De standknop
De camera beschikt over de
hieronder vermelde standen.
Druk op de ontgrendelingsknop
van de standknop en draai aan
de standknop om een stand te
kiezen.
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen voor volledige controle over de camera-
instellingen.
• P—Automatisch programma (0 75)
• S—Sluitertijdvoorkeuze (0 76)
• A—Diafragmavoorkeuze (0 77)
• M—Handmatig (0 78)
Standen U1 en U2 (0 81)
Bewaar en herroep aangepaste opname-instellingen.
A
Objectieven zonder CPU
Objectieven zonder CPU (0 285) kunnen alleen worden gebruikt in de standen A en M. Het
selecteren van een andere stand wanneer een objectief zonder CPU is bevestigd, schakelt de
ontspanknop uit.
Standknop
Ontgrendelingsknop standknop
Automatische standen
Selecteer deze standen voor eenvoudige richten-en-
maken fotografie.
• i Automatisch (0 35)
Onderwerpstanden (0 40)
De camera optimaliseert automatisch de instellingen
die passen bij het geselecteerde onderwerp. Pas uw
selectie aan het te fotograferen onderwerp aan.
• j Automatisch (flitser uit)
(0 35)
X
5