Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van Het Systeem - CITROEN C3 2022 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Claxon
► Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
Noodoproep of
pechhulpoproep
* In overeenstemming met de algemene gebruiksvoorwaarden van de dienst die u bij uw verkooppunt kunt opvragen, en afhankelijk van de technische beperkingen
van het systeem.
** Afhankelijk van de geografische dekking van de systemen "eCall (SOS)" en ASSISTANCE.
Bij een dealer kunt u een lijst van landen waar het systeem werkzaam is en een lijst met beschikbare telematicadiensten opvragen; deze lijst staat ook op de website
voor uw land.
1. Noodoproep met lokalisering
2. Pechhulpoproep met lokalisering
eCall (SOS)
Uw auto kan standaard of optioneel zijn voorzien
van het systeem eCall (SOS).
Het systeem eCall (SOS) biedt direct contact met de
hulpdiensten en is volledig in de auto geïntegreerd.
Dit contact gaat automatisch via de sensoren die in
de auto zijn geïntegreerd of door op de toets (1) te
drukken.
Afhankelijk van het land van verkoop komt het
systeem eCall (SOS) overeen met de systemen
PE112, ERAGLONASS, 999 enz.
Het systeem eCall (SOS) is standaard geactiveerd.
► Wanneer u handmatig een noodoproep wilt
maken, houd de toets (1) langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Het brandende controlelampje en een spraakbericht
bevestigen dat de oproep naar de hulpdiensten is
verstuurd*.
Het systeem eCall (SOS) zoekt onmiddellijk uw auto
en brengt u in contact met de juiste hulpdiensten.**.
► Wanneer u deze toets meteen opnieuw indrukt,
wordt de oproep geannuleerd.
Het controlelampje knippert wanneer de
autogegevens worden verzonden en blijft branden
wanneer de communicatie tot stand is gebracht.
Wanneer de sensoren in de auto een ernstig
ongeval detecteren, bijvoorbeeld door de
elektronische eenheid airbags, wordt er
automatisch een noodoproep gedaan.
Het systeem eCall (SOS) is een gratis
openbare dienst.

Werking van het systeem

– Het systeem werkt goed als het controlelampje
bij het inschakelen van het contact rood en daarna
groen brandt, en vervolgens uitgaat.
– Het lampje knippert rood: de noodbatterij moet
worden vervangen.
– Het controlelampje brandt permanent rood:
er is een storing in het systeem. De nood- en
pechhulpdiensten werken mogelijk niet.
– Als het controlelampje niet gaat branden als het
contact wordt aangezet, dan is er sprake van een
systeemstoring.
Veiligheid
5
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave