Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Voetenruimte.
Bij het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld.
Alle drie de toetsen kunnen gelijktijdig
worden geactiveerd. In dit geval wordt
voorrang gegeven aan de luchtstromen van de
middelste en zijventilatieroosters, en van die in
de beenruimte aan passagierszijde.
Airconditioning aan/uit
De airconditioning werkt in elk jaargetijde efficiënt,
maar alleen als de ruiten zijn gesloten.
Met dit systeem kunt u het volgende:
– In de zomer de temperatuur in de auto verlagen.
– In de winter beslagen ruiten bij temperaturen
hoger dan 3 °C sneller ontwasemen.
► Druk op de toets (5) om de airconditioning in of
uit te schakelen.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtstroom is uitgeschakeld.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt het beslaan
van de voorruit en zijruiten.
Door luchtrecirculatie in het interieur kan vervuilde
lucht in gebieden met veel verkeer en in tunnels
buiten het interieur worden gehouden.
Deze functie kan waar nodig ook tijdelijk
worden gebruikt om de lucht in het interieur
sneller te verwarmen of af te koelen.
► Druk op toets 6 om de lucht in het interieur te
laten recirculeren of om de toevoer van buitenlucht
toe te staan.
Laat de recirculatie van de interieurlucht niet
te lang ingeschakeld; zo blijft er voldoende
frisse lucht in het interieur en wordt de kans op
beslaan van de ruiten beperkt (vooral bij
meerdere passagiers in de auto of bij koude /
vochtige lucht).
Ventilatiefunctie bij
ingeschakeld contact
Bij ingeschakeld contact kunt u het ventilatiesysteem
gebruiken om de luchtopbrengst en de
luchtverdeling in het interieur te regelen afhankelijk
van de laadtoestand van de accu.
Bij deze functie wordt de airconditioning niet
ingeschakeld.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft
aan in welke stand de knoppen moeten
Ergonomie en comfort
staan om de voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Richt bij koud weer de zijventilatieroosters op de
zijruiten zodat deze sneller ontwasemd worden.
Met bedieningspaneel op de
middenconsole.
Aan/uit
► U schakelt het systeem in door de knoppen voor
de temperatuur en luchtstroom in de betreffende
gemarkeerde positie te zetten. Zet de knop van de
luchtverdeling vervolgens in de stand "Voorruit".
► U schakelt het systeem uit door de knoppen voor
de luchtstroom in de stand voor ventilator te zetten.
Met touchscreen
Aan/uit
► Druk op deze toets om de auto volledig te
vergrendelen.
Het lampje in de toets gaat branden.
Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de
luchttemperatuur, de luchtstroom en de luchttoevoer;
het stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit
en zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
► Druk nogmaals op deze toets om het systeem uit
te schakelen.
Het lampje in de toets gaat uit.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming in
werking is, de STOP-functie niet beschikbaar is.
3
41