Opbouw en werking
Beschrijving van onderdelen aan rechterkant bedieningsconsole
1.
Startschakelaar
De startschakelaar dient als hoofdschakelaar van de complete graafmachine alsmede als schakelaar voor
het voorgloeien en starten van de motor.
2.
Extra-circuitschakelaar
Met de extra-circuitschakelaar wordt de hydrauliek van het extra circuit in- en uitgeschakeld. Als het extra cir-
cuit uitgeschakeld is, kan het extra circuit op het hulpstuk niet worden bediend. Het extra circuit kan enkel
worden ingeschakeld als de extra-circuitregelaar zich in de neutrale stand bevindt.
3.
Schakelaar lossende stand
Met deze schakelaar kunt u de bedieningshendel in de zweefstand houden. Deze functie wordt gebruikt voor
hulpstukken die in de rijmodus de oppervlakteomtrek moeten volgen (bijv. bij het gebruik van een veger of het
gelijkmaken met de schep tijdens het achteruitrijden).
4.
Continudrukschakelaar
Als de extra-circuithydrauliek is ingeschakeld, dan kan met de continudrukschakelaar de maximale door-
stroomhoeveelheid aan de extra-circuitaansluiting in- en uitgeschakeld worden.
5.
Blokkeringsschakelaar werkhydrauliek
Door op de blokkeringsschakelaar te drukken, worden de functies van de werkhydrauliek uitgeschakeld. Het
is dan niet meer mogelijk de hefmast en de kantelcilinder te bedienen.
6.
Schijnwerperschakelaar
De schijnwerperschakelaar dient om de knipperlichten in- en uit te schakelen.
7.
Schakelaar werklamp (cabine-uitvoering)
Schakelt de voorste en achterste werklamp in of uit.
8.
Schakelaar toebehoren (zwaailicht)
Met deze schakelaar wordt het zwaailicht (toebehoren) in- en uitgeschakeld.
9.
Wis-wasschakelaar achterruit (cabine-uitvoering)
Met de wis-wasschakelaar worden de ruitenwissers resp. de ruitenwasinstallatie van de achterruit in- en uit-
geschakeld.
10. Schakelaar Roetfilter-regeneratie
De schakelaar Roetfilter-regeneratie start de regeneratie bij stilstand of deactiveert de regeneratie van het
roetfilter. De regeneratie van het roetfilter moet onder bepaalde werkomstandigheden worden gedeactiveerd.
Werkt u bijvoorbeeld in de buurt van mensen, dieren, planten en brandbare materialen, dan moet de regene-
ratie van het roetfilter gedeactiveerd zijn.
11. Verwarmings- en aircoregeling (cabine-uitvoering)
Met de verwarmings- en aircoregeling vindt de bediening van de verwarming en de airco plaats (optioneel).
R5535-8144-1
03/2020
55