Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedoeld Gebruik; Niet Toegestaan Gebruik; Bijzondere Plichten Van De Exploitant - Kubota R070 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedoeld gebruik

De in deze gebruiksaanwijzing vermelde machine mag worden gebruikt voor het opnemen, heffen, opnemen en
transporteren van aarde, stenen en andere materialen met een hulpstuk, bijv. een schep. Overige hulpstukken,
zoals palletkabels, opvouwbare scheppen (4 in 1 schep) etc. kunnen worden gebruikt.
Tot het goedgekeurde gebruik behoort tevens:
het opvolgen van alle aanwijzingen van deze gebruiksaanwijzing,
het (op tijd) uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden,
het zich houden aan de controle-intervallen voor de veiligheidstechnische controle.

Niet toegestaan gebruik

Oneigenlijk gebruik, oftewel een afwijking van de in paragraaf Goedgekeurd gebruik (blz. 16) vermelde gegevens
van de in deze gebruiksaanwijzing beschreven machine, geldt als niet-goedgekeurd gebruik. Dit geldt tevens voor
het niet opvolgen van de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven normen en richtlijnen.
Bij oneigenlijk gebruik kunnen gevaren optreden. Zulk niet-goedgekeurd gebruik omvat bijvoorbeeld:
Het gebruiken van de machine in een vervuilde omgeving,
Het gebruiken van de machine in gesloten ruimtes zonder voldoende ventilatie,
Het gebruiken van de machine onder extreme temperaturen (extreme hitte of koude),
Het gebruiken van de machine voor ondergrondse werken en
Het gebruiken van de machine voor het transport van personen (bijv. in de schep).

Bijzondere plichten van de exploitant

De exploitant van de machine is in deze gebruiksaanwijzing elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die de ma-
chine zelf gebruikt of een andere persoon de opdracht geeft de machine te gebruiken. In bijzondere gevallen (bijv.
bij leasing, verhuur) is de exploitant de persoon die volgens de bestaande contractuele overeenkomsten tussen
eigenaar en gebruiker van de machine de genoemde bedrijfsplichten moet waarnemen.
De exploitant moet waarborgen dat de machine alleen op goedgekeurde wijze wordt gebruikt en dat alle gevaren,
van welke aard ook, voor leven en gezondheid van de gebruiker of derden worden voorkomen. Verder moet erop
worden gelet dat de veiligheidsvoorschriften, overige veiligheidstechnische regels alsmede de gebruiks-, onder-
houds- en herstellingsrichtlijnen worden opgevolgd. De exploitant moet waarborgen dat alle gebruikers deze ge-
bruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen.
Personen die aan of met de machine werken, moeten geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) dra-
gen. Zo moeten passende werkkleding, veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm, een veiligheidsbril, gehoorbe-
scherming en een stofmasker door de exploitant ter beschikking worden gesteld en indien nodig worden gebruikt.
De PBM zijn hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van de onderneming en zijn in de arbeidsveiligheidsvoorschrif-
ten vastgelegd.
Afvalstoffen, zoals afgedankte olie, brandstof, hydraulische vloeistof en accu's, zijn gevaarlijke afvalstoffen en
kunnen het milieu verontreinigen en schade aan mens en dier veroorzaken.
Afvalproducten moeten volgens de geldige milieubeschermings- en veiligheidsbepalingen worden afgevoerd.
16
Veiligheidsbepalingen
R5535-8144-1
03/2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave