0 FX-formaat 3.184 ×...
  • Pagina 96 U kunt de beeldgrootte instellen door de knop QUAL ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste optie wordt weergegeven in het lcd-venster. Secundaire QUAL-knop instelschijf Lcd-venster Het menu Beeldgrootte U kunt de beeldgrootte ook aanpassen via de optie Beeldgrootte in het opnamemenu (p.
  • Pagina 97 Scherpstelling – Bepalen hoe de camera scherpstelt In dit gedeelte worden de opties beschreven die bepalen hoe de camera scherpstelt. Scherpstelstand ................p. 72 AF-veldstand ................p. 74 Selectie van scherpstelpunt ...........p. 76 Scherpstelvergrendeling ............p. 78 Handmatige scherpstelling ............p. 81...
  • Pagina 98 Scherpstelstand U kunt de scherpstelstand Selectieknop voor scherpstelstand selecteren met de selectieknop voor scherpstelstand op de voorzijde van de camera. Er zijn twee standen voor autofocus (AF), waarin de camera automatisch scherpstelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, en één stand voor handmatige scherpstelling, waarin de scherpstelling handmatig moet worden aangepast met behulp van de scherpstelring op het objectief.
  • Pagina 99 Kies enkelvoudige AF voor landschappen en andere niet bewegende onderwerpen. Continu-AF is de beste keuze voor grillig bewegende onderwerpen. Handmatige scherpstelling wordt aanbevolen als de camera niet kan scherpstellen met autofocus. De knop B De autofocus kan ook worden geactiveerd door op B-knop de B-knop te drukken.
  • Pagina 100 AF-veldstand De AF-veldstand bepaalt hoe het scherpstelpunt wordt geselecteerd in de autofocusstand. U selecteert de AF-veldstand door aan de selectieknop voor AF-veldstand te draaien. De volgende opties zijn beschikbaar. Selectieknop voor AF-veldstand Stand Beschrijving De gebruiker selecteert handmatig het scherpstelpunt; de camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
  • Pagina 101 AF-veldstand De AF-veldstand wordt in de opname- informatieweergave getoond wanneer u op de knop R drukt. Aanduiding AF-veldstand Informatie- AF-veldstand weergave K Enkelpunts AF Persoonlijke instelling a3 (Dynamisch AF-veld, p. 285) 9 punten (standaard) 21 punten Dynamisch AF-veld 51 punten 51 punten (3D-tracking) H Automatisch veld-AF * Alleen het actieve scherpstelpunt wordt in de zoeker weergegeven.
  • Pagina 102 Selectie van scherpstelpunt De camera biedt 51 scherpstelpunten die een groot deel van het beeld beslaan. Het scherpstelpunt kan handmatig worden geselecteerd, zodat het hoofdonderwerp zich vrijwel overal in het beeld kan bevinden Selectieknop voor AF-veldstand (enkelpunts AF en dynamisch veld- AF), of automatisch (automatisch veld-AF;...
  • Pagina 103 Zie ook Voor informatie over hoe u kiest wanneer het scherpstelpunt verlicht is, zie persoonlijke instelling a6 (Verlichting scherpstelpunt, p. 288). Voor informatie over het instellen van doorloop voor het scherpstelpunt, zie persoonlijke instelling a7 (Doorloop scherpstelpunt, p. 288). Voor informatie over het kiezen van het aantal scherpstelpunten dat kan worden geselecteerd met de multi-selector, zie persoonlijke instelling a8 (Selectie scherpstelpunt, p.
  • Pagina 104 Scherpstelvergrendeling U kunt de scherpstelvergrendeling gebruiken om de compositie te wijzigen nadat u hebt scherpgesteld. Op deze manier kunt u scherpstellen op een onderwerp dat zich in de uiteindelijke compositie niet in een scherpstelpunt bevindt. U kunt deze functie ook gebruiken wanneer het autofocussysteem niet kan scherpstellen (p.
  • Pagina 105 Continu-AF Druk op de knop AE-L/AF-L om zowel de scherpstelling als de belichting te vergrendelen (het pictogram AE-L verschijnt in de zoeker, zie pagina 126). De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld zolang u de knop AE-L/AF-L ingedrukt houdt, zelfs als u uw vinger van Ontspanknop de ontspanknop haalt.
  • Pagina 106 Goede resultaten met autofocus Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. Als de camera onder deze omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk de ontspanknop geblokkeerd, of de scherpstelaanduiding (●) wordt weergegeven en de camera laat een geluidssignaal horen om aan te geven dat de sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp.
  • Pagina 107 Handmatige scherpstelling Handmatige scherpstelling is Selectieknop voor beschikbaar voor objectieven die scherpstelstand geen autofocus ondersteunen (niet-AF Nikkor-objectieven) of als autofocus niet het gewenste resultaat oplevert (p. 80). Als u handmatig wilt scherpstellen, stelt u de selectieknop voor scherpstelstand in op M en draait u aan de scherpstelring van het objectief totdat het beeld op het matglas in de zoeker scherp is.
  • Pagina 108 De elektronische afstandsmeter Als het objectief een maximaal diafragma van f/5.6 of groter (lagere f/-waarde) heeft, kunt u de scherpstelaanduiding in de zoeker gebruiken om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt scherp is. (Het scherpstelpunt kan worden geselecteerd uit de 51 beschikbare punten.) Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt, druk de ontspanknop half in en draai aan de...
  • Pagina 109 Ontspanstand – Enkel beeld, Continu, Livebeeld, Zelfontspanner of Spiegel omhoog De ontspanstand bepaalt hoe de camera foto’s maakt: één foto per keer, in een doorlopende reeks, terwijl het beeld door het objectief op de monitor wordt weergegeven, met een ingestelde wachttijd voor het maken van een foto of terwijl de spiegel is opgeklapt voor een snellere sluiterrespons en minimale trillingen.
  • Pagina 110 Een ontspanstand kiezen De camera ondersteunt de volgende ontspanstanden. Stand Beschrijving De camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop Enkel beeld wordt ingedrukt. Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, maakt de camera 1–5 beelden per seconde. U kunt de beeldsnelheid kiezen bij persoonlijke instelling d4 (Opnamesnelheid in CL-stand, Continu laag p.
  • Pagina 111 U kiest een ontspanstand door de Ontgrendeling keuzeknop ontspanstand ontgrendeling van de keuzeknop voor de ontspanstand in te drukken en de keuzeknop naar de gewenste instelling te draaien. Keuzeknop ontspanstand...
  • Pagina 112 Continustand Foto’s maken in de standen C (continu hoog) en C (continu laag): Selecteer de stand C of C Druk op de ontgrendeling van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop naar C of C Keuzeknop ontspanstand Kadreer, stel scherp en maak de foto. Zolang u de ontspanknop helemaal ingedrukt houdt, worden foto’s genomen met een snelheid van maximaal 5 bps in de...
  • Pagina 113 Voedingsbron en beeldsnelheid De maximale beeldsnelheid hangt af van de gebruikte voedingsbron. Voeding Max. beeldsnelheid EN-EL3e batterij of MB-D10 battery pack met 5 bps EN-EL3e batterij MB-D10 battery pack met EN-EL4a batterij of 8 bps AA-type batterijen; lichtnetadapter 1 Gemiddelde beeldsnelheid bij continu-AF, handmatige belichting of sluitertijdvoorkeuze, een sluitertijd van sec.
  • Pagina 114 Het buffergeheugen De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. U kunt maximaal 100 foto’s achter elkaar maken. De beeldsnelheid zal echter afnemen wanneer de buffer vol is. Het toegangslampje naast de kaartsleuf brandt wanneer foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen.
  • Pagina 115 Beelden kadreren op de monitor (Livebeeld) Selecteer de stand Livebeeld (a) als u beelden wilt kadreren op de monitor. Draai de keuzeknop voor de ontspanstand naar a. Kies opties voor de stand Livebeeld in het opnamemenu (p. 90). g Uit de hand (p. 93) h Statief (p.
  • Pagina 116 Opties voor livebeeld Voordat u foto’s gaat maken met behulp van livebeeld, draait u de keuzeknop naar a (livebeeld) en selecteert u een stand voor livebeeld en de ontspanstand die wordt gebruikt wanneer het livebeeld is ingeschakeld. De volgende standen voor livebeeld zijn beschikbaar.
  • Pagina 117 U kunt een ontspanstand kiezen uit de volgende opties: Optie Beschrijving s Enkel beeld De camera maakt één foto telkens wanneer de (standaard) ontspanknop wordt ingedrukt. t Continu laag Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, maakt de camera foto’s in de stand Continu laag of Continu hoog u Continu hoog (p.
  • Pagina 118 Selecteer Ontspanstand. Markeer Ontspanstand en druk op 2. Selecteer een ontspanstand. Markeer de ontspanstand die u tijdens het livebeeld wilt gebruiken en druk op J. Keer terug naar de opnamestand. Druk de ontspanknop half in om de menu's af te sluiten en terug te keren naar de opnamestand.
  • Pagina 119 Stand voor livebeeld: Uit de hand Selecteer de stand voor livebeeld. Druk op de ontgrendeling van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop naar a. Keuzeknop ontspanstand Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat door het objectief Afsluiten te zien is, wordt weergegeven op de cameramonitor in plaats van...
  • Pagina 120 Kadreer het beeld op de monitor. Als u het beeld op de monitor tot 13× wilt vergroten, drukt u op de knop X. X knop Afsluiten Wanneer u inzoomt op het beeld dat door het objectief te zien is, wordt rechtsonder op de monitor een navigatievenster weergegeven.
  • Pagina 121 Maak de foto. Druk de ontspanknop helemaal in om de scherpstelling en de belichting te herstellen en de foto te maken. Als continu hoog of continu laag is geselecteerd voor Onspanstand, wordt de monitor uitgeschakeld terwijl u de ontspanknop indrukt. De beeldsnelheid voor de continustand is gelijk aan de snelheid die is geselecteerd voor standaardopnamen.
  • Pagina 122 Stand voor livebeeld: Statief Maak de camera gereed. Plaats de camera op een statief of op een stabiele, vlakke ondergrond. Selecteer de stand voor livebeeld. Druk op de ontgrendeling van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop naar a. Keuzeknop ontspanstand Kadreer het beeld B knop...
  • Pagina 123 Controleer het beeld op de monitor. Als u het beeld op de monitor tot 13× wilt vergroten om de scherpstelling te controleren, drukt u op de knop X. X knop Afsluiten Wanneer wordt ingezoomd op het beeld dat door het objectief te zien is, verschijnt rechtsonder op de monitor een navigatievenster.
  • Pagina 124 Maak de foto. Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. Als continu hoog of continu laag is geselecteerd voor Onspanstand, wordt de monitor uitgeschakeld terwijl u de ontspanknop indrukt. De beeldsnelheid voor de continustand is gelijk aan de snelheid die is geselecteerd voor standaardopnamen.
  • Pagina 125 Let erop dat het scherpstelpunt soms ook groen wordt weergegeven wanneer de camera niet kan scherpstellen. Gebruik een AF-S-objectief. Met andere objectieven of teleconverters kan mogelijk niet het gewenste resultaat worden verkregen. De opname-informatieweergave Druk op de knop R als u de aanduidingen op de monitor in de stand voor livebeeld wilt verbergen of weergeven.
  • Pagina 126 Fotograferen in de stand voor livebeeld Hoewel ze op de foto uiteindelijk niet verschijnen, kunnen banden of vertekeningen zichtbaar zijn in de monitor onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp of natrium, of wanneer de camera horizontaal wordt bewogen of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt. Felle lichtbronnen kunnen nabeelden veroorzaken in de monitor wanneer de camera wordt bewogen.
  • Pagina 127 Helderheid van de monitor U kunt de helderheid van de monitor aanpassen door op de knop K te drukken terwijl het beeld op de monitor wordt weergegeven. Druk op 1 of 3 om de helderheid aan te passen. (De helderheid van de monitor is niet van invloed op foto's die worden gemaakt in de stand voor livebeeld.) Laat de knop K Afsluiten...
  • Pagina 128 Zelfontspannerstand De zelfontspanner kan worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of om zelfportretten te maken. Als u de zelfontspanner wilt gebruiken, plaatst u de camera op een statief (aanbevolen) of op een stabiele, vlakke ondergrond en voert u de onderstaande stappen uit: Selecteer de zelfontspannerstand.
  • Pagina 129 Start de zelfontspanner. Druk de ontspanknop volledig in om de zelfontspanner te starten. Het zelfontspannerlampje (AF- hulpverlichting) begint te knipperen en er klinkt een geluidssignaal. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt, stopt het zelfontspannerlampje met knipperen en volgen de geluidssignalen elkaar sneller op.
  • Pagina 130 De stand Spiegel omhoog Kies deze stand als u onscherpte door camerabeweging wilt verminderen wanneer de spiegel is opgeklapt. Gebruik van een statief wordt aangeraden. Selecteer de stand Spiegel omhoog. Druk op de ontgrendeling van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop naar M Keuzeknop ontspanstand Klap de spiegel omhoog.
  • Pagina 131 ISO-gevoeligheid – Sneller reageren op licht ISO-gevoeligheid is het digitale equivalent van filmgevoeligheid. Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, des te minder licht nodig is om een foto te maken. Zo kunt u een kortere sluitertijd of een kleiner diafragma gebruiken. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de ISO- gevoeligheid handmatig en automatisch instelt.
  • Pagina 132 De ISO-gevoeligheid handmatig kiezen De ISO-gevoeligheid kan worden ingesteld op een waarde tussen ISO 200 en ISO 6400, in stappen die equivalent zijn met LW. Voor speciale situaties zijn ook instellingen beschikbaar van circa 0,3–1 LW onder ISO 200 en 0,3–2 LW boven ISO 6400. U kunt de ISO-gevoeligheid aanpassen door de knop ISO ingedrukt te houden en aan de...
  • Pagina 133 ISO-gevoeligheid instellen Welke instellingen beschikbaar zijn, hangt af van de optie die is geselecteerd voor persoonlijke instelling b1 (ISO-stapgrootte, p. 292). Persoonlijke instelling b1 Beschikbare instellingen voor (ISO-stapgrootte) ISO-gevoeligheid Lo1, Lo0,7, Lo 0,3, 200, 250, 320, 400, 500, 640, 1/3 stop 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3200, (standaard) 4000, 5000, 6400, Hi 0,3, Hi 0,7, Hi 1, Hi 2...
  • Pagina 134 Instelling automatische ISO- gevoeligheid Als Uit (standaardinstelling) is geselecteerd voor de optie Inst autom ISO-gevoeligheid in het opnamemenu, blijft de ISO-gevoeligheid onveranderd op de door de gebruiker geselecteerde waarde (zie pagina 106). Als Aan is geselecteerd, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch aangepast als geen optimale belichting kan worden bereikt met de waarde die de gebruiker heeft geselecteerd (de flitssterkte wordt indien nodig aangepast).
  • Pagina 135 Instelling automatische ISO-gevoeligheid Bij hogere gevoeligheden is de kans op ruis groter. Gebruik de optie Hoge ISO ruisonderdrukking in het opnamemenu om ruis te verminderen (zie pagina 278). Dit kan ertoe leiden dat onderwerpen op de voorgrond worden onderbelicht in flitsfoto’s die zijn genomen met een lange sluitertijd, bij daglicht of tegen een heldere achtergrond.
  • Pagina 137 Belichting – Bepalen hoe de camera de belichting instelt In dit gedeelte worden de opties beschreven die beschikbaar zijn om de belichting te regelen, waaronder lichtmeting, belichtingsstand, belichtingsvergrendeling, belichtingscorrectie en bracketing. Lichtmeting ................p. 112 Belichtingsstand ..............p. 114 e: Programma-automatiek..............p. 116 f: Sluitertijdvoorkeuze .................
  • Pagina 138 Lichtmeting De lichtmeting bepaalt hoe de camera de belichting instelt. De volgende opties zijn beschikbaar. Methode Beschrijving Aanbevolen voor de meeste situaties. De camera meet een groot deel van het beeld en stelt de belichting in op basis van helderheidsverdeling, kleur, afstand en compositie kleurenmatrix- voor een natuurlijk resultaat.
  • Pagina 139 U kiest een lichtmeetmethode door Selectieknop voor lichtmeting aan de selectieknop voor de lichtmeting te draaien totdat de gewenste methode wordt weergegeven. 3D-kleurenmatrixmeting II Bij matrixmeting wordt de belichting ingesteld met behulp van een RGB- sensor met 1005 segmenten. Bij gebruik van een G- of D-type objectief wordt ook rekening gehouden met de afstand (3D-kleurenmatrixmeting II;...
  • Pagina 140 Belichtingsstand De belichtingsstand bepaalt hoe de camera de sluitertijd en het diafragma instelt wanneer de belichting wordt aangepast. Er zijn vier standen beschikbaar: programma-automatiek (e), sluitertijdvoorkeuze (f), diafragmavoorkeuze (g) en handmatig (h). Stand Beschrijving De camera stelt de sluitertijd en het diafragma in Programma- voor een optimale belichting.
  • Pagina 141 U kiest een belichtingsstand door de knop I I-knop ingedrukt te houden en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste stand wordt weergegeven in het lcd-venster of in de zoeker. Hoofdinstelschijf Scherptedieptevoorbeeld Als u het effect van het diafragma wilt bekijken, Voorbeeldknop houdt u de knop voor scherptedieptevoorbeeld ingedrukt.
  • Pagina 142 e: Programma-automatiek In deze stand worden de sluitertijd en het diafragma automatisch ingesteld op basis van een ingebouwd programma. Dit levert in de meeste situaties een optimale belichting op. Deze stand wordt aanbevolen voor snapshots en andere situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera wilt laten bepalen.
  • Pagina 143 Flexibel programma In de belichtingsstand e kunt u verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma selecteren door aan de hoofdinstelschijf te draaien terwijl de belichtingsmeters actief zijn (“flexibel programma”). Draai de instelschijf naar rechts voor een groot diafragma (lage f/-waarde) om de achtergrond onscherp weer te geven of voor een korte sluitertijd om beweging scherp vast te leggen.
  • Pagina 144 f: Sluitertijdvoorkeuze In de stand Sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf een sluitertijd kiezen, waarna de camera automatisch het diafragma kiest dat de optimale belichting oplevert. Foto's maken in de stand Sluitertijdvoorkeuze: Selecteer de I-knop belichtingsstand f. Houd de knop I ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf totdat f wordt weergegeven in de zoeker en in het lcd-...
  • Pagina 145 g: Diafragmavoorkeuze In de stand Diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen, waarna de camera automatisch de sluitertijd kiest die de optimale belichting oplevert. Foto's maken in de stand Diafragmavoorkeuze: Selecteer de I-knop belichtingsstand g. Houd de knop I ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf totdat g wordt weer- gegeven in de zoeker en...
  • Pagina 146 Kadreer, stel scherp en maak de foto. Objectief zonder CPU (p. 372) Als het maximale diafragma van het objectief is opgegeven via de optie Niet-CPU-objectief in het setup-menu (p. 211) en een objectief zonder CPU is bevestigd, wordt de huidige f/-waarde weergegeven in de zoeker en in het lcd-venster, afgerond op de dichtstbijzijnde volledige stop.
  • Pagina 147 h: Handmatig In de handmatige belichtingsstand stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma in. Foto’s maken in de handmatige belichtingsstand: Selecteer de I-knop belichtingsstand h. Houd de knop I ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf totdat h wordt weergegeven in de Hoofdinstelschijf zoeker en in het lcd- venster.
  • Pagina 148 Selecteer het diafragma en de sluitertijd. Draai aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd te kiezen en draai aan de secundaire instelschijf om het diafragma in te stellen. De sluitertijd kan worden ingesteld op “p” of op een waarde tussen 30 sec. en sec., maar de sluiter kan ook voor 8000 onbepaalde tijd worden opengehouden voor lange tijdopnamen...
  • Pagina 149 Elektronische analoge belichtingsaanduidingen De elektronische analoge belichtingsaanduidingen in het lcd-venster en in de zoeker geven aan of de foto bij de huidige instellingen onder- of overbelicht wordt. Afhankelijk van de optie die is gekozen voor persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, p. 292), wordt de hoeveelheid onder- of overbelichting aangegeven in stappen van LW of 1 LW.
  • Pagina 150 Lange tijdopnamen Bij de sluitertijd A blijft de sluiter geopend zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Gebruik deze stand om lange tijdopnamen te maken van lichtsporen, de sterrenhemel, nachtlandschappen of vuurwerk. Het gebruik van een statief en afstandsbedieningskabel is aanbevolen om onscherpte te voorkomen.
  • Pagina 151 Belichtingsduur: 35 sec. Diafragma: f/25 Lange tijdopnamen Nikon raadt aan een volledig opgeladen EN-EL3e batterij of een optionele EH-5a of EH-5 lichtnetadapter te gebruiken om te voorkomen dat de camera wordt uitgeschakeld terwijl de sluiter is geopend. Bij lange tijdopnamen kan ruis en vertekening voorkomen.
  • Pagina 152 Belichtingsvergrendeling (AE) Gebruik belichtingsvergrendeling als u de compositie van een foto wilt wijzigen nadat u de belichting hebt gemeten. Selecteer centrumgerichte Selectieknop voor lichtmeting meting of spotmeting (p. 112). Matrixmeting levert niet het gewenste resultaat op met belichtingsvergrendeling. Als u centrumgerichte meting gebruikt, selecteert u met de multi-selector het middelste scherpstelpunt (p.
  • Pagina 153 Pas de compositie aan. Houd de AE-L/AF-L -knop ingedrukt, pas de compositie aan en maak de foto. Gemeten gebied Bij spotmeting wordt de belichting vergrendeld op de waarde die wordt gemeten in een cirkel van 4 mm die gecentreerd is op het geselecteerde scherpstelpunt.
  • Pagina 154 Belichtingscorrectie Via belichtingscorrectie kunt u de door de camera geselecteerde belichtingswaarde wijzigen om foto’s lichter of donkerder te maken. Deze functie werkt het beste in combinatie met centrumgerichte meting of spotmeting (zie pagina 112). In de belichtingsstand h wordt alleen de belichtingsinformatie in de elektronische analoge belichtingsaanduiding gewijzigd.
  • Pagina 155 De belichtingscorrectie kan worden ingesteld op een waarde tussen – 5 LW (onderbelichting) en +5 LW (overbelichting) in stappen van LW. Kies een positieve waarde om het onderwerp lichter te maken of een negatieve waarde om het onderwerp donkerder te maken. –1 LW Geen +1 LW...
  • Pagina 156 Bracketing De camera biedt drie soorten bracketing: belichtingsbracketing, flitsbracketing en witbalansbracketing. Bij belichtingsbracketing (p. 131) past de camera voor elke opname de belichtingscorrectie aan, terwijl bij flitsbracketing (p. 131) de flitssterkte voor elke opname wordt aangepast (alleen in flitssturingsstanden i-TTL en bij gebruik van optionele flitsers SB-900 en SB-800 automatisch diafragma, zie pagina 377–380).
  • Pagina 157 ❚❚ Belichtings- en flitsbracketing Selecteer belichtings- of flitsbracketing. Kies het type bracketing dat wordt uitgevoerd via persoonlijke instelling e5 (Inst. voor auto bracketing, p. 315). Selecteer AE & flits om zowel belichting als flitssterkte te variëren (standaardinstelling), Alleen AE om alleen belichting of Alleen flits om alleen flitssterkte te variëren.
  • Pagina 158 Selecteer een stapgrootte voor de belichting. Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de secundaire instelschijf om de stapgrootte voor de belichting te kiezen. Stapgrootte belichting Lcd-venster Fn-knop Secundaire instelschijf Bij de standaardinstellingen kan de stapgrootte worden ingesteld en 1 LW. In de onderstaande tabel worden de bracketingprogramma’s met een stapgrootte van weergegeven.
  • Pagina 159 Kadreer, stel scherp en maak de foto. De camera varieert de belichting en/of de flitssterkte per opname, op basis van het geselecteerde bracketingprogramma. Wijzigingen in de belichting worden opgeteld bij wijzigingen die zijn aangebracht via belichtingscorrectie (zie pagina 128), zodat het mogelijk is een belichtingscorrectie van meer dan 5 LW toe te passen.
  • Pagina 160 ❚❚ Bracketing annuleren U annuleert bracketing door de Fn-knop ingedrukt te houden en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat het aantal opnamen in de ) staat en M niet meer wordt weergegeven bracketingserie op nul ( in het lcd-venster boven op de camera. De volgende keer dat u bracketing activeert, wordt het laatst gebruikte programma hersteld.
  • Pagina 161 ❚❚ Witbalansbracketing Selecteer witbalans bracketing. Selecteer Witbalans bracketing voor persoonlijke instelling e5 Inst. voor auto bracketing (p. 315). Selecteer het aantal opnamen. Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen in de bracketingserie te kiezen. Het aantal opnamen wordt weergegeven in het lcd-venster.
  • Pagina 162 Selecteer een stapgrootte voor de witbalans. Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de secundaire instelschijf om de witbalansinstelling te kiezen. Elke stap is ongeveer equivalent met 5 mired. Stapgrootte witbalans Fn-knop Lcd-venster Secundaire instelschijf Kies uit stappen van 1 (5 mired), 2 (10 mired) of 3 (15 mired). Hoe hoger de B-waarde, hoe meer blauw, hoe hoger de A-waarde, hoe meer oranje (p.
  • Pagina 163 Kadreer, stel scherp en maak de foto. Bij elke opname wordt het aantal kopieën gemaakt dat is ingesteld in het bracketingprogramma, waarbij elke kopie een andere witbalans heeft. Wijzigingen in de witbalans worden opgeteld bij de witbalansinstelling die is aangebracht met de fijnafstelling voor de witbalans.
  • Pagina 164 ❚❚ Bracketing annuleren U annuleert bracketing door de Fn-knop ingedrukt te houden en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat het aantal opnamen in de bracketingserie op nul (r) staat en W niet meer wordt weergegeven in het lcd-venster. De volgende keer dat u bracketing activeert, wordt het laatst gebruikte programma hersteld.
  • Pagina 165 Witbalans – Zorgen voor natuurlijke kleuren De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, hangt af van de kleur van de lichtbron. De menselijke hersenen kunnen zich aanpassen aan wijzigingen in de kleur van de lichtbron, waardoor witte voorwerpen wit lijken, ongeacht of ze zich in de schaduw bevinden of door direct zonlicht of gloeilampverlichting worden beschenen.
  • Pagina 166 Witbalansopties Als u een foto met natuurlijke kleuren wilt maken, kiest u van tevoren een witbalansinstelling die past bij de lichtbron. De volgende opties zijn beschikbaar. Kleurtemp. Optie Beschrijving De witbalans wordt automatisch aangepast op basis van de kleurtemperatuur die wordt gemeten door de beeldsensor en de RGB-sensor met 1.005 segmenten.
  • Pagina 167 Kleurtemp. Optie Beschrijving Voor gebruik met de ingebouwde of N Flitslicht 5.400 een optionele flitser. Voor onderwerpen bij daglicht onder G Bewolkt 6.000 een bewolkte hemel. Voor onderwerpen bij daglicht in de M Schaduw 8.000 schaduw. 2.500– Kies de kleurtemperatuur uit een lijst K Kies kleurtemperatuur 10.000 met waarden (p.
  • Pagina 168 Studioflitsers Automatische witbalans levert mogelijk niet het gewenste resultaat op bij gebruik van grote studioflitsers. Kies een kleurtemperatuur, gebruik de vooringestelde witbalans of stel de witbalans in op Flitslicht en gebruik fijnafstelling om de witbalans aan te passen. Kleurtemperatuur De waargenomen kleur van een lichtbron hangt af van de kijker en van andere omstandigheden.
  • Pagina 169 Fijnafstelling witbalans De witbalans kan verder worden aangepast om variaties in de kleur van de lichtbron te corrigeren of om een foto opzettelijk een kleurzweem te geven. U kunt de witbalans fijnafstellen met de optie Witbalans in het opnamemenu of door de WB-knop ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien.
  • Pagina 170 Pas de witbalans verder aan. Gebruik de multi-selector om de witbalans nauwkeuriger af te stellen. U kunt de witbalans fijnafstellen op de as oranje (A)– blauw (B) en op de as groen (G)– Coördinaten Aanpassing magenta (M). Op de horizontale as (oranje-blauw) kunt u de kleurtemperatuur aanpassen, waarbij elke stap equivalent is met circa 5 mired.
  • Pagina 171 Fijnafstelling witbalans De kleuren op de assen voor fijnafstelling zijn relatief, niet absoluut. Als u de cursor bijvoorbeeld in de richting van B (blauw) verplaatst wanneer een “ ” instelling als J (gloeilamplicht) is geselecteerd voor witbalans, warme “ ” worden foto’s iets kouder maar niet blauw.
  • Pagina 172 ❚❚ De WB-knop Bij andere instellingen dan K (Kies kleurtemperatuur) of L (Handmatige preset ) kunt u met de WB-knop de witbalans fijnafstellen op de as oranje (A)–blauw (B) (p. 144; als K of L is geselecteerd, kunt u de witbalans fijnafstellen via het opnamemenu, zoals wordt beschreven op pagina 144).
  • Pagina 173 Een kleurtemperatuur kiezen Wanneer K (Kies kleurtemperatuur) is geselecteerd voor witbalans, kiest u de kleurtemperatuur door te drukken op de WB-knop en aan de secundaire instelschijf te draaien. De kleurtemperatuur wordt weergegeven in het lcd-venster. WB-knop Secundaire Lcd-venster instelschijf Kies kleurtemperatuur Houd er rekening mee dat bij flitslicht of TL-licht niet het gewenste resultaat wordt verkregen.
  • Pagina 174 Handmatige preset U kunt handmatige preset gebruiken om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en te gebruiken voor opnamen bij verschillende soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. Er zijn twee methoden voor het instellen van de vooringestelde witbalans. Methode Beschrijving Een neutraal grijs of wit voorwerp wordt geplaatst in...
  • Pagina 175 De camera kan maximaal vijf waarden voor de vooringestelde witbalans opslaan in de voorinstellingen d-0 tot en met d-4. U kunt een beschrijvende opmerking toevoegen aan elke vooringestelde witbalans (p. 158). Hierin wordt de laatst gemeten waarde voor de witbalans opgeslagen (p.
  • Pagina 176 ❚❚ Een waarde meten voor de witbalans Belicht een referentievoorwerp. Plaats een neutraal wit of grijs voorwerp in het licht dat voor de uiteindelijke foto wordt gebruikt. In een studio kan een standaard grijskaart als referentievoorwerp worden gebruikt. Bij het meten van de witbalans wordt de belichting automatisch met 1 LW verhoogd.
  • Pagina 177 Selecteer de stand voor direct meten. Laat de WB-knop kort los en houd de knop vervolgens ingedrukt totdat het Lcd-venster pictogram L in het lcd-venster en in de zoeker begint te knipperen. Er verschijnt ook een knipperende D in het lcd-venster en in de zoeker.
  • Pagina 178 Als het te donker of te licht is, kan de camera de witbalans mogelijk niet meten. In dat geval knippert b a in het lcd- venster en in de zoeker (bij de standaardinstellingen knipperen de aanduidingen gedurende circa zes Lcd-venster seconden).
  • Pagina 179 ❚❚ Witbalans kopiëren van d-0 naar voorinstellingen d-1–d-4 Voer de onderstaande stappen uit als u een gemeten waarde voor de witbalans wilt kopiëren van d-0 naar andere voorinstellingen (d-1– d-4). Selecteer L (Handmatige preset). Markeer Handmatige preset in het witbalansmenu (p. 140) en druk op 2.
  • Pagina 180 ❚❚ Witbalans van een foto kopiëren (alleen d-1–d-4) Voer de onderstaande stappen uit als u de witbalanswaarde van een foto op de geheugenkaart wilt kopiëren naar een geselecteerde voorinstelling (alleen d-1–d-4). Bestaande witbalanswaarden kunnen niet worden gekopieerd naar voorinstelling d-0. Selecteer L (Handmatige preset).
  • Pagina 181 Markeer een bronfoto. Markeer de bronfoto. Druk op de knop X als u de gemarkeerde foto schermvullend wilt weergeven. Kopieer de witbalans. Druk op het midden van de multi-selector om de witbalanswaarde van de gemarkeerde foto naar de geselecteerde voorinstelling te kopiëren. Als er commentaar is toegevoegd aan de gemarkeerde foto (p.
  • Pagina 182 ❚❚ Een vooringestelde witbalans selecteren U stelt de witbalans als volgt in op een vooringestelde waarde: Selecteer L (Handmatige preset). Markeer Handmatige preset in het witbalansmenu (p. 140) en druk op 2. Selecteer een voorinstelling. Markeer de gewenste voorinstelling en druk op het midden van de multi-selector.
  • Pagina 183 Een vooringestelde witbalans selecteren: de WB-knop In de stand L (Handmatige preset) kunt u voorinstellingen ook selecteren door de WB-knop ingedrukt te houden en te draaien aan de secundaire instelschijf. De huidige voorinstelling wordt weergegeven in het lcd-venster terwijl de WB-knop is ingedrukt. WB-knop Secundaire Lcd-venster...
  • Pagina 184 ❚❚ Commentaar invoeren Voer de volgende stappen uit als u een beschrijvend commentaar van maximaal 36 tekens wilt toevoegen aan een geselecteerde voorinstelling voor witbalans. Selecteer L (Handmatige preset). Markeer Handmatige preset in het witbalansmenu (p. 140) en druk op 2. Selecteer een voorinstelling.
  • Pagina 185 Beeldoptimalisatie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verscherping, contrast, helderheid, verzadiging en tint optimaliseert met behulp van beeldinstellingen, hoe u details in hoge lichten en schaduwen kunt behouden met behulp van actieve D-Lighting en hoe u een kleurruimte kiest. Beeldinstelling ..............
  • Pagina 186 Beeldinstelling Dankzij het unieke beeldinstellingssysteem van Nikon kunt u beeldbewerkingsinstellingen delen met compatibele apparaten en software. Kies een van de vooraf geïnstalleerde beeldinstellingen om de instellingen voor beeldverwerking direct aan te passen of breng afzonderlijke wijzigingen aan in verscherping, contrast, helderheid, verzadiging en tint.
  • Pagina 187 ❚❚ Beeldinstellingen gebruiken Hieronder wordt beschreven hoe u beeldinstellingen kunt gebruiken. • Beeldinstellingen van Nikon selecteren (p. 162): selecteer een bestaande beeldinstelling van Nikon. • Bestaande beeldinstellingen aanpassen (p. 164): pas een bestaande beeldinstelling aan om de gewenste combinatie van verscherping, contrast, helderheid, verzadiging en tint te creëren voor een...
  • Pagina 188 Beeldinstellingen van Nikon selecteren De camera biedt vier vooraf geïnstalleerde beeldinstellingen van Nikon. Kies een beeldinstelling die past bij het onderwerp of het soort opname. Optie Beschrijving Standaardverwerking voor evenwichtige resultaten. Q Standaard Aanbevolen voor de meeste situaties. Minimale verwerking voor natuurlijke resultaten. Kies...
  • Pagina 189 Het beeldinstellingsraster Als u in stap 2 op de knop W drukt, wordt een beeldinstellingsraster weergegeven waarin het contrast en de verzadiging voor de geselecteerde beeldinstelling worden weergegeven in vergelijking met de andere beeldinstellingen. (Als u Monochroom selecteert, wordt alleen het contrast weergegeven.) Als u een andere beeldinstelling wilt selecteren, drukt u op 1 of 3.
  • Pagina 190 Bestaande beeldinstellingen aanpassen U kunt bestaande beeldinstellingen van Nikon of eigen beeldinstellingen aanpassen aan het onderwerp of uw eigen creatieve wensen. Kies een evenwichtige combinatie van instellingen via de optie Snel aanpassen of pas de afzonderlijke instellingen handmatig aan. Selecteer een beeldinstelling.
  • Pagina 191 ❚❚ Opties voor beeldinstellingen Optie Beschrijving Kies een optie tussen –2 en +2 als u het effect van de geselecteerde beeldinstelling wilt verminderen of versterken (hierdoor worden alle handmatige Snel aanpassen aanpassingen ongedaan gemaakt). Als u bijvoorbeeld een positieve waarde kiest voor Levendig, worden alle foto’s levendiger.
  • Pagina 192 Actieve D-Lighting Contrast en Helderheid kunnen niet worden aangepast wanneer Actieve D- Lighting (p. 179) is ingeschakeld. Iedere handmatige aanpassing in uitvoering zal verloren gaan wanneer actieve D-Lighting is ingeschakeld. “A” (Automatisch) De resultaten van automatisch contrast en automatische verzadiging hangen af van de belichting en de positie van het onderwerp in het beeld.
  • Pagina 193 Filtereffecten (alleen bij Monochroom) De opties in dit menu bootsen het effect van kleurfilters op monochrome foto's na. De volgende filtereffecten zijn beschikbaar. Optie Beschrijving Geel Vergroot het contrast. Kan worden gebruikt om de helderheid van Orange de lucht in landschapsfoto’s te verlagen. Oranje creëert een groter contrast dan geel, rood creëert een groter contrast dan oranje.
  • Pagina 194 Eigen beeldinstellingen maken De beeldinstellingen die door Nikon vooraf zijn geïnstalleerd, kunnen worden aangepast en als eigen beeldinstellingen worden opgeslagen. Selecteer Beeldinstelling beheren. Markeer in het opnamemenu (p. 268) Beeldinstelling beheren en druk op 2. Selecteer Opslaan/ bewerken. Markeer Opslaan/bewerken en...
  • Pagina 195 Selecteer een beeldinstelling. Markeer een bestaande beeldinstelling en druk op 2 of druk op J om verder te gaan met stap 5 en een kopie van de gemarkeerde beeldinstelling op te slaan zonder deze te wijzigen. Bewerk de geselecteerde beeldinstelling. Zie pagina 165 voor meer informatie.
  • Pagina 196 Geef een naam op voor de beeldinstelling. Toetsen- bordveld Het venster voor tekstinvoer Naamveld wordt weergegeven (zie rechts). Voor nieuwe beeldinstellingen wordt standaard een tweecijferig nummer toegevoegd (automatisch toegewezen) aan de naam van de bestaande beeldinstelling. U kunt deze naam bewerken om een nieuwe naam te maken zoals hieronder wordt beschreven.
  • Pagina 197 (p. 165). Eigen beeldinstellingen die zijn gebaseerd op de instelling Monochroom, beschikken over de opties Filtereffecten en Kleurtoon in plaats van Verzadiging en Tint. Het pictogram voor de oorspronkelijke beeldinstelling De beeldinstelling van Nikon waarop de eigen Pictogram voor beeldinstelling is gebaseerd, wordt aangegeven oorspronkelijke...
  • Pagina 198 Eigen beeldinstellingen delen Eigen beeldinstellingen die u hebt gemaakt met de Picture Control Utility van ViewNX of optionele software als Capture NX 2, kunt u naar een geheugenkaart kopiëren en in de camera laden. Omgekeerd kunt u beeldinstellingen die u met de camera hebt gemaakt, naar de geheugenkaart kopiëren en in compatibele camera’s en softwareprogramma’s gebruiken.
  • Pagina 199 Selecteer een bestemming. Kies een bestemming voor de eigen beeldinstelling (C-1 – C-9) en druk op 2. Geef een naam op voor de beeldinstelling. Geef een naam op voor de beeldinstelling, zoals wordt beschreven op pagina 170. De nieuwe beeldinstelling wordt weergegeven in de lijst met beeldinstellingen.
  • Pagina 200 U kunt op elk gewenst moment maximaal 99 eigen beeldinstellingen op de geheugenkaart opslaan. Alleen beeldinstellingen die door de gebruiker zijn gemaakt, kunnen op de geheugenkaart worden opgeslagen. De beeldinstellingen die door Nikon vooraf zijn geïnstalleerd, kunnen niet worden gekopieerd naar de geheugenkaart.
  • Pagina 201 Eigen beeldinstellingen beheren Voer de onderstaande stappen uit als u eigen beeldinstellingen een andere naam wilt geven of wilt wissen. ❚❚ De naam van eigen beeldinstellingen wijzigen Selecteer Hernoemen. Markeer Hernoemen in het menu Beeldinstelling beheren en druk op 2. Selecteer een beeldinstelling.
  • Pagina 202 2. Selecteer Ja. Markeer Ja en druk op J om de geselecteerde beeldinstelling te wissen. Beeldinstellingen van Nikon De beeldinstellingen die door Nikon vooraf zijn geïnstalleerd (Standaard, Neutraal, Levendig en Monochroom), kunnen geen andere naam krijgen of worden gewist.
  • Pagina 203 ❚❚ Eigen beeldinstellingen van de geheugenkaart wissen Selecteer Laden/opslaan. Markeer Laden/opslaan in het menu Beeldinstelling beheren en druk op 2. Selecteer Wissen van kaart. Markeer Wissen van kaart en druk op 2.
  • Pagina 204 Selecteer een beeldinstelling. Markeer een eigen beeldinstelling (1–99) en: • druk op 2 om de huidige instellingen weer te geven of • druk op J om het bevestigingsvenster rechts weer te geven. Selecteer Ja. Markeer Ja en druk op J om de geselecteerde beeldinstelling te wissen.
  • Pagina 205 Actieve D-Lighting Met actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden, wat foto’s met een natuurlijk contrast oplevert. Gebruik deze functie voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een fel verlicht buitentafereel fotografeert, of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw.
  • Pagina 206 Voer de onderstaande stappen uit als u actieve D-Lighting wilt gebruiken. Selecteer Actieve D-Lighting. Markeer in het opnamemenu (p. 268) Actieve D-Lighting en druk op 2. Kies een optie. Markeer Automatisch, Uit, Laag, Normaal of Hoog en druk op J. Selecteer Automatisch om D-Lighting automatisch aan te passen aan de opnameomstandigheden.
  • Pagina 207 Kleurruimte De kleurruimte bepaalt het kleurbereik dat beschikbaar zijn voor kleurreproductie. Kies een kleurruimte op basis van de manier waarop foto’s buiten de camera worden verwerkt. Optie Beschrijving W sRGB Kies deze optie voor foto’s die zonder verdere (standaard) bewerking worden afgedrukt of gebruikt. In deze kleurruimte kan een groter kleurbereik worden weergegeven dan in sRGB, waardoor dit de X Adobe RGB...
  • Pagina 208 Raadpleeg de documentatie bij de toepassing of het apparaat voor meer informatie. Nikon-software Wanneer u in ViewNX (meegeleverd) of Capture NX 2 (apart verkrijgbaar) foto’s opent die zijn gemaakt met de D700, wordt automatisch de juiste kleurruimte geselecteerd.
  • Pagina 209 Flitsen – Gebruik van de ingebouwde flitser In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de ingebouwde flitser gebruikt. De ingebouwde flitser ............p. 184 Gebruik van de ingebouwde flitser ........p. 185 Flitsstanden ................p. 188 Flitscorrectie ................p. 190 FV-vergrendeling..............
  • Pagina 210 De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser heeft een richtgetal van (GN) 17 (m, ISO 200, 20 °C) en kan het gezichtsveld dekken van een 24mm objectief of een 16mm objectief in DX-formaat. De flitser ondersteunt i-TTL uitgebalanceerde invulflits voor digitale reflexcamera's, waarbij monitor-voorflitsen worden gebruikt om de flitssterkte aan te passen voor een uitgebalanceerde belichting.
  • Pagina 211 Gebruik van de ingebouwde flitser Voer de volgende stappen uit als u de ingebouwde flitser gebruikt. Selecteer een lichtmeetmethode Selectieknop voor (p.112). lichtmeting Selecteer matrixmeting of centrumgerichte meting om i-TTL uitgebalanceerde invulflits voor digitale reflexcamera's te activeren. Standaard i-TTL-flits voor digitale reflexcamera's wordt automatisch geactiveerd als spotmeting is geselecteerd.
  • Pagina 212 Controleer de belichting (sluitertijd en diafragma). Druk de ontspanknop half in en controleer de sluitertijd en het diafragma. De onderstaande instellingen zijn beschikbaar wanneer de ingebouwde flitser is opgeklapt. Stand Sluitertijd Diafragma pagina Automatisch ingesteld door camera Automatisch 1, 2 sec.–...
  • Pagina 213 Neerklappen van de ingebouwde flitser Als u stroom wilt sparen wanneer de flitser niet wordt gebruikt, duwt u de flitser omlaag totdat deze vastklikt. De ingebouwde flitser Gebruik de flitser bij objectieven met een brandpuntsafstand van 24–300 mm in FX-formaat (p. 374). Verwijder de zonnekap om schaduwen te voorkomen. De flitser heeft een minimumbereik van 60 cm en kan niet worden gebruikt in het macrobereik van zoomobjectieven.
  • Pagina 214 Flitsstanden De camera ondersteunt de volgende flitsstanden. Flitsstand Beschrijving Deze stand wordt aanbevolen voor de meeste situaties. In de standen Programma-automatiek en Diafragmavoorkeuze wordt de sluitertijd automatisch ingesteld op een waarde tussen sec. ( sec. bij gebruik van een optionele flitser Synchronisatie op 8000 met automatische snelle FP-synchronisatie, p.
  • Pagina 215 Flitsstand Beschrijving In de belichtingsstand Sluitertijdvoorkeuze of Handmatig flitst de flitser vlak voordat de sluiter wordt gesloten. Gebruik deze stand om het effect van een lichtstroom te creëren achter bewegende Synchronisatie op het voorwerpen. In de standen Programma-automatiek tweede gordijn en Diafragmavoorkeuze wordt synchronisatie op het tweede gordijn en lange sluitertijd gebruikt om zowel het onderwerp als de achtergrond vast te leggen.
  • Pagina 216 Flitscorrectie Met behulp van flitscorrectie kunt u de flitssterkte aanpassen van –3LW tot +1LW in stappen van LW, waardoor de helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond verandert. U kunt de flitssterkte verhogen om het hoofdonderwerp lichter te maken of verlagen om ongewenste hoge lichten of reflecties te voorkomen.
  • Pagina 217 Optionele flitsers Flitscorrectie is ook beschikbaar bij de optionele flitsers SB-900, SB-800, SB-600, SB-400 en SB-R200. Zie ook Zie persoonlijke instelling b3 (Stapgrootte belichtingscorr., p.292) voor informatie over de beschikbare stapgroottes wanneer u flitscorrectie instelt.
  • Pagina 218 FV-vergrendeling Deze functie wordt gebruikt om de flitssterkte te vergrendelen, zodat u de compositie kunt aanpassen zonder dat de flitssterkte wordt gewijzigd. Zo weet u zeker dat de flitssterkte geschikt is voor het onderwerp, zelfs als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt.
  • Pagina 219 Vergrendel de flitssterkte. Controleer of de flitsgereedaanduiding (M) in de zoeker wordt weergegeven en druk op de Fn-knop. De flitser geeft een monitor-voorflits af om de juiste flitssterkte te bepalen. De flitssterkte zal Fn-knop op dat niveau worden vergrendeld en het pictogram FV-vergrendeling (e) zal in de zoeker verschijnen.
  • Pagina 220 FV-vergrendeling gebruiken met de ingebouwde flitser FV-vergrendeling is alleen beschikbaar bij de ingebouwde flitser als DDL (standaardoptie) is geselecteerd voor persoonlijke instelling e3 (Flitssturing ingeb. flitser, p. 309). FV-vergrendeling gebruiken met optionele flitsers FV-vergrendeling is ook beschikbaar bij de SB-900, SB-800, SB-600, SB-400 en SB-R200 flitsers (apart verkrijgbaar).
  • Pagina 221 Overige opnameopties In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de standaardinstellingen herstelt, meervoudige belichtingen en intervalopnamen maakt, en GPS-apparaten en objectieven zonder CPU gebruikt. Reset met twee knoppen: standaardinstellingen terugzetten ................p. 196 Meervoudige belichting............p. 198 Intervalfotografie ..............p. 203 Objectieven zonder CPU .............
  • Pagina 222 Reset met twee knoppen: standaardinstellingen terugzetten U kunt de standaardwaarden van E knop de hieronder vermelde camera- instellingen herstellen door de knoppen QUAL en E meer dan twee seconden tegelijk ingedrukt te houden. (Deze knoppen worden aangegeven met een groene stip.) Het lcd-venster QUAL-knop wordt kort uitgeschakeld terwijl de instellingen worden...
  • Pagina 223 De volgende opties in het opnamemenu worden ook teruggezet. Alleen instellingen in de bank die momenteel is geselecteerd in de optie Geheugenbank opnamemenu worden teruggezet (p. 269). De instellingen in de overige geheugenbanken veranderen niet. Optie Standaard Optie Standaard Beeldkwaliteit JPEG Normaal Witbalans Automatisch...
  • Pagina 224 Meervoudige belichting Voer de onderstaande stappen uit als u een reeks van twee tot tien opnamen wilt opslaan als één foto. Meervoudige belichtingen kunnen worden opgenomen met elke instelling voor beeldkwaliteit en omdat gebruik wordt gemaakt van RAW-gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn de kleuren van deze foto's aanzienlijk beter dan de kleuren van foto’s die in een beeldbewerkingsprogramma zijn samengevoegd.
  • Pagina 225 Selecteer het aantal belichtingen. Druk op 1 of 3 om het aantal opnamen te selecteren dat u wilt maken voor één foto en druk op Selecteer Automatische versterking. Markeer Automatische versterking en druk op 2. Stel de versterking in. Markeer een van de volgende opties en druk op J.
  • Pagina 226 Selecteer Gereed. Markeer Gereed en druk op J. Het pictogram n wordt weergegeven in het lcd-venster. Als u wilt afsluiten zonder een meervoudige belichting te maken, selecteert u Meervoudige belichting > Terugzetten in het opnamemenu. Kadreer, stel scherp en maak de foto. In de ontspanstanden Continu hoog en Continu laag (p.
  • Pagina 227 Meervoudige belichting Verwijder of vervang de geheugenkaart niet tijdens een meervoudige belichting. In de stand Livebeeld (p. 89) kunt u geen meervoudige belichtingen maken. De informatie in het scherm met foto-informatie (waaronder de opnamedatum en de camerastand) geldt voor de eerste opname van een meervoudige belichting.
  • Pagina 228 ❚❚ Een meervoudige belichting onderbreken Wanneer u in het opnamemenu de optie Meervoudige belichting selecteert tijdens een meervoudige belichting, worden de rechts getoonde opties weergegeven. Als u een meervoudige belichting wilt onderbreken voordat het opgegeven aantal opnamen is gemaakt, markeert u Annuleren en drukt u op J. Als de opname eindigt voordat het opgegeven aantal opnamen is bereikt, wordt een meervoudige belichting gemaakt met de opnamen die tot dan toe zijn gemaakt.
  • Pagina 229 Intervalfotografie De camera beschikt over een functie om automatisch foto's te maken met een vooringesteld interval. Selecteer Intervalopnamen. Markeer Intervalopnamen in het opnamemenu (p. 268) en druk op 2. Selecteer een starttijd. Markeer een van de volgende opties voor Starttijd kiezen en druk op 2.
  • Pagina 230 Kies een starttijd. Druk op 4 of 2 om de uren of minuten te markeren. Druk op 1 of 3 om de waarde te wijzigen. De starttijd wordt niet weergegeven als Nu is geselecteerd voor Starttijd kiezen. Kies een interval. Druk op 4 of 2 om de uren, minuten of seconden te markeren.
  • Pagina 231 Kies het aantal intervallen en het aantal opnamen per interval. Druk op 4 of 2 om het aantal intervallen of het aantal opnamen te markeren. Druk op 1 of 3 om de waarde te wijzigen. Rechts wordt het totale aantal opnamen weergegeven dat wordt Aantal Aantal...
  • Pagina 232 Geen geheugen meer Als de geheugenkaart vol is, blijft de stand voor intervalopname actief maar worden geen foto’s genomen. Verwijder enkele foto's of schakel de camera uit en plaats een andere geheugenkaart, zodat u de opname kunt hervatten (p. 207). Bracketing Pas de instellingen voor bracketing aan voordat u een intervalopname start.
  • Pagina 233 ❚❚ Intervalopnamen pauzeren U kunt intervalopnamen als volgt pauzeren: • Druk tussen twee intervallen op de knop J. • Markeer Start > Pauze in het menu voor intervalopname en druk op J. • Zet de camera uit en weer aan. (Wanneer de camera uit staat, kunt u eventueel de geheugenkaart vervangen.) •...
  • Pagina 234 ❚❚ Intervalopnamen onderbreken Intervalopnamen eindigen automatisch als de batterij leeg is. U kunt intervalopnamen ook op de volgende manieren beëindigen: • Selecteer Start > Uit in het menu voor intervalopname. • Voer een reset met twee knoppen uit (p. 196). •...
  • Pagina 235 Geheugenbanken van het opnamemenu Wijzigingen in de instellingen voor intervalopnamen worden toegepast op alle geheugenbanken van het opnamemenu (p. 269). Als de instellingen van het opnamemenu worden teruggezet via de optie Opnamemenu terugzetten in het opnamemenu (p. 271), worden de instellingen voor intervalopnamen teruggezet op de volgende waarden: •...
  • Pagina 236 Objectieven zonder CPU Als u gegevens over het objectief (brandpuntsafstand en maximaal diafragma) opgeeft, hebt u toegang tot diverse functies voor CPU- objectieven wanneer u een objectief zonder CPU gebruikt. Als de brandpuntsafstand van het objectief bekend is: • Automatische zoom kan worden gebruikt met de flitsers SB-900, SB-800 en SB-600 (apart verkrijgbaar).
  • Pagina 237 ❚❚ Het menu Niet-CPU-objectief Selecteer Niet-CPU- objectief. Markeer Niet-CPU-objectief in het setup-menu (p. 331) en druk op 2. Selecteer een objectiefnummer. Markeer Objectiefnummer en druk op 4 of 2 om een objectiefnummer te selecteren (1 – 9). Selecteer een brandpuntsafstand. Markeer Brandpuntsafstand (mm) en druk op 4 of 2 om een brandpuntsafstand te selecteren...
  • Pagina 238 Selecteer Gereed. Markeer Gereed en druk op J. De brandpuntsafstand en het diafragma die u hebt opgegeven, worden opgeslagen onder het geselecteerde objectiefnummer. U kunt deze combinatie van brandpuntsafstand en diafragma op elk gewenst moment oproepen door het objectiefnummer te selecteren met de bedieningsknoppen op de camera, zoals hieronder wordt beschreven.
  • Pagina 239 MC-35 GPS-adapterkabel (p. 214). ❚❚ Het GP-1 GPS-apparaat De GP-1 is een optioneel GPS-apparaat en ontworpen voor gebruik met Nikon digitale camera’s. Voor informatie over het aansluiten van het apparaat, zie de meegeleverde handleiding van de GP-1.
  • Pagina 240 ❚❚ Overige GPS-apparaten Optionele GPS-apparaten van het merk Garmin die versie 2.01 of 3.01 van de gegevensstandaard NMEA0183 van de National Marine Electronics Association ondersteunen, kunnen via een MC-35 GPS-adapterkabel (apart verkrijgbaar; p. 389) worden aangesloten op de 10-pins afstandsbedieningsaansluiting van de camera.
  • Pagina 241 ❚❚ Het pictogram k Wanneer de camera verbinding maakt met een GPS-apparaat, wordt het pictogram k weergegeven in het lcd-venster. Bij foto- informatie voor foto's gemaakt wanneer het pictogram k wordt weergegeven staat ook een pagina met GPS-gegevens (p. 229). GPS-gegevens worden alleen opgenomen wanneer het pictogram k wordt weergegeven;...
  • Pagina 242 ❚❚ Opties in het setup-menu Het onderdeel GPS in het setup-menu bevat de onderstaande opties. • Meter uit: kies of de belichtingsmeters automatisch worden uitgeschakeld wanneer een GPS-apparaat wordt aangesloten. Optie Beschrijving Belichtingsmeters schakelen automatisch uit als er gedurende een gespecificeerde periode in Persoonlijke instelling c2 geen bewerkingen worden uitgevoerd (Lichtmeter automatisch uit;...
  • Pagina 243 Meer informatie over weergave – Weergaveopties In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt weergeven en welke handelingen u kunt uitvoeren in de weergavestand. Schermvullende weergave ..........p. 218 Foto-informatie..............p. 220 Meerdere foto’s weergeven: miniatuurweergave ..p. 232 Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave ....
  • Pagina 244 Schermvullende weergave Als u foto’s wilt weergeven, drukt u op de knop K. De laatst gemaakte foto wordt op de monitor weergegeven. Multi-selector Secundaire instelschijf O knop K knop G knop L knop W knop X knop J knop Hoofdinstelschijf Draai portret Als u alle staande foto’s (portretstand) staand wilt weergeven, selecteert u Aan voor de optie Draai...
  • Pagina 245 Functie Knop Beschrijving Druk op 2 om foto's weer te geven in Andere foto’s de volgorde waarin ze zijn gemaakt, of op 4 om ze in omgekeerde volgorde weergeven weer te geven. Druk op 1 of 3 om informatie over de Foto-informatie geselecteerde foto weer te geven bekijken...
  • Pagina 246 343). GPS-gegevens worden alleen weergegeven als de foto is genomen wanneer een GPS-apparaat is aangesloten. 1/ 10 1 / 10 N I KON D700 LATITUDE º 36. 371' LONGITUDE : 139 º...
  • Pagina 247 ❚❚ Bestandsinformatie 1/ 10 100ND700 0001. JPG N N OR ORMAL AL 15/07/2008 10 4256x2832 1 Beveiligingsstatus ......235 7 Beeldkwaliteit........64 2 Retouche-aanduiding ....349 8 Beeldgrootte........69 3 Scherpstelpunt 9 Beeldgebied ......264 ........58 4 Haakjes AF-veld......45, 94 10 Beeldauthenticiteit...... 342 5 Beeldnummer/ 11 Opnametijdstip........38 12 Opnamedatum ........38 totaal aantal beelden...
  • Pagina 248 ❚❚ Hoge lichten 100 - 1 Hoge licht. Kies R, G, B 1 Beveiligingsstatus......235 4 Mapnummer– 2 Retouche-aanduiding ....349 beeldnummer ......272 5 Huidig kanaal 3 Hoge lichten .........264 6 Aanduiding hoge lichten ..264 1 Wordt alleen weergegeven als Hoge lichten is geselecteerd voor Weergavestand (p.
  • Pagina 249 ❚❚ RGB-histogram 100 -- 1 Hoge licht. Kies R, G, B 1 Beveiligingsstatus ......235 5 Histogram (RGB-kanaal) . In alle 2 Retouche-aanduiding ....349 histogrammen staat de horizontale as voor de helderheid 3 Hoge lichten van de pixels en de verticale as 4 Mapnummer–...
  • Pagina 250 4 Hieronder ziet u enkele voorbeelden van histogrammen. • Als de foto voorwerpen met een uiteenlopende helderheid bevat, zal de verdeling van toonwaarden relatief gelijkmatig zijn. • Als de foto donker is, verschuift de verdeling van toonwaarden naar links. • Als de foto licht is, verschuift de verdeling van toonwaarden naar rechts.
  • Pagina 251 Built – i n , TTL , + 1 . 3 FLASH MODE, TTL, + 3. 0 TTL , + 3 . 0 100 -- 1 N I KON D700 1 Beveiligingsstatus......235 8 Scherpstelstand.......72 2 Retouche-aanduiding ....349 Vibratiereductie (VR) ....37 9 Flitsstand.........
  • Pagina 252 PI CTURE CNTRL : STANDARD QUICK ADJUST SHARPENING CONTRAST BRI GHTNESS SATURATION 100 -- 1 N I KON D700 1 Beveiligingsstatus......235 7 Verscherping........165 2 Retouche-aanduiding ....349 8 Contrast ........... 165 3 Witbalans .........139 9 Helderheid........165 10 Verzadiging Kleurtemperatuur......147 ........
  • Pagina 253 WARM TONE CYANOTYPE TR I M : SPRI NG HAS COME . SP COMMENT RI NG HAS COME . 3636 N I KON D700 100 -- 1 1 Beveiligingsstatus......235 Vignetteringscorrectie ....276 2 Retouche-aanduiding ....349 6 Retouche-historie ......349 3 Hoge ISO ruisonderdrukking..278 7 Beeldcommentaar .......
  • Pagina 254 ❚❚ Opnamegegevens pagina 4 ARTIS T KOUGAKU TARO COPYRI GHT : NI KON N I KON D700 100 -- 1 1 Beveiligingsstatus......235 5 Cameranaam 2 Retouche-aanduiding ....349 6 Mapnummer– 3 Naam van fotograaf .....343 beeldnummer ......272 4 Copyrighthouder ......343 1 Wordt alleen weergegeven als Informatie is geselecteerd voor Weergavestand (p.
  • Pagina 255 : 35m ALTITUDE : 15/07/2008 TIME(UTC) : 10 : 02 : 27 HEADING : 105. 07 º N I KON D700 100 -- 1 1 Beveiligingsstatus......235 6 UTC (Coordinated Universal Time) 2 Retouche-aanduiding ....349 7 Kompasrichting 3 Breedtegraad 8 Cameranaam 4 Lengtegraad 9 Mapnummer–...
  • Pagina 256 ❚❚ Overzichtsgegevens 1 / 10 N I KON D700 1 250 , F11 35mm + 1 . 3 – 1. 3 10000 A6, M1 DSC _ 0001. JPG 100ND700 NOR ORMAL AL 15/07/2008 10 4256x2832 1 Beeldnummer/ 6 ISO-gevoeligheid ....... 106 7 Brandpuntsafstand......
  • Pagina 257 1 / 10 N I KON D700 1 250 , F11 35mm + 1 . 3 – 1. 3 10000 A6, M1 DSC _ 0001. JPG 100ND700 N N OR ORMAL AL 15/07/2008 10 4256x2832 17 Beeldinstelling .......162 24 Opnametijdstip........38 18 Actieve D-Lighting .......180...
  • Pagina 258 Meerdere foto’s weergeven: miniatuurweergave Als u “contactafdrukken” van vier of negen foto's wilt weergeven, drukt u op de knop W. Schermvullende Miniatuurweergave weergave...
  • Pagina 259 In de miniatuurweergave kunt u het volgende doen. Functie Knop Beschrijving Druk op de knop W om “uit te zoomen” van één naar vier foto's per Meer foto’s weergeven pagina. Druk nogmaals om negen foto's per pagina weer te geven. Druk op de knop X om “in te zoomen”...
  • Pagina 260 Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave Druk op de knop X om in te zoomen op de foto die schermvullend wordt weergegeven of die is gemarkeerd in de miniatuurweergave. Wanneer de camera is ingezoomd, kunt u het volgende doen. Functie Knop Beschrijving Druk op X om in te zoomen tot een...
  • Pagina 261 Foto’s tegen verwijderen beveiligen In de schermvullende, zoom- of miniatuurweergave kunt u de knop L gebruiken om foto’s te beveiligen en zo te voorkomen dat u ze per ongeluk verwijdert. Beveiligde bestanden kunnen niet worden verwijderd met de knop O of de optie Wissen in het weergavemenu. Beveiligde foto’s worden wel verwijderd als de geheugenkaart wordt geformatteerd (p.
  • Pagina 262 Afzonderlijke foto’s wissen Als u een foto wilt wissen die schermvullend wordt weergegeven of die is gemarkeerd in de lijst met miniaturen, drukt u op de knop O. Eenmaal gewiste foto’s kunnen niet meer worden hersteld. Selecteer een foto. Geef de foto weer of markeer deze in de lijst met miniaturen. Druk op de knop O.
  • Pagina 263 Verbindingen – De camera verbinden met een extern apparaat In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto's kopieert naar een computer, hoe u foto’s afdrukt en hoe u ze weergeeft op een televisie. Verbinden met een computer ..........p. 238 Directe USB-verbinding ...............
  • Pagina 264 ViewNX (Nikon Transfer kan ook worden gebruikt om een back-up te maken van foto's en informatie in foto's in te sluiten bij het...
  • Pagina 265 Kabels aansluiten Zet de camera uit voordat u kabels aansluit of loskoppelt. Forceer niets en steek de stekker recht in de aansluiting. Camera Control Pro 2 Met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar; p. 388) kunt u de camera via de computer bedienen.
  • Pagina 266 Directe USB-verbinding Verbind de camera met de meegeleverde UC-E4 USB-kabel. Zet de camera uit. Hoofdschakelaar Zet de computer aan. Zet de computer aan en wacht totdat deze is opgestart. Sluit de USB-kabel aan. Sluit de USB-kabel aan zoals hieronder wordt weergegeven. Forceer niets en steek de stekker recht in de aansluiting.
  • Pagina 267 Overspelen starten meer informatie over het gebruik van knop Nikon Transfer selecteert u Nikon Transfer help in het menu Help van Nikon Transfer.) Zet de camera uit. Zet de camera uit en koppel de USB-kabel los wanneer de overdracht is voltooid.
  • Pagina 268 Draadloze en Ethernet-netwerken Als een optionele WT-4 draadloze zender (p. 385) is bevestigd, kunt u foto’s overbrengen of afdrukken via een draadloos of Ethernet- netwerk. U kunt bovendien de camera bedienen via een netwerkcomputer met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar). De WT-4 kan in de volgende standen worden gebruikt.
  • Pagina 269 Foto’s afdrukken Foto’s kunnen op een van de volgende manieren worden afgedrukt: • Verbind de camera met een printer en druk JPEG-foto’s rechtstreeks af vanuit de camera (p. 244). • Plaats de geheugenkaart in een printer die is voorzien van een kaartsleuf (raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie).
  • Pagina 270 Directe USB-verbinding Als de camera via de meegeleverde USB-kabel is verbonden met een PictBridge-compatibele printer, kunnen geselecteerde JPEG-foto’s rechtstreeks vanuit de camera worden afgedrukt. Foto’s maken Foto’s selecteren om af te drukken met Printopdracht (DPOF) (p. 253) Camera verbinden met de printer (p. 245) Meerdere foto's Indexprints maken Foto één voor één...
  • Pagina 271 ❚❚ Verbinden met een printer Verbind de camera met de meegeleverde UC-E4 USB-kabel. Zet de camera uit. Sluit de USB-kabel aan. Zet de printer aan en sluit de USB-kabel aan zoals hieronder wordt aangegeven. Forceer niets en steek de stekker recht in de aansluiting.
  • Pagina 272 ❚❚ Foto's een voor een afdrukken Selecteer een foto. Druk op 4 of 2 om andere foto’s weer te geven of druk op de knop X om in te zoomen op het huidige beeld (p. 234). Als u zes foto’s tegelijk wilt weergeven, drukt u op de knop W.
  • Pagina 273 Pas de afdrukopties aan. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren en druk op 2 om de optie te selecteren. Optie Beschrijving Het menu rechts wordt weergegeven. Druk op 1 of 3 om de paginagrootte te kiezen. (Als u wilt afdrukken met de Pagina- standaard paginagrootte voor de...
  • Pagina 274 Optie Beschrijving Het menu rechts wordt weergegeven. Als u wilt afsluiten zonder de foto uit te snijden, markeert u Niet uitsnijden en drukt u op J. Als u de foto wilt uitsnijden, markeert u Uitsnijden en drukt u op 2. Uitsnijden Als u Uitsnijden selecteert, verschijnt het rechts afgebeelde...
  • Pagina 275 Meerdere foto’s afdrukken Geef het PictBridge-menu weer. Druk in het PictBridge-weergavescherm op de knop G (zie Stap 3 op pagina 245). G-knop Kies Print selectie of Print (DPOF). Markeer een van de volgende opties en druk op 2. • Print selectie: foto’s selecteren om af te drukken.
  • Pagina 276 Selecteer foto’s. Gebruik de multi-selector om naar de foto’s op de geheugenkaart te gaan. Druk op de knop X als u de huidige foto schermvullend wilt weergeven. L knop Als u de huidige foto wilt selecteren om af te drukken, drukt u op de knop L en vervolgens op 1.
  • Pagina 277 Pas de afdrukopties aan. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren en druk op 2 om de optie te selecteren. Optie Beschrijving Het menu Paginagrootte (p. 247) wordt weergegeven. Druk op 1 of 3 om de paginagrootte te kiezen. (Als u Pagina- wilt afdrukken met de standaard paginagrootte voor de grootte...
  • Pagina 278 ❚❚ Indexprints maken Als u een indexprint wilt maken van alle JPEG-foto’s op de geheugenkaart, selecteert u Indexprint in Stap 2 van “Meerdere foto’s afdrukken” (p. 249). Als de geheugenkaart meer dan 256 foto’s bevat, worden alleen de eerste 256 foto’s afgedrukt. Selecteer Indexprint.
  • Pagina 279 ❚❚ Een DPOF-printopdracht maken: printopdracht Met de optie Printopdracht (DPOF) in het weergavemenu kunt u digitale printopdrachten samenstellen voor PictBridge-compatibele printers en apparaten die DPOF ondersteunen. Als u Printopdracht (DPOF) selecteert in het weergavemenu, verschijnt het menu uit stap Kies Selecteren/instellen. Markeer Selecteren/instellen en druk op 2.
  • Pagina 280 Selecteer opties voor het afdrukken van de datum en opname-info. Markeer de volgende opties en druk op 2 om de gemarkeerde optie in of uit te schakelen. (Als u de printopdracht wilt voltooien zonder deze informatie op te nemen, gaat u verder met stap 4.) •...
  • Pagina 281 Foto’s op televisie bekijken Met de meegeleverde EG-D100 videokabel kunt u de camera verbinden met een televisie of videorecorder voor weergave of opname. Met een type C HDMI-kabel met ministekker (High- Definition Multimedia Interface) (apart verkrijgbaar) kunt u de camera verbinden met high-definition videoapparaten.
  • Pagina 282 Videostand (p. 333) Controleer of de videostandaard overeenkomt met de standaard van het videoapparaat. Houd er rekening mee dat de resolutie lager is wanneer beelden worden weergegeven op een PAL-apparaat. Weergave op televisie Voor langdurige weergave wordt het gebruik van een EH-5a of EH-5 lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) aanbevolen.
  • Pagina 283 High-definition apparaten De camera kan worden verbonden met HDMI-apparaten via een type C HDMI-kabel met ministekker (apart in de handel verkrijgbaar). Zet de camera uit. Zet de camera altijd uit voordat u een HDMI-kabel aansluit of loskoppelt. Sluit de HDMI-kabel aan zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 285 Menugids In dit hoofdstuk worden de beschikbare opties in de cameramenu's beschreven. D Het weergavemenu: beelden beheren......p. 260 C Het opnamemenu: opnameopties........p. 268 A Persoonlijke instellingen: camera-instellingen fijnafstellen ................p. 280 B Het setup-menu: basisinstellingen van de camera ... p. 331 N Het retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken ..................
  • Pagina 286 D Het weergavemenu: beelden beheren Het weergavemenu bevat de hieronder genoemde opties. Om het weergavemenu weer te geven, drukt u op G en daarna op 4 om de tab van het huidige menu te markeren. Vervolgens drukt u op 1 of 3 om de tab van het weergavemenu te markeren;...
  • Pagina 287 Weergave miniaturen. Selecteer de “Selectie”, “Selecteren/instellen” of “Print (DPOF)” optie, om foto’s uit een lijst met miniaturen te selecteren. Markeer een foto. Houd de knop X ingedrukt als u de gemarkeerde foto schermvullend wilt weergeven. Druk op het midden van de multi-selector om de gemarkeerde foto te selecteren.
  • Pagina 288 Druk op J om de bewerking te voltooien. J knop Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Markeer Ja en druk op J. Wissen Selecteer deze optie als u foto’s wilt wissen. Beveiligde en verborgen beelden worden niet gewist. Optie Beschrijving Q Selectie Geselecteerde foto’s wissen.
  • Pagina 289 Weergavemap Kies een map voor weergave. Optie Beschrijving ND700 Alle foto’s in mappen die met de D700 zijn gemaakt, zijn (standaard) zichtbaar tijdens de weergave. Alle Foto’s in alle mappen zijn zichtbaar tijdens de weergave. Alleen foto’s in de huidige map zijn zichtbaar tijdens de Huidige weergave.
  • Pagina 290 Weergavestand Kies de informatie die wordt weergegeven in het scherm met foto-informatie (p. 220). Druk op 1 of 3 om een optie te markeren en druk vervolgens op 2 om de optie voor het scherm met foto-informatie te selecteren. Geselecteerde items worden aangeduid met een vinkje (L).
  • Pagina 291 Beeld terugspelen Kies of beelden direct na de opname automatisch op de monitor worden getoond. Optie Beschrijving Na de opname worden de foto’s automatisch op de monitor weergegeven. Foto’s worden alleen weergegeven als u op de knop K drukt. (standaard) Na verwijderen Kies de foto die wordt weergegeven nadat u een foto hebt verwijderd.
  • Pagina 292 Diashow Geef de foto’s in de huidige weergavemap in een diashow weer (p. 263). Verborgen beelden (p. 263) worden niet weergegeven. Optie Beschrijving Start Start de diashow. Kies hoe lang elke foto tijdens de diashow wordt Tussenpauze weergegeven. U start de diashow door Start te markeren en op J te drukken. Tijdens de diashow kunt u de volgende handelingen uitvoeren.
  • Pagina 293 Printopdracht (DPOF) Kies Selecteren/instellen om foto’s te selecteren die u wilt afdrukken met een DPOF-compatibel apparaat (p. 253). Kies Alles deselecteren? als u alle foto’s uit de huidige printopdracht wilt verwijderen.
  • Pagina 294 C Het opnamemenu: opnameopties Het opnamemenu bevat de onderstaande opties. Om het opnamemenu weer te geven, drukt u op G en daarna op 4 om de tab van het huidige menu te markeren. Vervolgens drukt u op 1 of 3 om de tab van het opnamemenu te markeren;...
  • Pagina 295 Geheugenbank opnamemenu De opties in het opnamemenu worden opgeslagen in een van vier geheugenbanken. Met de uitzonderingen van Intervalopnamen, Meervoudige belichting en wijzigingen aan beeldinstellingen (snel aanpassen en andere handmatige aanpassingen), hebben veranderingen van instellingen in één bank geen effect op de anderen.
  • Pagina 296 Voer een naam in. Toetsenbordveld U verplaatst de cursor in het naamveld door de knop W ingedrukt te houden en op 4 of 2 te drukken. Als u een nieuw teken wilt invoeren op de huidige cursorpositie, markeert Naamveld u het gewenste teken in het toetsenbordveld met behulp van de multi-selector en drukt u op het midden van de multi-selector.
  • Pagina 297 Opnamemenu terugzetten Kies deze optie als u de standaardinstellingen voor de huidige geheugenbank voor het opnamemenu wilt herstellen. Zie pagina 419 voor een lijst met standaardinstellingen. Met uitzondering van beeldkwaliteit, beeldgrootte, witbalans en ISO-gevoeligheid worden de instellingen in het opnamemenu niet hersteld wanneer u een reset met twee knoppen (p.
  • Pagina 298 Actieve map Selecteer de map waarin de volgende beelden worden opgeslagen. ❚❚ Nieuw mapnummer Selecteer Nieuw mapnummer. Markeer Nieuw mapnummer en druk op 2. Kies een mapnummer. Druk op 4 of 2 om een cijfer te markeren en druk op 1 of 3 om het cijfer te wijzigen.
  • Pagina 299 ❚❚ Map selecteren Kies Map selecteren. Markeer Map selecteren en druk op 2. Markeer een map. Druk op 1 of 3 om een map te markeren. Selecteer de gemarkeerde map. Druk op J om de gemarkeerde map te selecteren en terug te keren naar het opnamemenu.
  • Pagina 300 Kies de beeldgrootte waarmee foto’s worden opgeslagen (p. 69). Beeldgebied De D700 kan foto's opslaan met dezelfde diagonale beeldhoek als een kleinbeeldcamera met een hoogte-breedteverhouding van 3 : 2, maar kan ook worden gebruikt om foto's op te slaan met een kleinere DX-...
  • Pagina 301 JPEG-compressie Geef aan of u JPEG-afbeeldingen wilt comprimeren tot een vaste grootte of de bestandsgrootte wilt variëren voor een betere beeldkwaliteit (p. 67). NEF (RAW)-opname Kies opties voor de compressie en bitdiepte van NEF (RAW)- afbeeldingen (p. 67). Witbalans Pas de witbalansinstellingen aan (p. 140). Beeldinstelling kiezen Selecteer een van de vooraf geïnstalleerde beeldinstellingen om de instellingen voor beeldverwerking direct aan te passen (p.
  • Pagina 302 Nikon mogelijk niet het gewenste effect. Maak een testopname en controleer het resultaat op de monitor. Vignetteringscorrectie is niet van toepassing op meervoudige belichting (p. 198), beelden in DX-formaat (p. 58) of beelden die zijn gemaakt met Beeld-op-beeld (p.
  • Pagina 303 Ruisonderdr. lange sluitertijd Geef aan of ruis moet worden onderdrukt in foto's die met een lange sluitertijd zijn gemaakt. Optie Beschrijving Foto’s die zijn gemaakt met een sluitertijd van langer dan 1 sec., worden bewerkt om ruis te onderdrukken. Tijdens deze bewerking neemt de capaciteit van het buffergeheugen af.
  • Pagina 304 Hoge ISO ruisonderdrukking Foto’s die worden gemaakt met een hoge ISO-gevoeligheid, kunnen worden bewerkt om ruis te verminderen. Optie Beschrijving S Hoog Er wordt ruisonderdrukking toegepast bij een ISO- Normaal gevoeligheid van ISO 2000 of hoger. Tijdens de bewerking van foto’s neemt de capaciteit van het (standaard) buffergeheugen af.
  • Pagina 305 Intervalopnamen Maak automatisch foto’s met vooraf ingestelde intervallen. Gebruik deze optie voor intervalfilms van bijvoorbeeld een ontluikende bloem of een vlinder die uit zijn cocon kruipt (p. 203).
  • Pagina 306 A Persoonlijke instellingen: camera-instellingen fijnafstellen U gebruikt de persoonlijke instellingen om Groepen de camera-instellingen aan uw voorkeuren persoonlijke aan te passen. Om het menu Persoonlijke instellingen instellingen weer te geven, drukt u op G en daarna op 4 om de tab van het huidige menu te markeren.
  • Pagina 307 De volgende persoonlijke instellingen zijn beschikbaar. Persoonlijke instelling Pagina Persoonlijke instelling Pagina Geheugenbank pers. d Opnemen/Weergeven inst. d5 Max. aant. continuopnamen Herstel pers. Opeenvolgende instellingen nummering a Autofocus d7 Weergave opname-info a1 Selectie AF-C-prioriteit d8 LCD-verlichting a2 Selectie AF-S-prioriteit d9 Spiegelvoorontspanning a3 Dynamisch AF-veld d10 MB-D10 batterijen a4 Focus Tracking met Lock-On...
  • Pagina 308 C: Geheugenbank pers. inst. Persoonlijke instellingen worden opgeslagen in een van vier banken. Wijzigingen in de instellingen in de ene bank zijn niet van invloed op de andere banken. Als u een bepaalde combinatie van veelgebruikte instellingen wilt opslaan, selecteert u een van de vier banken en brengt u de gewenste instellingen aan.
  • Pagina 309 a: Autofocus a1: Selectie AF-C-prioriteit Deze optie bepaalt of u in de stand Selector scherpstelstand continu-AF altijd foto’s kunt maken wanneer u de ontspanknop indrukt (ontspanprioriteit) of alleen als de camera heeft scherpgesteld (scherpstelprioriteit). U selecteert continu-AF door de selector voor de scherpstelstand naar C te draaien.
  • Pagina 310 a2: Selectie AF-S-prioriteit Deze optie bepaalt of u in de Selectieknop scherpstelstand enkelvoudige AF-stand alleen foto’s kunt maken wanneer de camera heeft scherpgesteld (scherpstelprioriteit) of dat u altijd foto's kunt maken wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit). U selecteert enkelvoudige AF door de selector voor de scherpstelstand naar S te draaien.
  • Pagina 311 a3: Dynamisch AF-veld Als het onderwerp het geselecteerde scherpstelpunt verlaat wanneer dynamisch veld-AF (I, p. 74) is geselecteerd in de stand continu-AF (scherpstelstand C, p. 72), stelt de camera scherp op basis van informatie uit de omringende scherpstelpunten. Kies 9, 21 of 51 scherpstelpunten op basis van de beweging van het onderwerp.
  • Pagina 312 Optie Beschrijving Als het onderwerp het geselecteerde scherpstelpunt verlaat, gebruikt de camera 3D- tracking om het onderwerp te volgen en wordt zo f 51 punten nodig een nieuw scherpstelpunt geselecteerd. (3D-tracking) Kies deze optie als u foto’s met onderwerpen die grillig van de ene naar de andere kant bewegen (zoals tennisspelers), snel wilt kadreren.
  • Pagina 313 a4: Focus Tracking met Lock-On Deze optie bepaalt hoe de automatische scherpstelling reageert op plotselinge grote veranderingen in de afstand tot het onderwerp. Optie Beschrijving C 5 (Lang) Als de afstand tot het onderwerp plotseling verandert, wacht de camera gedurende de ingestelde periode (lang, normaal of kort) alvorens de afstand tot het onderwerp 3 (Normaal) aan te passen.
  • Pagina 314 a6: Verlichting scherpstelpunt Kies of het actieve scherpstelpunt rood oplicht in de zoeker. Optie Beschrijving Het geselecteerde scherpstelpunt licht zo nodig Automatisch automatisch op, zodat het contrasteert met de achtergrond. (standaard) De DX-uitsnede wordt aangegeven door het beeld in de zoeker.
  • Pagina 315 a8: Selectie scherpstelpunt Kies het aantal scherpstelpunten dat beschikbaar is bij handmatige selectie van het scherpstelpunt. Optie Beschrijving Kies uit de 51 scherpstelpunten die rechts worden 51 punten weergegeven. (standaard) Kies uit de 11 scherpstelpunten die rechts worden weergegeven. Kies deze optie A 11 punten voor een snelle selectie van het scherpstelpunt.
  • Pagina 316 a9: AF-hulpverlichting Kies of de ingebouwde AF-hulpverlichting bij weinig licht gaat branden ter ondersteuning van de scherpstelling. Optie Beschrijving De AF-hulpverlichting gaat branden bij weinig licht. De AF- hulpverlichting is alleen beschikbaar als aan de twee volgende voorwaarden wordt voldaan: 1.
  • Pagina 317 a10: Functie AF-ON-knop MB-D10 Kies de functie die u wilt toewijzen aan de knop B op het optionele MB-D10 battery pack. Optie Beschrijving AF-ON Wanneer u op de knop B op de MB-D10 drukt, (standaard) wordt autofocus geactiveerd. AE/AF- De scherpstelling en belichting blijven vergrendeld vergrendeling zolang de knop B op de MB-D10 wordt ingedrukt.
  • Pagina 318 b: Lichtmeting/Belichting b1: ISO-stapgrootte Deze optie bepaalt of aanpassingen in de Optie H 1/3 stop (standaard) gevoeligheid worden aangebracht in I 1/2 stop stappen die equivalent zijn met J 1 stop LW of 1 LW. b2: Stapgrootte inst. belichting Deze optie bepaalt of aanpassingen in sluitertijd, diafragma en bracketing worden aangebracht in stappen die equivalent zijn met LW of 1 LW.
  • Pagina 319 b4: Eenv. belichtingscorrectie Deze optie bepaalt of de knop E moet worden gebruikt om de belichtingscorrectie in te stellen (p. 128). Als Aan (auto-herstel) of Aan is geselecteerd, knippert de 0 in het midden van de belichtingsaanduiding, zelfs als de belichtingscorrectie is ingesteld op ±0.
  • Pagina 320 b5: Grootte meetgebied Bij het berekenen van de belichting wordt bij Optie L φ 8 mm centrumgerichte meting het grootste φ 12 mm gewicht toegekend aan een cirkel in het (standaard) midden van het beeld. De diameter (φ ) van z φ...
  • Pagina 321 Selecteer Ja. Het bericht rechts wordt weergegeven. Markeer Ja en druk op 2 om verder te gaan of selecteer Nee om af te sluiten zonder de belichting te wijzigen. Selecteer een lichtmeetmethode. Markeer Matrixmeting, Centrumgericht of Spotmeting en druk op 2. Kies een belichtingswaarde.
  • Pagina 322 c: Timers/AE-vergrendeling c1: AE-vergr. ontspanknop Bij de standaardinstelling Uit wordt de belichting alleen vergrendeld als op dep AE-L/AF-L-knop wordt gedrukt. Als Aan is geselecteerd, wordt de belichting ook vergrendeld als de ontspanknop half wordt ingedrukt. c2: Lichtmeter automatisch uit Deze optie bepaalt hoe lang de camera de Optie 4 sec.
  • Pagina 323 c3: Vertraging zelfontspanner Deze optie bepaalt de duur van de Optie 2 sec. ontspanvertraging in de zelfontspannerstand. U 5 sec. hebt de keuze uit 2 sec., 5 sec., 10 sec. en 20 sec. 10 sec. (standaard) d 20 sec. c4: Monitor uit Deze optie bepaalt hoe lang de monitor Optie ingeschakeld blijft als er geen handelingen...
  • Pagina 324 d: Opnemen/Weergeven d1: Signaal Kies Hoog of Laag voor het geluid dat wordt weergegeven wanneer de zelfontspanner wordt gebruikt of de camera scherpstelt in de enkelvoudige AF-stand. (Er klinkt geen geluid als Ontspannen is geselecteerd voor persoonlijke instelling a2 ( Selectie AF-S-prioriteit, p.
  • Pagina 325 d4: Opnamesnelheid in CL-stand Deze optie bepaalt de maximale beeldsnelheid in de stand C (Continu laag). (Bij intervalopnamen bepaalt deze instelling ook de beeldsnelheid in de stand Enkel beeld.) Kies een waarde tussen één en zeven beelden per seconde (bps). De standaardinstelling is 3 bps. Bij lange sluitertijden kan de beeldsnelheid afnemen tot onder de geselecteerde waarde en zonder het optionele MB-D10 battery pack is de maximale beeldsnelheid 5 bps.
  • Pagina 326 d6: Opeenvolgende nummering Wanneer u een foto maakt, verhoogt de camera het laatst gebruikte bestandsnummer met één en wordt deze naam voor het nieuwe bestand gebruikt. Deze optie bepaalt of de bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst.
  • Pagina 327 d7: Weergave opname-info Bij de standaardinstelling Automatisch (AUTO) verandert de kleur van de tekens in de informatieweergave (p. 12) automatisch van zwart in wit of van wit in zwart om te zorgen voor voldoende contrast met de achtergrond. Als u altijd dezelfde kleur wilt gebruiken, selecteert u Handmatig en kiest u Donker op licht (B, zwarte tekens) of Licht op donker (W, witte tekens).
  • Pagina 328 d8: LCD-verlichting Bij de standaardinstelling Uit brandt de achtergrondverlichting van het LCD-venster (LCD-verlichting) alleen als de hoofdschakelaar op D staat. Als Aan is geselecteerd, wordt het LCD-venster verlicht wanneer de belichtingsmeters zijn ingeschakeld (p. 48). Selecteer Uit als u de batterij wilt sparen.
  • Pagina 329 AA-batterijen gebruiken EN-EL4a of EN-EL4 oplaadbare Li-ionbatterijen (apart verkrijgbaar) of EN-EL3e oplaadbare Li-ionbatterijen worden aanbevolen voor de beste prestaties. Met AA-batterijen (p. 436) kunt u minder foto's nemen. De capaciteit van AA- batterijen neemt aanzienlijk af bij temperaturen lager dan 20 °C en hangt af van het merk en de opslagomstandigheden.
  • Pagina 330 d11: Batterijvolgorde Kies of de batterij in de camera of de batterijen in het battery pack het eerst worden gebruikt als een optioneel MB-D10 battery back is bevestigd. Optie Beschrijving MB-D10 batterijen eerst De camerabatterij wordt alleen gebruikt als (standaard) de batterijen in de MB-D10 leeg zijn.
  • Pagina 331 e: Bracketing/Flits e1: Flitssynchronisatie snelheid Deze optie bepaalt de flitssynchronisatiesnelheid. Optie Beschrijving Gebruik automatische snelle FP-synchronisatie bij de SB-900, SB-800, SB-600 en SB-R200 flitsers. Als u een andere flitser 1/320 sec. gebruikt, wordt de sluitertijd ingesteld op sec. Als de (auto FP) camera een sluitertijd van sec.
  • Pagina 332 Flitssturing bij 1/320 sec. (auto FP) Als 1/320 sec. (auto-FP) is geselecteerd voor persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatie snelheid, p. 305), kunnen de ingebouwde flitser en optionele flitsers SB-900, SB-800, SB-600 en SB-R200 worden gebruikt met sluitertijden tot s; voor snellere tijden is de automatische snelle FP-synchronisatie beschikbaar met optionele flitsers SB-900, SB-800, SB-600 en SB-R200.
  • Pagina 333 De flitsgereedaanduiding Als de flitser op de maximale sterkte flitst, begint de flitsgereedaanduiding in de zoeker te knipperen als waarschuwing dat de foto mogelijk is onderbelicht. De flitsgereedaanduiding van optionele flitsers knippert niet als 1/320 sec. (auto FP) is geselecteerd.
  • Pagina 334 e2: Langste sluitertijd bij flits Deze optie bepaalt de langst mogelijke sluitertijd bij synchronisatie op het eerste of tweede gordijn of rode-ogenreductie in de belichtingsstanden Programma-automatiek en Diafragmavoorkeuze. (Ongeacht de gekozen instelling kunt u de sluitertijd instellen op een waarde van maximaal 30 sec. in de belichtingsstanden Sluitertijdvoorkeuze en Handmatig, of wanneer de flitser is ingesteld op lange sluitertijd, synchronisatie op het tweede gordijn en lange sluitertijd of rode-ogenreductie met lange sluitertijd.) De beschikbare...
  • Pagina 335 e3: Flitssturing ingeb. flitser Kies de flitsstand voor de ingebouwde flitser. Optie Beschrijving De flitssterkte wordt automatisch aangepast aan de (standaard) opnameomstandigheden. 2 Handmatig Kies de flitssterkte (p. 310). De flitser flitst herhaaldelijk terwijl de sluiter is geopend, 3 Strobosco- waardoor het effect van een stroboscooplamp ontstaat pisch flitsen (p.
  • Pagina 336 ❚❚ Handmatig Kies een flitssterkte tussen Volle flits en 1/128 ( van de volledige sterkte). Op vol vermogen heeft de ingebouwde flitser een richtgetal van 18 (m, ISO 200, 20°C). ❚❚ Stroboscopisch flitsen De flitser flitst herhaaldelijk terwijl de sluiter is geopend, waardoor het effect van een stroboscooplamp ontstaat.
  • Pagina 337 ❚❚ Commanderstand Gebruik de ingebouwde flitser als hoofdflitser die een of meer optionele SB-900, SB-800, SB-600 of SB-R200 flitsers in maximaal twee groepen (A en B) op afstand aanstuurt met behulp van geavanceerde draadloze flitssturing. Als u deze optie selecteert, wordt het menu rechts weergegeven.
  • Pagina 338 Voer de onderstaande stappen uit om foto’s te maken in de commanderstand. Wijzig de instellingen voor de ingebouwde flitser. Kies de flitssturingsstand en de flitssterkte voor de ingebouwde flitser. De flitssterkte kan niet worden aangepast in de stand – –. Pas de instellingen aan voor groep A.
  • Pagina 339 Kadreer de opname. Kadreer de opname en plaats de flitsers, zoals hieronder wordt aangegeven. Houd er rekening mee dat de maximale afstand waarop de externe flitsers kunnen worden geplaatst, afhangt van de opnameomstandigheden. De sensors voor 60 ° of minder draadloze 30 °...
  • Pagina 340 De weergave van de flitssynchronisatiestand M wordt niet als flitssynchronisatiestand weergegeven in het lcd-venster als – – is geselecteerd voor Ingeb. flitser > Stand. Flitscorrectie De flitscorrectiewaarde die is geselecteerd met de knop Y (M) en de secundaire instelschijf wordt opgeteld bij de flitscorrectiewaarden die zijn geselecteerd voor de ingebouwde flitser, groep A en groep B in het menu Commanderstand.
  • Pagina 341 e4: Instellicht Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd wanneer de ingebouwde flitser of een optionele SB-900, SB-800, SB-600 of SB-R200 flitser wordt gebruikt, wordt een instellicht afgegeven wanneer de knop voor scherptedieptevoorbeeld op de camera wordt ingedrukt (p. 115). Er wordt geen instellicht gebruikt als Uit is geselecteerd. e5: Inst.
  • Pagina 342 e6: Auto bracketing (M-stand) Deze optie bepaalt welke instellingen worden gevarieerd wanneer AE & flits of Alleen AE is geselecteerd voor persoonlijke instelling e5 in de handmatige belichtingsstand. Optie Beschrijving De camera varieert de sluitertijd (persoonlijke Flits/ instelling e5 is ingesteld op Alleen AE ) of de sluitertijd sluitertijd en de flitssterkte (persoonlijke instelling e5 (standaard)
  • Pagina 343 e7: Bracketingvolgorde Bij de standaardinstelling MTR > onder > boven (H) wordt bracketing uitgevoerd in de volgorde die wordt beschreven op pagina 132 en 136. Als Onder> MTR> boven> (I) is geselecteerd, worden opnamen gemaakt van de laagste naar de hoogste waarde.
  • Pagina 344 f: Bediening f1: Schakelaar D Kies de functie die wordt uitgevoerd door de hoofdschakelaar naar de stand D te draaien. Optie Beschrijving LCD-verlichting (D) Het lcd-venster wordt 6 sec. verlicht. (standaard) Het lcd-venster wordt verlicht en de opname- 0 Beide informatie wordt op de monitor weergegeven.
  • Pagina 345 ❚❚ Weergavestand Als u Weergavestand selecteert, worden de volgende opties weergegeven. Optie Beschrijving Miniatuur Druk op het midden van de multi-selector om te aan/uit schakelen tussen schermvullende weergave en (standaard) miniatuurweergave. Histogram- Als u in de schermvullende weergave of de miniatuurweergave op het midden van de multi-selector weergeven drukt, wordt een histogram weergegeven.
  • Pagina 346 f4: Functie van multi-selector Als u bij de standaardinstelling Info13/Foto’s42 op 1 of 3 drukt in de schermvullende weergave, wordt de weergegeven opname- informatie gewijzigd. Als u op 4 of 2 drukt, wordt een andere foto weergegeven. Als u de functie van de knoppen van de multi-selector wilt omdraaien, zodat een andere foto wordt weergegeven wanneer u op 1 of 3 drukt en de opname-informatie wordt gewijzigd wanneer u op 2 of 4 drukt, selecteert u Info42/Foto’s13.
  • Pagina 347 Optie Beschrijving De belichting wordt vergrendeld wanneer de Fn- AE-vergr. knop wordt ingedrukt en blijft vergrendeld totdat (herstel na nogmaals op deze knop wordt gedrukt, de sluiter ontspan.) wordt ontspannen of de belichtingsmeters worden uitgeschakeld. De belichting wordt vergrendeld wanneer de Fn- knop wordt ingedrukt en blijft vergrendeld totdat vergrendeling nogmaals op deze knop wordt gedrukt of de...
  • Pagina 348 Optie Beschrijving Als de beeldkwaliteit is ingesteld op JPEG Fijn, JPEG Normaal of JPEG Basis, wordt “RAW” weergegeven in het lcd-venster en een NEF (RAW)- +NEF (RAW) kopie opgenomen bij de volgende foto die wordt gemaakt nadat op de Fn-knop is gedrukt. Als u wilt afsluiten zonder een NEF (RAW)-kopie op te nemen, drukt u nogmaals op de Fn-knop.
  • Pagina 349 ❚❚ FUNC.-knop + schijven Als u FUNC.-knop + schijven selecteert voor persoonlijke instelling f5, worden de volgende opties weergegeven. Optie Beschrijving Druk op de Fn-knop en draai aan de hoofdinstelschijf Kies om het beeldgebied te kiezen (p. 58). Niet beeldgebied beschikbaar bij meervoudige belichting.
  • Pagina 350 f6: Voorbeeldknop toewijzen Kies de functie die de knop voor scherptedieptevoorbeeld vervult wanneer u deze alleen gebruikt (Voorbeeldknop indrukken) of in combinatie met de instelschijven (Voorbeeld + instelschijven). De beschikbare opties zijn gelijk aan die voor FUNC.-knop indrukken (p. 320) en FUNC.- knop + schijven (p.
  • Pagina 351 f7: AE-L/AF-L knop toewijzen Kies de functie die de AE-L/AF-L-knop vervult wanneer u deze alleen gebruikt (AE-L/AF-L knop indrukken) of in combinatie met de instelschijven (AE-L/AF-L + instelschijven). De beschikbare opties voor AE-L/AF-L knop indrukken zijn gelijk aan die voor FUNC.-knop indrukken (p.320), behalve dat AE-L/AF-L knop indrukken standaard is ingesteld op AE-L/AF-vergrendeling en de extra optie B heeft.
  • Pagina 352 f8: Sltertijd en diafragma vergr. Gebruik deze optie om de sluitertijd te vergrendelen op de waarde die is geselecteerd in sluitertijdvoorkeuze of handmatige belichtingsstand, of het diafragma te vergrendelen op de waarde die is geselecteerd in diafragmavoorkeuze of handmatige belichtingsstand. Vergrendeling is niet beschikbaar in de stand programma-automatiek.
  • Pagina 353 Optie Beschrijving Bij de standaardinstelling Secundaire instelschijf kan het diafragma alleen worden aangepast met de secundaire instelschijf (of met de hoofdinstelschijf als Aan is geselecteerd voor Verwissel hoofd/secundair). Als Diafragmaring is geselecteerd, kan het diafragma alleen worden aangepast met de diafragmaring van het objectief Instellen en wordt het diafragma op de camera weergegeven in diafragma...
  • Pagina 354 f10: Knop loslaten voor instelsch. Deze optie maakt het mogelijk om instellingen die gewoonlijk worden toegepast door een knop ingedrukt te houden en aan een instelschijf te draaien, uit te voeren door aan de instelschijf te draaien nadat u de knop hebt losgelaten. Bij de standaardinstelling Nee moet u de knop ingedrukt houden terwijl u aan de instelschijf draait.
  • Pagina 355 f11: Geen geheugenkaart? Bij de standaardinstelling Ontgrendel ontspanknop kan de sluiter worden ontspannen als er geen geheugenkaart is geplaatst. Er worden geen beelden opgenomen (ze worden echter wel op de monitor weergegeven in de demostand). Als Vergrendel ontspanknop is geselecteerd, werkt de ontspanknop alleen als er een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
  • Pagina 356 f12: Aanduidingen omkeren Bij de standaardinstelling (V) worden de belichtingsaanduidingen in het lcd-venster, in de zoeker en in de opname-informatieweergave weergegeven met positieve waarden links en negatieve waarden rechts. Selecteer als u negatieve waarden links wilt weergeven en positieve waarden rechts.
  • Pagina 357 B Het setup-menu: basisinstellingen van de camera Het setup-menu bevat de hieronder genoemde opties. Om het setup- menu weer te geven, drukt u op G en daarna op 4 om de tab van het huidige menu te markeren. Vervolgens drukt u op 1 of 3 om de tab van het setup-menu te markeren;...
  • Pagina 358 Formatteer geheugenkaart Formatteer de kaart. Houd er rekening mee dat bij formatteren alle foto's en andere gegevens op de geheugenkaart permanent worden verwijderd. Maak daarom zo nodig kopieën voordat u de kaart formatteert. Tijdens het formatteren Tijdens het formatteren mag u de camera niet uitzetten en de geheugenkaarten niet verwijderen.
  • Pagina 359 Videostand Als u de camera via de videoaansluiting verbindt met een televisie of videorecorder, dient u ervoor te zorgen dat de videostand van de camera overeenkomt met de videostandaard van het apparaat (NTSC of PAL). HDMI De camera is uitgerust met een HDMI-ministekker (High-Definition Multimedia Interface) zodat u foto's kunt weergeven op high- definition televisietoestellen of monitors met een kabel type C (in de handel apart verkrijgbaar).
  • Pagina 360 Wereldtijd Wijzig de tijdzone, stel de cameraklok in, kies de datumnotatie en schakel de zomertijd in of uit. Optie Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch Tijdzone ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Datum en tijd Stel de cameraklok in (p. 38). Kies de volgorde waarin dag, maand en jaar worden Datumnotatie weergegeven.
  • Pagina 361 Beeldcommentaar Voeg tijdens het fotograferen commentaar toe aan nieuwe foto’s. U kunt het commentaar weergeven in ViewNX (meegeleverd) of Capture NX 2 (apart verkrijgbaar, p.388). Het commentaar wordt ook weergegeven op de derde pagina met foto-informatie. • Gereed: wijzigingen opslaan en terugkeren naar het setup-menu. •...
  • Pagina 362 Automatische beeldrotatie Foto’s die zijn gemaakt terwijl Aan (standaardoptie) is geselecteerd, bevatten informatie over de oriëntatie van de camera, waardoor ze automatisch kunnen worden gedraaid tijdens de weergave (p. 265) of wanneer ze worden bekeken met ViewNX of Capture NX 2 (apart verkrijgbaar, p.
  • Pagina 363 Stof referentiefoto Verzamel referentiegegevens voor de functie Stofverwijdering in Capture NX 2 (apart verkrijgbaar, raadpleeg de handleiding van Capture NX 2 voor meer informatie). Stof referentiefoto is alleen beschikbaar als een CPU-objectief op de camera is bevestigd. Een objectief met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen.
  • Pagina 364 Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker. Houd het objectief op circa tien cm afstand van een goed verlicht, egaal wit voorwerp. Neem het voorwerp zo in beeld dat het de zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in. Bij autofocus wordt automatisch scherpgesteld op oneindig;...
  • Pagina 365 Referentiegegevens voor stofverwijdering Dezelfde referentiegegevens kunnen worden gebruikt voor foto’s die zijn gemaakt met verschillende objectieven of verschillende diafragma’s. Referentiefoto’s kunnen niet op de computer worden weergegeven met beeldbewerkingssoftware. Als u een referentiefoto op de camera bekijkt, wordt een rasterpatroon weergegeven.
  • Pagina 366 Batterij-informatie Geef informatie weer over de batterij die momenteel in de camera is geplaatst. Item Beschrijving Het huidige batterijniveau wordt weergegeven als een Batt.lading percentage. Het aantal malen dat de sluiter werd ontspannen met de huidige batterij sinds deze voor het laatst werd opgeladen. Denk eraan dat de camera de sluiter soms ontspant zonder een Opnamen opname te maken, bijvoorbeeld bij het meten van de...
  • Pagina 367 Het MB-D10 battery pack De informatie die wordt weergegeven wanneer de camera wordt gevoed door een optioneel MB-D10 battery pack, hangt af van het soort batterijen dat wordt gebruikt. Batt.lading Opnamen Kalibratie Gebr.duur ✔ ✔ ✔ EN-EL3e — ✔ ✔ ✔...
  • Pagina 368 Nikon’s optionele Image Authentication-software. Gegevens over beeldauthenticiteit kunnen niet in bestaande foto’s worden ingesloten. Foto’s die worden gemaakt terwijl beeldauthenticiteit is...
  • Pagina 369 Copyrightinformatie bijvoegen niet is geselecteerd en dat de velden Fotograaf en Copyright leeg zijn alvorens u de camera aan iemand anders geeft. Nikon is niet aansprakelijk voor schadeloosstellingen of geschillen die voortkomen uit het gebruik van...
  • Pagina 370 Instellingen opslaan/laden Selecteer Instellingen opslaan om de volgende instellingen op de geheugenkaart in de camera op te slaan. Zie p. 412). Menu Optie Weergavestand Beeld terugspelen Weergave Na verwijderen Draai portret Geheugenbank opnamemenu Naamgeving bestanden Beeldkwaliteit Beeldgrootte Beeldgebied JPEG-compressie NEF (RAW)-opname Witbalans (met fijnafstelling en voorinstellingen d-0–...
  • Pagina 371 Instellingen opslaan Instellingen worden opgeslagen in een bestand met de naam NCSETUP4. De camera kan instellingen niet laden als de bestandsnaam wordt gewijzigd. Instellingen die werden bewaard door middel van de D700 kunnen niet op andere camera's worden gebruikt.
  • Pagina 372 Pas de instellingen aan voor aansluiting op een GPS-apparaat (p. 213) Virtuele horizon Geef een virtuele horizon weer op basis van de informatie van de sensor voor camera- oriëntatie. De virtuele horizon wordt groen weergegeven als de camera horizontaal is. Gekantelde camera De virtuele horizon is niet nauwkeurig als de camera sterk voorwaarts of achterwaarts helt.
  • Pagina 373 Fijnafstelling AF Fijnafstelling van de scherpstelling voor maximaal 12 objectieftypes. AF- afstemming wordt in de meeste situaties afgeraden en kan hinderen bij normale scherpstelling; gebruik enkel indien nodig. Optie Beschrijving Fijnafstelling AF • Aan: AF-fijnafstelling inschakelen. (Aan/Uit) • Uit (standaard): AF-fijnafstelling uitschakelen. Stel AF af voor het huidige Scherpstelpunt objectief (enkel CPU-...
  • Pagina 374 AF-fijnafstelling De camera kan mogelijk niet scherpstellen op de minimale afstand of op oneindig als AF-fijnafstelling wordt toegepast. Statiefstand voor livebeeld Fijnafstelling wordt niet toegepast op autofocus met contrastdetectie als Statief is geselecteerd als stand voor livebeeld (p. 96). Opgeslagen waarde Er kan voor elk type objectief slechts een waarde worden opgeslagen.
  • Pagina 375 N Het retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken De opties in het retoucheermenu worden gebruikt om uitgesneden of geretoucheerde kopieën van de foto’s op de geheugenkaart te maken. Het retoucheermenu wordt alleen weergegeven als een geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst. Om het retoucheermenu weer te geven, drukt u op G en daarna op 4 om de tab van het huidige menu te markeren.
  • Pagina 376 Geretoucheerde kopieën maken Behalve bij Beeld-op-beeld (p. 359) en Vergelijken (p. 362) kunt u de foto’s die u wilt retoucheren selecteren in de schermvullende weergave of via het retoucheermenu. ❚❚ Geretoucheerde kopieën maken in de schermvullende weergave Selecteer een foto. Geef de gewenste foto schermvullend weer (p.
  • Pagina 377 Maak een geretoucheerde kopie. Druk op J om een geretoucheerde kopie te maken. Geretoucheerde kopieën worden aangeduid met het pictogram N. ❚❚ Geretoucheerde kopieën maken via het retoucheermenu Selecteer een item in het retoucheermenu. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren en druk op 2 om de optie te selecteren.
  • Pagina 378 Geef de retoucheeropties weer. Druk op J om retoucheeropties weer te geven (raadpleeg het gedeelte over de geselecteerde optie voor meer informatie). Als u het menu wilt verlaten zonder een geretoucheerde kopie te maken, drukt u op G. Maak een geretoucheerde kopie. Druk op J om een geretoucheerde kopie te maken.
