Het laagdoorlaatfilter
De beeldsensor die dienst doet als beeldelement van de camera, is voorzien van een
laagdoorlaatfilter die moirévorming moet voorkomen. Als u vermoedt dat vuil- of
stofdeeltjes die op de filter zitten op de foto's te zien zijn, kunt u de filter reinigen via de
optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu. U kunt het filter op elk gewenst moment
reinigen door de optie Nu reinigen te selecteren, of u kunt ook instellen dat het filter
automatisch wordt gereinigd wanneer de camera wordt in- of uitgeschakeld.
❚❚ "Nu reinigen"
1
Selecteer Beeldsensor reinigen in het
setup-menu.
Druk op de G-knop om de menu's weer te
geven. Markeer Beeldsensor reinigen in het
setup-menu en druk op 2.
2
Selecteer Nu reinigen.
De camera controleert de beeldsensor en
begint vervolgens met reinigen. Dit proces
duurt circa 10 seconden; gedurende deze tijd
knippert P in het bedieningspaneel en
kunnen er geen andere bewerkingen worden
uitgevoerd. Verwijder of ontkoppel de
voedingsbron niet voordat het reinigen is
voltooid en P niet langer wordt
weergegeven.
A
Plaats de camera met de onderzijde omlaag
De beeldsensor kan het beste worden gereinigd als de camera met de
onderzijde omlaag wordt geplaatst, zoals rechts wordt weergegeven.
G-knop
n
301