Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden vakbekwaam personeel
Elke 250 bedrijfsuren
Aandrijfriemen - Instellen
Motorkap openen (blz. 178).
Ventilatieslang (1) voorzichtig uit de schutplaat (2) trekken.
Bouten (3) losschroeven en schutplaat wegnemen.
Aandrijfriemen controleren (blz. 74).
De aandrijfriemspanning (3) wordt als volgt ingesteld door de gene-
rator te zwaaien:
Bevestigingsschroeven (2) losdraaien.
Bevestigingsschroeven (1) losdraaien.
Aandrijfriemen spannen:
Generator (3) terugzwaaien (A).
Aandrijfriemen ontspannen:
Generator (3) naar voren zwaaien (B).
Aandrijfriemenspanning instellen.
Bevestigingsschroef (1) losdraaien.
Bevestigingsschroef (2) losdraaien.
Aandrijfriemen opnieuw controleren na het instellen (blz. 74).
Schutplaat weer vastschroeven.
Ventilatieslang via het gat in de schutplaat voeren.
Motorkap sluiten.
R5535-8144-1
03/2020
1
2
3
193