Pagina 2
Het bedrijf KUBOTA Baumaschinen GmbH behoudt zich in het belang van de verdere technische ontwikkeling het recht voor om wijzigingen uit te voeren met behoud van de wezenlijke eigenschappen van de beschreven machi- ne, zonder deze gebruiksaanwijzing gelijktijdig te corrigeren.
Register INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen ..........................6 Algemene symbolen ..........................7 ALGEMEEN ............................9 Voorwoord ............................... 9 EG-conformiteitsverklaring ........................9 EG-conformiteitsverklaring radioapparatuurfabrikant................. 10 Uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing ..................11 Bedienend personeel ..........................11 Bewaring van de gebruiksaanwijzing....................11 Onderdelen ............................12 VEILIGHEIDSBEPALINGEN ......................
Pagina 4
Register Zonnescherm (cabine-uitvoering)....................... 58 Bekerhouder ............................58 Verwarming (cabine-uitvoering) en airco (optioneel)................59 Verwarmings- en aircoregeling ......................59 Luchtcirculatie ..........................59 Keuzehendel Recirculatie/Frisse lucht..................... 60 Verwarmingsklep ..........................60 Overige uitrustingen op de machine ....................61 Buitenspiegel ............................61 Startaccu ............................61 Schakelaar accuscheiding........................
Pagina 5
Register Machine gebruiken..........................87 Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor ..............87 Starten van de motor.......................... 88 Parkeren van de motor........................89 Controle van display na starten en tijdens het gebruik ..............90 Kruip- en rempedaal gebruiken ......................92 Regeneratie van het roetfilter ......................
Pagina 6
Register Machine bijtanken..........................143 Peilcontrole bij het tanken ........................ 143 Ontluchten van brandstofsysteem ....................144 Duurzaamheid van de asophanging garanderen ................144 Vervangen van zekeringen....................... 145 Overzicht van zekeringen ......................146 Machine reinigen ..........................148 Diefstalbeveiliging ..........................149 Zwarte (persoonlijke) sleutel......................149 Rode sleutel (voor de registratie) .....................
Pagina 7
Veiligheidsbepalingen voor stillegging en opslag................219 Opslagomstandigheden ........................219 Maatregelen vóór de stillegging ......................219 Maatregelen gedurende de stillegging....................219 Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging ..................220 TOEBEHOREN ..........................221 KUBOTA-hulpstukken......................... 221 KUBOTA-zwaailamp..........................222 KUBOTA leidingbreukbeveiliging...................... 222 KUBOTA Kruipsnelheidfunctie ......................223 R5535-8144-1 03/2020...
Register Lijst van afkortingen 1/min omwentelingen per minuut kilogram procent km/h kilometer per uur ° graden kilonewton °C graad Celsius kilovolt Ampère kilowatt American Petroleum Institute liter (Amerikaans instituut voor aardolie) l/min liter per minuut ASTM American Society for Testing and Materials geluidsdrukniveau bestuurdersplaats (Amerikaanse onderneming voor materiaalcontrole)
Pagina 10
Register Regeneratie van het roetfilter bij stil- Waarschuwingslamp remvloeistof stand nodig Regeneratie van het roetfilter geblok- Waarschuwingslamp luchtfilter keerd Regeneratie van het roetfilter bij stil- Waarschuwingslamp veiligheidsgordel stand starten Controlelamp werkhydrauliek vergren- Schep Heffen deld Controlelamp extra circuit Schep Neerlaten Controlelamp waterafscheider Schep Kantelen Continudrukbedrijf van de hydrauliek...
De kopie van de EG-conformiteitsverklaring wordt met de machine meegeleverd. De EG-conformiteitsverklaring op een veilige plek bewaren en aan de bevoegde instanties overhandigen wanneer daarom wordt gevraagd. Mocht u de EG-conformiteitsverklaring kwijtraken, dan dient u zich bij de verantwoordelijke KUBOTA-dealer te melden.
Algemeen Inhoud van de EG-CONFORMITEITSVERKLARING: ORIGINELE EG-CONFORMITEITSVERKLARING Fabrikant: KUBOTA Baumaschinen GmbH Merk: KUBOTA Soort: Wiellader Uitvoering: R070 Chassisnummer: Deze machine voldoet aan alle relevante bepalingen van de Machinerichtlijn 2006/42/EG Deze machine voldoet aan alle relevante bepalingen van de richtlijnen en verordeningen: 2000/14/EG, 2014/30/EU, (EU) 2016/1628 Beoordeling van de conformiteit overeenkomstig richtlijn 2000/14/EG, bijlage VI.
Algemeen Uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing De uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing is op de voorzijde van het boek rechts onderaan afgedrukt. Bedienend personeel De bevoegdheden van het personeel moeten door de exploitant duidelijk worden vastgelegd; voor het bedienen, onderhouden, herstellen en voor de veiligheidstechnische controle. Het te instrueren personeel mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine werken.
Deze exacte gegevens bij een schriftelijke bestelling vermelden of binnen handbereik houden bij een telefonische bestelling. Zo maakt u het voor ons en voor uzelf gemakkelijker en vermijdt u foute bestellingen of leveringen. Gelieve voor bestellingen contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. R5535-8144-1...
Veiligheidsbepalingen VEILIGHEIDSBEPALINGEN Fundamentele veiligheidsbepalingen Voor de bediening van de hiervoor genoemde machine geldt de EG-richtlijn Arbeidsmiddelen (2009/104/EG) van 16-09-2009. Voor het onderhoud en herstel gelden de gegevens in deze gebruiksaanwijzing. Zo nodig moeten nationale voorschriften worden toegepast. Verplichtingen, aansprakelijkheid en waarborg Basisvoorwaarde voor het veilige gebruik en het storingsvrije bedrijf van de machine is de kennis van de veilig- heidsaanwijzingen en van de veiligheidsvoorschriften.
Pagina 16
Veiligheidsbepalingen Garantie en aansprakelijkheid De omvang, tijd en vorm van de garantie zijn in de inkoop- en levervoorwaarden van de fabrikant vermeld. Voor garantieaanspraken die uit een gebrekkige documentatie resulteren, is altijd de op het tijdstip van levering gelden- de gebruiksaanwijzing (blz. 11) van doorslaggevend belang, zie de uitgiftedatum van de gebruiksaanwijzing. Be- halve de inkoop- en levervoorwaarden geldt bovendien: Er wordt geen garantie overgenomen voor letsel en be- schadigingen die om een of meer van de navolgende redenen zijn ontstaan: niet-toegestaan gebruik van de machine,...
Veiligheidsbepalingen Veiligheidssymbolen In deze gebruiksaanwijzing worden de navolgende benamingen en figuren (tekens) voor gevaarlijke situaties ge- bruikt: Geeft belangrijke gegevens over werk- en bedrijfsverlopen aan die voor de gebruiker niet onmiddel- lijk opvallen. Geeft werk- en bedrijfsverlopen aan die zorgvuldig moeten worden opgevolgd om beschadigingen aan de machine of aan andere voorwerpen te voorkomen.
Veiligheidsbepalingen Bedoeld gebruik De in deze gebruiksaanwijzing vermelde machine mag worden gebruikt voor het opnemen, heffen, opnemen en transporteren van aarde, stenen en andere materialen met een hulpstuk, bijv. een schep. Overige hulpstukken, zoals palletkabels, opvouwbare scheppen (4 in 1 schep) etc. kunnen worden gebruikt. Tot het goedgekeurde gebruik behoort tevens: het opvolgen van alle aanwijzingen van deze gebruiksaanwijzing, het (op tijd) uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden,...
Veiligheidsbepalingen Indien er vragen over vakkundige afvoering of over opslag van afvalproducten en gevaarlijke afvalstoffen zijn, neemt u contact op met uw KUBOTA-dealer of uw plaatselijk afvoerbedrijf. Geluidsemissies en trillingen De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven waarden werden in een testcyclus van een identieke machine bere- kend en gelden voor standaarduitvoeringen van de machine.
Veiligheidsstickers schoon en vrij van storende voorwerpen houden. Veiligheidsstickers met water en zeep schoonmaken en met een zachte, schone doek afdrogen . Beschadigde of ontbrekende veiligheidsstickers vervangen door nieuwe stickers van uw KUBOTA-dealer. Als een onderdeel waarop de veiligheidsstickers zijn aangebracht, wordt vervangen door een nieuw onder- deel, moet u ervoor zorgen dat nieuwe stickers op dezelfde plaats op het vervangen onderdeel worden aan- gebracht.
Pagina 21
Veiligheidsbepalingen Op de volgende afbeelding ziet u waar de veiligheidsstickers moeten worden aangebracht. Artikelnummer: R5631-5726-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in vingers veroorzaken of deze zelfs afsnijden. Niet in draaiende componenten grijpen. Artikelnummer: R5631-5725-0 Gevaar voor verbrandingen door hete componenten! Oppervlakken kunnen heet zijn en verbrandingen veroorzaken.
Pagina 22
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5631-5789-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in vingers veroorzaken of deze zelfs afsnijden. Inklemmingsgevaar door draaiende componenten! De draaiende riemaandrijving kan lichaamsdelen naar binnen trekken en inklemmen. Niet in draaiende componenten grijpen. Artikelnummer: R5631-5724-0 Verwondingsgevaar door vloeistoffen die onder druk staan! Uitstromende hydraulische olie kan indringen in de huid.
Pagina 23
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R2491-5796-0 Bevestigingspunt voor hefgereedschap. Artikelnummer: RG138-5733-0 Bevestigingspunt voor voertuigbeveiliging. Alleen voor het bevestigen van de machine op een transportvoer- tuig gebruiken. Artikelnummer: RG109-5796-0 Geen bevestigingspunt voor hijswerktuig. Beschermdak Cabine R5535-8144-1 03/2020...
Pagina 24
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5631-5732-0 Gevaar voor verbrandingen door hete componenten! Oppervlakken kunnen heet zijn en verbrandingen veroorzaken. Openingen, bijv ontluchting, en hete componenten niet met de han- den afdekken. Artikelnummer: RG538-5754-0 Vluchtroute! Artikelnummer: R5615-5727-0 Verwondingsgevaar! Altijd de veiligheidsgordel aanbrengen. Cabine Beschermdak R5535-8144-1 03/2020...
Pagina 25
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5615-5723-0 Levensgevaar door naar beneden vallende hefmast! Het plots naar beneden vallen van de opgetilde hefmast kan tot zware ongevallen met dodelijke gevolgen leiden. hefmast ondersteunen onderhoudswerkzaamheden (blz. 27). Artikelnummer: R5615-5722-0 Levensgevaar door inklemmen! Een kleine veiligheidsafstand ten opzichte van de machine en de ob- stakels kan de vluchtweg uit de gevarenzone blokkeren.
