Het systeem beoordeelt de waakzaamheid,
moeheid en mate van afleiding van de
bestuurder door afwijkingen in de koers van de auto
ten opzichte van de rijstrookmarkeringen te
detecteren.
Hiervoor gebruikt het systeem een camera die
boven aan de voorruit is geplaatst.
Dit systeem is vooral geschikt voor auto(snel)wegen
(snelheden hoger dan 70 km/h).
De bestuurder wordt eerst gewaarschuwd door
de melding "Let op!" in combinatie met een
geluidssignaal.
Als het systeem drie waarschuwingen van het
eerste niveau heeft gegeven, geeft het systeem een
nieuwe waarschuwing met de melding "Doorrijden
gevaarlijk: las een rustpauze in!", en wordt het
geluidssignaal luider.
Onder bepaalde omstandigheden (slecht
wegdek of harde windstoten) kan het
systeem waarschuwingen geven zonder dat er
sprake is van vermoeidheid bij de bestuurder.
Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk minder goed of helemaal niet:
– rijstrookmarkeringen afwezig, versleten, niet
zichtbaar (bijvoorbeeld door sneeuw of modder of
dode bladeren) of meerdere rijstrookmarkeringen
(weggedeelte met werkzaamheden).
– geringe afstand tot de voorligger (geen
detectie van wegmarkeringen).
– smalle, bochtige wegen.
Lane Departure Warning
Raadpleeg voor meer informatie de
algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Dit systeem detecteert, met behulp van een
camera die doorgetrokken of onderbroken strepen
herkent, het onbedoeld overschrijden van een
rijstrookmarkering.
Wanneer de aandacht van de bestuurder verslapt
en de rijsnelheid is hoger dan 60 km/h, wordt
er een waarschuwing gegeven dat de auto de
rijstrookmarkering overschrijdt.
Dit systeem is met name nuttig op snelwegen en
hoofdwegen.
Inschakelen / uitschakelen
► In- / uitschakeling via deze toets of het
touchscreen, afhankelijk van de uitvoering.
Het controlelampje brandt als de functie is
ingeschakeld.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Detectie
Wanneer een rijstrookmarkering wordt
gedetecteerd, gaat dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel knipperen en wordt er
een geluidssignaal gegeven.
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld, en
ongeveer 20 seconden nadat deze is uitgeschakeld,
wordt er geen waarschuwing gegeven.
Storing
Bij een storing knippert dit
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel ongeveer 10 seconden en gaat
dan uit.
Rijden
6
99