Rijden
► Druk op de toets "START/STOP".
De motor wordt gestart.
Noodprocedure voor het afzetten van de
motor
Als de elektronische sleutel niet wordt gedetecteerd
of zich niet meer in de detectiezone bevindt,
verschijnt er een melding op het instrumentenpaneel
wanneer een portier wordt gesloten of bij een poging
om de motor af te zetten.
► Houd de toets "START/STOP" ongeveer 5
seconden ingedrukt om het afzetten van de motor te
bevestigen.
Als de elektronische sleutel niet werkt, neem
dan contact op met een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
80
Noodprocedure voor het
uitschakelen van de motor
Uitsluitend in noodgevallen kan de motor geforceerd
worden uitgeschakeld (zelfs tijdens het rijden).
► Houd de toets "START/STOP" ongeveer 5
seconden ingedrukt.
In dit geval wordt de stuurkolom vergrendeld zodra
de auto stilstaat.
Parkeerrem
Uitschakelen
► Trek de hendel van de parkeerrem iets omhoog,
druk de ontgrendelknop in en duw de hendel geheel
omlaag.
Als tijdens het rijden dit lampje en het
waarschuwingslampje STOP gaan branden
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het display, is de parkeerrem nog (iets)
aangetrokken.
Aantrekken
► Trek de hendel van de parkeerrem aan om de
auto op zijn plaats te houden.
Als er een aanhangwagen achter uw auto is
gekoppeld, uw auto op een steile helling
wordt geparkeerd of uw auto zwaar is beladen,
dan moet u de voorwielen bij het parkeren naar
het trottoir sturen en een versnelling inschakelen
(handgeschakelde versnellingsbak) of de stand P
selecteren (automatische transmissie).
Als er een aanhangwagen achter uw auto is
gekoppeld, mag het hellingspercentage bij het
parkeren niet hoger zijn dan 12%.
Handgeschakelde
5-versnellingsbak
Inschakelen van de
achteruitversnelling
► Trap het koppelingspedaal volledig in.
► Beweeg de versnellingspook helemaal naar
rechts en vervolgens naar achteren.