  • Pagina 379 Kopieën retoucheren Kopieën die zijn gemaakt met Uitsnijden kunnen niet verder worden bewerkt. D-Lighting, rode-ogencorrectie, filtereffecten en kleurbalans kunnen niet worden toegepast op monochrome kopieën. Beeld-op-beeld kan meerdere keren worden toegepast. De opties in het retoucheermenu kunnen doorgaans elk slechts één keer worden toegepast op bestaande kopieën, hoewel meerdere bewerkingen kunnen leiden tot verlies van detail.
  • Pagina 380 D-Lighting D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal is voor donkere foto’s of foto’s die in tegenlicht zijn gemaakt. Voor Druk op 1 of 3 om de sterkte van de correctie te kiezen. U kunt het effect vooraf bekijken in het bewerkingsvenster.
  • Pagina 381 Rode-ogencorrectie Deze optie wordt gebruikt om “rode ogen” te corrigeren die worden veroorzaakt door de flitser en is alleen beschikbaar voor foto's die met de flitser zijn gemaakt. Er wordt een voorbeeld weergegeven van de foto die u voor rode-ogencorrectie hebt geselecteerd (zie rechts).
  • Pagina 382 Uitsnijden U kunt een uitgesneden kopie van een geselecteerde foto maken. De geselecteerde foto wordt weergegeven, waarbij de geselecteerde uitsnede in geel wordt aangegeven. Maak een uitgesneden kopie, zoals wordt beschreven in de onderstaande tabel. Functie Knop Beschrijving Formaat van uitsnede Druk op de knop W om het formaat verkleinen van de uitsnede te verkleinen.
  • Pagina 383 Uitsnijden: beeldkwaliteit en -grootte Kopieën van NEF (RAW)-, NEF (RAW) + JPEG- of TIFF (RGB)-foto’s hebben de beeldkwaliteit (p. 64) JPEG Fijn. Uitgesneden kopieën die zijn gemaakt van JPEG-foto’s, hebben dezelfde beeldkwaliteit als het origineel. De grootte van de kopie hangt af van de grootte van de uitsnede en de hoogte- breedteverhouding.
  • Pagina 384 Filtereffecten Kies uit de volgende kleurfiltereffecten. Nadat u de filtereffecten hebt ingesteld zoals hieronder wordt beschreven, drukt u op J om de foto te kopiëren. Optie Beschrijving Creëert het effect van een skylightfilter, waarbij de foto minder blauw wordt. Het effect Skylight kan vooraf op de monitor worden bekeken (zie rechts).
  • Pagina 385 Beeld-op-beeld Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto's om een enkele foto te maken die apart wordt opgeslagen; de resultaten, die gebruik maken van RAW-gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk beter dan over elkaar geplaatste beelden in beeldverwerkingssoftware. De nieuwe foto wordt opgeslagen met de geselecteerde instellingen voor beeldkwaliteit en -grootte.
  • Pagina 386 Selecteer de gemarkeerde foto. Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de voorbeeldweergave. De geselecteerde foto wordt weergegeven als Beeld 1. Stel de versterking in. Optimaliseer de belichting voor beeld-op-beeld door op 1 of 3 te drukken en de versterkingsfactor voor beeld 1 in te stellen op een waarde tussen 0,1 en 2,0.
  • Pagina 387 Beeld-op-beeld Alleen NEF (RAW)-foto’s die zijn gemaakt met de D700, kunnen worden geselecteerd voor beeld-op-beeld. Andere foto’s worden niet weergegeven in het selectiescherm. Alleen NEF (RAW)-foto’s met dezelfde bitdiepte kunnen worden samengevoegd.
  • Pagina 388 Vergelijken Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. ❚❚ Foto's vergelijken Selecteer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te selecteren en druk op J. U kunt alleen geretoucheerde kopieën selecteren (aangeduid met het pictogram N) of foto’s die zijn geretoucheerd. Selecteer Vergelijken.
  • Pagina 389 Vergelijk de kopie met het Opties gebruikt om kopie te maken origineel. De bronfoto wordt links weergegeven en de geretoucheerde kopie rechts, waarbij de opties die zijn gebruikt om de kopie te maken Bronfoto Getoucheerde bovenaan worden weergegeven. kopie Druk de multi-selector in de richting die wordt aangegeven door de pijl naast de gemarkeerde foto (1, 3, 4 of 2) om te schakelen tussen de bronfoto en de geretoucheerde kopie.
  • Pagina 390 O Mijn menu: een aangepast menu maken Met de optie Mijn menu kunt u een aangepaste lijst maken met opties uit het weergave-, opname-, setup- en retoucheermenu en het menu Persoonlijke instellingen, zodat deze opties snel toegankelijk zijn (maximaal 20 menuopties). Indien gewenst kunnen recente instellingen worden weergegeven in plaats van Mijn menu (p.
  • Pagina 391 Bepaal de positie van het nieuwe item. Druk op 1 of 3 om het nieuwe item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn menu. Druk op J om het nieuwe item toe te voegen. Geef Mijn menu weer. De items die momenteel in Mijn menu worden weergegeven, worden aangegeven met een vinkje.
  • Pagina 392 Opties verwijderen uit Mijn menu Selecteer Items verwijderen. Markeer in Mijn menu (O) Items verwijderen en druk op 2. Selecteer items. Markeer de gewenste items en druk op 2 om een item te selecteren of te deselecteren. Geselecteerde items worden met een vinkje aangegeven.
  • Pagina 393 Opties sorteren in Mijn menu Selecteer Items sorteren. Markeer in Mijn menu (O) Items sorteren en druk op 2. Selecteer een item. Markeer het item dat u wilt verplaatsen en druk op J. Verplaats het item. Druk op 1 of 3 om het item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn menu en druk op J.
  • Pagina 394 Recente instellingen weergeven Als u de twintig meest recente instellingen wilt weergeven, selecteert u Recente instellingen voor Mijn menu > Tab kiezen. Selecteer Tab kiezen. Markeer in Mijn menu (O) Tab kiezen en druk op 2. Selecteer Recente instellingen. Markeer Recente instellingen J .
  • Pagina 395 Technische opmerkingen – Behandeling van de camera, optionele accessoires en nuttige informatie In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: Compatibele objectieven............ p. 370 Optionele flitsers ..............p. 377 Overige accessoires............... p. 385 Behandeling van uw camera ..........p. 391 Opslag ......................
  • Pagina 396 Compatibele objectieven CPU-objectieven (in het bijzonder G- en D-type) zijn aanbevolen voor gebruik met de D700. CPU-objectieven kunt u herkennen aan de CPU-contacten, G- en D-type objectieven herkent u aan een letter op de objectiefvatting. G-type objectieven zijn niet uitgerust met een diafragmaring.
  • Pagina 397 9 Bij het scherpstellen op de minimale scherpstelafstand met een AF 80–200mm f/2,8, AF 35–70mm f/2.8, AF 28–85mm f/3,5–4.5 <Nieuw> of AF 28–85mm f/3.5 – 4.5 objectief op maximaal inzoomen, wordt de scherpstelindicator mogelijk weergegeven wanneer het beeld op een mat scherm in de zoeker niet is scherpgesteld.
  • Pagina 398 M (met elektronische Kleur Objectief/accessoire afstandsmeter) AI-, AI-gewijzigd, Nikkor of ✔ ✔ — ✔ ✔ ✔ — — Nikon-objectievenreeks E ✔ ✔ — ✔ Medical-Nikkor 120 mm f/4 — — — — ✔ — ✔ ✔ Reflex-Nikkor — —...
  • Pagina 399 ) in het lcd-venster knippert en g wordt weergegeven in de zoeker. Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder CPU De volgende accessoires en objectieven zonder CPU kunnen worden NIET gebruikt met de D700: • TC-16AS AF teleconverter • AF-objectieven voor de F3AF (AF • Niet-AI-objectieven 80mm •...
  • Pagina 400 De ingebouwde flitser kan ook worden gebruikt met de AI-, AI-gewijzigd Nikkor, Nikon E-reeks objectieven en objectieven zonder CPU met een brandpuntafstand van 24–300 mm. AI-S 50–300mm f/4,5, gewijzigde AI 50– 300mm f/4,5 en AI-S 50–300mm f/4,5 ED objectieven moeten worden gebruikt bij een zoompositie van 180 mm of meer en AI 50–300mm f/4,5 ED...
  • Pagina 401 Rode-ogenreductie Objectieven die de AF-hulpverlichting blokkeren, kunnen de rode- ogenreductie belemmeren. AF-hulpverlichting De AF-hulpverlichting kan worden gebruikt bij objectieven met een brandpuntsafstand van 24–200 mm. AF-hulpverlichting is niet beschikbaar bij de volgende objectieven: • AF-S VR 200mm f/2G ED • AF-S VR 200–400mm f/4G ED Bij afstanden van minder dan 0,7m kunnen de volgende objectieven de AF- hulpverlichting blokkeren en de automatische scherpstelling belemmeren wanneer er weinig licht is:...
  • Pagina 402 De beeldhoek berekenen De D700 kan worden gebruikt met Nikon-objectieven voor kleinbeeldcamera's (135). Als Automatische DX-uitsnede is ingeschakeld (standaardoptie) en een kleinbeeldobjectief is bevestigd, is de beeldhoek dezelfde als bij kleinbeeldformaat (36,0 × 23,9 mm). Als een DX-objectief is bevestigd, wordt de beeldhoek automatisch aangepast aan 23,5 × 15,6 mm (DX-formaat).
  • Pagina 403 Optionele flitsers De D700 kan worden gebruikt met CVS- compatibele flitsers. Verwijder het afdekkapje van het accessoireschoentje wanneer u optionele flitsers bevestigt. De ingebouwde flitser zal niet flitsen wanneer een optionele flitser is bevestigd. Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS) Nikon’s geavanceerde Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) biedt een verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele flitsers voor betere flitsfoto’s.
  • Pagina 404 ❚❚ CVS-compatibele flitsers De D700 kan worden gebruikt met de volgende CVS-compatibele flitsers: SB-900, SB-800, SB-600, SB-400, SB-R200 en SU-800. SB-900, SB-800, SB-600, SB-400 en SB-R200 De belangrijkste kenmerken van deze flitsers worden vermeld in de onderstaande tabel. Flitser Kenmerk...
  • Pagina 405 Richtgetal Als u het bereik van de flitser op vol vermogen wilt berekenen, deelt u het richtgetal door het diafragma. Bij ISO 100 heeft de SB-800 bijvoorbeeld een richtgetal van 38 m (zoomkop op 35 mm). Het bereik bij een diafragma van f/ 5,6 is dan 38÷5,6 ofwel circa 6,8 meter .
  • Pagina 406 De SB-900, SB-800, SB-600, SB-400, SB-R200 en SU-800 ondersteunen de volgende functies. Flitser Geavanceerde draadloze flitssturing Commander Afstandsbediening SB-900 SB-900 SB-900 Flitsstand/-functie SB-800 SB-600 SB-400 SB-800 SU-800 SB-800 SB-600 SB-R200 i-TTL uitgebalanceerde ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ i-TTL invulflits voor digitale reflexcamera's...
  • Pagina 407 Andere flitsers De volgende flitsers kunnen worden gebruikt in de standen Niet-DDL automatisch en Handmatig. Als ze zijn ingesteld op DDL, wordt de ontspanknop van de camera vergrendeld en kunnen geen foto’s worden gemaakt. Flitser SB-80DX, SB-30, SB-27 SB-23, SB-29 SB-28DX, SB-22S, SB-22, SB-50DX...
  • Pagina 408 Nikons Creatieve Verlichtingssysteem ondersteunt, raadpleegt u het hoofdstuk over CVS-compatibele digitale reflexcamera’s. In de handleiding van de SB-80DX, SB-28DX en SB-50DX wordt de D700 niet vermeld in het overzicht van digitale reflexcamera's. i-TTL-flitssturing kan worden gebruikt bij ISO-gevoeligheden tussen 200 en 6400.
  • Pagina 409 250 V, kan dit niet alleen de normale werking verstoren, maar kunnen ook de synchronisatieschakelingen van de camera of de flitser beschadigd raken. Als u een Nikon-flitser wilt gebruiken die niet in dit hoofdstuk wordt vermeld, dient u eerst een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger te...
  • Pagina 410 Flitscontacten De D700 is uitgerust met een accessoireschoentje, zodat u optionele flitsers rechtstreeks op de camera kunt aansluiten, en met een flitsaansluiting, zodat u flitsers ook via een synchronisatiekabel op de camera kunt aansluiten. ❚❚ Het accessoireschoentje Gebruik het accessoireschoentje om optionele flitsers direct op de camera te bevestigen zonder synchronisatiekabel (p.
  • Pagina 411 Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren voor de D700 de volgende accessoires beschikbaar. • Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL3e (p. 32, 34): extra EN-EL3e batterijen zijn verkrijgbaar bij uw handelaar en bij Nikon servicevertegenwoordigers. De EN-EL3e kan worden opgeladen met een MH-18a of MH-18 snellader.
  • Pagina 412 • Oculairadapter DK-18: de DK-18 wordt gebruikt om de DG-2 zoekerloep of DR-3 hoekzoeker op de D700 te bevestigen. • Anti-condens zoekeroculair DK-14, DK-17A: deze zoekeroculairs voorkomen condens in vochtige of koude omgevingen. De DK-17A is voorzien van een vergrendeling.
  • Pagina 413 Gebruik uitsluitend Nikon-filters; filters van andere fabrikanten kunnen de werking van het autofocussysteem of de elektronische afstandsmeter verstoren. • De D700 kan niet worden gebruikt met lineaire polarisatiefilters. Gebruik in plaats daarvan het C-PL circulaire polarisatiefilter. Filters • Ter bescherming van het objectief wordt aanbevolen een NC of L37C filter te gebruiken.
  • Pagina 414 (p. 342) zijn Software genomen, na opname zijn gewijzigd. Let op: gebruik de meest recente versie van de Nikon-software. De meeste softwareprogramma’s van Nikon zijn voorzien van een automatische updatefunctie, die zoekt naar de laatste updates wanneer de computer is verbonden met het internet.
  • Pagina 415 Registreer lengtegraad, breedtegraad, hoogte en UTC-tijd van GP-1 de plaats waar u uw foto’s maakt. (p. 213) GPS-adapterkabel Hiermee kunt u GPS-apparaten op de D700 aansluiten via een MC-35 pc-kabel die wordt geleverd door de fabrikant van het GPS- (p. 214) apparaat (lengte 35 cm).
  • Pagina 416 ❚❚ Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende Type I CompactFlash-geheugenkaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik met de D700: Extreme IV SDCFX4 8 GB, 4 GB, 2 GB Extreme III SDCFX3 SanDisk 8 GB, 4 GB, 2 GB, 1 GB Ultra II...
  • Pagina 417 Behandeling van uw camera Opslag Als u de camera gedurende langere tijd niet gebruikt, dekt u de monitor af met de beschermkap, verwijdert u de batterij, plaatst u het afdekkapje op de contactpunten en bewaart u de batterij op een koele, droge plek.
  • Pagina 418 Het laagdoorlaatfilter De beeldsensor die dienst doet als beeldelement van de camera, is voorzien van een laagdoorlaatfilter dat moirévorming moet voorkomen. Als u vermoedt dat vuil- of stofdeeltjes die op het filter zitten op de foto’s te zien zijn, kunt u het filter reinigen via de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu.
  • Pagina 419 Selecteer Nu reinigen. Markeer Nu reinigen en druk op 2. Het bericht rechts wordt weergegeven terwijl de sensor wordt gereinigd. Het bericht rechts wordt weergegeven wanneer de reiniging is voltooid. ❚❚“Reinigen bij aan-/uitzetten” Selecteer Reinigen bij aan-/ uitzetten. Geef het menu Beeldsensor reinigen weer, zoals wordt beschreven in stap 2 op de vorige pagina.
  • Pagina 420 Reiniging gebeurt door trilling van de beeldsensor. Als stof niet volledig kan worden verwijderd via de opties in het menu Beeldsensor reinigen, reinigt u de beeldsensor handmatig (p. 395) of neemt u contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 421 Denk er echter aan dat het laagdoorlaatfilter uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon beveelt aan het reinigen van het filter over te laten aan door Nikon geautoriseerd servicepersoneel. Laad de batterij op of gebruik een lichtnetadapter.
  • Pagina 422 Gebruik geen blaaskwastje, aangezien de haartjes van het kwastje het filter kunnen beschadigen. Alleen door Nikon geautoriseerd servicepersoneel mag vuil verwijderen dat niet kan worden weggeblazen met een blaasbalgje. U mag het filter onder geen beding aanraken of schoonpoetsen.
  • Pagina 423 Beëindig de reiniging of de inspectie onmiddellijk. Verontreinigingen op het laagdoorlaatfilter Nikon stelt al het mogelijke in het werk om te voorkomen dat tijdens productie en vervoer verontreinigingen in contact komen met het laagdoorlaatfilter. De D700 is echter ontworpen voor gebruik met verwisselbare objectieven en het is mogelijk dat bij het verwisselen van objectieven stof of vuil binnendringt.
  • Pagina 424 Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen Laat de camera niet vallen: blootstelling Houd de camera uit de buurt van sterke aan sterke schokken of trillingen kan magnetische velden: u dient dit apparaat tot storingen leiden. niet te gebruiken of op te bergen in de buurt van apparatuur die een Houd de camera droog: dit product is niet sterke elektromagnetische straling of...
  • Pagina 425 Reinigen: gebruik een blaasbalgje om Raak het sluitergordijn niet aan: het stof of vuil te verwijderen en veeg de sluitergordijn is vervaardigd uit zeer camerabody voorzichtig schoon met dun materiaal en raakt gemakkelijk een zachte, droge doek. Na gebruik beschadigd. Oefen nooit druk uit op van de camera op het strand of aan het sluitergordijn, duw er niet op met zee dient u eventueel aanwezig zand...
  • Pagina 426 Schakel de camera uit voordat u de batterij Opmerkingen over de monitor: de monitor verwijdert of de lichtnetadapter loskoppelt: kan een aantal pixels bevatten die haal de stekker van de altijd oplichten of in het geheel niet lichtnetadapter niet uit het oplichten.
  • Pagina 427 Batterijen: vuil op de batterijcontacten Laad de batterij op voordat u deze kan ertoe leiden dat de camera slecht gebruikt. Als u foto’s van belangrijke functioneert en dient vóór gebruik te gebeurtenissen maakt, zorg dan dat worden verwijderd met een zachte, u een extra, volledig opgeladen droge doek.
  • Pagina 428 Mocht de camera nog steeds niet goed functioneren, neem dan contact op met uw leverancier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Houd er rekening mee dat als u de stroombron verwijdert of loskoppelt zoals hierboven wordt beschreven, gegevens die niet op de geheugenkaart waren opgeslagen toen het probleem zich voordeed, verloren kunnen gaan.
  • Pagina 429 ❚❚ Opname Probleem Oplossing Pagina Aanzetten van de Wis bestanden of mappen. – camera duurt lang. • Geheugenkaart is vol of niet geplaatst. 41, 47 • CPU-objectief met diafragmaring bevestigd maar het diafragma is niet vergrendeld op de hoogste f/-waarde. Als B wordt weergegeven in het lcd- venster, selecteert u Diafragmaring Ontspanknop...
  • Pagina 430 Probleem Oplossing Pagina Flitser in gebruik. De flitssynchronisatiesnelheid kan worden geselecteerd via persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatie snelheid ). Wanneer Niet alle sluitertijden zijn beschikbaar. u een optionele flitser gebruikt (SB-900, SB-800, SB-600 of SB-R200), kiest u 1/320 sec. (auto FP) of 1/250 sec. (auto FP) voor een volledig sluitertijdenbereik.
  • Pagina 431 Probleem Oplossing Pagina • Kies een lagere ISO-gevoeligheid of 106, 278 Willekeurig verspreide schakel hoge ISO ruisonderdrukking in. heldere pixels ('ruis') op • De sluitertijd is langer dan 1 sec.: gebruik foto's. ruisonderdrukking lange sluitertijd. • Camera staat in scherpstelstand C. •...
  • Pagina 432 Pagina Kan witbalans niet Onderwerp te donker of te licht. meten. Beeld kan niet worden geselecteerd als bron Foto niet gemaakt met de D700. voor de vooringestelde witbalans. • De optie NEF (RAW) of NEF (RAW)+JPEG is geselecteerd voor Witbalansbracketing beeldkwaliteit.
  • Pagina 433 ❚❚ Weergave Probleem Oplossing Pagina Delen van het beeld knipperen. Druk op 1 of 3 om te selecteren Er verschijnen opname- welke foto-informatie u wilt 220, 264 gegevens op foto’s. weergeven of wijzig de instellingen voor Weergavestand. Tijdens weergave verschijnt een grafiek. NEF (RAW)-afbeelding De foto is opgenomen met wordt niet weergegeven.
  • Pagina 434 Gebruik Capture NX 2 (apart verkrijgbaar). Foto kan niet naar De camera is niet compatibel met computer worden Windows 2000 Professional. Gebruik — gekopieerd met Nikon een kaartlezer om foto's vanaf de Transfer. geheugenkaart te kopiëren. ❚❚ Overige Probleem Oplossing...
  • Pagina 435 • De camera of • Vervang de batterij als xxiii, 32, het optionele deze niet van Nikon is of MB-D10 battery laad de oplaadbare Li- pack bevat een ionbatterij op als deze volledig lege bijna leeg is.
  • Pagina 436 Aanduiding Lcd-venster Zoeker Probleem Oplossing Pagina Cameraklok is — Stel cameraklok in. niet ingesteld. Geen objectief bevestigd of objectief zonder CPU bevestigd zonder dat maximaal Diafragmawaarde wordt diafragma is weergegeven als maximaal opgegeven. diafragma is opgegeven. Diafragma wordt weergegeven in aantal stops tot maximaal diafragma.
  • Pagina 437 Aanduiding Lcd-venster Zoeker Probleem Oplossing Pagina • Gebruik een hogere ISO- gevoeligheid. • In belichtingsstand: Onderwerp te e Gebruik flitser. donker, foto f Kies een langere wordt sluitertijd. onderbelicht. g Kies een groter diafragma (lagere f/-waarde). Wijzig sluitertijd of 118, geselecteerd in selecteer stand voor belichtingsstand...
  • Pagina 438 • Wis foto’s. nemen bij de • Plaats nieuwe huidige geheugenkaart. instellingen of geen bestands- of mapnummer beschikbaar. Ontspan de sluiter. Als de storing zich blijft voordoen, neemt u contact op met — Camerastoring. een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 439 Als de kaart beschadigd is, De kaart is neemt u contact op mogelijk met uw leverancier beschadigd. of een Nikon- Plaats een vertegenwoordiger. andere kaart. • Kan geen nieuwe • Wis bestanden of 41, 262 map maken. plaats een nieuwe...
  • Pagina 440 Aanduiding Monitor Lcd-venster Probleem Oplossing Pagina Deze kaart is Geheugenkaart is niet geformat- Formatteer of niet geformatteerd teerd. vervang de 41, 43 voor gebruik in de Formatteer de geheugenkaart. camera. kaart. Selecteer een map Geen beelden op met beelden in het geheugenkaart of in menu Map bevat...
  • Pagina 441 Aanduiding Monitor Lcd-venster Probleem Oplossing Pagina Beelden die met Kan bestand Geheugenkaart andere apparaten niet — bevat geen beelden zijn gemaakt, kunnen selecteren. om te retoucheren. niet worden geretoucheerd. Controleer de printer. Selecteer Doorgaan Controleer de — Printerfout. (indien beschikbaar) printer.
  • Pagina 442 Aanduiding Monitor Lcd-venster Probleem Oplossing Pagina Controleer de inkt. Controleer de Selecteer Doorgaan — Inktfout. inkt. om te hervatten. Vervang Geen inkt meer in — inktcartridge en De inkt is op. de printer. selecteer Doorgaan. * Raadpleeg de printerhandleiding voor meer informatie.
  • Pagina 443 Bijlage In deze bijlage worden de volgende onderwerpen behandeld: • Standaardinstellingen ................p. 418 • Capaciteit geheugenkaart ..............p. 423 • Belichtingsprogramma ................p. 426 • Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik ..........p. 427...
  • Pagina 444 Standaardinstellingen De volgende standaardinstellingen worden hersteld door een reset met twee knoppen of via Opnamemenu terugzetten of Herstel pers. instellingen. ❚❚ Standaardinstellingen die worden hersteld via een reset met twee knoppen (p. 196) Optie Standaard ISO-gevoeligheid (p. 106) Beeldkwaliteit (p. 64) JPEG Normaal Beeldgrootte (p.
  • Pagina 445 ❚❚ Standaardinstellingen die worden hersteld via Opnamemenu terugzetten (p. 271) Optie Standaard Naamgeving bestanden (p. 274) Beeldkwaliteit (p. 64) JPEG Normaal Beeldgrootte (p. 69) Groot Beeldgebied (p. 58) Automatische DX-uitsnede (p. 58) Kies beeldgebied (p. 59) FX-formaat (36 JPEG-compressie (p. 67) Vaste grootte NEF (RAW)-opname (p.
  • Pagina 446 ❚❚ Standaardinstellingen die worden hersteld via Herstel pers. instellingen (p. 282) Optie Standaard a1 Selectie AF-C-prioriteit (p. 283) Ontspannen a2 Selectie AF-S-prioriteit (p. 284) Scherpstelling a3 Dynamisch AF-veld (p.285) 9 punten a4 Focus Tracking met Lock-On (p. 287) Normaal a5 AF-activering (p. 287) Ontspanknop/AF-ON a6 Verlichting scherpstelpunt (p.
  • Pagina 447 Optie Standaard d1 Signaal (p. 298) Hoog d2 Rasterweergave in zoeker (p. 298) d3 Schermtips (p. 298) d4 Opnamesnelheid in CL-stand (p. 299) 3 bps d5 Max. aant. continuopnamen (p. 299) d6 Opeenvolgende nummering (p. 300) d7 Weergave opname-info (p. 301) Automatisch d8 LCD-verlichting (p.
  • Pagina 448 Optie Standaard f1 D Schakelaar (p. 318) LCD-verlichting (D) Centrale knop multi-selector (p. 318) Middelste AF-punt Opnamestand selecteren Weergavestand Miniatuur aan/uit f3 Multi-selector (p. 319) Doe niets f4 Functie van multi-selector (p. 320) Info /foto’s FUNC.-knop toewijzen (p. 320) FUNC.-knop indrukken Geen FUNC.-knop + schijven Auto bracketing...
  • Pagina 449 Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont het aantal foto's bij benadering dat kan worden opgeslagen op een 2 GB SanDisk Extreme IV (SDCFX4) kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit, beeldgrootte en beeldgebied. ❚❚ FX-formaat (36 × 24) beeldgebied Bestands- Aantal Beeldkwaliteit Beeldgrootte Buffercapaciteit...
  • Pagina 450 ❚❚ DX-formaat (24 × 16) beeldgebied Bestands- Aantal Beeldkwaliteit Beeldgrootte Buffercapaciteit grootte beelden NEF (RAW), Compressie — 5,7 MB zonder verlies, 12-bits NEF (RAW), Compressie — 7,0 MB zonder verlies, 14-bits NEF (RAW), Gecomprimeerd, — 4,7 MB 12-bits NEF (RAW), Gecomprimeerd, —...
  • Pagina 451 d5: Max. aantal continuopnamen (p. 299) Het maximaal aantal foto’s dat achter elkaar kan worden gemaakt, kan worden ingesteld op een aantal tussen 1 en 100.
  • Pagina 452 Belichtingsprogramma Het belichtingsprogramma voor programma-automatiek wordt weergegeven in de volgende grafiek. ISO 200, objectief met maximaal diafragma van f/1,4 en minimaal diafragma van f/16 (bijv. AF 50mm f/1,4 D) f/1.4 f/2.8 f/5.6 f/11 f/16 f/22 f/32 30" 15" 8" 4" 2" 1" 8 15 30 60 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Sluitertijd De maximale en minimale LW-waarden zijn afhankelijk van de ISO-...
  • Pagina 453 Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik Het bereik van de ingebouwde flitser is afhankelijk van de gevoeligheid (ISO-equivalent) en het diafragma. Diafragma bij ISO-equivalent Bereik 1600 3200 6400 1,0–12 0,7–8,5 0,6–6,1 0,6–4,2 0,6–3,0 — 0,6–2,1 — — 0,6–1,5 — — — 0,6–1,1 —...
  • Pagina 454 Digitale spiegelreflexcamera Nikon F-vatting (met AF-koppeling en AF-contacten) Objectiefvatting Effectieve pixels Effectieve pixels 12,1 miljoen Beeldsensor 36,0 × 23,9 mm CMOS-sensor (Nikon FX-formaat) Beeldsensor Totaal aantal pixels 12,87 miljoen Reiniging beeldsensor, referentiegegevens voor Stofreductiesysteem stofverwijdering (optioneel programma Capture NX 2...
  • Pagina 455 Zoeker Spiegelreflexzoeker met pentaprisma op ooghoogte Zoeker • FX-formaat: Circa 95 % horizontaal en 95 % verticaal Beelddekking • DX-formaat: Circa 95 % horizontaal en 95 % verticaal –1 Circa 0,72 × (50-mm f/1,4-objectief op oneindig, –1,0 m Vergroting –1 Oogafstand 18 mm (–1,0 m –1...
  • Pagina 456 Ontspannen • Met EN-EL3e: van 1 tot 5 bps (C Beeldsnelheid ); tot 5 bps (C • Met optioneel MB-D10 Multi-Power Battery Pack en EN-EL4a/EN-EL4 batterij of AA-batterijen of met optionele EH-5a/EH-5 lichtnetadapter: van 1 tot 7 bps (C ); tot 8 bps (C Zelfontspanner Keuze uit 2, 5, 10 en 20 sec.
  • Pagina 457 2 LW (ISO 25600-equivalent) boven ISO 6400. Keuze tussen Automatisch, Hoog, Normaal of Laag Actieve D-Lighting Scherpstelling Autofocus Nikon Multi-CAM 3500FX autofocusmodule met DDL- fasedetectie, fijnafstelling, 51 scherpstelpunten (waaronder 15 kruissensors) en AF-hulpverlichting (bereik van circa 0,5 – 3 m) . Detectiebereik –1–+19 LW (ISO 100, 20 °C)
  • Pagina 458 Accessoireschoentje Standaard ISO 518 flitsschoencontact met vergrendeling Geavanceerde draadloze flitssturing wordt ondersteund Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS) bij de ingebouwde flitser, SB-900, SB-800 of SU-800 als commander en de SB-900, SB-800, SB-600 of SB-R200 als afstandsbediening. Automatische snelle FP-synchronisatie en instellicht worden ondersteund door alle CVS- compatibele flitsers, behalve de SB-400.
  • Pagina 459 Eén EN-EL3e oplaadbare Li-ionbatterij Het optionele MB-D10 Multi-Power Battery Pack werkt op Battery pack één Nikon EN-EL3e, EN-EL4a of EN-EL4 oplaadbare Li- ionbatterij of acht AA-batterijen (alkaline, NiMH, lithium of nikkel-mangaan). EN-EL4a, EN-EL4 en AA-batterijen zijn apart verkrijgbaar. Bij gebruik van een EN-EL4a of EN-EL4 batterij is een BL-3 batterijvakdeksel vereist.
  • Pagina 460 • Tenzij anders vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een volledig opgeladen batterij bij een omgevingstemperatuur van 20 °C. • Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en software die in deze handleiding worden beschreven op enig moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen.
  • Pagina 461 Ondersteunde standaards • DCF versie 2.0: Design Rule for Camera File System (DCF) is een algemeen erkende standaard voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • DPOF: Digital Print Order Format (DPOF) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken op basis van een printopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart.
  • Pagina 462 Een EN-EL3e batterij (MB-D10): ongeveer 1000 opnamen Een EN-EL4a batterij (MB-D10): ongeveer 1900 opnamen Acht AA-batterijen (MB-D10): ongeveer 700 opnamen • Nikon-standaard Een EN-EL3e batterij (camera): ongeveer 2500 opnamen Een EN-EL3e batterij (MB-D10): ongeveer 2500 opnamen Een EN-EL4a batterij (MB-D10): ongeveer 4300 opnamen Acht AA-batterijen (MB-D10): ongeveer 1000 opnamen 1 Gemeten bij 23 °C (±2 °C) met een AF-S VR 24–120mm f/3,5–5,6G ED objectief...
  • Pagina 463 • De optionele GP-1 GPS-eenheid wordt gebruikt. • Vibratiereductie (VR) wordt toegepast bij VR-objectieven. Let op het volgende als u de gebruiksduur van Nikon EN-EL3e oplaadbare batterijen optimaal wilt benutten: • Houd de batterijcontacten schoon. Bij vuile contacten kunnen de prestaties van de batterij afnemen.
  • Pagina 464 Index Menuopties en opties in de cameramonitor zijn vet gedrukt. Tijdstempel, 247 Symbolen Uitsnijden, 248 D schakelaar, 318 AF-hulplicht, 53, 290, 375 K (Enkelpunts AF), 74, 75 AF-hulpverlichting, 290 I (Dynamisch veld-AF), 74, 75, 285 B knop, 73, 96, 287, 291 H (Automatisch veld-AF), 74, 75 Afstandsbedieningskabel, 104, 389 S, 84...
  • Pagina 465 Filtereffecten, 165, 167 witbalans, 130 Kleurtoon, 165, 167 Diafragma, 119–122 Neutraal, 162 maximaal, 82, 210 Standaard, 162 minimaal, 37, 114 Beeldinstellingen beheren, 168 Diafragmavoorkeuze, 119 Beeldkwaliteit, 58 Diashow, 266 Beeldkwaliteit, 64 Diashow, 266 Beeld-op-beeld, 359 Tussenpauze, 266 Beeldsensor reinigen, 392 Digital Print Order Format, 243, 249, 253, Belichting, 111, 112, 126, 128 meters, 48, 296...
  • Pagina 466 Menuopties en opties in de cameramonitor zijn vet gedrukt. HDMI, 333 monitor-voorflits, 184, 193 stand, 188 help, 26, 31 sturing, 184, 377 Hendel van oculairsluiter, 45, 102 Herstel pers. instellingen, 282 i-TTL uitgebalanceerde invulflits voor digitale reflexcamera's, 184, 377 HI, 107 standaard i-TTL-flits voor digitale High-definition, 257, 333, 435 reflexcamera's, 184...
  • Pagina 467 112, 113, 295 Gecomprimeerd, 67 selectieknop, 51 Ongecomprimeerd, 67 selector, 113 Niet-CPU-objectief, 210 spotmeting, 112, 295 Lichtnetadapter, 385 Nikon Transfer, 238 Livebeeld, 89–101 Livebeeld, 89 Objectief, 36, 210, 346, 370 Ontspanstand, 91 achterste dop, 36, 37 Stand voor livebeeld, 90 afstandsinformatie, 184...
  • Pagina 468 Menuopties en opties in de cameramonitor zijn vet gedrukt. Opnamesnelheid in CL-stand, 299 handmatig, 72, 81, 94 Optionele flitser, 309, 320 tracking, 73, 286, 287 Oranje, 144, 358 3D, 74, 286 Overzichtsgegevens, 230 anticiperend, 72, 73 vergrendeling, 78 Scherptediepte, 115 Persoonlijke instellingen, 280 Scherptedieptevoorbeeldknop, 115, 315, PictBridge, 244, 435...
  • Pagina 469 Vertraging zelfontspanner, 297 WT-4, 242, 385 Video, 101, 255, 333 kabel, 255 Zelfontspanner, 102, 203 stand, 333 Zoeker, 10, 45, 429 Videostand, 333 oculair, 45, 102, 205 ViewNX, 64, 161, 182, 243 scherpstellen, 45, 81 Vignetteringscorrectie, 276 Zomertijd, 39, 334 Virtuele horizon, 99, 322, 346 Virtuele horizon, 346 Voorbeeldknop toewijzen, 324...
  • Pagina 472 Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION. Gedrukt in Europa SB0C04(1F) 6MB0241F-04...