Veiligheidsbepalingen
VEILIGHEIDSBEPALINGEN
Fundamentele veiligheidsbepalingen
Voor de bediening van de hiervoor genoemde machine geldt de EG-richtlijn Arbeidsmiddelen (2009/104/EG)
van 16-09-2009.
Voor het onderhoud en herstel gelden de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.
Zo nodig moeten nationale voorschriften worden toegepast.
Verplichtingen, aansprakelijkheid en waarborg
Basisvoorwaarde voor het veilige gebruik en het storingsvrije bedrijf van de machine is de kennis van de veilig-
heidsaanwijzingen en van de veiligheidsvoorschriften.
Deze gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsaanwijzingen, moeten door alle personen in acht worden
genomen die aan of met de machine werken. Bovendien moeten de voor de desbetreffende werklocatie geldende
veiligheidsregels en -voorschriften worden opgevolgd.
Gevaren bij het gebruik van de machine
De machine is volgens de stand der techniek en de geaccepteerde veiligheidstechnische regels gebouwd.
Desondanks kunnen tijdens het gebruik ervan lichamelijke en levensgevaarlijke gevaren voor de gebruiker of
derden dan wel gebreken aan de machine of aan andere waardevolle voorwerpen ontstaan. De machines
mogen alleen worden gebruikt
overeenkomstig het goedgekeurde gebruik en
in een veiligheidstechnisch probleemloze toestand.
Storingen die de veiligheid kunnen benadelen, moeten onmiddellijk worden opgelost.
R5535-8144-1
03/2020
13