Bedrijf
Gebruik met palletvork
Veiligheidsinstructies bij het gebruik met palletvork
Levensgevaar door afvallende lasten!
STOP
- Niet onder de opgetilde last komen of eronder blijven staan.
Gevaar voor ongevallen door verminderde stabiliteit!
Hoe hoger de last wordt opgetild, hoe groter de kans dat hij kan kantelen. Bij het afremmen van de
STOP
machine wordt de stabiliteit vooral negatief beïnvloed door opgeheven lasten. De machine kan kan-
telen.
- Het aangegeven toegelaten draagvermogen nooit overschrijden.
- Als de last meer dan 400 mm boven de bodem is geheven, enkel met kruipsnelheid rijden.
Verwondingsgevaar aan de vorktanden!
Er kunnen door slijtage scherpe randen of bramen aan de vorktanden ontstaan. Er is kans op snij-
STOP
wonden.
- Niet op of onder de vorktanden komen.
- Altijd veiligheidshandschoenen dragen bij werkzaamheden aan de vorktanden.
Inklemmingsgevaar bij het vervangen of verschuiven van de vorktanden!
De vorktanden zijn zwaar, waardoor lichaamsdelen ertussen geklemd kunnen raken bij het verschui-
STOP
ven of vervangen.
- Altijd veiligheidshandschoenen en -schoenen dragen bij werkzaamheden aan de vorktanden.
Levensgevaar door verkeerd gebruik!
Als er personen met de palletvork worden opgetild of getransporteerd, dan bestaat er levensgevaar
STOP
door afstorten of inklemmen.
- Het is verboden personen op te tillen of te transporteren met de palletvork.
Kantelgevaar door hangende of pendelende lasten!
Hangende lasten kunnen in de rijmodus oncontroleerbaar in het rond gaan slingeren en daardoor de
STOP
stabiliteit van de machine negatief beïnvloeden.
- Achteruit rijden of remmen vermijden.
- Hellingen of dalingen vermijden.
- Niet rijden met vloeistofreservoir als hangende last.
Bij een foute bandendruk is er kantelgevaar!
Mede door de juiste bandendruk wordt de stabiliteit van de machine behouden. De machine kan kan-
STOP
telen als de bandendruk niet overeenkomt met de bandendruk in deze bedieningshandleiding.
- Bandendruktabel in acht nemen (blz. 182).
- Bandendruk vóór het dagelijks in bedrijf stellen controleren.
Voor de rijmodus met palletvork geldt hoofdzakelijk:
De bandendruk moet aangepast zijn aan het gebruik met palletvork.
De vorktanden moeten goed vergrendeld zijn.
De vorktanden mogen niet vervormd, sterk versleten of gescheurd zijn. Vervormde, versleten of gescheurde
vorktanden moeten voor inbedrijfstelling vervangen worden.
De bediener moet ondanks de opgetilde last een vrij zicht op de rijweg hebben. Als het zicht naar voren ge-
blokkeerd wordt door de opgetilde last, dan moet de bediener met begeleider rijden of de machine achteruit
rijden.
De palletvork in de rijmodus ca. 400 mm boven de grond houden.
Hellingen achterwaarts afrijden als de palletvork niet loodrecht over de rijbaan staat, ondanks het feit dat hij
naar achteren helt. Anders kan de last van de palletvork glijden.
R5535-8144-1
03/2020
125