► Duw de hendel naar achteren of naar voren om
terug of op te schakelen.
De transmissie schakelt alleen de gevraagde
versnelling in als de rijsnelheid en het motortoerental
dit toelaten; anders gelden tijdelijk de regels voor de
automatische werking.
D verdwijnt en op het instrumentenpaneel worden
de achtereenvolgend ingeschakelde versnellingen
weergegeven.
Als het motortoerental te laag of te hoog is, knippert
de geselecteerde versnelling enkele seconden
en vervolgens wordt de werkelijk ingeschakelde
versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van stand D naar stand M
worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
transmissie automatisch stand M1.
Het programma Sport werkt niet bij handmatig
schakelen.
Dit symbool verschijnt als een versnelling
niet goed is ingeschakeld (de selectiehendel
bevindt zich tussen twee standen in).
De auto afzetten
Voordat u de motor afzet, kunt u de selectiehendel
in stand P of N zetten om de transmissie in de
neutraalstand te zetten.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om de
auto stil te zetten (als de parkeerrem niet in de
automatische stand staat).
Als de keuzehendel niet in stand P staat,
klinkt er bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer 45 seconden
een geluidssignaal en verschijnt er een melding
op het display.
► Zet de selectiehendel weer in stand P; het
geluidssignaal stopt en de melding verdwijnt.
Storing
Wanneer het contact is ingeschakeld en er
zich een storing voordoet, gaat dit
waarschuwingslampje branden en wordt er een
melding weergegeven.
De transmissie werkt dan met een noodprogramma
en de 3
versnelling blijft ingeschakeld. Tijdens het
e
schakelen van P naar R en van N naar R is het
mogelijk dat u een behoorlijke schok voelt (deze
heeft geen gevolgen voor de transmissie).
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de
geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem door een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
De transmissie kan beschadigd raken:
– Wanneer het gaspedaal en het rempedaal
tegelijkertijd worden ingetrapt.
– Wanneer er een probleem met de accu is
waardoor de keuzeschakelaar geforceerd vanuit
stand P naar een andere stand wordt bewogen.
Automatische transmissie
Probeer de motor nooit te starten door de
auto aan te duwen.
Schakelindicator
(Afhankelijk van de motor)
Dit systeem is ontwikkeld om het brandstofverbruik
te verminderen door de meest geschikte versnelling
aan te bevelen.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitvoering van de auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
De schakeladviezen hoeft u echter niet op te volgen.
De keuze van de optimale versnelling hangt namelijk
altijd af van de situatie op de weg, de verkeersdrukte
en de veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd
zelf verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen
van een schakeladvies van het systeem.
Het systeem kan niet worden uitgeschakeld.
Bij bepaalde BlueHDi-dieseluitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak kan het
systeem u onder bepaalde rijomstandigheden
verzoeken om de versnellingsbak in de
neutraalstand te zetten (weergave van de letter N op
het instrumentenpaneel), zodat de motor tijdelijk kan
worden uitgeschakeld (STOP-stand van de Stop &
Start).
Bij auto's met een automatische transmissie
werkt dit systeem alleen in de handbediende
stand.
De informatie wordt in de vorm van een pijl in
combinatie met het nummer van de
Rijden
6
83