Waterafscheider - Ontwateren
Water en vuil in brandstof worden in de waterafschei-
der (1) verzameld. In de waterafscheider bevindt zich
een rode kunststofring (3) die op de hoogte van het
waterpeil drijft. Als zich dergelijke stoffen hebben af-
gezet of als de rode kunststofring boven drijft, moet de
waterafscheider ontwaterd of evt. schoongemaakt
worden.
Motorkap openen (blz. 178).
Visuele controle van de waterafscheider op water of vervuiling.
Als de waterafscheider vol water zit, kan er zich water in het brandstoffilter bevinden. In dat geval het
brandstoffilter ontwateren (blz. 188).
Een poetsdoek onder de waterafscheider leggen zodat er geen brandstof op de grond terechtkomt.
Omschakelkraan (2) in de stand OFF (A) zetten.
Aftapplug (4) losdraaien en verontreinigingen aftappen.
Aftapplug weer sluiten.
Omschakelkraan in stand ON (B) zetten.
Poetsdoeken in overeenstemming met de bestaande milieuvoorschriften afvoeren.
Remvloeistofpeil - Controleren
Controleren of de waarschuwingslamp remvloeistof (2) op het dis-
play brandt.
76
1
A
4
Bedrijf
2
B
3
2
R5535-8144-1
03/2020