Pagina 26
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5611-5789-0 Ongevallenrisico door verkeerde bediening! Een ondeskundige bediening kan leiden tot schade aan de machine en zware ongelukken met hoge kans op verwondingen en de dood als ge- volg. Vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing lezen. Artikelnummer: RG158-5734-0 Verwondingsgevaar bij het op- en afstappen! Bij het op- en afstappen zonder veilig houvast kan men uitglijden en vallen.
Pagina 27
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5615-5784-0 Verwondingsgevaar door inklemmen! Aanraking van het hulpstuk tijdens de werking kan tot ernstige kneu- zingen of tot afgescheurde vingers leiden. Tijdens de werking steeds op enige afstand van het hulpstuk blij- ven, niet aanraken. Artikelnummer: R5611-5754-0 (optioneel) Risico op verwondingen door vallen! Het oppervlak van de onderdelen kan slechts kleine lasten dragen.
Pagina 28
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5531-5758-0 Maximum draagvermogen met palletkabel R070 met beschermdak Artikelnummer: R5531-5759-0 Maximum draagvermogen met palletkabel R070 met cabine Artikelnummer: R5631-5731-0 Bandendruk Beschermdak Cabine R5535-8144-1 03/2020...
Veiligheidsbepalingen Veiligheidsvoorzieningen Elke keer dat de machine in bedrijf wordt gesteld, moeten alle veiligheidsvoorzieningen op vakkundige wijze zijn aangebracht en werken. Het is verboden om met de veiligheidsvoorzieningen te knoeien. Beveiligingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd na Het stoppen en uitschakelen van de machine, Het beveiligen tegen het opnieuw inschakelen (startschakelaar in stand STOP en sleutel verwijderd).
Veiligheidsbepalingen Stuurframevergrendeling Gevaar door het scheuren van de knikbesturing! Voor het onderhoud of het transport altijd de stuurframevergrendeling monteren om de knikbestu- STOP ring te blokkeren. Door de stuurframevergrendeling op het linkerframe te monteren wordt de knikbesturing geblokkeerd. Knikbesturing met stuurframevergrendeling vergrendelen: Voor- en achterruiten op één lijn brengen.
De veiligheidsgordel moet bij gebruik van de machine zijn om- gedaan. Geen constructieve wijzigingen aanbrengen op de bescher- mende structuur. Bij beschadigingen wendt u zich tot uw KUBOTA-dealer. (Niet repareren!) De machine nooit zonder beschermende structuur in bedrijf stellen. Om kantelen, glijden of andere mogelijke risico's bij het heffen te voorkomen, is uiterste voorzichtigheid geboden.
Veiligheidsbepalingen Noodhamer Bij een eventueel ongeluk met de machine waarbij de cabinedeur respectievelijk de voor- of zijruit niet kan worden geopend, kan de gebruiker de ruiten met de noodhamer (1) inslaan. Bij het inslaan van de ruit in elk geval de ogen sluiten STOP en met een arm beschermen.
Veiligheidsbepalingen Brandbeveiliging Onderdelen en hulpstukken van de machine, met name de motor en het uitlaatsysteem, bereiken al hoge temperaturen onder normale bedrijfsomstandigheden. Beschadigde of niet-onderhouden elek- STOP trische installaties kunnen de oorzaak zijn van vonkoverslag of lichtbogen zijn. De volgende brand- veiligheidsrichtlijnen helpen u, uw uitrusting in stand en efficiënt te houden en het brandrisico te mi- nimaliseren.
Pagina 34
Veiligheidsbepalingen R5535-8144-1 03/2020...
Bergen, laden en transport BERGEN, LADEN EN TRANSPORT Veiligheidsbepalingen bij het bergen Om de machine op te bergen moet hefgereedschap van minstens dezelfde gewichtsklasse als die van de ma- chine worden gebruikt. Voor het bergen moet een sleepstang worden gebruikt. Bij het gebruik van een sleepkabel moet een rem- voertuig worden gebruikt.
Bergen, laden en transport Veiligheidsbepalingen bij het transport De gebruikte laadperrons moeten een voldoende draagvermogen hebben om het gewicht van de machine te kunnen opnemen. Zij moeten veilig op het transportvoertuig worden geplaatst en bevestigd. Het laadvlak aan de achterzijde van het transportvoertuig met voldoende grote steunen ondersteunen. De laadperrons moeten breder zijn dan het loopvlak van de machine en zijdelings zijn voorzien van dwars- verbindingen.
De graafmachine is voorzien van een negatief werkende parkeerrem. De parkeerrem wordt aangehaald vanaf het moment dat de motor is uitgeschakeld. Voor het slepen moet de parkeerrem daarom handmatig gelost worden. Als de machine blijft stilstaan en versleept moet worden, de dichtstbijzijnde KUBOTA-dealer verwittigen. Enkel in geval van nood de volgende werkzaamheden uitvoeren.
Bergen, laden en transport Machine verplaatsen met een kraan Onderdeel Veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het laden/lossen van STOP 4.0m 4.0m de machine met een kraan (blz. 33) in acht nemen. 3.8m 3.8m Voor het laden Voorste en achterste frame op een egale ondergrond op één lijn brengen en de machine uitschakelen.
Bergen, laden en transport Transport met dieplader Hoofdstuk veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het transport (blz. 34) STOP in acht nemen. Oprijbanen in een hoek van 10° tot 15° op het transportvoertuig plaatsen. Daarbij de breedte van het loopvlak en de spoor- breedte in acht nemen.
Pagina 40
Bergen, laden en transport Voor de veiligheid van het voertuig moeten de in de afbeelding weergegeven bevestigingspunten (1) worden gebruikt. Borg de vergrendeling van het stuurframe op de machine. Voorwielen en achterwielen met keggen (1) beveiligen. Machine met geschikte spanriemen en kettingen op het trans- portvoertuig aan de aanslagpunten vastmaken (2).
Beschrijving van machine BESCHRIJVING VAN MACHINE Afmetingen De afmetingen van het model R070 staan in de volgende afbeeldingen en tabellen. α α R5535-8144-1 03/2020...
Pagina 42
Beschrijving van machine Opvouwbare schep Met schep Universele schep (4-in-1 schep) Totale lengte 5395 5390 Wielstand 2000 Spoorbreedte 1355 Totale hoogte (cabine/bestuurdersbeveili- 2480/2460 gingsdak) Bodemspeling Dumping (zonder tanden) 2525 Reikwijdte (zonder tanden) Hoogte scharnierpen 3230 Hefhoogte 3995 4045 Graafdiepte Totale breedte (buitenkant wiel) 1725 Totale breedte (schep) 1820...
Beschrijving van machine Technische gegevens Navolgend zijn de technische gegevens voor deze uitvoeringen beschreven. KUBOTA-wiellader Uitvoering R070 Bescherm- Type Cabine Machinegewicht* 4445 4280 Werkgewicht** 4250 4355 Watergekoelde Type turbodieselmotor met vier cilinders Uitvoering V2607-CR-E5-WL Cilinderinhoud cm³ 2615 Motorvermogen (ISO 14396)
Beschrijving van machine Identificatie van machine De typeplaat van de machine bevindt zich rechts aan de voorruit. De ingegraveerde gegevens moeten door de bediener in het veld aan de achterzijde van de titelbladzijde worden genoteerd. CE-markering Max. trekvermogen aan de sleepinrichting/ Max.
Beschrijving van machine Basisuitrusting De basisuitrusting van de uitvoeringen omvat de navolgende onderdelen: – Gebruiksaanwijzing – Onderdelenboek – Garantieverklaring – Vetspuit – Werktuigset in tas Onderdelenboek en garantieverklaring kunnen samen met de bedieningshandleiding bewaard worden (blz. 11). De vetspuit moet op de houders (1) op de rechterkant van het voor- frame worden bevestigd.
Pagina 46
Beschrijving van machine R5535-8144-1 03/2020...
Opbouw en werking Bestuurdersplaats De bestuurdersplaats glijdt in principe naar het volgende bereik: Instrumentenpaneel Rechterbedieningsconsole Dashboard en stuurkolom Bestuurdersstoel Bedieningshendelconsole R5535-8144-1 03/2020...
Opbouw en werking Beschrijving van instrumentenpaneel Controlelamp voorgloeien De controlelamp voorgloeien brandt bij het schakelen van de startschakelaar in stand RUN. Wanneer de con- trolelamp uitgaat, kan de motor worden gestart. Controlelamp lading De controlelamp lading brandt wanneer er niet genoeg spanning op het laadstroomcircuit staat. Waarschuwingslamp motoroliedruk De controlelamp motoroliedruk brandt wanneer de oliedruk onder de gewenste waarde ligt.
Pagina 51
Opbouw en werking 18. Controlelamp waarschuwingsknipperlicht / knipperlicht Als het knipperlicht bediend wordt, dan gaat afhankelijk van de schakelstand de linker- of rechtercontrolelamp knipperen. Als er op de waarschuwingsknipperlichtschakelaar is gedrukt, dan gaan beide controlelampen knipperen. 19. Waarschuwingslamp veiligheidsgordel De controlelamp gaat branden wanneer de veiligheidsgordel niet is omgedaan. 20.
Opbouw en werking Dashboard en stuurkolom Op het dashboard en de stuurkolom bevinden zich de bedieningselementen van de voertuigbesturing. Luchtmonden (cabine-uitvoering) Stuurkolomvergrendeling Claxondrukknop Parkeerremschakelaar Multifunctie-schakelaar Waarschuwingsknipperlichtschakelaar Vrijgavetoets hulpstukontgrendeling Stuurframe Displaykeuzeschakelaar 10. Menutoets R5535-8144-1 03/2020...
Pagina 53
Opbouw en werking Beschrijving van dashboard en stuurkolom Luchtmonden (cabine-uitvoering) Met de luchtmonden wordt de verwarmings- en ventilatieluchtstroom naar de voor- en zijruiten en de cabine bestuurd. Claxondrukknop Door op de claxontoets te drukken weerklinkt de claxon zolang de toets ingedrukt blijft. Multifunctie-schakelaar Op de multifunctiehendel worden de knipperlichten, de ruitenwisser en de ruitensproei-installatie van de voor- ruit in- en uitgeschakeld, en wordt gewisseld tussen grootlicht en dimlicht.
Opbouw en werking Bedieningshendelconsole Op de bedieningshendelconsole bevinden zich functie- en besturingselementen van de werkhydrauliek: Transmissiestandschakelaar (verlagen) Polssteun Transmissiestandschakelaar (verhogen) Richtingschakelaar Bedieningshendel Differentieelblokkeringstoets Regelaar extra circuit Handmatige motorstop Schakelaar neutraal 12V-contactdoos R5535-8144-1 03/2020...
Pagina 55
Opbouw en werking Beschrijving van functie- en besturingselementen aan bedieningshendelconsole Transmissiestandschakelaar (verlagen) Door op de linker rijstandschakelaar te drukken, wordt de maximale rijsnelheid tot 4,6 km/h verlaagd. Transmissiestandschakelaar (verhogen) Door op de rechter rijstandschakelaar te drukken, wordt de maximale rijsnelheid tot 20 km/h verhoogd. Bedieningshendel Met de bedieningshendel worden functies van de werkhydrauliek bestuurd (hefcilinder en kantelcilinder).
Opbouw en werking Rechterbedieningsconsole Aan de rechterkant van de bedieningsconsole bevinden zich de volgende elementen van de elektrische uitrusting: Startschakelaar Schakelaar werklamp (cabine-uitvoering) Extra-circuitschakelaar Schakelaar toebehoren (zwaailicht) Schakelaar lossende stand Wis-wasschakelaar achterruit (cabine-uitvoe- Continudrukschakelaar ring) Blokkeringsschakelaar werkhydrauliek 10. Schakelaar Roetfilter-regeneratie Schijnwerperschakelaar 11.
Pagina 57
Opbouw en werking Beschrijving van onderdelen aan rechterkant bedieningsconsole Startschakelaar De startschakelaar dient als hoofdschakelaar van de complete graafmachine alsmede als schakelaar voor het voorgloeien en starten van de motor. Extra-circuitschakelaar Met de extra-circuitschakelaar wordt de hydrauliek van het extra circuit in- en uitgeschakeld. Als het extra cir- cuit uitgeschakeld is, kan het extra circuit op het hulpstuk niet worden bediend.
Opbouw en werking Bestuurdersstoel De bestuurdersplaats kan zodanig worden ingesteld dat er kan wor- den gewerkt zonder moe te worden en dat alle bedieningselemen- ten goed te bereiken zijn. Armleuningversteller Rugleuningvergrendeling Gordelslot Gewichtsinstellingshendel Lengteverstellingshendel Veiligheidsgordel Beschrijving van bestuurdersplaats Armleuningversteller Met de armleuningversteller kan de stand van de armleuning worden ingesteld. Rugleuningvergrendeling Door de rugleuningvergrendeling los te maken, kan de stand van de rugleuning gewijzigd worden.
Opbouw en werking Pedalen De pedalen om te accelereren en te versnellen bevinden zich in de voetenruimte: Gaspedaal Kruip- en rempedaal Beschrijving van de pedalen Gaspedaal Het gaspedaal bestuurt het motortoerental via de inspuitpomp. Hoe harder het gaspedaal wordt ingedrukt, hoe hoger het motortoerental.
Opbouw en werking Overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Navolgend worden de overige uitrustingen op de bestuurdersplaats beschreven. Interieurverlichting (cabine-uitvoering) Aan de bestuurderscabineklep bevindt zich een interieurlicht (1) dat door het drukken op het binnenlicht kan worden in- of uitgescha- keld. Zonnescherm (cabine-uitvoering) Aan het bestuurderscabinedak bevindt zich een zonnescherm (1) dat naar beneden geklapt kan worden om de ogen voor het zonlicht...
Opbouw en werking Verwarming (cabine-uitvoering) en airco (optioneel) Verwarmings- en aircoregeling De regeling voor de verwarming en de airco (optioneel) is in de rechtse bedieningsconsole ondergebracht en bevat de volgende onderdelen: Schakelaar airconditioning Controlelampje Thermostaat Ventilatorschakelaar Schakelaar airconditioning Met de aircoschakelaar kunt u de airconditioning aan- en uit- zetten.
Opbouw en werking Achterruit (voor ontvochtigen/ontdooien van achterruit) Interieur / bestuurdersplaats vooraan De gewenste stromingsrichting (A) kan op de luchtmonden worden ingesteld. De ronde luchtmonden voor het interieur kunnen los van elkaar wor- den ingesteld: A. Open B. Gesloten C. Draaien Keuzehendel Recirculatie/Frisse lucht De luchtaanzuiging kan door middel van de hendel (1) tussen Re- circulatie en Frisse lucht worden omgeschakeld.
Opbouw en werking Overige uitrustingen op de machine Navolgend worden de overige uitrustingen op de machine beschreven. Buitenspiegel De buitenspiegels (1) maken het zicht naar achteren mogelijk. De buitenspiegels kunnen voor een optimaal zicht in de gewenste zo- nes worden afgesteld. Startaccu De startaccu (1) bevindt zich in het opslagvak aan de linkermachi- nezijde onder de zijafdekking (2).
Opbouw en werking Elektrische zekeringen De elektrische zekeringen van de machine bevinden zich aan de rechterkant van de bestuurdersplaats, onder de zijafdekking. Zekeringenkast A Zekeringenkast B Elektrische hoofdzekeringen De elektrische hoofdzekeringen (1) van de machine bevinden zich aan de linkermachinezijde, onder de motorruimteafdekking. Tankdop en schakelaar peilcontrole De tankdop (1) bevindt zich aan de rechterkant van de machine on- der de tankdop (3).
Opbouw en werking Reservoir voor hydraulische olie Het hydraulische oliereservoir bevindt zich in de linkermachinezijde, boven de achteras. In het reservoir voor hy- draulische olie bevindt zich het aanzuigfilter en het retourfilter. Reservoir voor hydraulische olie Olievulopening voor hydraulische olie Afdekking voor de toegang tot het retourfilter Retourfilter Afdekking voor de toegang tot het aanzuigfilter...
Opbouw en werking Motorruimte De motorruimte bevindt zich achteraan de achterframe, onder de motorruimteafdekking. Motor Waterafscheider Olievulopening Uitlaatdemper / roetfilter Koelvloeistofexpansiereservoir Brandstoffilter Aandrijfriemen Steun ruitenwisinstallatie Dynamo Uitlaatpijp Olie-afscheider Luchtfilter Oliepeilstok R5535-8144-1 03/2020...
Bedrijf BEDRIJF Veiligheidsbepalingen voor het gebruik De veiligheidsbepalingen (blz. 13) moeten in acht genomen worden. De machine mag enkel zoals bepaald in hoofdstuk Bedoeld gebruik (blz. 16) bediend worden. Alleen geïnstrueerd of opgeleid personeel mag de machine bedienen (blz. 11). Het bedienen van de machine onder invloed van drugs, medicijnen of alcohol is verboden.
Bedrijf Het gebruiken van de machine op een gevaarlijk terrein, boven het draagvermogen of niet volgens het voor- geschreven gebruik van de machine, kan ervoor zorgen dat de machine kantelt en is verboden. Hulpstukken, vooral op hellingen, altijd zo laag mogelijk vasthouden, zodat de machine niet kan kantelen. Niet op wegen met een hellingsgraad >30°...
Bedrijf Kinderen nooit met de machine of de hulpstukken laten spelen. Extreem voorzichtig zijn bij het rangeren. Achter en onder de machine kijken en u ervan verzekeren dat er zich geen kinderen in het rangeergebied bevinden. Begeleiden van de gebruiker Indien het zicht van de gebruiker over het werk- en rijgebied is versperd, moet de gebruiker door een bege- leider worden ondersteund.
Bedrijf Gedrag bij werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen Gedurende werkzaamheden met de machine in de buurt van elektrische bovenleidingen en rijdraden (bijv. tram- draden) moet tussen de graafmachine met zijn aanbouwdelen en de leiding een minimale afstand volgens de na- volgende tabel worden aangehouden.
Vloeistofpeil overeenkomstig hoofdstuk Onderhoud (blz. 167) controleren. Alle bedieningsfuncties uitvoeren, zie hoofdstuk Bediening van graafmachine (blz. 87) en daaropvolgende hoofdstukken. In geval van storingen a.u.b. onmiddellijk uw bevoegde KUBOTA-dealer waarschuwen. Instappen Verwondingsgevaar bij het op- en afstappen! Bij het op- en afstappen zonder veilig houvast kan men uitglijden en vallen.
Bedrijf De graafmachine is voorzien van een diefstalbeveiliging. De diefst- albeveiliging is geactiveerd als de sleutel uitgetrokken is of in de stand STOP is ingestoken en de controlelamp (1) knippert. Selecteren van displayweergaven Wanneer de startschakelaar in stand RUN staat, kunnen op het dis- play (2) de tijd (3), het motortoerental (4) en de bedrijfsuren (5) wor- den weergegeven.
Bedrijf Menutoets (1) indrukken om de getalswaarde te verkleinen. Displaykeuzeschakelaar (2) indrukken om de getalswaarde te verhogen. Om de instelling van de klok op te slaan en om te beëindigen, opnieuw displaykeuzeschakelaar (2) indrukken en ingedrukt houden. Indien de accu van het stroomcircuit wordt gescheiden, worden de gegevens van de klok gewist. Na herinbedrijfstelling knippert de controlelamp "Klok instellen"...
Bedrijf Stofventiel - Reinigen Stofventiel (1) aan luchtfilterdeksel leegmaken door het meer- maals samen te drukken. Bij sterke verontreiniging het luchtfilter uitbouwen en reinigen (blz. 190). Stofweergave - Controleren De luchtfilterbehuizing is met een stofweergave uitgerust. Als het luchtfilter sterk verontreinigd is, brandt de waarschuwingslamp luchtfilter (1) op het display.
Bedrijf Motoroliepeil - Controleren Om te controleren of het oliepeil correct is, moet de machine op een effen ondergrond staan en moet de motor minstens 5 minuten daarvoor worden uitge- schakeld. Alleen dan is er voldoende motorolie in het oliecarter verzameld. Oliepeilstok (2) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
Bedrijf Koelvloeistofkoeler en oliekoeler - Controleren Visuele controle van radiateur (1) en oliekoeler (2) op dichtheid en verontreiniging. Bevindt zich vuil of dergelijke aan de koeler: Radiateur (1) en oliekoeler (2) vanaf de motor met een water- straal of een persluchtpistool schoonmaken. Géén hogedruk- reiniger gebruiken! Vooral moet op de tussenruimte tussen de radiateurs worden gelet, omdat op deze plaats vaak bladeren worden opgehoopt.
Bedrijf Uitlaatsysteem, dichtheid - Controleren Uitlaatsysteem op lekkage en goede bevestiging (scheuren) controleren. Indien deze controle met een warme motor wordt uitgevoerd, bestaat verbrandingsgevaar in het uit- STOP laatsysteem. Als het uitlaatsysteem lek is of als het los zit, dan mag de machine pas opnieuw gebruikt worden nadat dit probleem verholpen is.
Bedrijf Waterafscheider - Ontwateren Water en vuil in brandstof worden in de waterafschei- der (1) verzameld. In de waterafscheider bevindt zich een rode kunststofring (3) die op de hoogte van het waterpeil drijft. Als zich dergelijke stoffen hebben af- gezet of als de rode kunststofring boven drijft, moet de waterafscheider ontwaterd of evt.
Bedrijf Als de waarschuwingslamp remvloeistof op het dis- play brandt, moet u het remvloeistofreservoir (1) con- troleren en de remvloeistof bijvullen (blz. 142). Als de waarschuwingslamp remvloeistof kort na het bijvullen van de remvloeistof weer brandt, is het rem- systeem lek. De machine mag pas opnieuw in gebruik genomen worden als de fout verholpen is.
Bedrijf Brandstofniveau - Controleren De brandstofweergave (1) toont de relatieve brand- stofhoeveelheid in de brandstoftank. Hoe dieper de naald van de indicatie staat, des te minder brandstof bevindt zich in de brandstoftank. Brandstofmeter Controlelamp brandstofpeil A Brandstoftank vol B Brandstoftank leeg Startschakelaar in stand RUN zetten.
Bedrijf Parkeerrem - Controleren Er kan pas gecontroleerd worden of hij werkt terwijl de machine in gebruik is. Machine op een helling met ca. 15 % uit zetten. Parkeerremschakelaar (1) in stand AAN zetten. Als de machine voortbeweegt, op het rempedaal drukken en hem op een veilige manier stoppen.
Bedrijf Richten van de werkplaatsen Openen en sluiten van de cabinedeur (cabine-uitvoering) Cabinedeur van buiten uit openen Cabinedeur met deurslot (2) ontgrendelen. Cabinedeur openen door te trekken aan de deurgreep (3) ope- nen en in het slot (1) van de cabinewand vergrendelen. Sluiten van de cabinedeur Ontgrendelingshendel (1) eruit trekken en cabinedeur in het slot trekken.
Bedrijf Zijruit openen en sluiten (cabineversie) Rechter zijruit openen De rechter zijruit kan om te ventileren tot een spleet of hij kan volledig geopend en vastgezet worden. Handgreep (1) naar boven trekken en rechter zijruit ontgrende- len. Om de rechter zijruit voor de breedte van één spleet te openen, deze naar buiten duwen totdat de grendelpen in de handgreep vergrendeld zit.
Bedrijf Afstellen van de bestuurdersstoel De bestuurdersstoel moet zodanig worden afgesteld dat een moeiteloos en aangenaam werken kan plaatsvinden. Alle bedieningselementen moeten veilig kunnen worden gebruikt. Lengteverstelling van de zitting (stoelafstand) De lengteverstellingshendel (5) omhoog trekken en door voor- waarts en terugschuiven van de zitting een passende zitpositie afstellen;...
Bedrijf Afstelling van de zithoogte (lengte onderbeen van gebruiker) De zithoogte kan in meerdere standen worden ingesteld. Voor het afstellen van de zithoogte, de stoel langzaam heffen totdat deze automatisch in de volgende vergrendelpositie vastklikt. Door de stoel over de hoogste vergren- delingsstand heen te heffen, wordt deze weer automatisch in de onderste vergrendelingsstand neergelaten.
Bedrijf Gezichtsveld Het is belangrijk om de zichtbaarheid van de machine op het moment dat de gebruiker op de bestuurdersstoel zit, goed te kennen en te begrijpen. In de directe werkingssfeer van de machine is dit van belang om ongevalsrisico's in een vroeg stadium te onderkennen en zo te voorkomen.
Bedrijf Buitenspiegels afstellen Gevaar voor ongelukken! STOP De buitenspiegels afstellen wanneer de machine stilstaat en de motor is afgezet. De achterkant van de machine controleren op een dode hoek. Buitenspiegelafstelling (1) controleren. Buitenspiegels schoonmaken en onderhouden Als de buitenspiegels vuil of beslagen zijn, deze wassen en droog vegen. Verloren, beschadigde, vertroebelde of vervormde buitenspiegels onmiddellijk door nieuwe vervangen.
Bedrijf Machine gebruiken Voor een veilig gebruik van de machine moeten de volgende onderdelen in acht genomen worden. Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor De machine is voorzien van een diefstalbeveiliging (blz. 149). Als de machine de eerste maal op een werkdag gestart wordt, de werkzaamheden voor de dagelijkse inbedrijfstelling (blz.
STOP speling of de pedaalspeling opvallend groot is, de ma- chine veilig uitzetten en contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. Controleren of de controlelampen Lading en Motoroliedruk uit zijn. Zolang de motor de bedrijfstemperatuur niet bereikt heeft, mag hij niet tegen hoge toerentallen of onder volledige belasting draaien.
Bedrijf Met de displaykeuzeschakelaar (1) kan tussen de indicatie tijd, motortoerental en bedrijfsuren op het display (2) gewisseld worden. De tijd (3) geeft de actuele dagtijd in uren en minuten weer. De toerenteller (4) geeft het actuele motortoerental aan. De bedrijfsurenweergave (5) toont de bedrijfsuren van de machine tot op dat moment, onafhankelijk van het motortoerental.
Bedrijf Controle van display na starten en tijdens het gebruik Na het starten en gedurende het bedrijf moet de gebruiker de controlelampen en de indicaties in het display con- troleren. De waarschuwingslamp (1) knippert rood bij het optre- den van een systeemfout of een technische storing, de motor moet onmiddellijk worden uitgezet.
Pagina 93
Bedrijf Bij zware belasting van de machine kan de koelvloeistoftempera- tuur iets hoger dan normaal stijgen. De controlelamp koelvloeistof- temperatuur (1) brandt. De motorwaarschuwingslamp (2) knippert in het rood, en op het scherm verschijnt de melding zoals weerge- geven in de afbeelding rechts. (knippert) De melding verdwijnt na korte tijd, de controlelamp koelvloeistof- temperatuur knippert zolang de temperatuur verhoogd is.
Bedrijf Kruip- en rempedaal gebruiken Machine afremmen Kruip- en rempedaal (1) licht indrukken. De oliestroom naar de hydrostatische aandrijving wordt verminderd. De machine rijdt zonder aandrijfvermogen, en rolt uit tot hij blijft stil- staan. Kruip- en rempedaal (1) volledig indrukken. De schijfremmen treden in werking en remmen de machine af tot hij stil blijft staan.
Bedrijf Kruip- en rempedaal (1) licht indrukken tijdens de schepmo- dus.. De oliestroom van de hydraulische aandrijving kan gebruikt worden voor de werkhydrauliek. Bedieningshendel terugtrekken en hefmast opheffen. Kruip- en rempedaal lossen wanneer de gewenste hefhoogte bereikt is. Regeneratie van het roetfilter De machine is uitgerust met een combinatie van dieseloxidatieka- talysator en roetfilter (1).
Bedrijf Algemene instructies Gevaar voor de gezondheid! Roestpartikels in uitlaatgassen zijn kankerverwekkend. STOP De regeneratie mag enkel in de open lucht gebeuren. Ondanks het roetfilter bestaat er vergiftigingsgevaar door het inademen van uitlaatgassen. - De TRGS 554-voorschriften en de nationale voorschriften in acht nemen. Brandgevaar! De uitlaatgastemperatuur wordt sterk verhoogd bij de regeneratie van het roetfilter, en er komen he- STOP...
Bedrijf Automatische regeneratie van het roetfilter Schakelaar Roetfilter-regeneratie Controlelamp Roetfilter-regeneratie bij stilstand Controlelamp Roetfilter-regeneratie Motorwaarschuwingslamp Als al de hoeveelheid fijnstof zich in het roetfilter bevindt, dan zal het roetfilter automatisch zelf regenereren. Regeneratieproces Als er een regeneratie van het roetfilter nodig is, dan zal de contro- lelamp Roetfilter-regeneratie (1) gaan knipperen en een geluidssig- naal weerklinken.
Bedrijf De regeneratieduur hangt af van factoren zoals de buitentemperatuur, de uitlaatgastemperatuur en het motortoe- rental, en duurt normaal gezien 15-20 minuten. Tijdens de regeneratie klinkt de motor in sommige gevallen anders dan tijdens het normale gebruik. Dat is nor- maal, en betekent geen defect aan de machine.
Pagina 99
Bedrijf Alarm Controlelamp/weergave Verklaring Maatregel Regeneratie van het roetfilter no- dig! – Controlelamp Roetfilter-rege- Doorwerken om de temperatuur neratie knippert. van het roetfiltersysteem te verho- – Regelmatig akoestisch sig- gen en de regeneratie te starten. naal, om de 60 seconden. De regeneratie loopt.
– Foutcode wordt weergegeven. motor en het roetfilter beschadigd. Contact opnemen met de – Aanhoudend geluidssignaal. KUBOTA-dealer. – Motorvermogen 50 % Regeneratie van het roetfilter bij stilstand Als een bepaalde hoeveelheid fijnstof in het roetfilter is bereikt, dan kan een regeneratie van het roetfilter bij stilstand worden uitge- voerd.
Bedrijf Controleren of de schakelaar Roetfilter-regeneratie niet in de stand regeneratie geblokkeerd (A) staat. Motor stationair laten draaien. Als het symbool (2) knippert in de schakelaar Roetfilter-regene- ratie (1), de schakelaar in de stand Roetfilter-regeneratie bij stilstand (B) zetten. De regeneratie van het roetfilter bij stilstand start. Daarbij wordt het motortoerental automatisch verhoogd en verlaagd door het systeem.
Pagina 102
Anders worden de brandt. motor en het roetfilter beschadigd. Contact opnemen met de – Foutcode wordt weergegeven. KUBOTA-dealer. – Aanhoudend geluidssignaal. – Motorvermogen 50 % Als er verder met de machine wordt gewerkt, dan schakelt het systeem over naar waarschuwingsfase 5. R5535-8144-1...
– Foutcode wordt weergegeven. drijf stellen. – Aanhoudend geluidssignaal. Contact opnemen met de KUBOTA-dealer. – Motorvermogen 50 % Rijden met de machine Gevaar voor ongevallen door klapband! Als een band barst, dan kan de machine wegrollen of kantelen. Door fel te remmen of heftig te sturen STOP kan je de controle over de machine verliezen.
Bedrijf De ingestelde rijrichting wordt in de rijrichtingweergave van het in- strumentenpaneel weergegeven. = Vooruit = Neutraal = Achteruit Als de machine naar achteren rijdt, dan weerklinkt ook een geluidssignaal om te verwittigen als er zich perso- nen achter de machine bevinden. Rijden Op het gaspedaal drukken.
Bedrijf Bij het in gebruik nemen is de maximale snelheid standaard op 20 km/h ingesteld.. De maximale snelheid kan afhankelijk van de bandendruk licht verschillen. Gevaar voor ongevallen door verlies van bodemtractie! STOP Het is verboden om met een hoge snelheid te rijden op een modderige of oneffen ondergrond. Tijdens de rit de rijsnelheid niet verminderen door plotseling van toerental of rijrichting te wisselen.
Bedrijf Rijden op hellingen Gevaar voor ongevallen door verlies van bodemtractie! Bij het diagonaal rijden op hellingen kan de machine afglijden. STOP - Altijd rechtdoor naar boven of naar beneden rijden. Gevaar op ongevallen door falende remmen! Als enkel de bedrijfsrem wordt gebruikt, dan is de slijtage van de remmen erg groot. De remmen kun- STOP nen oververhit raken, waardoor de werking van de remmen verslechtert.
Bedrijf De volgende werkzaamheden uitvoeren voor het werken op de openbare weg: Bij vaste palletvorken de vorktanden demonteren. Bij opvouwbare palletvorken de vorktanden naar boven zwaaien en beveiligen. Bij schoppen met tanden de schepbeveiliging (1) monteren. Cabinedeur sluiten (cabine). Werklamp uitschakelen. Hefmast opheffen totdat de beide markeringen (1) branden.
Bedrijf Over sneeuw of ijs rijden Gevaar voor ongevallen op bevroren ondergrond! De machine kan beginnen te glijden op sneeuw en ijs. STOP - Sneeuwkettingen op de voorwielen monteren om te rijden. - Sneeuwkettingen op de voor- en achterwielen monteren om te werken met de machine. Bij het rijden op sneeuw is het belangrijk dat de wielen en de banden in goede staat zijn.
Bedrijf Overzicht van de functie van de bedieningshendels Op de afbeelding worden in combinatie met de volgende tabel de functies van de bedieningshendel weergegeven. Actie Pos. Functie Hefmast laten zakken Hendel naar voren Lossende stand Hendel naar rechts Schep naar voren bewegen Hendel naar achteren Hefmast opheffen Hendel naar links...
Pagina 110
Bedrijf Hefmast laten zakken Bedieningshendel (1) naar voren drukken (A). De hefmast beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. R5535-8144-1 03/2020...
Bedrijf Hefmast lossende stand De lossende stand wordt gebruikt voor hulpstukken die in de rijmodus de oppervlakteomtrek moeten volgen (bijv. bij het gebruik van een veger of het gelijkmaken met de schep tijdens het achteruitrijden). Bedieningshendel (1) via stand (A) volledig naar voren duwen (B).
Bedrijf De schep beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. Schep naar voren bewegen Bedieningshendel (1) naar rechts drukken (A). De schep beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. Positieweergave voor de schep De positieweergave (1) voor de schep bevindt zich op de kantelci- linder.
Bediening van het extra circuit Het extra circuit dient voor de bediening van hulpstukken, bijv. een opvouwbare schep (4 in 1 schep). Er mag alleen door KUBOTA goedgekeurd aanbouwapparatuur worden gebruikt. De aanbouwappa- STOP ratuur moet volgens de eigen gebruiksaanwijzing worden gemonteerd en gebruikt.
Pagina 114
Bedrijf Werkhydrauliek ontgrendelen. Daarvoor op de blokkerings- schakelaar (1) drukken. De controlelamp werkhydrauliek (geblokkeerd) gaat uit. Extra circuit inschakelen, daarvoor op de extra-circuitschake- laar (2) drukken. De controlelamp extra circuit brandt. Regelaar extra circuit (1) naar voren schuiven (A). De oliestroom gebeurt bij de linkse aansluiting voor het extra circuit (A).
Pagina 115
Bedrijf Om de continudrukschakelaar uit te schakelen, opnieuw druk- ken of de extra-circuitregelaar (1) bedienen. Gebruiksmodi extra circuit Het extra circuit is standaard op één gebruiksmodus ingesteld. Er kunnen tot vijf gebruiksmodus worden ingesteld. Met de extra-circuitschakelaar worden de bedrijfsinstellingen bepaald. Bij elk indrukken van de schakelaar extra circuit verandert de gebruiksmodus één niveau.
Pagina 116
Bedrijf Gebruiksmodus van het extra circuit kiezen Controlelamp extra circuit Extra-circuitschakelaar Displaykeuzeschakelaar Modus 1 Modus 0 Modus 2 Controlelamp Controlelamp uit Controlelamp brandt knippert Extra circuit inactief Max. doorstroomhoeveelheid Debietbegrenzing Als op de weergavetoets wordt gedrukt terwijl het extra circuit is ingeschakeld en een gebruiksmodus geselec- teerd is, dan wordt het ingestelde debiet op de linkse aansluiting van het extra circuit, en daarna aan de rechter- zijde van het extra circuit enkele seconden in het display weergegeven.
Bedrijf Debietinstelling Aangenomen dat hetzelfde hulpstuk aan een andere machine gemonteerd wordt. Ook als dezelfde debietinstel- lingen zoals bij de eerste machine zijn uitgevoerd, kan de werksnelheid afwijken. De debietinstellingen moeten aan elke machine afzonderlijk worden ingesteld. Bij het overstappen op een ander hulpstuk moeten de optimale doorstroomhoeveelheden voor het nieuwe hulpstuk opnieuw worden bepaald en ingesteld.
Pagina 118
Bedrijf Wanneer de geselecteerde doorstroomhoeveelheid in het display wordt weergegeven, kan met de displaykeuzeschakelaar (2) en de menutoets (1) de doorstroomhoeveelheid verhoogd of verlaagd worden. Menutoets (1) indrukken; de doorstroomhoeveelheid wordt ver- laagd. Displaykeuzeschakelaar (2) indrukken; de doorstroomhoeveel- heid wordt verhoogd. De doorstroomhoeveelheid kan 19 niveaus verhoogd resp.
Pagina 119
Bedrijf Als in de gebruiksmodus de waarde voor de debietin- stelling aan beide aansluitingen van het extra circuit op nul is ingesteld, dan wordt deze gebruiksmodus bij het bedienen van de extra-circuitschakelaar (1) niet weergegeven. Tijdens het gebruik van de machine zijn enkel de gebruikstypes beschikbaar waarvoor een debiet groter dan nul is ingesteld.
Pagina 120
Bedrijf Instellen van maximaal debiet Instellen van maximaal debiet Extra circuit activeren Extra-circuitaansluiting (links en rechts) (brandt) Instelling van de doorstroomhoeveelheid (0 tot 19) (knippert of brandt) (A) Op weergavetoets drukken en deze ingedrukt houden. (B) Menutoets indrukken en ingedrukt houden. R5535-8144-1 03/2020...
Bedrijf Druk uit hydraulisch systeem laten De druk van de werkhydrauliek moet apart van de druk van het extra circuit worden weggedaan. Werkhydrauliek Hefmast en hulpstuk volledig laten zakken. De werkhydrauliek met de blokkeringsschakelaar werkhydrau- liek (1) inschakelen. De controlelamp werkhydrauliek (geblokkeerd) brandt. Startschakelaar in stand STOP zetten.
Pagina 122
Bedrijf Extra circuit inschakelen, daarvoor op de extra-circuitschake- laar (1) drukken. De controlelamp extra circuit brandt. Displaykeuzeschakelaar (1) indrukken. Het ingestelde debiet wordt aan de linkse aansluiting, en daarna aan de rechtse aansluiting van het extra circuit enkele seconden op het display weergegeven.
Door een verkeerde bediening kan het hulpstuk vallen en op personen terechtkomen. - Hulpstuk enkel vanuit de bestuurdersplaats vergrendelen of ontgrendelen. - Enkel voor de machine toegelaten KUBOTA-hulpstukken gebruiken. - Na de montage controleren of het hulpstuk goed vergrendeld is.
Pagina 124
Bedrijf Machine onmiddellijk voor het hulpstuk (1) plaatsen en zo uitlij- nen dat het bovenste scharnierpunt (2) van het hulpstuk en de snelkoppeling (3) op één lijn liggen. Vrijgavetoets hulpstukontgrendeling (1) indrukken (B). De extra-circuitregelaar (2) naar achteren trekken (A). De borgpennen worden hydraulisch ingetrokken.
Pagina 125
Bedrijf Regelaar extra circuit (2) naar voren duwen (A). De borgpennen worden hydraulisch uitgeschoven, de hulpstukver- grendeling is vergrendeld. Het hulpstuk is aan de snelkoppeling ver- grendeld. Controleren of het hulpstuk juist vergrendeld is (blz. 124). Bij een hydraulisch gebruikt hulpstuk, de druk uit de hydrauliek laten (blz.
Bedrijf Vergrendeling hulpstuk controleren Levensgevaar door niet vergrendeld hulpstuk! Het hulpstuk kan naar beneden vallen en op personen terechtkomen als niet alle scharnierpunten en STOP borgpennen volledig vastklikken. - Machine enkel gebruiken met goed vergrendeld hulpstuk. Visuele controle Machine veilig tot stilstand brengen. Visuele controle van hulpstuk uitvoeren.
Bedrijf Gebruik met palletvork Veiligheidsinstructies bij het gebruik met palletvork Levensgevaar door afvallende lasten! STOP - Niet onder de opgetilde last komen of eronder blijven staan. Gevaar voor ongevallen door verminderde stabiliteit! Hoe hoger de last wordt opgetild, hoe groter de kans dat hij kan kantelen. Bij het afremmen van de STOP machine wordt de stabiliteit vooral negatief beïnvloed door opgeheven lasten.
Anders ontstaat er een lager toegelaten draagvermogen en kan de machi- ne gaan kantelen. - Het aangegeven toegelaten draagvermogen nooit overschrijden. - Enkel door KUBOTA uitgebrachte palletkabels en vorktanden gebruiken. - Verlengstukken van draagvorken mogen enkel worden geplaatst na schriftelijke toestemming van de firma KUBOTA.
Pagina 129
Informatie over controle van de hefinrichtingen in Frankrijk De controlecoëfficiënten, die door KUBOTA bepaald worden, en die voor de inbedrijfstelling of herinbedrijfstelling van de hefmachine moeten worden toegepast (artikel 10 en 11 van het decreet van 01.03.2004), zijn 1,25 voor de statische controle en 1,0 voor de dynamische controle.
Bedrijf Buitenbedrijfstelling De machine moet op die manier worden geplaatst dat hij onmogelijk kan wegrollen en dat hij bevei- STOP ligd is tegen gebruik door onbevoegden. Machine op een effen en vaste ondergrond zetten. Motor afzetten. Parkeerrem aantrekken. Hefmast en hulpstuk laten zakken. Druk uit hydraulisch systeem laten.
Bedrijf Bediening overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Bediening van de verwarming (cabine-uitvoering) en de airco (optioneel) Dit aircosysteem bevat gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen). -equivalent (t) Koelmiddel Hoeveelheid (kg) Aardopwarmingsvermogen (GWP*) HFC-134a 1,01 1430 * GWP = Global Warming Potential Verklaring van aanwijzingsbord: Symbool dat het aircosysteem F-gas bevat Industriële aanduiding van het desbetreffende F-gas Hoeveelheid F-gas (in kg) in de airconditioning...
Pagina 132
Bedrijf Cabine verwarmen Motor starten (blz. 88). Temperatuurregelaar (1) in de gewenste stand zetten. Blauw Koud Rood Warm Ventilatorschakelaar (2) in stand 1, 2 of 3 schakelen. Luchtmonden op de gewenste positie instellen (blz. 59). De ventilatorschakelaar niet bij gesloten luchtmonden bedienen.
