Bestuurdersstoel
De bestuurdersplaats kan zodanig worden ingesteld dat er kan wor-
den gewerkt zonder moe te worden en dat alle bedieningselemen-
ten goed te bereiken zijn.
1.
Armleuningversteller
2.
Rugleuningvergrendeling
3.
Gordelslot
4.
Gewichtsinstellingshendel
5.
Lengteverstellingshendel
6.
Veiligheidsgordel
Beschrijving van bestuurdersplaats
1.
Armleuningversteller
Met de armleuningversteller kan de stand van de armleuning worden ingesteld.
2.
Rugleuningvergrendeling
Door de rugleuningvergrendeling los te maken, kan de stand van de rugleuning gewijzigd worden.
3.
Gordelslot
Om de veiligheidsgordel vast te maken, drukt u de sluitpin in het gordelslot totdat deze vastklikt.
4.
Gewichtsinstellingshendel
De bestuurdersplaats heeft een vering. Met de gewichtsinstellingshendel wordt het gewicht van de bestuur-
dersplaats op de bestuurders ingesteld om een optimaal zitcomfort te garanderen.
5.
Lengteverstellingshendel
Om het stoeloppervlak naar voren of naar achteren te verschuiven, moet eerst de stoelvergrendeling met de
lengteverstellingshendel los worden gemaakt, en moet het vervolgens worden vergrendeld.
6.
Veiligheidsgordel
De veiligheidsgordel (bekkengordel met gordeloproller) moet voor het in gebruik nemen of bij het slepen van
de machine steeds worden omgedaan. Deze houdt de operator veilig op de bestuurdersplaats en vermindert
zo het gevaar op verwondingen bij een ongeval of heftige schokken van de machine.
56
Opbouw en werking
6
5
4
1
2
3
R5535-8144-1
03/2020