Aanduiding
Bedienings-
Zoeker
paneel
Onderwerp te helder; foto wordt
overbelicht.
(Belichtingsaandui-
dingen en sluiter-
tijd- of
diafragmaweer-
gave knippert)
Onderwerp te donker; foto
wordt onderbelicht.
A
A geselecteerd in stand S.
(knippert)
%
% geselecteerd in stand S.
(knippert)
P
k
Afbeeldingen worden verwerkt.
(knippert)
(knippert)
Als de aanduiding na de flits 3
c
—
sec. knippert, is de foto mogelijk
(knippert)
onderbelicht.
Onvoldoende geheugen om
n
j
foto's op te nemen bij de huidige
(knippert)
(knippert)
instellingen of geen bestands- of
mapnummer beschikbaar.
O
Camerastoring.
(knippert)
Probleem
• Gebruik een lagere ISO-
• In opnamestand:
• Gebruik een hogere ISO-
• In opnamestand:
Wijzig de sluitersnelheid of
selecteer stand M.
Wijzig de sluitersnelheid of
selecteer stand M.
Wacht totdat het verwerken is
voltooid.
Controleer foto in de monitor;
indien onderbelicht, pas de
instellingen aan en probeer
opnieuw.
• Verlaag beeldkwaliteit of -
• Foto's verwijderen.
• Plaats nieuwe geheugenkaart.
Ontspan de sluiter. Als de storing
zich blijft voordoen of vaak
voorvalt, neemt u contact op
met een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Oplossing
gevoeligheid
P Gebruik optionele ND-filter
S Kies kortere sluitertijd
A Kies een kleiner diafragma
(hogere f-waarde)
gevoeligheid
P Gebruik flitser
S Kies een langere sluitertijd
A Kies een groter diafragma
(lagere f-waarde)
formaat.
0
105
297
76
77
105
143
76
77
76, 78
76, 78
—
177
93, 95
189
29
—
n
323