Bedrijf Om de cabine sneller te laten afkoelen, de luchttoevoer met hendel (1) in stand Recirculatie (B) zetten. Continu circulatiebedrijf leidt tot oververmoeidheid van de gebruiker! Circulatiebedrijf gedurende een langere STOP periode kan leiden tot zuurstofgebrek en oververhitting in de cabine. Er stroomt geen koele frisse lucht van buiten naar binnen.
Bedrijf Bediening van kleppenwasinstallatie (cabine-uitvoering) In de winter voor het gebruik controleren of het ruitenwisserblad niet is vastgevroren. Indien dit zo is, de ruitenwisser niet gebruiken. Anders kan het wisserblad of de wissermotor beschadigd worden. De ruitenwisser enkel bedienen als de ruit nat genoeg is, evt. de ruitenwisserinstallatie vooraf uit- schakelen.
Bedrijf Achterruitwisser inschakelen De startschakelaar staat in de stand RUN. Schakelaar (1) in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN drukken. De ruitenwisser werkt zolang de schakelaar in deze stand blijft. Om uit te schakelen schakelaar (1) in stand OFF drukken. Achterruitwisser inschakelen De ruitensproei-installatie kan bediend worden wanneer de ruiten- wisser in- of uitgeschakeld is.
Bedrijf Knipperlicht in- en uitschakelen Om het rechterknipperlicht in te schakelen, de multifunctie- schakelaar (1) naar voren schakelen (A). Het rechterknipperlicht en de rechtercontrolelamp knipperen. Om het linkerknipperlicht in te schakelen, de multifunctie-scha- kelaar naar achteren schakelen (B). Het linkerknipperlicht en de linkercontrolelamp knipperen. Na de beweging de multifunctie-schakelaar handmatig weer in de middelste positie zetten.
Bedrijf Dimlicht Controleren of de multifunctie-schakelaar in de onder- ste schakelstand staat om niet ongewild de schijnwer- per in te schakelen en personen te verblinden. De schijnwerperschakelaar(1) in de tweede schakelstand zet- ten. Het dimlicht en de controlelamp ervan brandt. Grootlicht Door de multifunctie-schakelaar naar boven en naar beneden te schakelen kan tussen grootlicht en dimlicht geschakeld worden.
Bedrijf Zwaailicht (toebehoren) in- en uitschakelen De startschakelaar staat in de stand RUN. Schakelaar zwaailamp (1) in stand AAN drukken. Het zwaailicht brandt. Om uit te schakelen, schakelaar zwaailamp in stand UIT druk- ken. 12V-contactdoos Afdekkap (1) openen en elektrisch apparaat in het 12V-stop- contact plaatsen.
Bedrijf Parkeerrem aanhalen en lossen Levensgevaar door wegrollende machine! De parkeerrem moet aangetrokken zijn om de machine op een veilige manier te parkeren, en zo te STOP vermijden dat hij wegrolt. Als de motor wordt uitgezet, dan wordt de parkeerrem automatisch aange- haald.
Bedrijf Accuscheiding in- en uitschakelen Om de machine te gebruiken, moet de accuscheider (1) in de stand AAN staan. A AAN B UIT Als de schakelaar van de accuscheiding zich in de stand UIT bevindt, zijn de meeste elektrische functies uitgeschakeld (bijv.
Bedrijf Gebruik gedurende de winter Opgelet bij het in- en uitstappen! De treden kunnen glad en glibberig zijn. Natte handen kunnen vastvriezen aan metalen delen zoals STOP de handgreep. - Treden controleren en evt. ijs wegdoen. - Metalen delen niet met de blote hand aanraken, evt. handschoenen aandoen. Vóór het in bedrijf stellen controleren of er zich geen ijs aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders bevindt;...
Tweede starthulpkabel eerst op pluspool van startaccu en daarna op pluspool van starthulpvoertuig loskop- pelen. Pluspoolafdekking op startaccu open zetten. Als de volgende keer de machine opnieuw enkel gestart kan worden door middel van starthulp, de accu en het laadcircuit van de generator controleren. Evt. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. R5535-8144-1 03/2020...
Bedrijf Bediening in noodsituaties In noodgevallen kan zowel de motor handmatig worden uitgezet alsook de hefmast handmatig gezakt laten wor- den. Handmatige motorstop Als de motor niet met de startkabel (1) kan worden uitgeschakeld, dan kan hij handmatig worden uitgezet. Voor het uitschakelen aan de knop (2) trekken totdat de motor tot stilstand is gekomen.
Bedrijf Onderhoud Bijvullen van ruitensproei-installatie Motorkap openen (blz. 178). Afsluitdop (1) van het ruitensproeireservoir (2) openen en het reservoir met water resp. reinigingsmiddel vullen. a In de winter moet ruitenreinigingsmiddel met anti- vriestoevoegingen worden gebruikt. Motorkap sluiten. Koelvloeistof bijvullen Motorkap openen (blz. 178). Antivriesgehalte met een antivriestester controleren;...
Bedrijf Machine bijtanken Bij het tanken van de machine zijn roken en het gebruik van open vuur en andere brandbare stoffen verboden. De gevarenzone moet met borden worden aangegeven. In de gevarenzone moet zich een brandblusser bevinden. Gemorste brandstof moet onmiddellijk met oliebindmiddel worden gebonden. Het besmette oliebind- middel moet volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen worden afgevoerd.
Geen vloeistoffen in de banden gebruiken. Sterk versleten banden vervangen voor inbedrijfstelling. Op één as enkel dezelfde wielen en banden met dezelfde mate van slijtage gebruiken. Het aangegeven toegelaten draagvermogen nooit overschrijden. Enkel door KUBOTA uitgebrachte scheppen, palletkabels en vorktanden gebruiken. R5535-8144-1 03/2020...
Is de fout door het vervangen van de zekering niet verholpen of doet de fout zich opnieuw voor bij het in gebruik nemen van de zekering, dan neemt u contact op met uw KUBOTA-dealer. Startschakelaar in stelling STOP zetten en sleutel uittrekken.
Bedrijf Overzicht van zekeringen Zekeringenkast B Zekeringenkast A 27 Wis-/wasinstallatie achterruit 15 A 1 Schakelaar voorruitwisser / claxon- 30 A 28 Radio (AC) 15 A toets 29 12V-contactdoos 15 A 2 Ventilatormotor 30 A 3 Instrumentenpaneel (+B) 30 Compressor 10 A 31 niet geplaatst 4 Hoofdbesturingsapparaat (Nets- 20 A...
Pagina 149
Trek de doorgebrande hoofdzekering eruit en vervang hem. Na het vervangen van de zekeringen de werking van de onder- delen controleren. Als het defect niet is verholpen, neemt u contact op met uw KUBOTA-dealer. Na het voltooien van de werkzaamheden, de Motorruimteafdekking sluiten.
Bedrijf Machine reinigen Levensgevaar door wegrollende machine! Voor het aanvangen van de reinigingswerkzaamheden, de machine op een veilige manier uitscha- STOP kelen en tegen herinschakelen beveiligen. Bij het gebruiken van een dampstraalapparaat om de machine te reinigen mag de straal niet op de elektrische onderdelen gericht worden.
Bedrijf Diefstalbeveiliging De machine is voorzien van een antidiefstalfunctie, waardoor de motor enkel gestart kan worden met een geregi- streerde sleutel. Indien een geregistreerde sleutel kwijtraakt, kan deze geblokkeerd worden. Daardoor kan de mo- tor niet met deze sleutel gestart worden, zodat de machine tegen diefstal beveiligd is. De diefstalbeveiliging maakt het stelen van de machine moeilijker, maar kan dit niet helemaal uitsluiten.
In dit geval kan een storing van de functies in de elektronica optreden. Indien zich storingen aan de machine voordoen, dan s.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer om de storing te laten lokaliseren en verhelpen.
Bedrijf Registreren van een zwarte sleutel voor de machine Het registreren van een zwarte sleutel kan enkel gebeuren onder de volgende voorwaarden: Controleren of er zich geen personen in het bereik van de machine bevinden. Als er zich toch per- STOP sonen in de buurt van de machine bevinden, dan verwittigt u die met de claxon.
Pagina 154
Bedrijf De controlelamp sleutel plaatsen knippert. Zwarte sleutel (1) in de startschakelaar steken. Sleutel nog niet draaien. Indien de sleutel in stand RUN staat, deze terug draaien in stand STOP. Na een korte tijd gaat de controlelamp sleutel uittrekken knip- peren.
Kan de fout niet verholpen worden met de maatregel in de kolom OPLOSSING, gelieve dan contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. Veiligheidsbepalingen voor het storingzoeken De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
Koelvloeistoftemperatuur te hoog. Koelvloeistof is vervuild door roest Koelvloeistof vervangen en corro- van cilinderkop of krukasbehuizing siebescherming plaatsen. Cilinderkop defect (koelvloeistofver- Uw KUBOTA-dealer verwittigen. lies / water in motorolie) Aandrijfriemen beschadigd of te los Aandrijfriemen vervangen resp. spannen (blz. 193).
Pagina 157
Storingzoeken STORING MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Brandstofleidingen niet juist inge- Inspuittijdstip instellen. steld. Uw KUBOTA-dealer verwittigen. De uitlaatgassen zijn gitzwart. Mindere brandstofkwaliteit Brandstof volgens EN 590 of ASTM D975 gebruiken. Motoroliepeil te hoog Motoroliepeil controleren, zo nodig motorolie tot naar het voorgeschre- ven oliepeil aftappen.
Om fouten bij de werking, het gebruik of het onderhoud van de uitlaatreinigingsinstallatie te verhel- pen, onmiddellijk de maatregelen uit de storingstabel toepassen. Treedt er aan storing aan de machine op, dan verschijnt een van de navolgende meldingen in het display. Treden er problemen op, dan moet u onmiddellijk uw KUBOTA-dealer inlichten. Indicatie Controlelampje...
Pagina 159
Als de indicatie op- remvloeistof stof. remvloeistofpeil con- nieuw verschijnt, in- troleren. formeert u onmid- Reminstallatie op lek- dellijk uw KUBOTA- ken controleren. dealer. Waarschuwing Luchtfilter verstopt. Luchtfilter reinigen. Als de indicatie op- luchtfilter nieuw verschijnt, in- formeert u onmid- dellijk uw KUBOTA- dealer.
Pagina 160
Storingzoeken Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Blokkeringsscha- Hydraulische ver- Onmiddellijk uw kelaar werkhy- grendeling is niet KUBOTA-dealer drauliek ingeschakeld. verwittigen. (rood) Transmissiestand- magneetklep Onmiddellijk uw schakelaar voor de rijstanden KUBOTA-dealer werkt niet. verwittigen. (rood) Differentieelblok- Differentieelblokke- Onmiddellijk uw kering ring werkt niet.
