N
Scherpstelling
Deze paragraaf beschrijft de scherpstelopties die beschikbaar zijn wanneer foto's in de
zoeker zijn gekadreerd. Scherpstelling kan automatisch (zie hieronder) of handmatig
worden aangepast (0 103). De gebruiker kan tevens het scherpstelpunt voor
automatisch of handmatig scherpstellen (0 101) selecteren of gebruik
scherpstelvergrendeling om scherp te stellen zodat de compositie van foto's na het
scherpstellen kan worden aangepast (0 102).
Autofocus
Draai aan de selectieknop voor de scherpstelstand om AF
te gebruiken voor autofocus.
Autofocusstand
Kies uit de volgende autofocusstanden:
Stand
Automatisch servo-AF: de camera selecteert automatisch enkelvoudige servo-autofocus als het
AF-A
onderwerp stilstaat en continu-servo-autofocus als het onderwerp beweegt.
Enkelvoudige servo-AF: voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelling vergrendelt wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Bij de standaardinstellingen kan de sluiter alleen worden
AF-S
ontspannen wanneer de scherpstelaanduiding wordt weergegeven (focusprioriteit; 0 221).
Continue servo-AF: voor bewegende onderwerpen. De camera stelt continu scherp terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Als het onderwerp beweegt, schakelt de camera
anticiperende scherpstelling (0 100) in om de uiteindelijke afstand tot het onderwerp in te
AF-C
schatten en pas, indien noodzakelijk, de scherpstelling aan. Bij de standaardinstellingen kan
de sluiter worden ontspannen al dan niet met scherpgesteld onderwerp (ontspanprioriteit;
0 221).
A
Anticiperende scherpstelling
In de AF-C-stand of wanneer continu servo-autofocus is geselecteerd in AF-A-stand, zal de camera
anticiperende scherpstelling starten als het onderwerp in de richting of weg van de camera
beweegt, terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Hierdoor kan de camera de scherpstelling
volgen terwijl deze probeert in te schatten waar het onderwerp zich zal bevinden wanneer de
sluiter wordt ontspannen.
Selectieknop voor scherpstelstand
Beschrijving
N
97