Bedrijf
Om de cabine sneller te laten afkoelen, de luchttoevoer met
hendel (1) in stand Recirculatie (B) zetten.
Continu circulatiebedrijf leidt tot oververmoeidheid van
de gebruiker! Circulatiebedrijf gedurende een langere
STOP
periode kan leiden tot zuurstofgebrek en oververhitting
in de cabine. Er stroomt geen koele frisse lucht van
buiten naar binnen. De gebruiker raakt hierdoor snel
oververmoeid.
Als de machine en dus de airconditioning langer dan 1
week niet werden gebruikt, dient u bij de hernieuwde
ingebruikname ter bescherming van de compressor,
de airconditioning in de stationaire modus aan te zet-
ten.
Ruiten ontdooien of ontvochtigen
De volgende actie ondernemen om de ruiten te ontdooien of het be-
slag te verwijderen:
De luchtmonden voor de voorruit of achterruit openen.
De thermostaat (3) in de stand Warm zetten.
Blauw Koud
Rood Warm
Ventilatorschakelaar (4) in stand 3 zetten.
Luchtmonden op de voorruit instellen.
Bij uitvoering met airconditioning (optioneel):
Aircoschakelaar (1) indrukken en airconditioning aanzetten.
Het controlelampje (2) brandt.
Door het bedrijf van de airco wordt vocht in de lucht gecondenseerd.
Zorgen dat de cabinedeur gesloten is wanneer de airco in bedrijf is. Anders kan de compressor over-
belast raken.
Zodra de ruiten niet meer beslagen zijn, kan de airco worden uitgeschakeld.
De aircoschakelaar (1) indrukken en de airconditioning aanzetten.
Het controlelampje (2) gaat uit.
R5535-8144-1
03/2020
1
A
B
2 2
3 3
1 1
4 4
131