Pagina 161
Storingzoeken Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Magneetklep extra Extra-circuitaan- Onmiddellijk uw circuit voorloop sluiting niet actief. KUBOTA-dealer verwittigen. (rood) Stroomvoorzie- Het extra circuit Onmiddellijk uw ning kan niet worden KUBOTA-dealer geactiveerd. verwittigen. (rood) Systeem storing Deze melding duidt...
Pagina 162
Storingzoeken Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing 9004 Vervanging parti- Het roetfilter moet Onmiddellijk uw kelfilter nodig worden vervan- KUBOTA-dealer gen. Het motorver- verwittigen. mogen is be- (brandt) grensd. 9100 Toerentalsensor- Acceleratie of mo- Onmiddellijk uw systeem torvermogen kan KUBOTA-dealer begrensd zijn.
Pagina 163
KUBOTA- (knippert) dealer. 9115 Waarschuwing De machine is De machine op statio- Radiateur schoon- motor oververhit oververhit en moet nair afkoelen.
Pagina 164
Storingzoeken Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing 9121 Motorregelappa- Acceleratie en mo- Onmiddellijk uw raat torvermogen kun- KUBOTA-dealer nen begrensd zijn. verwittigen. De motor kan stop- (knippert) pen. 9122 Verbindingsfout Acceleratie en mo- Onmiddellijk uw motorregelappa- torvermogen kun- KUBOTA-dealer raat nen begrensd zijn.
Pagina 165
Brandstofpeil en stofsysteem (Rail- torvermogen zijn brandstoffilter con- druk/Lekken) begrensd. troleren. Gaat de in- dicatie niet uit, dan (knippert) informeert u onmid- dellijk uw KUBOTA- dealer. 9301 Motor-brand- Acceleratie en mo- Brandstofpeil en stofsysteem (Rail- torvermogen zijn brandstoffilter con- druk) begrensd.
Pagina 166
(Brandstofpomp) begrensd. troleren. Gaat de in- dicatie niet uit, dan (knippert) informeert u onmid- dellijk uw KUBOTA- dealer. 9305 Motor luchtaan- Acceleratie en mo- Luchtaanzuigslang zuigsysteem (ge- torvermogen zijn en luchtfilter contro- ringe luchtaan- begrensd.
Een zorgvuldig onderhoud van de graafmachine waarborgt een goede werking en verhoogt de levensduur. Indien de onderhoudswerkzaamheden niet (goed) worden uitgevoerd, vervalt alle garantieaansprakelijkheid en de aansprakelijkheid tegenover het bedrijf KUBOTA. Er mogen alleen de door de fabrikant voorgeschreven reserve-onderdelen worden gebruikt. Bij niet-vrijgegeven reserve-onderdelen bestaat ten gevolge van onvoldoende kwaliteit of verkeerde montage een verhoogd gevaar voor ongelukken.
Onderhoud Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie moet deze spanningsloos worden geschakeld voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. Deze werkzaamheden mogen alleen door elektrotechnisch geschoolde vakmensen worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden op hoogtes, waar u zelf niet bij komt, moeten ladders of stellages worden gebruikt. De bedieningselementen mogen alleen worden bediend als de gebruiker zich op de bestuurdersstoel bevindt.
De machine kan opnieuw gebruikt worden. De service moet toch onmiddellijk worden uitgevoerd. Gelieve dit aan uw KUBOTA-dealer te vragen. Wordt de onderhoudsintervalindicatie vanwege een defect vervan- gen, dan wordt de teller weer op "0” gezet. Gelieve dit aan uw KUBOTA-dealer te vragen.
1000 h Voorcircuitfilter Vervangen 1000 h Olieafscheidingsfilter Vervangen 1500 h Koeler uitlaatregeling Controleren S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. 1500 h Inspuitstuk - Controleren S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. 1500 h inspuitdruk Dynamo en startmotor Controleren S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer.
Pagina 175
100 150 200 250 300 350 400 450 500 tervallen Partikelfilter differentieeldruk- sensor en leidingen (vooraan Vervangen S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar en achteraan) Aanzuigleiding naar lucht- Vervangen S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar...
Pagina 176
1000 h Voorcircuitfilter Vervangen 1000 h Olieafscheidingsfilter Vervangen 1500 h Koeler uitlaatregeling Controleren S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. 1500 h Inspuitstuk - Controleren S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. 1500 h inspuitdruk Dynamo en startmotor Controleren S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer.
Pagina 177
Blz. zaamheden heden 550 600 650 700 750 800 850 900 950 1000 tervallen Aanzuigleiding naar lucht- Vervangen S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar massameter Laaddruksensor rubberen Vervangen S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar...
Onderhoud Onderhoudsmiddelen Aanbeveling Standaardvulling Melding Buitentempera- Viscositeit Kwaliteitsnorm Merk Type tuur In de winter resp. SAE 10W bij lage tempera- SAE 20W turen In de zomer resp. SAE 30 Q8T 760 bij hoge omge- API CJ-4 Motorolie SAE 40 ROWE API CJ-4 vingstemperatu- API CK-4...
Pagina 179
Onderhoud Aanbeveling Standaardvulling Melding Buitentempera- Viscositeit Kwaliteitsnorm Merk Type tuur De standaard gevulde brandstof is geen winter- diesel. Om de machine op de winter voor te bereiden, Brandstof* EN 590 moet de brandstoftank met winterdiesel gevuld worden en moet u de mo- tor enkele minuten laten draaien.
Onderhoud Onderhoudspunten bereikbaar maken Openen/sluiten van afdekking motorruimte Sleutel in het slot (2) van motorruimteafdekking (1) steken, met de klok mee draaien en slot indrukken. Motorruimteafdekking helemaal naar boven zwaaien (A) tot hij vastklikt. Erop letten dat de vergrendeling (4) goed op de gas- veer (3) is bevestigd.
Onderhoud Openen/sluiten van rechterzijafdekking Sleutel in het slot (2) van de zijafdekking (1) en 90° met de klok mee draaien om te openen. A Sluiten B Openen Zijafdekking helemaal naar boven zwaaien en borgklem (1) vastmaken. Erop letten dat de borgklem goed vast geklikt is. On- verwacht dichtslaan van de motorkap bijv.
Onderhoud Zijafdekking helemaal naar boven zwaaien en borgklem (1) vastmaken. Erop letten dat de borgklem goed vast geklikt is. On- verwacht dichtslaan van de motorkap bijv. door wind STOP of door andere personen kan tot ernstige verwondin- gen leiden. Om te sluiten, de borgklem uit de vergrendeling (2) losmaken en de zijafdekking voorzichtig naar onderen zwaaien.
Onderhoud Machine opkrikken Levensgevaar door omvallen van machine! Als de volgende instructies voor het opkrikken niet worden uitgevoerd, dan bestaat het gevaar dat STOP de machine kantelt en op omstaanders valt. Voorbereiding: Machine op een effen en vaste ondergrond zetten. Voor- en achterruiten op één lijn brengen.
Onderhoud Wielen en banden Bandendruk Bij een foute bandendruk is er kantelgevaar! Mede door de juiste bandendruk wordt de stabiliteit van de machine behouden. De machine kan kan- STOP telen als de bandendruk niet overeenkomt met de bandendruk in deze bedieningshandleiding. - Bandendruktabel in acht nemen (blz.
De wielen van de machine hebben een groot eigengewicht, en kunnen tot verwondingen leiden bij STOP het naar beneden vallen. Er wordt speciaal hefgereedschap aanbevolen om het wiel te vervangen. - Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. Wiel demonteren Hefgereedschap voor wiel plaatsen.
Er moet tijdens de montage van de banden op de looprichting wor- den gelet. De montage van de banden moet door geschoold perso- neel gebeuren. Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dea- ler. Juist...
Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden voor de bediener De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten tijdens het onderhoud en de herstelling van de machine zoals voorgeschreven worden uitgevoerd. Elke 50 bedrijfsuren Water in brandstoftank - Aftappen De brandstofaftapplug bevindt zich onderaan de machine, aan de rechterkant van de machine. Opvangbak met een minimaal volume van 50 l onder de brand- stofaftap plaatsen.
Onderhoud Accu - Laden Accuzuur is zeer bijtend. Contact met accuzuur moet in elk geval worden vermeden. Indien kleding, huid of ogen desondanks met accuzuur in contact zijn gekomen, dan de desbetreffende delen direct met water afspoelen. Bij contact met de ogen onmiddellijk een arts raadplegen! Gemorst accuzuur onmiddellijk neutraliseren.
Onderhoud Accu - Vervangen Bij het aansluiten en loskoppelen van de accu verplicht de voorgeschreven volgorde respecteren STOP Gevaar voor kortsluiting. Zijklep openen (blz. 179). Minpoolkap afnemen en poolkleppen (1) verwijderen. Pool- klem terzijde leggen zodat een contact met de minpool is uitge- sloten.
Onderhoud Brandstoffilter - Water aftappen Gevaar voor motorschade door water in de brandstof! Water vermindert de smerende werking van de dieselolie. De brandstofinjectiepomp kan worden beschadigd en metalen delen kunnen roesten. Daarnaast is het reinigingsinterval van het roetfilter dan niet meer gewaarborgd. Het roetdeeltjesfilter slibt eerder dicht dan aangenomen.
Onderhoud Elke 200 bedrijfsuren Binnenruimtefilter - Controleren/Reinigen In het verwarmings- en verluchtingssysteem bevindt zich 1 luchtfilter. Als de machine op een erg stoffige plaats wordt gezet, moet het luchtfilter vaker gecontroleerd worden. Greepbouten (1) losschroeven en de luchtfilterbehuizing (2) verwijderen. Luchtfilterelement (3) uit de luchtfilterbehuizing (2) trekken.
Onderhoud Filter (1) met perslucht "A" tegengesteld aan de normale stro- omrichting schoonblazen. Filterelement bij de montage niet beschadigen. Bij het gebruiken van een beschadigd filterelement komt vuil in de verwarmingsonderdelen, wat tot aanzienlijke be- schadigingen kan leiden. Filterelement plaatsen. Luchtfilterbehuizing sluiten en met de greepbouten vastschroe- ven.
Onderhoud Buitenste filterelement vanaf de binnenzijde met perslucht schoonblazen (max. 5 bar); daarbij het filterelement niet be- schadigen. Veiligheidsbril dragen. Buitenste luchtfilterelement plaatsen en het deksel met het merk TOP naar boven aanbrengen en klemmen sluiten. Motorkap sluiten. Koelvloeistofslangen en slangklemmen - Controleren Controle alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar! STOP Motorkap openen (blz.
