Over sneeuw of ijs rijden
Gevaar voor ongevallen op bevroren ondergrond!
De machine kan beginnen te glijden op sneeuw en ijs.
STOP
- Sneeuwkettingen op de voorwielen monteren om te rijden.
- Sneeuwkettingen op de voor- en achterwielen monteren om te werken met de machine.
Bij het rijden op sneeuw is het belangrijk dat de wielen en de banden in goede staat zijn. Wielen, wielbehuizing en
hydraulische cilinder kunnen het rijden en de hydraulische functie verstoren door het opeenhopen van sneeuw en
ijs.
Controleren of de profieldiepte van de banden overeenkomt met de wettelijke bepalingen van het betreffende
land.
Voor de rit de machine en de schijven van de cabine ontdoen van sneeuw en ijs.
Na de rit de machine van sneeuw en ijs ontdoen.
Operationele functies van de machine (werking van bedieningselementen)
Verplicht de volgende veiligheidsinstructies in acht te nemen bij het werken met de machine.
STOP
Het is verboden betonblokken of keien te breken met het hulpstuk.
Het hulpstuk niet laten neervallen.
Het hulpstuk niet als hamer gebruiken om palen in te bodem te slaan.
De cilinder niet volledig uitschuiven. Steeds een veilige afstand houden.
Niet graven of rijden met een in de bodem stekend hulpstuk.
De schep niet diep in de grond steken om aarde te scheppen. In plaats daarvan, relatief vlak over de grond
graven met de schep. Op die manier worden de machine en de schep minder belast.
De machine mag slechts tot het midden van de wielen in het water komen.
Altijd de smeerpunten smeren nadat de machine in het water geplaatst is totdat al het smeervet verwijderd is.
Klevende deeltjes kunnen telkens verwijderd worden door de schep naar voren en naar achteren te bewegen.
De schop niet belasten als deze volledig voorovergebogen is,
zoals in de afbeelding.
106
Bedrijf
R5535-8144-1
03/2020