f6: Knop loslaten voor instelsch.
Het selecteren van Ja laat wijzigingen toe die normaal worden gemaakt door de E,
M (Y), W (S), X (T), L (U), AF-stand, Z (Q) of D-knop ingedrukt te houden
en een instelschijf te draaien door de instelschijf te draaien nadat de knop is losgelaten
(dit is ook van toepassingen op de Fn en voorbeeldknoppen scherptediepte indien zij
werden toegekend aan Actieve D-Lighting met behulp van Persoonlijke Instelling f2,
Fn-knop toewijzen, of Persoonlijke Instelling f3, Voorbeeldknop toewijzen). De
instelling wordt opgeheven als één van de betreffende knoppen opnieuw wordt
ingedrukt of als de ontspanknop half wordt ingedrukt. Uitgezonderd wanneer Geen
limiet is geselecteerd voor Persoonlijke Instelling c2 Stand-by-timer, zal de instelling
ook eindigen wanneer de stand-by-timer verloopt.
f7: Ontspannen bij geen kaart
Bij het selecteren van Ontgrendel ontspanknop kan de sluiter worden ontspannen als
er geen geheugenkaart is geplaatst, hoewel er geen beelden worden opgenomen (ze
worden echter wel in de monitor weergegeven in de demostand). Als Vergrendel
ontspanknop is geselecteerd, werkt de ontspanknop alleen als er een geheugenkaart in
de camera is geplaatst.
f8: Aanduidingen omkeren
Als
bedieningspaneel, in de zoeker en in de informatieweergave weergegeven met
negatieve waarden links en positieve waarden rechts. Selecteer
om positieve waarden links en negatieve waarden rechts weer te geven.
U
246
(W) is geselecteerd worden de belichtingsaanduidingen in het
G-knop ➜ A menu Aangepaste
Instellingen
G-knop ➜ A menu Aangepaste
Instellingen
G-knop ➜ A menu Aangepaste
Instellingen
(V)