3
Verzamel referentiegegevens voor stofverwijdering.
Druk de ontspanknop helemaal in om referentiegegevens voor stofverwijdering te
verzamelen. De monitor wordt uitgeschakeld wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt. Merk op dat de ruisonderdrukking zal worden uitgevoerd als het
onderwerp slecht belicht is, en zo de opnametijden verhoogt.
Als het referentievoorwerp te licht of te donker is, kan de
camera mogelijk geen referentiegegevens voor
stofverwijdering binnenhalen en wordt de rechts getoonde
melding weergegeven. Kies een ander referentieonderwerp
en herhaal het proces van stap 1.
D
Beeldsensor reinigen
Referentiegegevens voor stofverwijdering die werden opgenomen voordat beeldsensor reinigen
wordt uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt op beelden die werden genomen nadat
beeldsensor reinigen werd uitgevoerd. Selecteer Sensor reinigen en dan starten alleen als
gegevens voor stofverwijdering niet worden gebruikt met bestaande foto's.
D
Referentiegegevens stofverwijdering
Dezelfde referentiegegevens kunnen worden gebruikt voor foto's
genomen met verschillende objectieven of met verschillende
diafragma's. Referentiebeelden kunnen niet worden bekeken met
behulp van computerbeeldsoftware. Er wordt een rasterpatroon
weergegeven wanneer referentiebeelden op de camera worden
bekeken.
Flikkerreductie
Verminder flikkeringen en bandvorming bij het maken van opnamen onder tl-verlichting
en kwikdamplampen tijdens livebeeld en filmopnamen. Kies Automatisch om de camera
automatisch de juiste frequentie te laten kiezen, of zoek handmatig naar de frequentie
van het lokale lichtnet.
A
Flikkerreductie
Als Automatisch niet in staat is de gewenste resultaten te produceren en u niet weet welke
frequentie het lokale lichtnet heeft, test dan zowel de optie 50 als 60 Hz en kies de optie die de
beste resultaten produceert. Flikkerreductie produceert mogelijk niet de gewenste resultaten als
het onderwerp zeer helder is; probeer in dat geval een kleiner diafragma (grotere f-waarde) te
kiezen.
U
252
G-knop ➜ B setup-menu