Alle pijp- en slangleidingen van de verwarming en airconditioning (optioneel) op toestand (barsten, uitbollin- gen, harde plekken) en goede bevestiging controleren. S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer in- dien bij deze controle schade wordt vastgesteld. Alleen geschoold personeel mag aan de verwarming en de airconditioning (optioneel) werken.
Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden vakbekwaam personeel Elke 250 bedrijfsuren Aandrijfriemen - Instellen Motorkap openen (blz. 178). Ventilatieslang (1) voorzichtig uit de schutplaat (2) trekken. Bouten (3) losschroeven en schutplaat wegnemen. Aandrijfriemen controleren (blz. 74). De aandrijfriemspanning (3) wordt als volgt ingesteld door de gene- rator te zwaaien: Bevestigingsschroeven (2) losdraaien.
Onderhoud Voor- en achterasolie - Controleren Weggelaten olie mag niet in de aarde terechtkomen. Voorasbehuizing Controlebout (1) losschroeven en oliepeil controleren. De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over- eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 176) bijvullen. Controlebouten vastschroeven.
Onderhoud Wielaandrijvingsbehuizing Machine op een effen ondergrond plaatsen, zodat de afsluit- plug (3) van het overeenkomstige wiel in de middelste stand staat. Afsluitplug (3) losschroeven en oliepeil controleren. De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over- eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz.
Pagina 198
Onderhoud Pakkingring (8) verwijderen en vervangen. Filterelement (7) uit het bovenste deel (6) verwijderen en ver- vangen. De waterafscheider bij de montage uit de buurt van stof en vuil houden. Nieuwe filterelement in het bovenste deel plaatsen. Rode kunststofring (5) in de filterbeker (4) leggen. Nieuwe pakkingring (8) inwrijven met dieselolie en deze voor- zichtig rond de schroefdraad op de filterbeker plaatsen.
Onderhoud Elke 500 bedrijfsuren Kopplaatschroeven op de pendelbout - Controleren De kopplaat is bevestigd aan de voorzijde van de pendelbout. De kopplaat bevindt zich aan de voorkant van het achterframe. Draai de kopplaatschroeven (1) op de pendelbout vast. Aanhaalmoment: 282 Nm Motorolie en oliefilter - Vervangen Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd.
Onderhoud Oliefilter - Vervangen Olieopvangbak onder het oliefilter (1) plaatsen, het oliefilter met de oliefiltersleutel verwijderen, door deze linksom te draai- Pakkingring van het nieuwe oliefilter met motorolie insmeren. Oliefilter aanbrengen en met de hand vastdraaien; niet de olie- filtersleutel gebruiken. Motorolie - Bijvullen Vulhoeveelheid (met oliefilter): 9 l Olievuldop (1) losschroeven en motorolie overeenkomstig het...
Onderhoud Brandstoffilter - Vervangen Motorkap openen (blz. 178). Poetsdoek onder het brandstoffilter (1) leggen zodat er geen brandstof op de bodem komt. Aansluitconnector watersensor (1) losmaken. Brandstoffilter (1) eraf draaien. Sensorbouwgroep aan de filterbodem verwijderen en aan het nieuwe filter aanbrengen. Aan het nieuwe filter de rubberen pakkingring met dieselolie bevochtigen.
Onderhoud Retourfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Werkzaamheden alleen met koude hydraulische olie STOP uitvoeren. Voetenruimteafdekking openen (blz. 180). Afsluitdeksel (3) eraf schroeven. Retourfilter (1) losschroeven en uit hydraulisch oliereservoir (2) nemen.
Onderhoud Elke 1000 bedrijfsuren Voor- en achterasolie - Vervangen Weggelaten olie mag niet in de aarde terechtkomen. Voorasbehuizing Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de olieaf- tapschroef (1) plaatsen. Regelschroef (3) losschroeven. Olieaftapschroef (1) losdraaien en olie aftappen. Olieaftapschroef vastschroeven.
Pagina 204
Onderhoud Regelschroef (1) losschroeven. Olie tot onderkant van tapgat van regelschroef vullen. Vulhoeveelheid: 4,5 l Olievulschroef en regelschroef vastschroeven. Reinigingsdoeken en oude olie overeenkomstig gel- dende milieubeschermingsbepalingen weggooien. Reductietandwielbehuizing Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de olieaf- tapschroef (2) plaatsen.
Pagina 205
Onderhoud Wielaandrijvingsbehuizing Machine op een effen ondergrond plaatsen, zodat de afsluitplug (3) van het overeenkomstige wiel in de on- derste stand staat. Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de sluitdop (3) plaatsen. Sluitdop losdraaien en olie aftappen. Wiel 90°...
Onderhoud Hydraulische olie - Vullen/Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Werkzaamheden alleen met koude hydraulische olie uitvoeren. STOP De hydraulische olie moet in combinatie met het vervangen van het aanzuigfilter worden ververst. De uitlaat van de hydraulische olie bevindt zich aan de onderkant van het hydraulische oliereservoir, aan de linkermachinezijde.
Onderhoud Hydraulische olie - Vullen In de volgende procedure moet het voorframe volledig naar rechts worden gedraaid. Hiertoe is het noodzakelijk dat de stuurframevergrendeling op de knikbesturing is verwijderd. Geen hydraulische olie van verschillende fabrikanten en met verschillende specificaties door elkaar gebruiken.
Onderhoud Procedure ter voorkoming van onderdruk Voordat de olievulschroef wordt vastgedraaid, moeten alle hydraulische cilinders volledig zijn uitge- schoven om te voorkomen dat er onderdruk ontstaat in het hydraulische oliereservoir. Motor starten en stationair laten draaien. De richtingselectie moet zich in neutrale stand bevinden. Voorframe van de machine volledig naar rechts draaien.
Onderhoud Luchtfilter - Vervangen Gevaar voor motorschade! Het binnenste filterelement (1) moet tijdens de reiniging van de luchtfilterbehuizing (6) ingebouwd blijven. Anders kunnen tijdens de reiniging vuildeeltjes in de luchtinlaatvleugel terechtkomen en de- len van de inspuitinstallatie en de motor beschadigen. Motorkap openen (blz.
Onderhoud Voorcircuitfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Motorkap openen (blz. 178). Poetsdoeken onder werkplek onder voorcircuitfilter (1) leggen. Filterbeker (4) uit de filterkop (1) draaien. Filterelement (2) uit de filterkop verwijderen. Afdichtring (3) door een nieuwe vervangen.
Onderhoud Elke 1500 bedrijfsuren Olieafscheidingsfilter - Vervangen Filter enkel bij uitgeschakelde motor vervangen! STOP Motorkap openen (blz. 178). Poetsdoeken onder werkplek onder olieafscheider (1) leggen. Filterbodem (4) uit de filterkop (1) draaien. Filterelement (2) uit de filterkop verwijderen. Olie met afzetting met een schone doek uit de behuizing en fil- terbodem nemen.
Onderhoud Elke 2 jaar Koelvloeistof - Verversen Aftappen alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar! STOP Vulhoeveelheid Beschermdak Cabine Koelsysteem 7,0 l 8,2 l Expansiereservoir 0,6 l 0,6 l Motorkap openen (blz. 178). Radiatordop (1) openen door deze linksom te draaien. Opvangbak met een minimaal volume van 10 l onder de koelvloeistofuitlaat (2) plaatsen.
Geen componenten van de airco demonteren of deactiveren. S.v.p. contact opnemen met uw be- voegde KUBOTA-dealer. Dit aircosysteem bevat gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) (blz. 129). Te weinig koudemiddel vermindert het vermogen van de installatie en leidt tot het automatisch uitschakelen van de airco.
Pagina 215
Thermostaat op "Koud" instellen, ventilator op stand 3 zetten en airco aanzetten. Door middel van het kijkglas (1) de koudemiddelhoeveelheid volgens de navolgende tabel vaststellen. Bij te weinig koude- middel contact opnemen met uw bevoegde KUBOTA-dealer. Koudemiddelhoeveelheid in Kleine resp. geen luchtbellen in het koudemiddel orde...
Onderhoud Schroefverbindingen - Controleren De navolgende opsomming bevat de aanhaalmomenten van de boutverbindingen. De verbindingen alleen met een momentsleutel natrekken. Evt. ontbrekende waarden kunnen bij het bedrijf KUBOTA worden aangevraagd. Aanhaalmomenten voor bouten Nm ( kgf m 4 T (4.6) 7 T (8.8)
Veiligheidstechnische controle VEILIGHEIDSTECHNISCHE CONTROLE De basis voor de uitvoering van de veiligheidstechnische controles zijn de respectievelijk geldende nationale voor- schriften inzake arbeidsveiligheid, voorschriften inzake ongevallenpreventie en technische specificaties van het land waar de machine ingezet wordt. De bediener (blz. 13) moet de veiligheidstechnische controle volgens het in het land omschreven tijdsbestek uit- voeren.
Pagina 220
Veiligheidstechnische controle R5535-8144-1 03/2020...
Stillegging en opslag STILLEGGING EN OPSLAG Indien de machine om bedrijfsredenen tot zes maanden wordt stilgelegd, moeten de maatregelen vóór, gedurende en na de stillegging, zoals hierna beschreven, worden toegepast. Voor een stillegging langer dan zes maanden moeten de extra maatregelen met de fabrikant worden afgestemd. Veiligheidsbepalingen voor stillegging en opslag De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
Stillegging en opslag Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging Machine evt. grondig schoonmaken (blz. 148). Hydraulische olie op condenswater controleren, zo nodig verversen (blz. 204). Smeervet op de zuigerstangen van de hydraulische cilinders verwijderen. Accu inbouwen (blz. 187). Veiligheidsvoorzieningen op werking controleren. Werkzaamheden vóór de dagelijkse inbedrijfstelling uitvoeren (blz.
(blz. 16). KUBOTA-hulpstukken De snelwisselaar is aan de hefmast bevestigd en dient uitsluitend voor het opheffen van KUBOTA-hulpstukken. Schep De schep moet steeds breder gekozen worden dan de totale breedte (buitenkant wielen) van de machine, zodat deze niet over het op te nemen stortgoed rijdt en zodat de banden niet beschadigd raken.
De leidingbreukbeveiliging heeft drie leidingbreukkleppen. Machines met leidingbreukbeveiliging zijn uitgerust met telkens een leidingbreukbeveiligingsklep aan de kantelcilinder en aan de beide hefcilinders. De leidingbreukbeveiliging kan reeds in de fabriek gemonteerd zijn of door een KUBOTA-dealer achteraf aange- bracht worden. De leidingbreukbeveiliging is vanaf de fabriek op de desbetreffende machine afgesteld.
D. laag De kruipsnelheidfunctie bevindt zich aan de rechterkant van de stuurkolom. De kruipsnelheidsfunctie kan al in de fabriek gemonteerd zijn of door een KUBOTA-dealer achteraf gemonteerd worden. Overmatige kracht voorbij de aanslagpositie van de hendel kan de hendel beschadigen.