Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Motor In Stand-By (Stop-Stand) Zetten; De Motor Opnieuw Starten (Start-Stand) - CITROEN C3 2022 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Een melding op het instrumentenpaneel bevestigt de
gewijzigde status.
Wanneer de functie wordt uitgeschakeld en de
motor door de functie was gestopt, wordt deze direct
gestart.
Bijbehorend controlelampje
Functie ingeschakeld: motor in stand-by
(STOP-stand)
Motorkap openen
Schakel het Stop & Start-systeem altijd
uit als u handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren, om letsel door het automatisch
opnieuw starten van de motor te voorkomen.
Rijden op een overstroomde weg
Schakel het Stop & Start-systeem uit
wanneer u over een overstroomde weg moet
rijden.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
rijadviezen, met name over het rijden op
overstroomde wegen.
Werking
Belangrijkste voorwaarden voor gebruik
– Het bestuurdersportier moet zijn gesloten.
– De veiligheidsgordel van de bestuurder moet zijn
vastgemaakt.
– Het laadniveau van de accu moet voldoende zijn.
– De temperatuur van de motor moet binnen het
nominale werkingsbereik liggen.
– De buitentemperatuur moet tussen 0 °C en 35 °C
liggen.
De motor in stand-by (STOP-stand)
zetten
De motor wordt automatisch in de stand-bystand
gezet als de bestuurder aangeeft te willen stoppen:
– Bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: met de versnellingshendel in de
neutraalstand en het koppelingspedaal losgelaten.
– Bij een auto met een automatische
transmissie: als u met de selectiehendel in stand
D of M het rempedaal intrapt totdat de auto stopt
of met de selectiehendel in stand N terwijl de auto
stilstaat.
Tijdteller
Een tijdteller houdt bij hoe lang de stand-bystand
tijdens de rit is gebruikt. Elke keer wanneer u het
contact inschakelt, wordt de tijdteller weer op nul
gezet.
Bijzonderheden
De motor gaat niet naar stand-by als er niet aan de
voorwaarden voor de werking is voldaan en in de
volgende gevallen:
– Op een steile helling (omhoog of omlaag).
– De auto heeft sinds de laatste start (met de sleutel
of de START/STOP-toets) niet sneller dan 10 km/h
gereden.
– Als de motor moet draaien om het interieur op een
aangename temperatuur te houden.
– Als de ontwaseming is ingeschakeld.
– Als een remhulpsysteem wordt gebruikt.
In deze gevallen knippert dit controlelampje
een paar seconden en gaat daarna uit.
Nadat de motor is gestart, is de STOP-stand
niet beschikbaar zolang de auto nog geen
snelheid van 8 km/h heeft bereikt.
Tijdens parkeermanoeuvres werkt de
STOP-stand niet enkele seconden na het
schakelen uit de achteruitversnelling of het
draaien van het stuurwiel.

De motor opnieuw starten (START-stand)

De motor wordt automatisch opnieuw gestart zodra
de bestuurder aangeeft weg te willen rijden:
Bij een handgeschakelde versnellingsbak: als het
koppelingspedaal volledig wordt ingetrapt.
Bij een automatische transmissie:
– Met de transmissie in stand D of M: als het
rempedaal wordt losgelaten.
– Met de transmissie in stand N en het rempedaal
niet ingetrapt: als de transmissie in stand D of
M wordt gezet.
– Met de transmissie in stand P en het rempedaal
ingetrapt: als de transmissie in stand R, N, D of
M wordt gezet.
– Als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Rijden
6
85

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave